BE1023583B1 - Process for introducing a weft thread - Google Patents

Process for introducing a weft thread Download PDF

Info

Publication number
BE1023583B1
BE1023583B1 BE2015/0254A BE201500254A BE1023583B1 BE 1023583 B1 BE1023583 B1 BE 1023583B1 BE 2015/0254 A BE2015/0254 A BE 2015/0254A BE 201500254 A BE201500254 A BE 201500254A BE 1023583 B1 BE1023583 B1 BE 1023583B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
weft thread
blowers
average
winding drum
moment
Prior art date
Application number
BE2015/0254A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
BE1023583A1 (en
Inventor
Patrick Puissant
Original Assignee
Picanol N.V.
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Picanol N.V. filed Critical Picanol N.V.
Priority to BE2015/0254A priority Critical patent/BE1023583B1/en
Priority to EP16781131.4A priority patent/EP3371359B1/en
Priority to CN201680064585.0A priority patent/CN108350627B/en
Priority to PCT/EP2016/074588 priority patent/WO2017076600A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1023583A1 publication Critical patent/BE1023583A1/en
Publication of BE1023583B1 publication Critical patent/BE1023583B1/en

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/28Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed
    • D03D47/30Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed by gas jet
    • D03D47/3026Air supply systems
    • D03D47/3033Controlling the air supply
    • D03D47/304Controlling of the air supply to the auxiliary nozzles

Abstract

Werkwijze voor het inbrengen van een inslagdraad (4, 5) en een luchtstraalweefmachine, de werkwijze bevat de stappen van het opeenvolgend, met de vooruitgang van de inslagdraad (4, 5) doorheen het weefvak (1) activeren van de bijblazers, het detecteren van een gemiddeld aankomstogenblik (TA, TA1) waarop een gemiddelde inslagdraad (4, 5) een aankomstdetector (25) bereikt, het detecteren van een ogenblik (TLW) waarop de laatste winding wordt afgewikkeld van de wikkeltrommel (53), en het bepalen als een referentiewaarde (DT) van het tijdsverschil tussen een gemiddeld aankomstogenblik (TA, TA1) en een gemiddeld ogenblik (TLW) , waarbij minstens één punt (Pi) van een geschat verloop (49, 49A, 49B, 49C) van het voorste einde van de gemiddelde inslagdraad (4, 5) die doorheen het weefvak (1) wordt getransporteerd, wordt bepaald als een functie van de referentiewaarde (DT) , en de start van de tijdsperiode voor de toevoer van perslucht aan minstens één van de bijblazers is aangepast aan dit geschat verloop (49, 49A, 49B, 49C).Method of introducing a weft thread (4, 5) and an air jet weaving machine, the method comprises the steps of sequentially, with the advance of the weft thread (4, 5) through the weaving shed (1) activating the auxiliary blowers, detecting an average arrival moment (TA, TA1) at which an average weft thread (4, 5) reaches an arrival detector (25), detecting an instant (TLW) at which the last turn is unwound from the winding drum (53), and determining as a reference value (DT) of the time difference between an average arrival moment (TA, TA1) and an average moment (TLW), where at least one point (Pi) of an estimated course (49, 49A, 49B, 49C) of the leading end of the average weft thread (4, 5) transported through the weaving shed (1) is determined as a function of the reference value (DT), and the start of the time period for the supply of compressed air to at least one of the auxiliary blowers is adapted to this ges chat course (49, 49A, 49B, 49C).

Description

Werkwijze voor het inbrengen van een inslagdraad.Method for introducing a weft thread.

Technisch gebied en stand van de techniek.Technical field and state of the art.

[0001] De uitvinding betreft een werkwijze voor het inbrengen van een inslagdraad bij een luchtstraalweefmachine, en een luchtstraalweefmachine aangepast voor het toepassen van deze werkwijze.The invention relates to a method for introducing a weft thread into an air jet weaving machine, and an air jet weaving machine adapted for applying this method.

[0002] Luchtstraalweefmachines zijn gekend waarbij perslucht aan een aantal bijblazers wordt toegevoerd om een inslagdraad via een luchtgeleidingskanaal doorheen een weefvak te transporteren. Dergelijke luchtstraalweefmachines bevatten een toevoerinrichting om perslucht aan de bijblazers toe te voeren. Het toevoeren van perslucht aan een bijblazer gebeurt bijvoorbeeld door het gedurende een bepaalde tijdsperiode activeren van een afsluitventiel dat is opgesteld tussen de bijblazer en een buffervat, dat perslucht op een bepaalde druk bevat.Air-jet weaving machines are known in which compressed air is supplied to a number of blowers in order to transport an weft thread through an air duct through a weaving section. Such air jet weaving machines contain a supply device for supplying compressed air to the blowers. The supply of compressed air to an additional blower is effected, for example, by activating a shut-off valve for a certain period of time, which valve is arranged between the additional blower and a buffer vessel, which contains compressed air at a certain pressure.

[0003] Het is gekend uit onder meer US 3705608, US 4262707 en EP 1951941 BI om opeenvolgend perslucht toe te voeren aan de opeenvolgende bijblazers met een vooruitgang van een voorste einde van een ingebrachte inslagdraad. Aan elke bijblazer wordt voldoende lang perslucht toegevoerd zodat zowel een snelle inslagdraad als een trage inslagdraad voldoende worden ondersteund door perslucht afkomstig van de opeenvolgende bijblazers.It is known from, inter alia, US 3705608, US 4262707 and EP 1951941 B1 to successively supply compressed air to the successive blowers with an advance of a front end of an inserted weft thread. For each additional blower, compressed air is supplied for a sufficiently long time so that both a fast weft thread and a slow weft thread are sufficiently supported by compressed air from the successive additional blowers.

[0004] Het is gekend uit onder meer EP 164773 Al en EP 1951941 BI om minstens één aankomstdetector te voorzien voor het detecteren van de aankomst van het voorste einde van een ingebrachte inslagdraad bij de aankomstdetector. Het is eveneens gekend uit onder meer EP 229432 A2 en EP 1951941 BI om minstens één windingsdetector ter hoogte van een voorafwikkelaar te voorzien voor het detecteren van een gedeelte van een inslagdraad dat aankomt of voorbijkomt langsheen de windingsdetector wanneer een inslagdraad vanaf de wikkeltrommel van de voorafwikkelaar wordt getrokken.It is known from, inter alia, EP 164773 A1 and EP 1951941 B1 to provide at least one arrival detector for detecting the arrival of the front end of an inserted weft thread at the arrival detector. It is also known from, inter alia, EP 229432 A2 and EP 1951941 B1 to provide at least one winding detector at the level of a pre-winder for detecting a portion of a weft thread that arrives or passes along the winding detector when a weft thread from the winding drum of the pre-winder is being pulled.

Samenvatting van de uitvinding.Summary of the invention.

[0005] Het is een opgave van de uitvinding om te voorzien in een werkwijze voor het inbrengen van een inslagdraad bij een luchtstraalweefmachine die toelaat de hoeveelheid perslucht te reduceren die wordt gebruikt om inslagdraden in een weefvak in te brengen.It is an object of the invention to provide a method for introducing a weft thread into an air jet weaving machine that allows to reduce the amount of compressed air that is used to introduce weft threads into a weaving box.

[0006] Deze opgave wordt opgelost door een werkwijze voor het inbrengen van inslagdraad met de kenmerken volgens conclusie 1 en een luchtstraalweefmachine met de kenmerken volgens conclusie 10. Voorkeurdragende uitvoeringsvormen worden gedefinieerd in de afhankelijke conclusies. De uitvinding is bijzonder geschikt om toegepast te worden voor het inbrengen van een inslagdraad bij een luchtstraalweefmachine met een voorafwikkelaar die toelaat inslagdraden van verschillende lengtes vrij te geven.This object is solved by a method for introducing weft thread with the features according to claim 1 and an air jet weaving machine with the features according to claim 10. Preferred embodiments are defined in the dependent claims. The invention is particularly suitable for use for introducing a weft thread into an air jet weaving machine with a pre-winder that allows to release weft threads of different lengths.

[0007] Volgens een eerste aspect is een werkwijze voor het inbrengen van een inslagdraad bij een luchtstraalweefmachine voorzien, welke inslagdraad is gewikkeld volgens een aantal windingen op een wikkeltrommel van een voorafwikkelaar, is getrokken van de voorafwikkelaar en is getransporteerd doorheen een weefvak door middel van perslucht geblazen door minstens één hoofdblazer en door opeenvolgende bijblazers, waarbij de werkwijze de stappen bevat van het opeenvolgend, met de vooruitgang van de inslagdraad doorheen het weefvak activeren van bijblazers gedurende een tijdsperiode voor het ondersteunen van de inslagdraad, het detecteren van een gemiddeld aankomstogenblik Ta waarop een voorste einde van een gemiddelde inslagdraad een aankomstdetector bereikt die aangebracht is aan een aankomst einde van het weefvak, het detecteren van het ogenblik Tlw waarop de laatste winding wordt afgewikkeld van de wikkeltrommel, en het bepalen als een referentiewaarde DT van het tijdsverschil tussen een gemiddeld aankomstogenblik en een gemiddeld ogenblik waarop de laatste winding is afgewikkeld van de wikkeltrommel, en waarbij minstens één punt van een geschat verloop van het voorste einde van de gemiddelde inslagdraad die doorheen het weefvak wordt getransporteerd, wordt bepaald in functie van de referentiewaarde, en de start van de tijdsperiode voor de toevoer van perslucht aan minstens één van de bijblazers is aangepast aan dit geschat verloop.According to a first aspect, a method for introducing a weft thread into an air jet weaving machine is provided, which weft thread is wound according to a number of turns on a winding drum of a pre-winder, is pulled from the pre-winder and is conveyed through a weaving box by means of compressed air blown through at least one main blower and by successive blowers, the method comprising the steps of successively activating blowers with the advance of the weft through the weaving section during a period of time for supporting the weft thread, detecting an average arrival time Ta at which a leading end of an average weft thread reaches an arrival detector disposed at an arrival end of the weaving pocket, detecting the moment T1w at which the last turn is unwound from the winding drum, and determining as a reference value DT of the time difference between an average time of arrival and an average moment at which the last turn was unwound from the winding drum, and where at least one point of an estimated course of the leading end of the average weft thread being transported through the weaving section is determined as a function of the reference value, and the start of the time period for the supply of compressed air to at least one of the blowers is adjusted to this estimated course.

[0008] Als een resultaat van de werkwijze volgens de uitvinding, in geval een inslagdraad geschat wordt gemiddeld eerder in de weefcyclus bij een bijblazer aan te komen, kan het ogenblik waarop de toevoer van perslucht aan deze bijblazer ten opzichte van de weefcyclus worden vervroegd, en in geval een inslagdraad geschat wordt gemiddeld later in de weefcyclus bij een bijblazer aan te komen, kan het ogenblik waarop de toevoer van perslucht aan deze bijblazer ten opzichte van de weefcyclus worden verlaat. Die werkwijze volgens de uitvinding heeft het voordeel dat de start van de toevoer van perslucht aan een bijblazer zo laat als mogelijk in de weefcyclus kan plaatvinden, wat resulteert in een reductie van het persluchtverbruik.As a result of the method according to the invention, in case an weft thread is estimated to arrive on average at a blower earlier in the weaving cycle, the moment at which the supply of compressed air to this blower can be advanced relative to the weaving cycle, and in the event that a weft thread is estimated to arrive on average at a blower later in the weaving cycle, the moment at which the supply of compressed air to this blower can be withdrawn relative to the weaving cycle. This method according to the invention has the advantage that the start of the supply of compressed air to a blower can take place as late as possible in the weaving cycle, which results in a reduction of the compressed air consumption.

[0009] Bij het inbrengen van inslagdraden met een lage snelheid en een laat aankomstogenblik en indien wordt uitgegaan van ongewijzigde ogenblikken waarop de windingen van de wikkeltrommel worden afgewikkeld, is de referentiewaarde groter in vergelijking met inslagdraden met een hoge snelheid en een eerder aankomstogenblik. Deze referentiewaarde wordt gebruikt om de toevoer van perslucht later te starten voor inslagdraden met een lage snelheid dan voor inslagdraden met een hoge snelheid.When inserting weft threads with a low speed and a late arrival moment and assuming unaltered moments at which the windings of the winding drum are unwound, the reference value is greater compared to weft threads with a high speed and an earlier arrival moment. This reference value is used to start the supply of compressed air later for weft threads with a low speed than for weft threads with a high speed.

[0010] Voor het weven van een weefsel met een bepaalde breedte, kunnen inslagdraden met verschillende lengtes worden ingebracht resulterend in verschillende afvallengtes, dit betekent verschillende lengtes van de inslagdraad die zich uitstrekken buiten het geweven weefsel. Tot dit doel, kan een voorafwikkelaar worden aangewend die een variatie in de lengte van de in te brengen inslagdraad toelaat, zoals een voorafwikkelaar van het type zoals gekend uit WO 92/01102 waarbij de omtreklengte van de wikkeltrommel door middel van een motor kan worden gewijzigd. Het zijn de bevindingen van de uitvinder, dat de verschillende lengte en de resulterende verschillende omtreklengte van elke winding het verloop van het voorste einde van de inslagdraad beïnvloedt zonder wezenlijke wijzigingen in het aankomstogenblik, waarbij dit effect tevens in rekening is gebracht door de referentiewaarde. Hierbij valt op te merken dat afhankelijk van de afvallengte, het verschil Ta - Tlw ook een negatieve waarde kan zijn in geval het ogenblik waarop de laatste winding van de wikkeltrommel is afgewikkeld later is dan het aankomstogenblik te wijten aan een betrekkelijk lange afvallengte.For weaving a fabric of a certain width, weft threads of different lengths can be introduced, resulting in different fall lengths, this means different lengths of the weft thread that extend outside the woven fabric. For this purpose, a pre-winder can be used that allows a variation in the length of the weft thread to be introduced, such as a pre-winder of the type as known from WO 92/01102 where the circumference length of the winding drum can be changed by means of a motor . It is the inventor's findings that the different length and the resulting different circumference length of each turn influences the course of the leading end of the weft thread without substantial changes in the arrival time, this effect also being taken into account by the reference value. It should be noted here that, depending on the drop length, the difference Ta - Tlw can also be a negative value in case the moment at which the last winding of the winding drum is settled is later than the arrival moment due to a relatively long drop length.

[0011] In een uitvoeringsvorm is het geschat verloop opgebouwd gebruik makende van een punt bepaald als een functie van de referentiewaarde. In voorkeurdragende uitvoeringsvormen, worden verschillende opeenvolgende punten van het geschat verloop van het voorste einde van een gemiddelde doorheen het weefvak getransporteerde inslagdraad bepaald als een functie van de referentiewaarde.In one embodiment, the estimated course is constructed using a point determined as a function of the reference value. In preferred embodiments, different consecutive points of the estimated course of the leading end of an average weft thread transported through the weaving section are determined as a function of the reference value.

[0012] In een uitvoeringsvorm, wordt het verloop van het voorste einde van de inslagdraad naar de aankomstdetector toe verdeeld in een aantal gelijke intervallen en de punten van het geschat verloop worden bepaald in functie van eindpunten van elk interval en de referentiewaarde. In voorkeurdragende uitvoeringvormen worden de ogenblikken waarop de windingen worden afgewikkeld van de wikkeltrommel gedetecteerd, en minstens één punt van het geschat verloop van het voorste einde van de gemiddelde doorheen het weefvak getransporteerde inslagdraad wordt bepaald in functie van de referentiewaarde en een gedetecteerd ogenblik, waarop een bijhorende winding afgewikkeld wordt van de wikkel trommel. Dit laat een aanpassing van de actieve tijdsperiode van het blazen toe aan de actuele metingen op een ingebrachte inslagdraad. In geval de referentiewaarde een positief of een negatief teken heeft, worden de gemiddelde ogenblikken waarop de windingen afgewikkeld worden van de wikkeltrommel gebruikt voor het berekenen van de punten van het verloop.In one embodiment, the course from the leading end of the weft thread to the arrival detector is divided into a number of equal intervals and the points of the estimated course are determined as a function of end points of each interval and the reference value. In preferred embodiments, the moments at which the windings are unwound from the winding drum are detected, and at least one point of the estimated course of the front end of the average weft thread transported through the weaving section is determined as a function of the reference value and a detected moment at which a associated winding is unwound from the winding drum. This allows an adjustment of the active time period of the blowing to the current measurements on an inserted weft thread. In case the reference value has a positive or negative sign, the average moments at which the windings are unwound from the winding drum are used to calculate the points of the gradient.

[0013] In voorkeurdragende uitvoeringsvormen wordt het minstens één punt bepaald gebruik makende van de formule Pi = T±w + k±*DT, met index i, gedetecteerd ogenblik Tiw waarop de i-de winding is afgewikkeld, referentiewaarde DT = Ta - TLw, en constant deel ki, waarbij 0 < k± < 1.In preferred embodiments, the at least one point is determined using the formula Pi = T ± w + k ± * DT, with index i, detected moment Tiw at which the i-th wind is settled, reference value DT = Ta - TLw , and constant part ki, where 0 <k ± <1.

[0014] Het constant deel k± wordt bepaald door de vakman die de kennis van inslagdraad vlucht kenmerken, afwikkeleffecten zoals ballonvorming, enzovoort in beschouwing neemt.The constant part k ± is determined by the person skilled in the art who takes into consideration the knowledge of weft thread flight, unwinding effects such as balloon formation, etc.

[0015] Bij het weven vanaf een draadvoorraad, kan de gemiddelde snelheid van de inslagdraden vergroten of verkleinen met het kleiner worden van de draadvoorraad. Om trends van de gemiddelde snelheid van de inslagdraden te compenseren, worden in voorkeurdragende uitvoeringsvormen het gemiddelde aankomstogenblik en/of het gemiddelde ogenblik waarop de laatste winding van de wikkeltrommel wordt gewikkeld continu geüpdatet op basis van het laatste N aantal metingen, in het bijzonder de laatste tien tot vijftig metingen, meer in het bijzonder de laatste twintig metingen. Het is duidelijk voor de vakman dat voor het bepalen van de gemiddelde waarden, gekende methodes van statistische evaluatie kunnen worden aangewend.When weaving from a thread stock, the average speed of the weft threads may increase or decrease as the thread stock becomes smaller. In order to compensate for trends in the average speed of the weft threads, in preferred embodiments, the average arrival time and / or the average time at which the last winding of the winding drum is wound is continuously updated based on the last N number of measurements, in particular the last ten to fifty measurements, more particularly the last twenty measurements. It is clear to the person skilled in the art that known methods of statistical evaluation can be used to determine the average values.

[0016] In een uitvoeringsvorm is een diameter van de wikkeltrommel van de voorafwikkelaar variabel, waarbij na een wijziging van de diameter, het gemiddelde aankomstogenblik en/of het gemiddelde ogenblik waarop de laatste winding afgewikkeld wordt van de wikkeltrommel nogmaals worden bepaald. Met andere woorden, in geval de randvoorwaarden worden gewijzigd, zal de werkwijze worden "gekalibreerd".In one embodiment, a diameter of the winding drum of the pre-winder is variable, wherein after a change in diameter, the average arrival time and / or the average moment at which the last winding is unwound from the winding drum are again determined. In other words, in case the boundary conditions are changed, the method will be "calibrated".

[0017] In een uitvoeringsvorm wordt de start van de tijdsperiode voor toevoer van perslucht aan minstens één van de bijblazers aangepast aan voornoemd geschat verloop zodat voornoemde bijblazer minstens nagenoeg op volle druk blaast onmiddellijk nadat het voorste einde van een gemiddelde inslagdraad zoals bepaald door het geschat verloop voornoemde bijblazer heeft gepasseerd.In one embodiment, the start of the time period for supplying compressed air to at least one of the blowers is adjusted to said estimated course so that said blower blows at least substantially at full pressure immediately after the leading end of an average weft thread as determined by the estimated the aforementioned blower has passed.

[0018] Bij elke gemiddelde snelheid, worden trage inslagdraden en snelle inslagdraden ingebracht. Er wordt ervan uitgegaan dat het starten van de tijdsperiode voor het zo laat als mogelijk activeren van de blazers resulteert in snelle inslagdraden die worden vertraagd zodat zowel snelle inslagdraden als trage inslagdraden voldoende ondersteund worden door luchtstralen uit de bijblazers. Door het blazen van de bijblazers zo laat als mogelijk te starten worden de toegevoerde hoeveelheid perslucht en het luchtverbruik gereduceerd.At any average speed, slow weft threads and fast weft threads are introduced. It is assumed that starting the time period for activating the blowers as late as possible results in fast weft threads being delayed so that both fast weft threads and slow weft threads are sufficiently supported by air jets from the blowers. By starting the blowers as late as possible, the amount of compressed air supplied and the air consumption are reduced.

[0019] In aanvulling, volgens een uitvoeringsvorm wordt het einde van de tijdsperiode voor toevoer van perslucht aan minstens één van de bijblazers aangepast aan metingen op de ingebrachte inslagdraden, waarbij de tijdsperiode voor toevoer van perslucht aan minstens één van de bijblazers eerder wordt beëindigd in geval van snelle inslagdraden dan in geval van trage inslagdraden. Dit laat een verdere reductie van het luchtverbruik toe omdat het blazen wordt gestopt in geval de luchtstraal van voornoemde bijblazer niet langer of minstens niet langer wezenlijk bijdraagt tot het transport van de inslagdraad.In addition, according to one embodiment, the end of the time period for the supply of compressed air to at least one of the blowers is adjusted to measurements on the weft threads introduced, the time period for the supply of compressed air to at least one of the blowers being terminated earlier in case of fast weft threads than in case of slow weft threads. This allows a further reduction of the air consumption because the blowing is stopped if the air jet of the aforementioned blower no longer or at least no longer substantially contributes to the transport of the weft thread.

[0020] In een uitvoeringsvorm worden alle bijblazers afzonderlijk geactiveerd en/of gedeactiveerd. In voorkeurdragende uitvoeringsvormen worden de bijblazers gegroepeerd in stellen, waarbij de bijblazers van een stel gezamenlijk worden geactiveerd en gedeactiveerd.In one embodiment, all additional blowers are activated and / or deactivated separately. In preferred embodiments, the blowers are grouped in sets, the blowers of a set being jointly activated and deactivated.

[0021] Volgens een tweede aspect, is een luchtstraalweefmachine met een voorafwikkelaar, minstens één hoofdblazer en opeenvolgende bijblazers voorzien, waarbij een inslagdraad wordt gewikkeld in een aantal windingen op een wikkeltrommel van de voorafwikkelaar, afgetrokken van de voorafwikkelaar en getransporteerd doorheen een weefvak door middel van perslucht geblazen door de minstens één hoofdblazer en door de opeenvolgende bijblazers, en waarbij een inrichting voor het toepassen van een werkwijze zoals hierboven beschreven is voorzien. In voorkeurdragende uitvoeringsvormen is een voorafwikkelaar voorzien van minstens één windingsdetector voor het detecteren van de ogenblikken waarop de windingen worden afgewikkeld van de wikkeltrommel. In voorkeurdragende uitvoeringsvormen, laat de voorafwikkelaar toe inslagdraden van verschillende lengtes vrij te geven, in het bijzonder is de voorafwikkelaar voorzien van een wikkeltrommel waarvan de omtreklengte door middel van een motor kan gewijzigd worden [0022] Verdere kenmerken en voordelen van de uitvinding vloeien voort uit de hierna volgende beschrijving van de in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeelden en uit de volgconclusies.According to a second aspect, an air-jet weaving machine with a pre-winder, at least one main blower and successive blowers is provided, wherein a weft thread is wound in a number of turns on a pre-winder winding drum, subtracted from the pre-winder and transported through a weaving box by means compressed air blown through the at least one main blower and through the successive blowers, and wherein a device for applying a method as described above is provided. In preferred embodiments, a pre-winder is provided with at least one winding detector for detecting the moments at which the windings are unwound from the winding drum. In preferred embodiments, the pre-wrapper allows to release weft threads of different lengths, in particular the pre-wrapper is provided with a winding drum, the circumference of which can be changed by means of a motor. Further features and advantages of the invention arise from the following description of the exemplary embodiments represented in the drawings and from the subclaims.

Korte beschrijving van de tekeningen.Brief description of the drawings.

Figuur 1 toont schematisch een gedeelte van een luchtstraalweefmachine die bijzonder geschikt is om de werkwijze volgens de uitvinding toe te passen; Figuur 2 toont schematisch een voorafwikkelaar die bijzonder geschikt is om toegepast te worden bij de werkwijze volgens de uitvinding;Figure 1 shows diagrammatically a part of an air jet weaving machine that is particularly suitable for applying the method according to the invention; Figure 2 schematically shows a pre-winder that is particularly suitable for use in the method according to the invention;

Figuur 3 toont een verloop en een lijn voor een gemiddelde inslagdraad;Figure 3 shows a gradient and a line for an average weft thread;

Figuur 4 toont een vloeischema voor de toevoer van perslucht aan opeenvolgende bijblazers voor het geschat verloop van figuur 3 ;Figure 4 shows a flow chart for the supply of compressed air to successive blowers for the estimated course of Figure 3;

Figuur 5 toont een variante van figuur 3, waarbij de aankomst bij de aankomstdetector ten opzichte van de weefcyclus wordt gewijzigd;Figure 5 shows a variant of Figure 3, wherein the arrival at the arrival detector is changed with respect to the weaving cycle;

Figuur 6 toont een variante van figuur 3, waarbij per weefcyclus een grotere lengte inslagdraad aan de voorafwikkelaar wordt vrijgegeven;Figure 6 shows a variant of Figure 3, wherein a greater length of weft thread is released to the pre-winder per weaving cycle;

Figuur 7 toont een variante van figuur 3, waarbij per weefcyclus een wezenlijk grotere lengte inslagdraad aan de voorafwikkelaar wordt vrijgegeven ;Figure 7 shows a variant of Figure 3, in which a substantially greater length of weft thread is released to the pre-winder per weaving cycle;

Figuur 8 toont nog een vloeischema voor de toevoer van perslucht aan opeenvolgende bijblazers.Figure 8 shows another flow chart for the supply of compressed air to successive top-up blowers.

Gedetailleerde beschrijving van uitvoeringsvoinnen van de uitvinding.Detailed description of embodiments of the invention.

[0023] Figuur 1 toont een inrichting voor het transporteren van een inslagdraad doorheen een schematisch aangeduid weefvak 1 van een luchtstraalweefmachine. Die inrichting heeft twee toevoerkanalen 2, 3 voor het toevoeren van inslagdraden 4, 5. Elk toevoerkanaal bevat een draadvoorraad 6, een voorafwikkelaar 7, een eerste hoofdblazer 8 en een tweede hoofdblazer 9. Verder heeft de luchtstraalweefmachine een riet 10 waarin een geleidingskanaal 11 is voorzien dat toelaat een inslagdraad met behulp van perslucht via dit geleidingskanaal 11 doorheen het weefvak 1 te transporteren. Nabij dit geleidingskanaal 11 zijn opeenvolgende stellen bijblazers 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19 en 20 voorzien om opeenvolgend een inslagdraad met perslucht te ondersteunen. Tevens is een aankomstdetector 25 voorzien voor het detecteren van de aankomst van het voorste einde van een ingebrachte inslagdraad bij de aankomstdetector 25. De aankomstdetector 25 is aangebracht aan het aankomst einde van het geleidingskanaal 11 dat tegenover het einde van het geleidingskanaal 11 is gelegen waar de hoofdblazers 9 zijn aangebracht. Het ogenblik ten opzichte van een referentie-ogenblik in de weefcyclus waarop een voorste einde van de inslagdraad 4, 5 de aankomstdetector 25 bereikt wordt aangeduid als aankomstogenblik Ta.Figure 1 shows a device for transporting a weft thread through a schematically indicated weaving compartment 1 of an air jet weaving machine. This device has two supply channels 2, 3 for supplying weft threads 4, 5. Each supply channel comprises a wire supply 6, a pre-winder 7, a first main blower 8 and a second main blower 9. Furthermore, the air jet weaving machine has a reed 10 in which a guide channel 11 is provided for permitting a weft thread to be transported via this guide channel 11 through the weaving section 1. Near this guide channel 11, successive sets of blowers 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19 and 20 are provided to successively support a weft thread with compressed air. An arrival detector 25 is also provided for detecting the arrival of the front end of an inserted weft thread at the arrival detector 25. The arrival detector 25 is arranged at the arrival end of the guide channel 11 which is located opposite the end of the guide channel 11 where the main blowers 9 are arranged. The moment relative to a reference moment in the weaving cycle at which a leading end of the weft thread 4, 5 reaches the arrival detector 25 is referred to as the arrival moment Ta.

[0024] Figuur 1 toont eveneens een windingsdetector 26 nabij elke voorafwikkelaar 7, welke windingsdetector 26 een signaal naar een stuureenheid 35 overbrengt telkens een winding 28 vanaf een wikkeltrommel van een voorafwikkelaar 7 wordt getrokken, meer in het bijzonder telkens een deel van een inslagdraad aankomt bij of passeert langs de windingsdetector 26. Een dergelijke windingsdetector 26 wordt ook aangeduid als windingssensor. De signalen van de windingsdetectoren 26 worden hierbij door middel van een bedrade of draadloze verbindingslijn 34 naar de stuureenheid 35 overgebracht. Hierbij wordt het ogenblik waarop een winding 28 bij een windingsdetector 26 aankomt bepaald ten opzichte van het referentie-ogenblik in de weefcyclus, ook windingstijd TiW genoemd, waarbij de index i de opeenvolgende windingen 1, 2, 3, ... aanduidt. Het ogenblik waarop een laatste winding 28 aankomst bij de windingdetector 26 wordt als laatste windingstijd TLw aangeduid. Tussen elke voorafwikkelaar 7 en een bijhorende hoofdblazer 8 is er een ballonbeperker 27 aangebracht voor het beperken van de diameter van de inslagdraadballon wanneer inslagdraad van de voorafwikkelaar 7 wordt getrokken. Tussen de ballonbeperker 27 en de hoofdblazer 8 is er tevens een draadrem 29 aangebracht om een inslagdraad bij het einde van het inbrengen ervan af te remmen.Figure 1 also shows a winding detector 26 near each pre-winder 7, which winding detector 26 transmits a signal to a control unit 35 each time a winding 28 is pulled from a winding drum of a pre-winder 7, more particularly each time a part of a weft thread arrives at or passes along the winding detector 26. Such a winding detector 26 is also referred to as a winding sensor. The signals from the winding detectors 26 are transmitted to the control unit 35 by means of a wired or wireless connection line 34. Here, the moment at which a winding 28 arrives at a winding detector 26 relative to the reference moment in the weaving cycle is also called winding time TiW, the index i indicating the successive turns 1, 2, 3, .... The moment at which a last winding 28 arrives at the winding detector 26 is referred to as the last winding time TLw. Between each pre-winder 7 and an associated main blower 8, a balloon limiter 27 is provided for limiting the diameter of the weft thread balloon when weft thread is pulled from the pre-winder 7. A thread brake 29 is also arranged between the balloon limiter 27 and the main blower 8 to brake a weft thread at the end of its insertion.

[0025] De hoofdblazers 8 en 9 zijn via bijhorende afsluitventielen 21 en smoorventielen 22 verbonden met een persluchtbron 23. Elk stel bijblazers 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20 wordt analoog via een afsluitventiel 24 en een bijhorend smoorventiel 30 met de persluchtbron 23 verbonden. Volgens een (niet weergegeven) variante kan zowel voor de hoofdblazers als de bijblazers een aparte persluchtbron worden voorzien. Bovendien wordt een strekblazer 31 weergegeven die dient om een inslagdraad na het inbrengen ervan gestrekt te houden. De strekblazer 31 wordt via een afsluitventiel 32 en een smoorventiel 33 verbonden met een persluchtbron 23. Volgens een (niet weergegeven) variante kan zowel voor de hoofdblazers, de bijblazers en/of de strekblazer een aparte persluchtbron worden voorzien. In de weergegeven uitvoeringsvorm worden de bijblazers gegroepeerd in stellen bijblazers 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, elk stel bevat minstens twee bijblazers.The main blowers 8 and 9 are connected via associated shut-off valves 21 and throttle valves 22 to a compressed air source 23. Each set of blowers 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20 becomes analogous via a shut-off valve 24 and a associated throttle valve 30 connected to the compressed air source 23. According to a variant (not shown), a separate compressed air source can be provided for both the main blowers and the blowers. Moreover, a stretch blower 31 is shown which serves to keep a weft thread straight after insertion. The blower 31 is connected via a shut-off valve 32 and a throttle valve 33 to a compressed air source 23. According to a variant (not shown) a separate compressed air source can be provided for the main blowers, the additional blowers and / or the blower. In the illustrated embodiment, the blowers are grouped into sets of blowers 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, each set containing at least two blowers.

[0026] De af sluitventielen 21, 24, 32 en de smoorventielen 22, 30, 33 worden zoals weergegeven in figuur 1 gestuurd door de stuureenheid 35 van de luchtstraalweefmachine. De aankomstdetector 25 en de windingsdetectoren 26 werken hierbij eveneens samen met de stuureenheid 35. De afsluitventielen bestaan bijvoorbeeld uit elektromagnetische ventielen die door de stuureenheid 35 kunnen worden gestuurd. De smoorventielen kunnen hierbij tevens zo worden uitgevoerd dat ze door een motor kunnen worden aangedreven en door de stuureenheid 35 worden gestuurd.The shut-off valves 21, 24, 32 and the throttle valves 22, 30, 33 are controlled as shown in Figure 1 by the control unit 35 of the air jet weaving machine. The arrival detector 25 and the winding detectors 26 also co-operate with the control unit 35. The shut-off valves consist of, for example, electromagnetic valves which can be controlled by the control unit 35. The throttle valves can also be designed in such a way that they can be driven by a motor and controlled by the control unit 35.

[0027] Een inslagdraad 4, 5 wordt door de hoofdblazers 8, 9 in het geleidingskanaal 11 geblazen en wordt vervolgens door luchtstralen vanuit de bijblazers 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20 verder langsheen het geleidingskanaal 11 getransporteerd. Het geleidingskanaal 11 is bijvoorbeeld aangebracht in een riet 10 en wordt op gekende wijze in een weefvak opgesteld tijdens het inbrengen van een inslagdraad 4, 5. De hoofdblazers 9, de bijblazers 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, het riet 10 en de aankomstdetector 25 worden op gekende wijze op een heen en weer bewegende weeflade (niet weergegeven) gemonteerd. De draadvoorraad 6, de voorafwikkelaars 7, de hoofdblazers 8 en de strekblazer 31 worden bijvoorbeeld op een gestel van de luchtstraalweefmachine gemonteerd.An weft thread 4, 5 is blown into the guide channel 11 by the main blowers 8, 9 and is then blown further by air jets from the blowers 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20 further along the guide channel 11 transported. The guide channel 11 is for instance arranged in a reed 10 and is arranged in a known manner in a weaving compartment during the insertion of a weft thread 4, 5. The main blowers 9, the blowers 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19 20, the reed 10 and the arrival detector 25 are mounted in known manner on a reciprocating weaving drawer (not shown). The wire supply 6, the pre-wrappers 7, the main blowers 8 and the stretch blower 31, for example, are mounted on a frame of the air jet weaving machine.

[0028] De aankomstdetector 25 wordt bijvoorbeeld via een bedrade verbindingslijn 36 met de stuureenheid 35 verbonden. De af sluitventielen 21, 24, 32 en de smoorventielen 22, 30, 33 worden door middel van een gemeenschappelijke bedrade verbindingslijn 37 met de stuureenheid 35 verbonden. Elke voorafwikkelaar 7 bevat een magneetpin 38 om op een gepast ogenblik in de weefcyclus een gewenste lengte inslagdraad 4 of 5 vrij te geven. De magneetpinnen 38 en de draadremmen 29 worden via een gemeenschappelijke bedrade verbindingslijn 39 met de stuureenheid 35 verbonden. De weefmachine bevat tevens een ingave-eenheid 50 om parameters in de stuureenheid 35 in te geven en een weergave-eenheid 51 die verbonden is met de stuureenheid 35 om gegevens weer te geven. In andere uitvoeringsvormen worden sommige of alle bedrade verbindingslijnen vervangen door een draadloze verbindingslijn, met andere woorden een draadloze communicatie verbinding.The arrival detector 25 is, for example, connected to the control unit 35 via a wired connection line 36. The shut-off valves 21, 24, 32 and the throttle valves 22, 30, 33 are connected to the control unit 35 by means of a common wired connection line 37. Each pre-winder 7 includes a magnetic pin 38 to release a desired length of weft thread 4 or 5 at an appropriate moment in the weaving cycle. The magnet pins 38 and the wire brakes 29 are connected to the control unit 35 via a common wired connection line 39. The weaving machine also includes an input unit 50 for entering parameters into the control unit 35 and a display unit 51 connected to the control unit 35 for displaying data. In other embodiments, some or all of the wired connection lines are replaced by a wireless connection line, in other words, a wireless communication connection.

[0029] In figuur 2 is een gedeelte van een voorafwikkelaar 7 weergegeven, waarbij de omtreklengte van de wikkeltrommel 53 door middel van een (schematisch weergegeven) motor 52 kan gewijzigd worden. De motor 52 is aangebracht in het gestel 61 van de voorafwikkelaar 7. De wikkeltrommel 53 wordt gevormd door vier vingers 54, 55, 56, 57. De vinger 54 die tegenover de magneetpin 38 is gelegen, is door middel van een bevestiging 58 aan het gestel 61 van de voorafwikkelaar 7 bevestigd. De windingsdetector 26 is nabij de magneetpin 38 aangebracht. De vingers 55, 56, 57 kunnen radiaal ten opzichte van het center 62 verplaatst worden en worden elk via stangen 59, 60 geleid, respectievelijk volgens richting R55, R56, R57. De stangen 59 kunnen door de motor 52 worden aangedreven teneinde de omtreklengte van de wikkeltrommel 53 te wijzigen. Een inslagdraad 4 wordt door middel van een wikkelarm 63 op de wikkeltrommel 53 gewikkeld. Een andere uitvoeringsvorm van een voorafwikkelaar met een wikkeltrommel en een motor om de omtreklengte van de wikkeltrommel te wijzigen is beschreven in WO 92/01102.Figure 2 shows a part of a pre-winder 7, wherein the circumference length of the winding drum 53 can be changed by means of a (schematically shown) motor 52. The motor 52 is arranged in the frame 61 of the pre-winder 7. The winding drum 53 is formed by four fingers 54, 55, 56, 57. The finger 54 which is opposite the magnet pin 38 is connected to the frame 61 of the pre-winder 7 is attached. The winding detector 26 is arranged near the magnet pin 38. The fingers 55, 56, 57 can be moved radially with respect to the center 62 and are each guided via rods 59, 60, respectively in the direction of R55, R56, R57. The rods 59 can be driven by the motor 52 to change the circumference length of the winding drum 53. A weft thread 4 is wound on the winding drum 53 by means of a winding arm 63. Another embodiment of a pre-winder with a winding drum and a motor to change the circumference length of the winding drum is described in WO 92/01102.

[0030] De windingen 28 worden afgetrokken in de richting R aangeduid door een pijl in figuur 2, waarbij wanneer de inslagdraad 4 werd afgetrokken een deel van de inslagdraad 4 langs de windingsdetector 26 passeert zodat de windingsdetector 26 het ogenblik T±w detecteert waarop de i-de winding wordt afgetrokken. In geval de inslagdraad is gewikkeld, bijvoorbeeld, in vijf windingen op de voorafwikkelaar 7 (zie figuur 1), worden vijf ogenblikken TiW/ T2w, T3,,, T4„ en TLw gedetecteerd waarop de windingen worden afgewikkeld van de wikkeltrommel van de voorafwikkelaar 7.The windings 28 are subtracted in the direction R indicated by an arrow in Figure 2, wherein when the weft thread 4 has been pulled off, a part of the weft thread 4 passes along the winding detector 26 so that the winding detector 26 detects the moment T ± w at which the the wind is subtracted. In case the weft thread is wound, for example, in five turns on the pre-winder 7 (see Figure 1), five moments TiW / T2w, T3 ,,, T4 'and TLw are detected at which the windings are unwound from the winding drum of the pre-winder 7 .

[0031] Figuur 3 toont schematisch een geschat verloop 49 van een voorste einde van een gemiddelde inslagdraad 4, getransporteerd doorheen het geleidingskanaal 11 bereikende op een gemiddeld aankomstogenblik TA de aankomstdetector 25 (zie figuur 1), waarbij minstens één punt Pi van het geschat verloop 49 van het voorste einde van de gemiddelde inslagdraad 4, 5 getransporteerd doorheen het geleidingskanaal 11 is bepaald als een functie van een referentiewaarde DT.Figure 3 shows schematically an estimated course 49 of a leading end of an average weft thread 4, transported through the guide channel 11 reaching the arrival detector 25 at an average arrival time TA (see Figure 1), wherein at least one point Pi of the estimated course 49 from the front end of the average weft thread 4, 5 transported through the guide channel 11 is determined as a function of a reference value DT.

[0032] De abscis van het diagram weergegeven in figuur 3 is uitgedrukt in tijdseenheden t en de ordinaat is uitgedrukt in een afstand p volgens het geleidingskanaal 11, waarbij de afstand L nagenoeg overeenkomt met de lengte van het geleidingskanaal 11 tot de aankomstdetector 25. Indien de snelheid van de weefmachine gekend is, kunnen de tijdseenheden eenvoudig worden omgezet in krukgraden van de hoofdas van de weefmachine. Hierbij komt bijvoorbeeld één krukgraad van de weefmachine overeen met een aantal milliseconden of komt één milliseconde overeen met een aantal krukgraden. Het gebruik van krukgraden geniet echter de voorkeur daar in dit geval de sturing van de toevoer van perslucht aan de stellen bijblazers kan plaats vinden onafhankelijk van de snelheid van de weefmachine. Dit is in het bijzonder voordelig indien opeenvolgende inbrengen van inslagdraden bij een verschillende snelheid van de weefmachine plaats vinden, met andere woorden indien de snelheid van de weefmachine niet constant is.The abscissa of the diagram shown in Figure 3 is expressed in units of time t and the ordinate is expressed in a distance p according to the guide channel 11, the distance L corresponding substantially to the length of the guide channel 11 to the arrival detector 25. If If the speed of the weaving machine is known, the time units can easily be converted to crank degrees of the main axis of the weaving machine. Here, for example, one crank degree of the weaving machine corresponds to a number of milliseconds or one millisecond corresponds to a number of crank degrees. However, the use of crank degrees is preferred as in this case the control of the supply of compressed air to the sets of blowers can take place independently of the speed of the weaving machine. This is particularly advantageous if successive insertion of weft threads takes place at a different speed of the weaving machine, in other words if the speed of the weaving machine is not constant.

[0033] Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, in geval de inslagdraad in vijf windingen op de voorafwikkelaar 7 (zie figuur 1) wordt gewikkeld, zoals hierboven uitgelegd worden vijf ogenblikken Ti„, T2W, T3W, T4w, Tlw gedetecteerd waarop de windingen worden afgewikkeld van de wikkeltrommel van de voorafwikkelaar 7. Tevens wordt de lengte L verdeeld in vijf lengtedelen en een lijn 64 is weergegeven op basis van deze vijf ogenblikken Ti«, T2w, T3w, T-jw, TLw en deze vijf lengtedelen. Bovendien wordt het tijdsverschil tussen het gemiddelde aankomstogenblik TA en een gemiddeld ogenblik TLw waarop de laatste wikkeling is afgewikkeld van de wikkeltrommel bepaald als een referentiewaarde DT, dit betekent de referentiewaarde DT = Ta - Tlw. In functie van deze waarden wordt minstens één punt Pi van een geschat verloop van een voorste einde van een gemiddelde inslagdraad 4 die doorheen het geleidingskanaal 11 wordt getransporteerd berekend.According to an embodiment of the invention, in case the weft thread is wound on the pre-winder 7 (see Figure 1) in five turns, as explained above, five moments T1, T2W, T3W, T4w, T1w are detected at which the turns are applied unwound from the winding drum of the pre-winder 7. The length L is also divided into five length parts and a line 64 is shown on the basis of these five moments T1, T2w, T3w, T-jw, TLw and these five lengths. Moreover, the time difference between the average arrival time TA and an average moment TLw at which the last winding has been unwound from the winding drum is determined as a reference value DT, this means the reference value DT = Ta - Tlw. Depending on these values, at least one point Pi of an estimated course of a leading end of an average weft thread 4 that is transported through the guide channel 11 is calculated.

[0034] In de weergegeven uitvoeringsvorm worden vier punten Pi, P2, P3, P4 van het geschat verloop 49 van het voorste einde van een gemiddelde inslagdraad bepaald als een functie van de eerste vier ogenblikken Tiw, T2w, T3w, T4w en de referentiewaarde DT, gebruik makende van de formule Pi = Tiw + ki*DT, met Tiw zijnde het gedetecteerd ogenblik waarop de i-de winding van de wikkeltrommel is afgewikkeld, DT zijnde de bepaalde referentiewaarde, en ki zijnde een constant deel, waarbij 0 < ki < 1, die voor elk van de ogenblikken TiW is vastgesteld. Het deel ki kan worden bepaald door het in beschouwing nemen van de kennis over een ballonvorming bij het begin van de inbreng en remeffecten bij het einde van de inbreng.In the illustrated embodiment, four points P1, P2, P3, P4 of the estimated trajectory 49 of the front end of an average weft thread are determined as a function of the first four moments Tiw, T2w, T3w, T4w and the reference value DT , using the formula Pi = Tiw + ki * DT, with Tiw being the detected moment when the i-th turn of the winding drum is unwound, DT being the determined reference value, and ki being a constant part, where 0 <ki < 1, which has been determined for each of the TiW moments. The part ki can be determined by considering the knowledge about balloon formation at the start of the insertion and braking effects at the end of the insertion.

[0035] In de weergegeven uitvoeringsvorm worden de punten Pi als volgt berekend: Pi = TiW + 1/3 DT, P2 = T2W + 2/3 DT, P3 = T3W + 2/3 DT, P4 = T4W + 3/3 DT, P5 = Tlw +3/3 DT. Vervolgens wordt het geschat verloop 49 van het voorste einde van een gemiddelde doorheen het geleidingskanaal 11 getransporteerde inslagdraad bepaald op basis van de punten PI, P2, P3, P4 en P5 zoals aangeduid in figuur 3.In the illustrated embodiment, the points Pi are calculated as follows: Pi = TiW + 1/3 DT, P2 = T2W + 2/3 DT, P3 = T3W + 2/3 DT, P4 = T4W + 3/3 DT , P5 = Tlw +3/3 DT. Next, the estimated course 49 of the front end of an average weft thread transported through the guide channel 11 is determined on the basis of the points P1, P2, P3, P4 and P5 as indicated in Figure 3.

[0036] Volgens de uitvinding, wordt verder het ogenblik waarop de toevoer van perslucht aan een stel bijblazers 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20 (zie figuur 1) start, bepaald op basis van het geschat verloop 49. In voorkeurdragende uitvoeringsvormen wordt het ogenblik om de toevoer van perslucht te starten geoptimaliseerd zodat elk stel bijblazers 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20 nagenoeg op volle druk blaast een korte tijd nadat het voorste einde van de inslagdraad zoals bepaald door het geschat verloop 49 aan het respectievelijke stel bijblazers 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20 heeft gepasseerd. Bij het instellen van de starttijd zal de vakman weinig moeite hebben met het in beschouwing nemen van het feit dat tijdsvertragingen die bijvoorbeeld te wijten zijn aan reactietijden van de kleppen en/of opbouw van druk in overweging moeten worden genomen.According to the invention, furthermore, the moment at which the supply of compressed air to a set of blowers 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20 (see Figure 1) starts is determined on the basis of the estimated course 49. In preferred embodiments, the moment to start the supply of compressed air is optimized so that each set of blowers 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20 blows almost at full pressure a short time after the front end of the weft thread as determined by the estimated run 49 has passed to the respective set of blowers 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20. When setting the start time, those skilled in the art will have little difficulty in considering the fact that time delays due to, for example, reaction times of the valves and / or pressure build-up must be considered.

[0037] Figuur 4 toont een vloeischema met blokken 40, 41, 42, 43, 44, 45, 46, 47, 48 die telkens een tijdsperiode aanduiden waarbij aan één van de stellen bijblazers 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20 respectievelijk perslucht wordt toegevoerd, met andere woorden een periode waarbij de bijhorende afsluitventielen 24 (zie figuur 1) geopend zijn om perslucht aan een bijhorend stel bijblazers 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20 toe te voeren. Deze blokken sluiten aan op de lijn 49. Het vloeischema zoals weergegeven in figuur 4 wordt bijvoorbeeld op de weergave-eenheid 51 getoond, die met de stuureenheid 35 is verbonden. Zoals gekend door de vakman, kunnen zich voor elke gemiddelde inslagdraad snelheid, zowel trage inslagdraden als snelle inslagdraden voordoen die later of eerder aankomen bij de aankomstdetector dan de gemiddelde inslagdraad 4. Hierdoor moeten de tijdsperioden gekozen worden om de correcte inbreng van trage inslagdraden en snelle inslagdraden toe te laten.Figure 4 shows a flow chart with blocks 40, 41, 42, 43, 44, 45, 46, 47, 48 which in each case indicate a period of time in which one of the sets of blowers 12, 13, 14, 15, 16, 17 , 18, 19, 20 or compressed air is supplied, in other words a period in which the associated shut-off valves 24 (see figure 1) are opened for compressed air to a corresponding set of blowers 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19 , 20. These blocks connect to the line 49. The flow chart as shown in Figure 4 is shown, for example, on the display unit 51, which is connected to the control unit 35. As is known to those skilled in the art, for each average weft thread speed, both slow weft threads and fast weft threads may occur that arrive later or earlier at the arrival detector than the average weft thread 4. As a result, the time periods must be selected to ensure the correct insertion of slow weft threads and fast weft threads. to allow weft threads.

[0038] Zoals weergegeven in figuur 5, kan gedurende het weefproces het gemiddelde aankomstogenblik TA wijzigen, bijvoorbeeld worden verlaat naar een later gemiddeld aankomstogenblik Tai . Deze wijziging kan bijvoorbeeld veroorzaakt worden wanneer de inslagdraad minder gestrekt doorheen het weefvak wordt ingebracht. Indien ervan wordt uitgegaan dat de gemiddelde afwikkelogenblikken Ti„, Ï2w, T3w, Ï4w, Tlw minstens voldoende gelijk blijven, zal die vertraging van het gemiddelde aankomstogenblik resulteren in een grotere referentiewaarde DT, die in figuur 5 bepaald wordt als DT = Tai - Tlw· In dit geval wordt het geschat verloop 49 opnieuw berekend en wordt een geüpdatet geschat verloop 49A bepaald zoals weergegeven in figuur 5. Om een voldoende ondersteuning van de inslagdraden toe te laten en het persluchtverbruik te minimaliseren wordt de activiteit van de stellen bijblazers 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20 aangepast aan voornoemd geüpdatet geschat verloop dat resulteert in een latere activatie van de stellen bijblazers 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20 in de weergegeven uitvoeringsvorm.As shown in Figure 5, during the weaving process, the average arrival time TA can change, for example, be left to a later average arrival time Tai. This change can be caused, for example, when the weft thread is introduced less stretched through the weaving section. If it is assumed that the average unwinding moments T1 ', 22w, T3w, Ï4w, T1w remain at least sufficiently the same, that delay in the average arrival moment will result in a larger reference value DT, which is determined in Figure 5 as DT = Tai - Tlw · In this case, the estimated course 49 is recalculated and an updated estimated course 49A is determined as shown in Figure 5. In order to allow sufficient support of the weft threads and to minimize the compressed air consumption, the activity of the sets of blowers 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20 adapted to the aforementioned updated estimated course that results in a later activation of the sets of blowers 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20 in the illustrated embodiment .

[0039] De werkwijze is bijzonder geschikt om toegepast te worden bij weefmachines waarbij de omtreklengte van de windingen gewijzigd kan worden. Door het wijzigen van de omtreklengte van de windingen, wordt de lengte van de ingebrachte inslagdraad eveneens gewijzigd, zodat weefsels met meer of minder afvallengte worden geweven. Bij het wijzigen van de inslagdraadlengte, zelfs indien de inslagdraad met nagenoeg constante snelheid in het weefvak wordt ingebracht en een aankomstogenblik minstens wezenlijk ongewijzigd blijft, zullen de ogenblikken waarop de windingen worden afgewikkeld beïnvloed worden. Meer in het bijzonder, de ogenblikken waarop de windingen worden afgewikkeld zullen verlaten met een toenemende wikkelomtrek van de wikkeltrommel van de voorafwikkelaar. Gelijkaardig, de ogenblikken waarop de windingen worden afgewikkeld zullen vervroegen bij een afnemende wikkelomtrek van de wikkeltrommel van de voorafwikkelaar. Dit omdat de lengte van een winding bepaald wordt door de omtreklengte van de wikkeltrommel. Verder volgens de bevindingen van de uitvinder, zal de wikkelomtrek ook een ballonvorming nabij de voorafwikkelaar beïnvloeden. Deze effecten worden gecompenseerd door de werkwijze volgens de uitvinding zoals zal worden uitgelegd met referentie tot figuren 6 en 7.The method is particularly suitable for use in weaving machines where the circumference length of the turns can be changed. By changing the circumference length of the windings, the length of the weft thread introduced is also changed, so that fabrics with more or less fall length are woven. When changing the weft thread length, even if the weft thread is introduced into the weaving section at a virtually constant speed and an arrival moment remains at least substantially unchanged, the moments at which the windings are unwound will be influenced. More specifically, the moments at which the windings are unwound will leave with an increasing winding circumference of the winding drum of the pre-winder. Similarly, the moments at which the windings are unwound will advance with a decreasing winding circumference of the winding drum of the pre-winder. This is because the length of a turn is determined by the circumference length of the winding drum. Further, according to the inventor's findings, the wrap circumference will also affect a balloon formation near the pre-winder. These effects are compensated by the method according to the invention as will be explained with reference to figures 6 and 7.

[0040] Figuur 6 toont een variante van figuur 3, waarbij per weefcyclus een iets langere inslagdraad van de voorafwikkelaar wordt getrokken. Het aankomstogenblik Ta blijft onveranderd. Echter, de vijf ogenblikken Tiw, T2w, T3w, T4w, TLw en de referentiewaarde DT = TA - TLw wijzigen. Bij gebruik van de werkwijze volgens de uitvinding wordt een lijn 64B bepaald op basis van de vijf ogenblikken Ti„, T2W, T3W, Ï4w, TLw en een geschat verloop 49B wordt bepaald gebruik makende van de referentiewaarde DT en de ogenblikken Tiw, T2W, T3„, T4W.Figure 6 shows a variant of Figure 3, wherein a slightly longer weft thread is pulled from the pre-winder per weaving cycle. The arrival moment Ta remains unchanged. However, the five moments Tiw, T2w, T3w, T4w, TLw and the reference value DT = TA - TLw change. When using the method according to the invention, a line 64B is determined on the basis of the five moments Ti1, T2W, T3W, 14w, TLw and an estimated course 49B is determined using the reference value DT and the moments Tiw, T2W, T3 ", T4W.

[0041] Figuur 7 toont een variante van figuur 3, waarbij per weefcyclus een aanzienlijk langere inslagdraad van de voorafwikkelaar wordt getrokken. Dit resulteert in een ogenblik Tlw waarop de laatste winding van de wikkeltrommel wordt afgewikkeld dat later plaats vindt dan het aankomstogenblik TA. Derhalve heeft de referentiewaarde DT = TA - Tlw een negatief teken. Bij gebruik van de werkwijze volgens de uitvinding wordt een lijn 64C bepaald op basis van de vijf ogenblikken Tiw, T2w, T3«, T4w, Tlw en een geschat verloop 49C wordt bepaald gebruik makende van de referentiewaarde DT en de ogenblikken Ti„, T2w, T3W, T4W.Figure 7 shows a variant of Figure 3, wherein a considerably longer weft thread is pulled from the pre-winder per weaving cycle. This results in a moment T1w at which the last winding of the winding drum is unwound which takes place later than the arrival time TA. Therefore, the reference value DT = TA - T1w has a negative sign. When using the method according to the invention, a line 64C is determined based on the five moments Tiw, T2w, T3 «, T4w, T1w and an estimated course 49C is determined using the reference value DT and the moments Ti1, T2w, T3W, T4W.

[0042] Zoals zal worden begrepen door het vergelijken van figuren 3, 6 en 7, in geval een inslagdraad met een grotere lengte door de voorafwikkelaar wordt vrijgegeven, worden de ogenblikken Ti„, Ï2w, T3W, Ï4w, Tlw waarop de windingen van de wikkeltrommel worden afgewikkeld, verlaat met de toegenomen lengte, en is de referentiewaarde DT gewijzigd of heeft zelfs een negatief teken (zie figuur 7). Volgens de uitvinding wordt het geschat verloop 49 aangepast naar een geschat verloop 49B of 49C. Dit resulteert dat het ogenblik waarop de toevoer van perslucht aan een stel bijblazers start ten opzichte van de weefcyclus wordt vervroegd voor langere inslagdraden. Gelijkaardig in geval een inslagdraad met een kleinere lengte wordt vrijgegeven door de voorafwikkelaar, het ogenblik waarop de toevoer van perslucht aan een stel bijblazers start ten opzichte van de weefcyclus wordt verlaat.As will be understood by comparing Figures 3, 6 and 7, in case a weft thread with a longer length is released by the pre-winder, the moments T1, I2w, T3W, I4w, T1w on which the windings of the The winding drum can be unwound, leaves with the increased length, and the reference value DT has changed or even has a negative sign (see Figure 7). According to the invention, the estimated course 49 is adjusted to an estimated course 49B or 49C. This results in that the moment at which the supply of compressed air to a set of blowers starts relative to the weaving cycle is brought forward for longer weft threads. Similarly, if a weft thread of a shorter length is released by the pre-winder, the moment when the supply of compressed air to a set of blowers starts relative to the weaving cycle is abandoned.

[0043] In geval de referentiewaarde DT een negatief teken heeft zoals weergegeven in figuur 7, worden de punten van het geschat verloop verondersteld plaats te vinden vooraleer de ogenblikken Tiw, Ï2w, T3W, T4W. Derhalve worden de punten van het geschat verloop bepaald gebruik makende van de formule P± = Tiw + ki*DT, met index i, een gemiddeld ogenblik Tiw waarop de i-de winding is afgewikkeld, referentiewaarde DT, en constant deel ki, waarbij 0 < k± < 1.In case the reference value DT has a negative sign as shown in Fig. 7, the points of the estimated course are assumed to occur before the moments Tiw, 12w, T3W, T4W. Therefore, the points of the estimated course are determined using the formula P ± = Tiw + ki * DT, with index i, an average moment Tiw at which the i-th wind is settled, reference value DT, and constant part ki, where 0 <k ± <1.

[0044] Zoals weergegeven in figuur 8, kan het ogenblik waarop de toevoer van perslucht aan een stel bijblazers 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20 wordt onderbroken, verder worden bepaald op basis van metingen op de ingebrachte inslagdraad, waarbij de tijdsperiode aangeduid door de blokken 40, 41, 42, 43, 44, 45, 46, 47, 48 voor de toevoer van perslucht aan minstens één stel bijblazers 14, 15, 16, 17, 18 eerder geëindigd is in geval van snelle inslagdraden dan in geval van trage inslagdraden, zoals aangeduid door de kortere blokken 42, 43, 44, 45, 46 dan in figuur 4.As shown in Figure 8, the moment at which the supply of compressed air to a set of blowers 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20 can be interrupted can be further determined on the basis of measurements on the weft thread, wherein the time period indicated by blocks 40, 41, 42, 43, 44, 45, 46, 47, 48 for supplying compressed air to at least one set of blowers 14, 15, 16, 17, 18 has previously ended in case of fast weft threads than in case of slow weft threads, as indicated by the shorter blocks 42, 43, 44, 45, 46 than in figure 4.

[0045] Gelijkaardig als weergegeven in figuren 4 en 8 waarbij blokken 40, 41, 42, 43, 44, 45, 46, 47, 48 aansluiten op de lijn 49, kunnen blokken aansluiten op de lijnen 49A, 49B, 49C zoals respectievelijk weergegeven in figuren 5, 6 en 7.Similar as shown in Figures 4 and 8 where blocks 40, 41, 42, 43, 44, 45, 46, 47, 48 connect to the line 49, blocks can connect to the lines 49A, 49B, 49C as shown respectively in Figures 5, 6 and 7.

[0046] Indien de windingen 28 worden afgetrokken tegengesteld aan de richting R aangeduid door een pijl in figuur 2, kan een windingsdetector 65 aangewend worden die aan de tegenoverliggende zijde van de magneetpin 38 dicht bij de magneetpin 38 is aangebracht, zoals weergegeven in figuur 2. Het geniet de voorkeur om een windingsdetector 26, 65 dicht bij de magneetpin 38 aan te brengen, zodat een deel van de laatste winding langs de windingsdetector 26, 65 passeert een korte tijd vooraleer de inslagdraad geblokkeerd wordt door de magneetpin 38. Volgens een alternatief, kan een windingsdetector 66 aangewend worden die een signaal kan genereren die weinig beïnvloed wordt door de richting waarmee de windingen 28 worden afgetrokken, met andere woorden een windingsdetector 66 die tegenoverliggend aan de magneetpin 38 is aangebracht, zoals weergegeven in figuur 2.If the windings 28 are subtracted in the opposite direction to the direction R indicated by an arrow in Figure 2, a winding detector 65 can be used which is arranged on the opposite side of the magnet pin 38 close to the magnet pin 38, as shown in Figure 2. It is preferable to provide a winding detector 26, 65 close to the magnet pin 38 so that a portion of the last turn passes along the winding detector 26, 65 a short time before the weft thread is blocked by the magnet pin 38. According to an alternative , a winding detector 66 can be employed which can generate a signal which is little influenced by the direction in which the windings 28 are subtracted, in other words a winding detector 66 which is arranged opposite to the magnet pin 38, as shown in Fig. 2.

[0047] Het is eveneens duidelijk dat voor elk type inslagdraad 4, 5 een individueel vloeischema voor de toevoer van perslucht aan opeenvolgende bijblazers kan worden voorzien. Het laatste is in het bijzonder van toepassing indien verschillende inslagdraden met een andere weefsnelheid of transportsnelheid worden geweven, meer in het bijzonder wanneer de snelheid van de weefmachine wordt aangepast aan de in te brengen inslagdraad. Bovendien kan voor elk type inslagdraad 4, 5 een individuele functie worden voorzien.It is also clear that for each type of weft thread 4, 5 an individual flow diagram can be provided for the supply of compressed air to successive blowers. The latter applies in particular if different weft threads are woven with a different weaving speed or conveying speed, more particularly when the speed of the weaving machine is adapted to the weft thread to be introduced. Moreover, an individual function can be provided for each type of weft thread 4, 5.

[0048] Het is duidelijk dat een stel bijblazers kan bestaan uit minstens één enkele bijblazer of een aantal bijblazers, bijvoorbeeld twee bijblazers, die via een bepaald afsluitventiel met een persluchtbron zijn verbonden. De toevoerinrichtingen voor perslucht aan de hoofdblazers, bijblazers en strekblazers zijn uiteraard niet beperkt tot de weergegeven afsluitventielen, smoorventielen en persluchtbron, maar kunnen worden vervangen door eender welke toevoerinrichting die de toevoer van perslucht kan instellen, sturen of aanpassen. Het is duidelijk dat een werkwijze voor het regelen van de toevoer van perslucht aan de hoofdblazers onafhankelijk kan worden uitgevoerd van de werkwijze volgens de uitvinding en dat beide werkwijzen vrijwel geen invloed hebben op elkaar.It is clear that a set of blowers can consist of at least one single blower or a number of blowers, for example two blowers, which are connected to a compressed air source via a specific shut-off valve. The compressed air supply devices to the main blowers, blowers and blowers are of course not limited to the shut-off valves, throttle valves and compressed air source shown, but can be replaced by any supply device that can adjust, control or adjust the supply of compressed air. It is clear that a method for controlling the supply of compressed air to the main blowers can be carried out independently of the method according to the invention and that both methods have virtually no influence on each other.

[0049] Het is duidelijk dat niettegenstaande in de figuren een uitvoeringsvorm is weergegeven met negen stellen bijblazers, het eveneens mogelijk is een ander aantal stellen bijblazers te kiezen afhankelijk van de breedte van de weefmachine. De werkwijze volgens de uitvinding kan bijvoorbeeld voordelig worden toegepast bij een relatief brede weefmachine.It is clear that, notwithstanding the figures showing an embodiment with nine sets of blowers, it is also possible to select a different number of sets of blowers depending on the width of the weaving machine. The method according to the invention can for example be applied advantageously with a relatively wide weaving machine.

[0050] De werkwijze volgens de uitvinding biedt als voordeel dat onafhankelijk van het type inslagdraad en van een variatie op de metingen op meerdere getransporteerde inslagdraden tijdens het transporteren van die inslagdraden, het mogelijk is om op een optimale wijze het activeren van de toevoer van perslucht aan minstens één stel bijblazers te realiseren, zodat het luchtverbruik passend wordt gereduceerd.The method according to the invention offers the advantage that, irrespective of the type of weft thread and of a variation on the measurements on several transported weft threads during the transport of said weft threads, it is possible to activate the supply of compressed air in an optimum manner. at least one set of blowers, so that the air consumption is appropriately reduced.

[0051] In geval twee inslagdraden samen doorheen een weefvak getransporteerd worden, kunnen de bijblazers geactiveerd worden zodat de snelste inslagdraad voldoende vroeg ondersteund wordt, en dan ook de traagste inslagdraad voldoende vroeg ondersteund wordt.In case two weft threads are transported together through a weaving pocket, the blowers can be activated so that the fastest weft thread is supported sufficiently early, and therefore the slowest weft thread is supported sufficiently early.

[0052] Het is duidelijk dat de luchtstraalweef machine niet beperkt is tot een luchtstraalweefmachine waarbij een inslagdraad door middel van perslucht in een geleidingskanaal 11 wordt geblazen. De stellen bijblazers van de luchtstraalweefmachine kunnen eveneens blazen op een houder voor een inslagdraad die een inslagdraad doorheen het weefvak transporteert. Bovendien kan in plaats van normale perslucht eender welk fluïdum, zoals normale perslucht die met een gas, een vloeistof of een damp wordt gemengd, worden aangewend voor het inbrengen van een inslagdraad in een weefvak van een luchtstraalweefmachine. De werkwijze volgens de in de conclusies opgeëiste uitvinding is niet beperkt tot de weergegeven en beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar kan eveneens varianten en combinaties ervan bevatten die onder de conclusies vallen.It is clear that the air-jet weaving machine is not limited to an air-jet weaving machine in which an weft thread is blown into a guide channel 11 by means of compressed air. The sets of blowers of the air-jet weaving machine can also blow on a weft thread holder that transports a weft thread through the weaving section. Moreover, instead of normal compressed air, any fluid, such as normal compressed air mixed with a gas, a liquid or a vapor, can be used to introduce a weft thread into a weaving section of an air jet weaving machine. The method according to the invention claimed in the claims is not limited to the illustrated and described exemplary embodiments, but may also contain variants and combinations thereof covered by the claims.

Claims (12)

Conclusies .Conclusions. 1. Werkwijze voor het inbrengen van een inslagdraad (4, 5) bij een luchtstraalweefmachine, welke inslagdraad (4, 5) is gewikkeld volgens een aantal windingen op een . wikkel trommel (53) van een voorafwikkelaar (7) , is getrokken van de voorafwikkelaar (7) en is getransporteerd doorheen een weefvak (1) door middel van perslucht geblazen door minstens één hoofdblazer (8, 9) en door opeenvolgende bijblazers (12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20), de werkwijze bevat de stappen van het opeenvolgend, met de vooruitgang van de inslagdraad (4, 5) doorheen het weef vak (1) activeren van de bijblazers (12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20) gedurende een tijdsperiode (40, 41, 42, 43, 44, 45, 46, 47, 48) voor het ondersteunen van de inslagdraad (4, 5), het detecteren van een gemiddeld aankomstogenblik (Ta, Tai) waarop een voorste einde van een gemiddelde inslagdraad (4, 5) een aankomstdetector (25) bereikt die aangebracht is aan een aankomst einde van het weef vak (1) , het detecteren van een ogenblik (Tlw) waarop de laatste winding wordt afgewikkeld van de wikkeltrommel (53), en het bepalen als een referentiewaarde (DT) van het tijdsverschil tussen een gemiddeld aankomstogenblik (Ta, Tai) en een gemiddeld ogenblik (TLW) waarop de laatste winding is afgewikkeld van de wikkeltrommel (53), daardoor gekenmerkt dat minstens één punt (Pi) van een geschat verloop (49, 49A, 49B, 49C) van het voorste einde van de gemiddelde inslagdraad (4, 5) die doorheen het weefvak (1) wordt getransporteerd, wordt bepaald als een functie van de referentiewaarde (DT) , en de start van de tijdsperiode (40, 41, 42, 43, 44, 45, 46, 47, 48) voor de toevoer van perslucht aan minstens één van de bijblazers (12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20) is aangepast aan dit geschat verloop (49, 49A, 49B, 49C).A method for introducing a weft thread (4, 5) to an air jet weaving machine, which weft thread (4, 5) is wound according to a number of turns on one. winding drum (53) of a pre-winder (7), is pulled from the pre-winder (7) and is transported through a weaving section (1) by compressed air blown through at least one main blower (8, 9) and by successive auxiliary blowers (12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20), the method includes the steps of sequentially activating the blowers (12) with the advancement of the weft thread (4, 5) through the weaving pocket (1) , 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20) over a period of time (40, 41, 42, 43, 44, 45, 46, 47, 48) for supporting the weft thread (4, 5) , detecting an average arrival moment (Ta, Tai) at which a leading end of an average weft thread (4, 5) reaches an arrival detector (25) arranged at an arrival end of the weaving pocket (1), detecting a moment (Tlw) at which the last turn is unwound from the winding drum (53), and determining as a reference value (DT) the time difference between an average d arrival time (Ta, Tai) and an average moment (TLW) at which the last turn was unwound from the winding drum (53), characterized in that at least one point (Pi) of an estimated course (49, 49A, 49B, 49C) of the leading end of the average weft thread (4, 5) that is transported through the weaving section (1) is determined as a function of the reference value (DT), and the start of the time period (40, 41, 42, 43, 44) , 45, 46, 47, 48) for the supply of compressed air to at least one of the blowers (12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20) is adapted to this estimated course (49, 49A, 49B, 49C). 2. Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat opeenvolgende punten (Pi, P2, P3, P4) van het geschat verloop (49, 49A, 49B, 49C) van het voorste einde van de gemiddelde doorheen het weefvak (1) getransporteerde inslagdraad (4, 5) wordt bepaald als een functie van de referentiewaarde (DT).Method according to claim 1, characterized in that consecutive points (P 1, P 2, P 3, P 4) of the estimated course (49, 49A, 49B, 49C) of the front end of the average weft thread transported through the weaving section (1) 4, 5) is determined as a function of the reference value (DT). 3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de ogenblikken (Tiw, Tiw, T2w, T3w, Ï4w, TLw) waarop de windingen worden afgewikkeld van de wikkeltrommel (53) worden gedetecteerd, en minstens één punt (Pi) van het geschat verloop (49, 49A, 49B, 49C) van het voorste einde van de gemiddelde doorheen het weefvak (1) getransporteerde inslagdraad (4, 5) wordt bepaald als een functie van de referentiewaarde (DT) en een gedetecteerd ogenblik (Tiw) , waarop een bijhorende winding van de wikkeltrommel (53) wordt afgewikkeld.Method according to claim 1 or 2, characterized in that the moments (Tiw, Tiw, T2w, T3w, 44w, TLw) at which the windings are unwound from the winding drum (53) are detected, and at least one point (Pi) of the the estimated course (49, 49A, 49B, 49C) of the leading end of the average weft thread (4, 5) transported through the weaving section (1) is determined as a function of the reference value (DT) and a detected moment (Tiw), on which an associated winding of the winding drum (53) is unwound. 4. Werkwijze volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat het minstens één punt (Pi) wordt bepaald gebruik makende van de formule Pi = TiW + ki*DT, met index i, gedetecteerd ogenblik Tiw waarop de i-de winding is afgewikkeld, referentiewaarde DT, en constant deel ki, waarbij 0 < ki < 1.Method according to claim 3, characterized in that the at least one point (Pi) is determined using the formula Pi = TiW + ki * DT, with index i, detected moment Tiw at which the i-th wind is settled, reference value DT , and constant part ki, where 0 <ki <1. 5. Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat het gemiddelde aankomstogenblik (TA) en/of het gemiddelde ogenblik (TLw) waarop de laatste winding van de wikkeltrommel (53) wordt gewikkeld continu wordt geüpdatet op basis van het laatste N aantal metingen, in het bijzonder de laatste tien tot vijftig metingen, meer in het bijzonder de laatste twintig metingen.Method according to one of claims 1 to 4, characterized in that the average arrival time (TA) and / or the average moment (TLw) at which the last winding of the winding drum (53) is wound is continuously updated on the basis of the last N number of measurements, in particular the last ten to fifty measurements, more particularly the last twenty measurements. 6. Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 5, daardoor gekenmerkt dat een diameter van de wikkeltrommel (53) van de voorafwikkelaar (7) variabel is, waarbij na een wijziging van de diameter, het gemiddelde aankomstogenblik (TA) en/of het gemiddelde ogenblik (Tlw) waarop de laatste winding afgewikkeld wordt van de wikkeltrommel (53) opnieuw worden bepaald.Method according to one of claims 1 to 5, characterized in that a diameter of the winding drum (53) of the pre-winder (7) is variable, wherein after a change in diameter, the average arrival time (TA) and / or the mean moment (Tlw) at which the last turn is unwound from the winding drum (53) can be re-determined. 7. Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 6, daardoor gekenmerkt dat de start van de tijdsperiode (40, 41, 42, 43, 44, 45, 46, 47, 48) voor toevoer van perslucht aan minstens één van de bijblazers (12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20) aan een geschat verloop (49, 49A, 49B, 49C) is aangepast zodat voornoemde bijblazer (12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20) minstens nagenoeg op volle druk blaast onmiddellijk nadat het voorste einde van een gemiddelde inslagdraad (4, 5) zoals bepaald door het geschat verloop (49, 49A, 49B, 49C) voornoemde bijblazer (12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20) heeft gepasseerd.Method according to one of claims 1 to 6, characterized in that the start of the time period (40, 41, 42, 43, 44, 45, 46, 47, 48) for supplying compressed air to at least one of the blowers ( 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20) is adapted to an estimated course (49, 49A, 49B, 49C) so that the aforementioned additional blower (12, 13, 14, 15, 16, 17, 18) , 19, 20) blows at least substantially at full pressure immediately after the leading end of an average weft thread (4, 5) as determined by the estimated course (49, 49A, 49B, 49C) said auxiliary blower (12, 13, 14, 15 , 16, 17, 18, 19, 20). 8. Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 7, daardoor gekenmerkt dat het einde van de tijdsperiode (40, 41, 42, 43, 44, 45, 46, 47, 48) voor toevoer van perslucht aan minstens één van de bijblazers (12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20) is aangepast aan metingen op de ingebrachte inslagdraden, waarbij de tijdsperiode (40, 41, 42, 43, 44, 45, 46, 47, 48) voor toevoer van perslucht aan minstens één van de bijblazers (12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20) eerder wordt beëindigd in geval van snelle inslagdraden dan in geval van trage inslagdraden.Method according to one of claims 1 to 7, characterized in that the end of the time period (40, 41, 42, 43, 44, 45, 46, 47, 48) for supplying compressed air to at least one of the blowers ( 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20) is adapted to measurements on the inserted weft threads, the time period (40, 41, 42, 43, 44, 45, 46, 47, 48) for supply of compressed air to at least one of the blowers (12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20) is terminated earlier in the case of fast weft threads than in the case of slow weft threads. 9. Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 8, daardoor gekenmerkt dat de opeenvolgende bijblazers (12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20) in stellen worden gegroepeerd, waarbij de bijblazers van één stel gezamenlijk worden geactiveerd en gedeactiveerd.Method according to one of the claims 1 to 8, characterized in that the successive top-up blowers (12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20) are grouped in sets, the top-up blowers of one set being combined activated and deactivated. 10. Een luchtstraalweefmachine met een voorafwikkelaar (7), minstens één hoofdblazer (8, 9) en opeenvolgende bijblazers (12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20), waarbij een inslagdraad (4, 5) wordt gewikkeld in een aantal windingen op een wikkel trommel (53) van de voorafwikkelaar (7), afgetrokken van de voorafwikkelaar (7) en getransporteerd doorheen een weef vak (1) door middel van perslucht geblazen door de minstens één hoofdblazer (8, 9) en door de opeenvolgende bijblazers (12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20), daardoor gekenmerkt dat een inrichting voor het toepassen van een werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 9 is voorzien.An air jet weaving machine with a pre-winder (7), at least one main blower (8, 9) and successive blowers (12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20), wherein a weft thread (4, 5) is wound in a number of turns on a winding drum (53) of the pre-winder (7), pulled off from the pre-winder (7) and transported through a weaving box (1) by compressed air blown through the at least one main blower (8, 9) ) and by the successive additional blowers (12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20), characterized in that a device for applying a method according to one of claims 1 to 9 is provided. 11. De luchtstraalweefmachine volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat de voorafwikkelaar (7) is voorzien van een windingsdetector (26, 65, 66) voor het detecteren van de ogenblikken (T±w; Tiw, T2», T3W, T4w, TLw) waarop de windingen worden afgewikkeld van de wikkeltrommel (53).The air jet weaving machine according to claim 10, characterized in that the pre-winder (7) is provided with a winding detector (26, 65, 66) for detecting the moments (T ± w; T w 1, T 2 », T 3 W, T 4 w, TL w) on which the windings are unwound from the winding drum (53). 12. De luchtstraalweefmachine volgens conclusie 10 of 11, daardoor gekenmerkt dat de voorafwikkelaar (7) toelaat inslagdraden van verschillende lengtes vrij te geven is, in het bijzonder de voorafwikkelaar (7) voorzien van een wikkeltrommel (53) waarvan de omtreklengte door middel van een motor (52) kan gewijzigd worden.The air-jet weaving machine according to claim 10 or 11, characterized in that the pre-wrapper (7) allows to release weft threads of different lengths, in particular the pre-wrapper (7) provided with a winding drum (53), the circumference of which by means of a motor (52) can be changed.
BE2015/0254A 2015-11-06 2015-11-06 Process for introducing a weft thread BE1023583B1 (en)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2015/0254A BE1023583B1 (en) 2015-11-06 2015-11-06 Process for introducing a weft thread
EP16781131.4A EP3371359B1 (en) 2015-11-06 2016-10-13 Method for inserting a weft thread
CN201680064585.0A CN108350627B (en) 2015-11-06 2016-10-13 Method for inserting weft threads
PCT/EP2016/074588 WO2017076600A1 (en) 2015-11-06 2016-10-13 Method for inserting a weft thread

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2015/0254A BE1023583B1 (en) 2015-11-06 2015-11-06 Process for introducing a weft thread

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1023583A1 BE1023583A1 (en) 2017-05-09
BE1023583B1 true BE1023583B1 (en) 2017-05-09

Family

ID=55221179

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2015/0254A BE1023583B1 (en) 2015-11-06 2015-11-06 Process for introducing a weft thread

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP3371359B1 (en)
CN (1) CN108350627B (en)
BE (1) BE1023583B1 (en)
WO (1) WO2017076600A1 (en)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN106829626A (en) * 2017-04-06 2017-06-13 厦门市富众渔具有限公司 Position device and equipment are jumped in a kind of take-up
JP2021169672A (en) * 2020-04-16 2021-10-28 株式会社豊田自動織機 Air-jet loom abnormality detection method, and air-jet loom

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0229432A2 (en) * 1986-01-13 1987-07-22 Tsudakoma Corporation Faulty picking diagnosing system for a fluid jet loom
DE4226693A1 (en) * 1991-08-12 1993-02-18 Nissan Motor Computer control of airjet loom - has data store of unwinding behaviour of weft yarn supply to set up optimum processing conditions

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE757860A (en) 1969-10-22 1971-04-01 Strake Maschf Nv PROCEDURE FOR TRANSPORTING A Weft THREAD THROUGH A WEAVING BOX AS WELL AS USING A WEAVING MACHINE IN THIS PROCEDURE
JPS54106664A (en) 1978-02-10 1979-08-21 Toyoda Automatic Loom Works Air jetting method of subbnozzle in jet loom
BE899671A (en) 1984-05-16 1984-11-16 Picanol Nv Air jet weaving loom has multi:weft injection and transport jets - with sequenced timing control program modulated by measured weft speeds
JPH05508444A (en) 1990-07-11 1993-11-25 アイ・アール・オー エー・ビー Yarn handling system and method for varying the circumference of a device carrying a yarn feeder
CN1069302A (en) * 1991-08-12 1993-02-24 日产自动车株式会社 Fluid jet loom and method of operating thereof
EP1951941B1 (en) 2005-11-21 2013-10-16 Picanol Method for introducing a weft thread in an air weaving machine and air weaving machine
BE1016857A3 (en) * 2005-11-21 2007-08-07 Picanol Nv Introducing method for weft thread in an air weaving machine by determining an instant when the supply of compressed air to one set of auxiliary blowers is interrupted to control measurements on the transported weft thread
EP2163670B1 (en) * 2008-09-12 2014-11-05 Picanol Method for controlling transportation of a weft thread through a shed
BE1018762A3 (en) * 2009-05-27 2011-08-02 Picanol Nv METHOD FOR INSERTING AN IMPRESSION THREAD AND AERIAL WEAVING MACHINE.
JP5958296B2 (en) * 2012-11-16 2016-07-27 株式会社豊田自動織機 Compressed air flow rate display device for air jet loom

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0229432A2 (en) * 1986-01-13 1987-07-22 Tsudakoma Corporation Faulty picking diagnosing system for a fluid jet loom
DE4226693A1 (en) * 1991-08-12 1993-02-18 Nissan Motor Computer control of airjet loom - has data store of unwinding behaviour of weft yarn supply to set up optimum processing conditions

Also Published As

Publication number Publication date
BE1023583A1 (en) 2017-05-09
CN108350627A (en) 2018-07-31
WO2017076600A1 (en) 2017-05-11
EP3371359A1 (en) 2018-09-12
EP3371359B1 (en) 2020-01-29
CN108350627B (en) 2020-03-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4673004A (en) Adjustable control of the weft on a weaving loom
BE1016504A3 (en) METHOD FOR INSERTING AN IMPRESSION THREAD IN A WEAVING MACHINE
JP2008190108A (en) Method and apparatus for insertion of weft thread in weaving machine
JP6135731B2 (en) Method of monitoring weft flying condition in air jet loom
BE1023583B1 (en) Process for introducing a weft thread
BE1004150A3 (en) Method and apparatus for supplying weft yarn to the shed in a weaving machine.
JPH03502946A (en) Nozzle control method for pneumatic loom
BE1016639A6 (en) METHOD FOR INSERTING IMPACT WIRES
CN105297197B (en) Weaving loom and Weaving method
EP2163670A1 (en) Method for controlling transportation of a weft thread through a shed
BE1016322A3 (en) Control device in a jet loom for insert woof thread.
EP2230342A1 (en) Storage device and method for storing weft threads in a loom
BE1018762A3 (en) METHOD FOR INSERTING AN IMPRESSION THREAD AND AERIAL WEAVING MACHINE.
US20050061388A1 (en) Yarn processing system
US5107902A (en) Method for controlling weft thread insertion timing in an air jet loom
US7063109B2 (en) System and method for inserting a weft thread
BE1016857A3 (en) Introducing method for weft thread in an air weaving machine by determining an instant when the supply of compressed air to one set of auxiliary blowers is interrupted to control measurements on the transported weft thread
CN1208510C (en) Method for inserting elastomeric yarn and yarn processing system
NL1014537C2 (en) Method for controlling a weaving device, as well as a weaving device for carrying out this method.
US3747862A (en) Method and device for monitoring the readying of spinning cops for unwinding the same
BE1019702A3 (en) METHOD AND DEVICE FOR FEEDING IMPOSITION WIRE
JPH03503298A (en) Thread storage and supply device and its control method
BE1017021A6 (en) Introducing method for weft thread in an air weaving machine by determining an instant when the supply of compressed air to one set of auxiliary blowers is interrupted to control measurements on the transported weft thread
US4903914A (en) Warping yarn accumulator
JP2618376B2 (en) Weft insertion method in jet room