BE1017021A6 - Introducing method for weft thread in an air weaving machine by determining an instant when the supply of compressed air to one set of auxiliary blowers is interrupted to control measurements on the transported weft thread - Google Patents

Introducing method for weft thread in an air weaving machine by determining an instant when the supply of compressed air to one set of auxiliary blowers is interrupted to control measurements on the transported weft thread Download PDF

Info

Publication number
BE1017021A6
BE1017021A6 BE200600122A BE200600122A BE1017021A6 BE 1017021 A6 BE1017021 A6 BE 1017021A6 BE 200600122 A BE200600122 A BE 200600122A BE 200600122 A BE200600122 A BE 200600122A BE 1017021 A6 BE1017021 A6 BE 1017021A6
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
weft thread
blowers
moment
compressed air
supply
Prior art date
Application number
BE200600122A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Picanol Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Picanol Nv filed Critical Picanol Nv
Priority to BE200600122A priority Critical patent/BE1017021A6/en
Priority to JP2008541626A priority patent/JP5216990B2/en
Priority to PCT/EP2006/011106 priority patent/WO2007057217A1/en
Priority to EP06829077.4A priority patent/EP1951941B1/en
Priority to CN2006800433961A priority patent/CN101313095B/en
Priority to US12/084,900 priority patent/US7819142B2/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1017021A6 publication Critical patent/BE1017021A6/en

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/28Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed
    • D03D47/30Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed by gas jet
    • D03D47/3026Air supply systems
    • D03D47/3033Controlling the air supply
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/28Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed
    • D03D47/30Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed by gas jet
    • D03D47/3026Air supply systems
    • D03D47/3033Controlling the air supply
    • D03D47/304Controlling of the air supply to the auxiliary nozzles
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/28Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed
    • D03D47/30Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed by gas jet
    • D03D47/3026Air supply systems
    • D03D47/3053Arrangements or lay out of air supply systems

Abstract

An instant when the supply of compressed air to one set of auxiliary blowers is interrupted is determined. The same instant is controlled based on the measurements on the transported weft thread during transport of the weft thread.

Description

Werkwijze voor het inbrengen van een inslagdraad bij een luchtweefmachine en luchtweefmachine.Method for introducing a weft thread in an air-weaving machine and air-weaving machine.

De uitvinding betreft een werkwijze voor het inbrengen van een inslagdraad bij een luchtweefmachine. De uitvinding betreft tevens een luchtweefmachine voor het toepassen van een dergelijke werkwijze.The invention relates to a method for introducing a weft thread into an air-weaving machine. The invention also relates to an air-weaving machine for applying such a method.

Luchtweefmachines zijn gekend waarbij perslucht aan een aantal blazers wordt toegevoerd om een inslagdraad doorheen een weefvak te transporteren. Hierbij worden één of meerdere hoofdblazers en een aantal bijblazers voorzien om een inslagdraad langsheen een luchtgeleidingskanaal en doorheen een weefvak te transporteren. Dergelijke luchtweefmachines bevatten een toevoerinrichting om perslucht aan dergelijke blazers toe te voeren. Het toevoeren van perslucht aan een stel bijblazers gebeurt bijvoorbeeld door gedurende een bepaalde periode een afsluitventiel te sturen dat opgesteld is tussen een buffervat met perslucht op een bepaalde druk en het stel bijblazers.Air weaving machines are known in which compressed air is supplied to a number of blowers to transport an weft thread through a weaving section. One or more main blowers and a number of blowers are hereby provided for transporting a weft thread along an air duct and through a weaving section. Such air-weaving machines contain a supply device for supplying compressed air to such blowers. The supply of compressed air to a set of additional blowers is effected, for example, by controlling a shut-off valve during a certain period which is arranged between a buffer vessel with compressed air at a certain pressure and the set of additional blowers.

Het is gekend uit US 3705608 om aan de opeenvolgend opgestelde bijblazers achtereenvolgens met het voortbewegen van de inslagdraad doorheen het weefvak perslucht toe te voeren. Het is gekend uit US 4262707 de periode dat respectievelijk aan de opeenvolgend opgestelde bijblazers perslucht wordt toegevoerd progressief in voortbewegingsrichting van de inslagdraad langer te kiezen. Dit biedt als voordeel dat zowel een snelle inslagdraad als een trage inslagdraad voldoende ondersteund wordt door perslucht vanaf opeenvolgend opgestelde bijblazers.It is known from US 3705608 to supply compressed air to the successively arranged blowers successively as the weft thread is advanced through the weaving section. It is known from U.S. Pat. No. 4,262,707 to select the period in which compressed air is subsequently supplied to the successively arranged blowers progressively longer in the direction of travel of the weft thread. This offers the advantage that both a fast weft thread and a slow weft thread are sufficiently supported by compressed air from successively arranged blowers.

Een doel van de uitvinding is een werkwijze en een luchtweefmachine die toelaten het luchtverbruik om inslagdraden in een weefvak te brengen te beperken.An object of the invention is a method and an air-weaving machine that allow to limit the air consumption to bring weft threads into a weaving compartment.

Tot dit doel bevat een werkwijze volgens de uitvinding het sturen van een ogenblik dat de toevoer van perslucht aan een stel bijblazers wordt onderbroken in functie van metingen op de getransporteerde inslagdraad tijdens het transporteren van die inslagdraad en maakt de werkwijze gebruik van een versterkingsfactor in functie van het toerental van de weefmachine.For this purpose, a method according to the invention comprises controlling a moment when the supply of compressed air to a set of blowers is interrupted as a function of measurements on the transported weft thread during transport of said weft thread and the method uses a gain factor as a function of the speed of the weaving machine.

Die werkwijze volgens de uitvinding biedt het voordeel dat in het geval dat een snelle inslagdraad wordt getransporteerd de toevoer van perslucht aan een stel bijblazers eerder kan onderbroken worden dan in het geval dat een normale of een trage inslagdraad wordt getransporteerd, zodat de toegevoerde hoeveelheid perslucht en het luchtverbruik worden beperkt. Dit is mogelijk daar het toevoeren van perslucht aan een inslagdraad op een ogenblik dat de inslagdraad reeds voorbij het betreffende stel bijblazers is gepasseerd nagenoeg geen bijdrage meer levert om de inslagdraad doorheen het weefvak te transporteren en zodoende nagenoeg niet bijdraagt om de inslagdraad voort te bewegen. Bovendien levert dergelijk toegevoerde perslucht nagenoeg geen bijdrage om een dergelijke inslagdraad te strekken. De werkwijze volgens de uitvinding heeft nagenoeg geen invloed op normale en trage inslagdraden. In dit geval zullen de bijblazers normaal aangestuurd worden en zal de toevoer van perslucht aan de betreffende bijblazers niet vroegtijdig onderbroken worden.This method according to the invention offers the advantage that in the case that a fast weft thread is transported, the supply of compressed air to a set of blowers can be interrupted earlier than in the case that a normal or a slow weft thread is transported, so that the amount of compressed air supplied and the air consumption will be limited. This is possible since the supply of compressed air to a weft thread at a moment when the weft thread has already passed past the relevant set of blowers no longer makes a substantial contribution to transporting the weft thread through the weaving section and thus substantially does not contribute to advancing the weft thread. Moreover, such supplied compressed air makes virtually no contribution to stretching such an weft thread. The method according to the invention has virtually no influence on normal and slow weft threads. In this case, the blowers will normally be controlled and the supply of compressed air to the relevant blowers will not be interrupted prematurely.

Volgens een uitvoeringsvorm wordt de toevoer van perslucht aan een stel bijblazers onderbroken een zekere tijd nadat een inslagdraad aan een bepaald stel bijblazers voorbij komt. Dit laat toe het luchtverbruik te beperken zonder gevaar dat enige nadelige invloed ontstaat voor het transporteren van een inslagdraad.According to an embodiment, the supply of compressed air to a set of blowers is interrupted a certain time after a weft thread passes a certain set of blowers. This makes it possible to limit the air consumption without the risk of any adverse influence arising for the transport of a weft thread.

Volgens een uitvoeringsvorm bevat de werkwijze het instellen en/of het aanpassen en/of het automatisch instellen en/of het automatisch aanpassen van een ogenblik dat toelaat voor een bepaald percentage van de inserties het onderbreken eerder te laten plaats vinden dan voor andere inserties. Het voorzien van een dergelijk ogenblik laat toe de werkwijze volgens de uitvinding op een eenvoudige manier toe te passen. Hierbij kan dit ogenblik bepaald worden in relatie tot een gemiddeld ogenblik dat een inslagdraad aan een draadwachter voorbij komt, bijvoorbeeld kan dit ogenblik als een percentage ten opzichte van een gemiddeld ogenblik dat een inslagdraad aan een draadwachter voorbij komt bepaald worden. Dit percentage kan afhankelijk zijn van de ingestelde wijze van beïnvloeding van de toevoer van perslucht aan een stel bijblazers, meer in het bijzonder indien gekozen wordt voor een sterke, middelmatige of beperkte beïnvloeding.According to an embodiment, the method comprises adjusting and / or adjusting and / or automatically adjusting and / or automatically adjusting a moment which allows for a certain percentage of the insertions to be interrupted earlier than for other insertions. Providing such a moment makes it possible to apply the method according to the invention in a simple manner. Hereby this moment can be determined in relation to an average moment that a weft thread passes by a thread guard, for example this moment can be determined as a percentage with respect to an average moment that a weft thread passes by a thread guard. This percentage can depend on the adjusted manner of influencing the supply of compressed air to a set of additional blowers, more particularly if a strong, medium or limited influence is chosen.

Volgens een uitvoeringsvorm bevat de werkwijze het instellen van een wijze van beïnvloeding van de toevoer van perslucht aan een stel bijblazers. De werkwijze kan gebruik maken van een versterkingsfactor en/of een ingesteld percentage en/of een ingestelde waarde en/of een gemeten tijdsverschil.According to an embodiment, the method comprises adjusting a method of influencing the supply of compressed air to a set of additional blowers. The method can use a gain factor and / or a set percentage and / or a set value and / or a measured time difference.

De werkwijze volgens de uitvinding is bijzonder geschikt om bij snellopende luchtweefmachines aangewend te worden. Bovendien biedt dergelijke werkwijze nog talrijke voordelen die hierna nog nader zullen beschreven worden.The method according to the invention is particularly suitable for use with fast-running airjet weaving machines. Moreover, such a method offers numerous advantages which will be further described below.

De uitvinding betreft tevens een luchtweefmachine die gebruik maakt van een voornoemde werkwijze.The invention also relates to an air-weaving machine which makes use of the aforementioned method.

Verdere kenmerken en voordelen van de uitvinding vloeien voort uit de hierna volgende beschrijving van de in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeelden en uit de volgconclusies, waarbij :Further features and advantages of the invention result from the following description of the exemplary embodiments shown in the drawings and from the subclaims, wherein:

Figuur 1 schematisch een gedeelte van een luchtweefmachine volgens de uitvinding weergeeft; Figuur 2 een vloei schema voor de toevoer van perslucht aan opeenvolgende bijblazers weergeeft; Figuren 3 tot 9 elk een vloei schema voor de toevoer van perslucht aan opeenvolgende stellen bijblazers weergeven.Figure 1 schematically represents a part of an air-weaving machine according to the invention; Figure 2 shows a flow chart for the supply of compressed air to successive blowers; Figures 3 to 9 each show a flow chart for the supply of compressed air to successive sets of blowers.

In Figuur 1 wordt een inrichting voor het transporteren van een inslagdraad doorheen een schematisch aangeduid weef vak 1 van een luchtweefmachine weergegeven. Die inrichting bevat twee toevoerkanalen 2, 3 voor het toevoeren van inslagdraden 4, 5. Elk toevoerkanaal bevat een draadvoorraad 6, een voorafwikkelaar 7, een eerste hoofdblazer 8 en een tweede hoofdblazer 9. Verder bevat de luchtweefmachine een riet 10 waarin een geleidingskanaal 11 is voorzien dat toelaat een inslagdraad met behulp van perslucht via dit geleidingskanaal 11 doorheen het weefvak 1 te transporteren. Nabij dit geleidingskanaal 11 zijn opeenvolgende stellen bijblazers 12, 13, 14, 15, 16 en 17 opgesteld om opeenvolgend een inslagdraad met perslucht te ondersteunen. Tevens zijn meerdere draadwachters 18, 19 en 20 langsheen het geleidingskanaal 11 opgesteld om het voorbij komen van een inslagdraad aan die draadwachters 18, 19 en 20 te detecteren. De draadwachters 18, 19 en 20 zijn volgens de lengterichting van het geleidingskanaal 11 respectievelijk op een bepaalde afstand na een stel bijblazers 12, 13 en 14 opgesteld.Figure 1 shows a device for transporting a weft thread through a schematically indicated weaving box 1 of an air-weaving machine. This device comprises two supply channels 2, 3 for supplying weft threads 4, 5. Each supply channel comprises a wire supply 6, a pre-winder 7, a first main blower 8 and a second main blower 9. Furthermore, the air-weaving machine comprises a reed 10 in which there is a guide channel 11 provided for permitting a weft thread to be transported via this guide channel 11 through the weaving section 1. Near this guide channel 11, successive sets of blowers 12, 13, 14, 15, 16 and 17 are arranged to successively support a weft thread with compressed air. A plurality of thread guards 18, 19 and 20 are also arranged along the guide channel 11 to detect the passage of a weft thread to those thread guards 18, 19 and 20. The wire guards 18, 19 and 20 are arranged along the longitudinal direction of the guide channel 11 and at a specific distance after a set of blowers 12, 13 and 14, respectively.

De hoofdblazers 8 en 9 zijn via bijhorende afsluitventielen 21 en smoorventielen 22 verbonden met een persluchtbron 23. Elk stel bijblazers 12, 13, 14, 15, 16 en 17 wordt analoog via een afsluitventiel 24, 25, 26, 27, 28 en 29 en een bijhorend smoorventiel 30 met de persluchtbron 23 verbonden. Volgens een niet weergegeven variante kan zowel voor de hoofdblazers als voor de bijblazers een aparte persluchtbron voorzien worden. Tevens wordt een strekblazer 31 weergegeven om een inslagdraad na het inbrengen ervan gestrekt te houden. De strekblazer 31 wordt via een afsluitventiel 32 en een smoorventiel 33 verbonden met een persluchtbron 23. Aan het einde van het geleidingskanaal 11 dat tegenover het einde is gelegen waar de hoofdblazers 9 zijn aangebracht, wordt een draadwachter 34 aangebracht die kan bepalen wanneer een inslagdraad 4, 5 aan die draadwachter 34 voorbij komt.The main blowers 8 and 9 are connected via a corresponding shut-off valves 21 and throttle valves 22 to a compressed air source 23. Each set of blowers 12, 13, 14, 15, 16 and 17 is analogously connected via a shut-off valve 24, 25, 26, 27, 28 and 29 and a corresponding throttle valve 30 connected to the compressed air source 23. According to a variant (not shown), a separate compressed air source can be provided for both the main blowers and the blowers. A stretch blower 31 is also shown to keep a weft thread straight after insertion. The blower 31 is connected via a shut-off valve 32 and a throttle valve 33 to a compressed air source 23. At the end of the guide channel 11 which is opposite the end where the main blowers 9 are arranged, a wire guard 34 is provided which can determine when a weft thread 4 5 passes by the wire keeper 34.

De afsluitventielen 21, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 32 en de smoorventielen 22, 30, 33 worden zoals weergegeven in figuur 1 gestuurd door een stuureenheid 35 van de luchtweefmachine. De draadwachters 18, 19, 20 en 34 werken hierbij eveneens samen met de stuureenheid 35. De afsluitventielen zijn bijvoorbeeld gevormd door elektromagnetische ventielen die door de stuureenheid 35 kunnen gestuurd worden. De smoorventielen kunnen hierbij tevens motorgestuurd uitgevoerd worden en gestuurd worden door de stuureenheid 35.The shut-off valves 21, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 32 and the throttle valves 22, 30, 33 are controlled as shown in Figure 1 by a control unit 35 of the airjet weaving machine. The wire guards 18, 19, 20 and 34 also co-operate with the control unit 35. The shut-off valves are, for example, formed by electromagnetic valves which can be controlled by the control unit 35. The throttle valves can also be motor-driven and controlled by the control unit 35.

Een inslagdraad 4, 5 wordt door de hoofdblazers 8, 9 in het geleidingskanaal 11 geblazen en wordt vervolgens door luchtstralen vanuit de bijblazers 12, 13, 14, 15, 16 en 17 verder langsheen het geleidingskanaal 11 geblazen. Het geleidingskanaal 11 is bijvoorbeeld aangebracht in een riet 10 en wordt op gekende wijze in een weefvak gebracht tijdens het inbrengen van een inslagdraad 4, 5. De hoofdblazer 9, de bijblazers 12, 13, 14, 15, 16 en 17, het riet 10 en de draadwachters 18, 19, 20 en 34 worden op gekende wijze op een heen en weer bewegende weeflade (niet weergegeven) gemonteerd. De draadvoorraad 6, de voorafwikkelaars 7, de hoofdblazer 8 en de strekblazer 31 worden op een gestel van de luchtweefmachine gemonteerd.A weft thread 4, 5 is blown into the guide channel 11 by the main blowers 8, 9 and is then blown further by air jets from the blowers 12, 13, 14, 15, 16 and 17 further along the guide channel 11. The guide channel 11 is for instance arranged in a reed 10 and is introduced in a known manner into a weaving compartment during the insertion of a weft thread 4, 5. The main blower 9, the auxiliary blowers 12, 13, 14, 15, 16 and 17, the reed 10 and the wire guards 18, 19, 20 and 34 are mounted in known manner on a reciprocating weaving drawer (not shown). The wire supply 6, the pre-wrappers 7, the main blower 8 and the stretch blower 31 are mounted on a frame of the air-weaving machine.

De draadwachters 18, 19, 20 en 34 worden bijvoorbeeld via een gemeenschappelijke verbindingslijn 36 met de stuureenheid 35 verbonden. De afsluitventielen 21, 24 tot 29, 32 en de smoorventielen 22, 30, 33 worden tevens via een gemeenschappelijke verbindingslijn 37 met de stuureenheid 35 verbonden. Elke voorafwikkelaar 7 bevat een magneetpin 38 om op het gepaste ogenblik een gewenste lengte inslagdraad 4 of 5 vrij te geven. De magneetpinnen 38 worden via een gemeenschappelijke verbindingslijn 39 met de stuureenheid 35 verbonden.The wire guards 18, 19, 20 and 34, for example, are connected to the control unit 35 via a common connecting line 36. The shut-off valves 21, 24 to 29, 32 and the throttle valves 22, 30, 33 are also connected to the control unit 35 via a common connecting line 37. Each pre-winder 7 comprises a magnetic pin 38 to release a desired length of weft thread 4 or 5 at the appropriate moment. The magnet pins 38 are connected to the control unit 35 via a common connecting line 39.

Tijdens het transporteren van een inslagdraad worden de af sluitventielen 24, 25, 26, 27, 28 en 29 bijvoorbeeld gestuurd volgens het schema zoals weergegeven in figuur 2. Hierbij worden de afsluitventielen 24, 25, 26, 27, 28, 29 opeenvolgend gestuurd. Die opeenvolgende afsluitventielen 24, 25, 26, 27, 28, 29 worden tevens op gekende wijze gedurende een langere periode gestuurd naar mate die verder van de hoofdblazers 9 zijn opgesteld. Het afsluitventiel 29 wordt relatief lang gestuurd om toe te laten de inslagdraad na het inbrengen na te strekken en tevens gestrekt te houden. Volgens een variante kunnen tot dit doel meerdere stellen bijblazers relatief lang gestuurd worden, bijvoorbeeld minstens de laatste stellen bijblazers 16 en 17. Volgens nog een variante kunnen op het einde van de insertie bepaalde stellen bijblazers terug aangestuurd worden om een inslagdraad te strekken.During the transport of a weft thread, the shut-off valves 24, 25, 26, 27, 28 and 29 are, for example, controlled according to the diagram as shown in Figure 2. The shut-off valves 24, 25, 26, 27, 28, 29 are controlled successively. Said consecutive shut-off valves 24, 25, 26, 27, 28, 29 are also controlled in a known manner for a longer period to the extent that they are further away from the main blowers 9. The shut-off valve 29 is controlled for a relatively long time to allow the weft thread to be stretched after insertion and also to be stretched. According to a variant, for this purpose several sets of blowers can be controlled for a relatively long time, for example at least the last sets of blowers 16 and 17. According to yet another variant, certain sets of blowers can be driven back again to stretch a weft thread at the end of the insertion.

Bij luchtweefmachines is het gebruikelijk te weven met een weefsnelheid in de orde van grootte van 800 tot 1.200 inslagdraden per minuut of anders uitgedrukt in de orde van grootte van 1400 tot 2800 meter/minuut. In dit geval neemt een insertie van een inslagdraad slechts enkele tientallen milliseconden in beslag. Bij het weven van onregelmatige inslagdraden, bijvoorbeeld gesponnen inslagdraden, is het mogelijk dat bij opeenvolgende inslagdraden een gemeten insertieparameter van inslagdraad tot inslagdraad sterk verschilt. Hierbij is het mogelijk dat een bepaalde inslagdraad op een verschillend tijdstip in de weefcyclus voorbij een draadwachter 18, 19 of 20 voorbij komt.With airjet weaving machines it is usual to weave with a weaving speed in the order of magnitude of 800 to 1,200 weft threads per minute or otherwise expressed in the order of magnitude of 1400 to 2800 meters / minute. In this case an insertion of a weft thread takes only a few tens of milliseconds. When weaving irregular weft threads, for example spun weft threads, it is possible that with successive weft threads a measured insertion parameter differs greatly from weft thread to weft thread. It is possible here for a certain weft thread to pass past a thread guard 18, 19 or 20 at a different time in the weaving cycle.

In figuur 2 worden met blokken 40, 41, 42, 43, 44 en 45 telkens een periode weergegeven waarbij respectievelijk de bijblazers 12, 13, 14, 15, 16 en 17 met perslucht worden voorzien, met andere woorden een periode waarbij de afsluitventielen 24, 25, 26, 27, 28 en 29 geopend zijn om perslucht aan een bijhorende bijblazer toe te voeren. De blok 40 vangt aan op het ogenblik s24 dat het ventiel 24 geopend wordt om via het ventiel 24 perslucht aan een stel bijblazers 12 toe te voeren en eindigt op het ogenblik t24 dat het ventiel 24 terug gesloten wordt en de toevoer van perslucht naar het stel bijblazers 12 terug onderbroken wordt. Analoog worden de ventielen 25, 26, 27, 28 en 29 respectievelijk geopend op het ogenblik s25, s26, s27, s28 en s29 en terug gesloten op het ogenblik t25, t26, t27, t28 en t29.In figure 2 blocks 40, 41, 42, 43, 44 and 45 each show a period in which the air nozzles 12, 13, 14, 15, 16 and 17 are supplied with compressed air, in other words a period in which the shut-off valves 24 , 25, 26, 27, 28 and 29 are opened to supply compressed air to an associated blower. The block 40 commences at the moment s24 that the valve 24 is opened to supply compressed air to a set of blowers 12 via the valve 24 and ends at the moment t24 that the valve 24 is closed again and the supply of compressed air to the set blowers 12 is interrupted again. Analogously, the valves 25, 26, 27, 28 and 29 are opened at the moment s25, s26, s27, s28 and s29 respectively and closed again at the moment t25, t26, t27, t28 and t29.

In figuur 2 is met lijn 46 het bewegingsverloop van een gemiddelde inslagdraad weergegeven, met lijn 47 het bewegingsverloop van een snelle inslagdraad en met lijn 48 het bewegingsverloop van een trage inslagdraad weergegeven. Hierbij valt op te merken dat de respectievelijke bijblazers voldoende vroeg aangestuurd worden om reeds aangestuurd te zijn vooraleer een snelle inslagdraad voorbij komt en voldoende lang aangestuurd blijven tot een trage inslagdraad voorbij komt. Dergelijke werkwijze vereist een relatief hoog luchtverbruik.In figure 2, line 46 shows the movement of an average weft thread, line 47 shows the movement of a fast weft thread and line 48 shows the movement of a slow weft thread. It should be noted here that the respective additional blowers are driven sufficiently early to be driven before a fast weft thread passes and remain controlled enough for a slow weft thread to pass. Such a method requires a relatively high air consumption.

De werkwijze voor het inbrengen van een inslagdraad bij een luchtweefmachine volgens de uitvinding wordt nader uitgelegd aan de hand van figuur 3. Volgens de uitvinding worden tijdens het transporteren van een inslagdraad 4, 5 metingen op de getransporteerde inslagdraad 4, 5 uitgevoerd. In het weergegeven voorbeeld bevatten die metingen het meten van het ogenblik tl8, tl9 en/of t20 dat een inslagdraad 4, 5 respectievelijk aan een draadwachter 18, 19, 20 voorbij komt. In functie van dergelijke metingen op de getransporteerde inslagdraad 4, 5 wordt bijvoorbeeld het ogenblik T26, T27 en/of T28 bepaald dat de toevoer van perslucht aan een stel bijblazers 14, 15 of 16 wordt onderbroken.The method for introducing a weft thread into an air-weaving machine according to the invention is explained in more detail with reference to figure 3. According to the invention, measurements are made on the transported weft thread 4, 5 during the transport of an weft thread 4. In the example shown, those measurements comprise the measurement of the moment t18, t19 and / or t20 when an weft thread 4, 5 passes by a thread guard 18, 19, 20 respectively. Depending on such measurements on the transported weft thread 4, 5, it is determined, for example, the moment T26, T27 and / or T28 that the supply of compressed air to a set of blowers 14, 15 or 16 is interrupted.

Volgens een mogelijkheid wordt het ogenblik T26 bepaald als een periode P26 in de tijd na het ogenblik t20. Analoog kan het ogenblik T27 bepaald worden als een periode P27 na t20 en het ogenblik T28 als een periode P28 na t20. Hierbij wordt de toevoer van perslucht aan minstens een bepaald stel bijblazers 14, 15, 16 vroegtijdig onderbroken. Dit vroegtijdig onderbreken vindt plaats een zekere tijd nadat een inslagdraad aan een draadwachter 20 voorbij komt# waarbij die draadwachter 20 na een bepaald stel bijblazers 14 is opgesteld.According to one possibility, the moment T26 is determined as a period P26 in the time after the moment t20. Analogously, the moment T27 can be determined as a period P27 after t20 and the moment T28 as a period P28 after t20. Hereby the supply of compressed air to at least a certain set of blowers 14, 15, 16 is interrupted early. This early interruption takes place a certain time after a weft thread passes by a thread guard 20, wherein said thread guard 20 is arranged after a certain set of blowers 14.

Teneinde een mogelijk foutieve of onnauwkeurige meting van t20 vast te stellen wordt bijvoorbeeld nagegaan of de periode tussen tl8 en tl9 nagenoeg overeenstemt met de helft van de periode tussen tl8 en t20. Is dit niet het geval dan worden bijvoorbeeld de ogenblikken van onderbreken respectievelijk t26, t27 en t28 gehouden en wordt de toevoer van perslucht niet vroegtijdig onderbroken op ogenblikken T2 6, T27 en T28 volgens een werkwijze volgens de uitvinding. Hierdoor wordt vermeden dat op basis van een foutieve meting de toevoer van perslucht te vroeg onderbroken zou worden.In order to determine a possible erroneous or inaccurate measurement of t20, it is checked, for example, whether the period between t18 and t19 substantially corresponds to half the period between t18 and t20. If this is not the case, for example, the moments of interrupting t26, t27 and t28 respectively are held and the supply of compressed air is not interrupted prematurely at moments T2, T27 and T28 according to a method according to the invention. This prevents the supply of compressed air being interrupted too early on the basis of an incorrect measurement.

In figuur 4 wordt een variante van figuur 3 weergegeven waarbij de inslagdraad iets trager wordt ingebracht. In dit geval wordt de toevoer van perslucht iets later onderbroken dan bij de uitvoeringsvorm van figuur 3 en iets vroeger dan bij de uitvoeringsvorm van figuur 2 volgens de stand van de techniek. Het is duidelijk dat, indien volgens de voornoemde werkwijze het ogenblik T26, T27 of T28 (bepaald zoals weergegeven in figuur 3) na het ogenblik t26, t27 of t28 zou komen te liggen, de toevoer van perslucht in dit geval bijvoorbeeld toch op ogenblikken t26, t27 of t28 wordt onderbroken. Op die manier wordt alleen voor een voldoende snelle inslagdraad de toevoer van perslucht aan een aantal stellen bijblazers 14, 15 en 16 vroegtijdig onderbroken, maar wordt voor een eerder trage inslagdraad het ogenblik van onderbreken niet verlaat. In het voorbeeld van figuur 4 wordt de toevoer aan het stel bijblazers 14 onderbroken op het vooraf bepaald ogenblik t26 en wordt alleen de toevoer van perslucht aan de stellen bijblazers 15 en 16 vroegtijdig onderbroken op ogenblikken T27 en T28, met andere woorden eerder dan de vooraf bepaalde ogenblikken t27 en t28 die voor relatief tragere inslagdraden worden aangewend.Figure 4 shows a variant of Figure 3 in which the weft thread is introduced slightly slower. In this case, the supply of compressed air is interrupted slightly later than in the embodiment of Figure 3 and slightly earlier than in the embodiment of Figure 2 according to the prior art. It is clear that if according to the aforementioned method the moment T26, T27 or T28 (determined as shown in figure 3) would come after the moment t26, t27 or t28, the supply of compressed air in this case, for example, would still be at moments t26 , t27 or t28 is interrupted. In this way, only for a sufficiently fast weft thread the supply of compressed air to a number of sets of blowers 14, 15 and 16 is interrupted prematurely, but for a rather slow weft thread the moment of interrupting is not abandoned. In the example of Figure 4, the supply to the set of blowers 14 is interrupted at the predetermined moment t26 and only the supply of compressed air to the sets of blowers 15 and 16 is interrupted prematurely at moments T27 and T28, in other words earlier than the pre-set certain moments t27 and t28 that are used for relatively slower weft threads.

Volgens een variante zoals weergegeven in figuur 5 wordt in het geval dat t20 vroeger plaats vindt dan een ogenblik T6 in de weefcyclus, de toevoer van perslucht aan de stellen bijblazers 14, 15 en 16 vroegtijdig onderbroken op een ogenblik T26, T27 en T28 dat bijvoorbeeld een vooropgestelde periode Q26, Q27, Q28 in de tijd respectievelijk voor de ingestelde ogenblikken t26, t27 of t28 plaatsvindt. In voorbeelden zoals weergegeven in figuren 3 tot 5 wordt de toevoer van perslucht aan de stellen bijblazers 14, 15 en 16 vroegtijdig onderbroken, dit betekent eerder onderbroken dan de normale of vooropgestelde instelling van de toevoer van perslucht aan de stellen bijblazers van de weefmachine zoals weergegeven in figuur 2. Dit laat toe perslucht te sparen zonder dat het transport en/of het nastrekken van de inslagdraad wezenlijk beïnvloed wordt.According to a variant as shown in Fig. 5, in the case that t20 occurs earlier than a moment T6 in the weaving cycle, the supply of compressed air to the sets of blowers 14, 15 and 16 is interrupted prematurely at a moment T26, T27 and T28 that, for example, a predetermined period Q26, Q27, Q28 takes place in time and before the set moments t26, t27 or t28 respectively. In examples as shown in Figures 3 to 5, the supply of compressed air to the sets of blowers 14, 15 and 16 is interrupted prematurely, this means interrupted earlier than the normal or pre-set adjustment of the supply of compressed air to the sets of blowers of the weaving machine as shown in figure 2. This makes it possible to save compressed air without the transport and / or the retraction of the weft thread being substantially influenced.

Het is uiteraard ook mogelijk de toevoer van perslucht aan de stellen bijblazers 12, 13 en 17 op dergelijke wijze vroegtijdig te onderbreken. Daar het stel bijblazers 12 slechts korttijdig blaast, is een vroegtijdig onderbreken van de toevoer van perslucht aan het stel bijblazers 12 minder voordelig. Het vroegtijdig onderbreken van perslucht aan het stel bijblazers 13 is bijvoorbeeld mogelijk door gebruik te maken van een meting van het ogenblik tl8 en/of tl9 en een periode P25 zoals weergegeven in figuur 3 te voorzien. Een vroegtijdig onderbreken van de toevoer van perslucht aan het stel bijblazers 17 is minder gewenst, daar dergelijk stel bijblazers 17 bij voorkeur relatief lang dient te blazen om het nastrekken van een teruggesprongen inslagdraad en het verder gestrekt houden van een nagestrekte inslagdraad te vrijwaren.It is of course also possible to prematurely interrupt the supply of compressed air to the sets of blowers 12, 13 and 17 in such a way. Since the set of blowers 12 only blows for a short time, an early interruption of the supply of compressed air to the set of blowers 12 is less advantageous. Premature interruption of compressed air to the set of blowers 13 is possible, for example, by making use of a measurement of the moment t18 and / or t19 and providing a period P25 as shown in figure 3. An early interruption of the supply of compressed air to the set of blowers 17 is less desirable, since such a set of blowers 17 should preferably blow for a relatively long time in order to safeguard the retraction of a recessed weft thread and the further extension of a stretched weft thread.

In figuur 1 is tevens ter hoogte van elke voorafwikkelaar 7 een draadwachter 49 weergegeven die, telkens een winding 51 vanaf een trommel van een voorafwikkelaar 7 wordt getrokken, een signaal naar de stuureenheid 35 stuurt. Dergelijke draadwachter 49 wordt ook windingssensor genoemd. De signalen van de draadwachters 49 worden hierbij via een verbindingslijn 50 naar de stuureenheid 35 geleid. De metingen op de getransporteerde inslagdraad 4, 5 tijdens het transporteren van die inslagdraad 4, 5 worden hier bekomen door de signalen van de draadwachter 49. Hierbij wordt het ogenblik dat een winding 51 aan een draadwachter 49 voorbij komt gemeten ten opzichte van een referentie-ogenblik in de weef cyclus, meer in het bijzonder een zogenaamde windingstijd. De opeenvolgende signalen van een draadwachter 49 kunnen analoog aangewend worden als de opeenvolgende signalen van een respectievelijke draadwachter 18, 19 en 20. Tevens is het mogelijk een absolute tijd voor het aftrekken van één of meerdere windingen te meten of te bepalen.Figure 1 also shows a wire keeper 49 at the level of each pre-winder 7 which, each time a winding 51 is pulled from a drum of a pre-winder 7, sends a signal to the control unit 35. Such a wire keeper 49 is also called a winding sensor. The signals from the wire guards 49 are then routed via a connecting line 50 to the control unit 35. The measurements on the transported weft thread 4, 5 during the transport of that weft thread 4, 5 are obtained here by the signals from the thread guard 49. The moment that a winding 51 passes by a thread guard 49 is measured relative to a reference value. moment in the weaving cycle, more particularly a so-called winding time. The successive signals from a wire keeper 49 can be used analogously to the successive signals from a respective wire keeper 18, 19 and 20. It is also possible to measure or determine an absolute time for subtracting one or more turns.

In het geval dat bijvoorbeeld een inslagdraad een lengte van vijf windingen vertoont, zal bijvoorbeeld het signaal van de tweede winding t2w, met andere woorden het tweede signaal van de draadwachter 49, aangewend worden om analoog als weergegeven in figuur 3 op basis van het signaal t20 een ogenblik T26, T27 of T28 te bepalen. Hierbij kan het signaal van de tweede winding t2w zoals aangeduid in figuur 6, analoog als het signaal t20 in figuur 3 aangewend worden. De opeenvolgende signalen tlw, t2w van de draadwachter 49 kunnen hierbij analoog verwerkt worden zoals de opeenvolgende signalen van de draadwachters 19 en 20 om het onderbreken van de toevoer van perslucht aan een bepaald stel bijblazers te sturen.In the case, for example, that a weft thread has a length of five turns, for example, the signal from the second winding t2w, in other words the second signal from the wire keeper 49, will be used for analogue as shown in Fig. 3 on the basis of the signal t20 to determine a moment T26, T27 or T28. The signal of the second winding t2w as indicated in Fig. 6 can be used analogously to the signal t20 in Fig. 3. The successive signals t1w, t2w from the wire watchman 49 can be processed analogously, such as the successive signals from the wire watchmen 19 and 20 to control the interruption of the supply of compressed air to a certain set of blowers.

Volgens een mogelijkheid wordt het ogenblik van het signaal van de tweede winding t2w zoals verduidelijkt in figuur 6 vergeleken met een bepaald ogenblik TG in de weef cyclus. Dit ogenblik TG is een ingestelde tijd of drempelwaarde ten opzichte van een referentie-ogenblik in de weefcyclus, bijvoorbeeld een bepaalde gekozen tijd nadat de weefmachine een bepaalde hoekpositie in de weefcyclus bereikt heeft. Indien dit gemeten ogenblik of signaal eerder plaats vindt dan het ogenblik TG, dan wordt bijvoorbeeld zoals weergegeven in figuur 6 de toevoer van perslucht aan een stel bijblazers 14, 15 of 16 met een periode Q26, Q27 of Q28 vervroegd. Indien dit gemeten signaal of ogenblik t2w later is dan het ogenblik TG, dan wordt het onderbreken van de toevoer van perslucht aan een stel bijblazers niet vervroegd, met andere woorden wordt de toevoer van perslucht bijvoorbeeld verder volgens een vooropgesteld verloop gestuurd, bijvoorbeeld een verloop zoals weergegeven in figuur 2. Het ogenblik TG kan bepaald worden door de stuureenheid 35, kan opgeslagen worden in de stuureenheid 35 en kan tijdens het weven door de stuureenheid 35 aangepast en/of ingesteld worden.According to one possibility, the moment of the signal of the second winding t2w, as illustrated in Figure 6, is compared with a certain moment TG in the weaving cycle. This moment TG is a set time or threshold value with respect to a reference moment in the weaving cycle, for example a certain chosen time after the weaving machine has reached a certain angular position in the weaving cycle. If this measured moment or signal takes place earlier than the moment TG, then, for example, as shown in Figure 6, the supply of compressed air to a set of blowers 14, 15 or 16 with a period Q26, Q27 or Q28 is advanced. If this measured signal or moment t2w is later than the moment TG, then the interruption of the supply of compressed air to a set of blowers is not brought forward, in other words the supply of compressed air is, for example, further controlled according to a predetermined course, for example a course such as shown in figure 2. The moment TG can be determined by the control unit 35, can be stored in the control unit 35 and can be adjusted and / or adjusted during the weaving by the control unit 35.

Teneinde een mogelijk foutieve of onnauwkeurige meting van een windingstijd te bepalen kan bijvoorbeeld de gemiddelde windingstijd berekend worden. Indien die gemiddelde windingstijd sterk afwijkt van een vooropgestelde waarde, kan besloten worden dat een windingstijd foutief gemeten werd. Een dergelijke foutieve meting kan bijvoorbeeld in het voornoemde voorbeeld, waarbij de tweede windingstijd aangewend wordt volgens de uitvinding, ontstaan als de eerste of de tweede winding niet gedetecteerd werd en zodoende een gemiddelde windingstijd bekomen wordt die een fractie groter is dan de verwachte gemiddelde windingstijd. In dit geval wordt de werkwijze volgens de uitvinding voor die bepaalde insertie van een inslagdraad niet toegepast, dit betekent wordt de toevoer van perslucht aan een stel bijblazers niet vervroegd onderbroken.For example, in order to determine a possibly erroneous or inaccurate measurement of a winding time, the average winding time can be calculated. If that average winding time deviates greatly from a predetermined value, it can be decided that a winding time was incorrectly measured. Such an erroneous measurement can, for example, arise in the aforementioned example, in which the second winding time is used according to the invention, if the first or the second winding was not detected and thus an average winding time is obtained that is a fraction greater than the expected average winding time. In this case the method according to the invention is not applied for that particular insertion of a weft thread, this means that the supply of compressed air to a set of blowers is not interrupted early.

Zoals weergegeven in figuur 1 bevat de weefmachine tevens een ingave-eenheid 52 die toelaat niet alleen een verloop zoals weergegeven in figuur 2 in te geven, maar tevens de parameters P25, P26, P27, P28 en/of Q26, Q27, Q28 in te geven. Het is duidelijk dat meerdere voornoemde parameters kunnen ingegeven worden. Volgens een mogelijkheid worden drie stellen waarden ingegeven voor Q26, Q27 en Q28. Bijvoorbeeld een lage waarde van 10 krukgraden, een middelmatige waarde van 20 krukgraden en een hoge waarde van 30 krukgraden. Volgens een mogelijkheid worden de waarden voor Q26, Q27 en Q28 bijvoorbeeld telkens aan elkaar gelijk gekozen, meer in het bijzonder kunnen die laag, middelmatig of hoog gekozen worden. De stuureenheid 35 van de weefmachine kan dit aantal krukgraden omrekenen naar een tijdswaarde, bijvoorbeeld bij 1200 inserties per minuut nemen 360 krukgraden 50 msec in beslag. Afhankelijk van het te weven inslagmateriaal kan de bediener van de weefmachine ingeven indien bij de werkwijze volgens de uitvinding een lage, middelmatige of hoge waarde dient toegepast te worden.As shown in Figure 1, the weaving machine also comprises an input unit 52 which allows not only to enter a course as shown in Figure 2, but also to enter the parameters P25, P26, P27, P28 and / or Q26, Q27, Q28 to give. It is clear that several aforementioned parameters can be entered. According to one possibility, three sets of values are entered for Q26, Q27 and Q28. For example a low value of 10 crank degrees, a medium value of 20 crank degrees and a high value of 30 crank degrees. According to one possibility, the values for Q26, Q27 and Q28 are, for example, each time chosen equal to each other, more in particular those can be chosen low, medium or high. The control unit 35 of the weaving machine can convert this number of crank degrees to a time value, for example at 1200 insertions per minute, 360 crank degrees take 50 msec. Depending on the weft material to be woven, the operator of the weaving machine can enter if a low, medium or high value is to be applied in the method according to the invention.

Indien geweven wordt met een weefmachine die ingesteld is met een vooropgestelde instelling van ogenblikken en/of periodes volgens figuur 2 en de werkwijze volgens de uitvinding geactiveerd wordt, hoeft niet noodzakelijk een werkwijze zoals verduidelijkt in figuren 3 tot 6 toegepast worden. Volgens een variante mogelijkheid wordt bij het aanleggen van de werkwijze volgens de uitvinding de vooropgestelde instelling volgens figuur 2 automatisch gewijzigd naar een nieuwe vooropgestelde instelling volgens figuur 7, waarbij tt26, tt27 en tt28 respectievelijk vroeger in de weefcyclus plaatsvinden dan t26, t27 en t28 zoals weergegeven in figuur 2. In dit geval wordt normalerwijze de toevoer van perslucht aan de stellen bijblazers 14, 15 en 16 respectievelijk op ogenblikken tt26, tt27 en tt28 onderbroken. Indien bijvoorbeeld vastgesteld wordt dat t20 en/of de tweede windingstijd t2w, na het ogenblik TG plaatsvinden, dan wordt bijvoorbeeld, overgeschakeld naar een vooropgesteld verloop voor het onderbreken van de toevoer van perslucht op ogenblikken t26, t27 of t28 analoog zoals weergegeven in figuur 2. In dit geval wordt initieel met vroeger onderbroken toevoer van de perslucht geweven en wordt slechts later onderbreken van de toevoer van perslucht toegepast als vastgesteld wordt dat een relatief trage inslagdraad doorheen het weefvak getransporteerd wordt. In dit geval wordt de periode dat perslucht toegevoerd wordt aan een aantal stellen bijblazers tijdens het transporteren van een trage inslagdraad verlengd. In beide gevallen wordt gekozen voor het vroegtijdig onderbreken als een inslagdraad voor het ogenblik TG een bepaalde positie bereikt en het laattijdig onderbreken als een inslagdraad na het ogenblik TG een bepaalde positie bereikt. Het bepalen van zowel t20 als t2w biedt als voordeel dat een foutieve meting op één van deze waarden kan uitgesloten worden door het tijdsverschil tussen beide te bepalen en te vergelijken met een verwachte of vooropgestelde waarde.If weaving is carried out with a weaving machine that is set with a pre-set setting of moments and / or periods according to figure 2 and the method according to the invention is activated, a method as explained in figures 3 to 6 need not necessarily be applied. According to a variant possibility, when applying the method according to the invention, the pre-set setting according to Figure 2 is automatically changed to a new pre-set setting according to Figure 7, wherein tt26, tt27 and tt28 respectively take place earlier in the weaving cycle than t26, t27 and t28 such as shown in Figure 2. In this case, the supply of compressed air to the sets of blowers 14, 15 and 16 is normally interrupted at times tt26, tt27 and tt28 respectively. For example, if it is determined that t20 and / or the second winding time t2w take place after the moment TG, then, for example, a switch is made to a predetermined course for interrupting the supply of compressed air at moments t26, t27 or t28 analogously as shown in Figure 2 In this case, the initial supply of the compressed air is woven and the supply of compressed air is only interrupted later if it is determined that a relatively slow weft thread is conveyed through the weaving section. In this case, the period that compressed air is supplied to a number of sets of blowers during the transport of a slow weft thread is extended. In both cases, the choice is made to prematurely interrupt if a weft thread reaches a certain position before the moment TG and the late interrupt if a weft thread reaches a certain position after the moment TG. Determining both t20 and t2w offers the advantage that an erroneous measurement at one of these values can be excluded by determining the time difference between the two and comparing it with an expected or proposed value.

Het is duidelijk dat de tijdsverschillen R26, R27 en R28 respectievelijk tussen tt26 en t26, tussen tt27 en t27 en tussen tt28 en t28 vooraf kunnen bepaald of ingesteld worden. Volgens een uitvoeringsvorm kunnen die waarden voor tijdsverschillen R26, R27 en R28 ook bepaald worden in relatie tot de periode dat een stel bijblazers van perslucht wordt voorzien, bijvoorbeeld als een percentage van die periode. Dit betekent R26 is een percentage van het tijdsverschil tussen s26 en tt26, R27 een percentage van het tijdsverschil tussen s27 en tt27 en R28 een percentage van het tijdsverschil tussen s28 en tt28. Men kan dit percentage laag, middelmatig of hoog kiezen, met andere woorden respectievelijk 10%, 20% of 30%. Het gebruik maken van een percentage is eenvoudig toe te passen en laat toe de instelling gemakkelijk in te geven.It is clear that the time differences R26, R27 and R28 can be predetermined or set between tt26 and t26, between tt27 and t27 and between tt28 and t28. According to an embodiment, those values for time differences R26, R27 and R28 can also be determined in relation to the period that a set of blowers is supplied with compressed air, for example as a percentage of that period. This means R26 is a percentage of the time difference between s26 and tt26, R27 is a percentage of the time difference between s27 and tt27 and R28 a percentage of the time difference between s28 and tt28. This percentage can be chosen as low, medium or high, in other words 10%, 20% or 30% respectively. Using a percentage is easy to apply and allows you to easily enter the setting.

Het is eveneens mogelijk die relatie te kiezen als een percentage dat afhankelijk is van de lengte van de periode waarbij een stel bijblazers wordt aangestuurd. Voor een stel bijblazers dat gedurende een langere periode wordt aangestuurd kan bijvoorbeeld een percentage van 25% voorzien worden, terwijl voor een stel bijblazers dat gedurende een kortere periode wordt aangestuurd een percentage van 10% wordt voorzien. Volgens een variante kan bijvoorbeeld voor het stel bijblazers 16 een percentage van 25% voorzien worden, terwijl voor de stellen bijblazers 14 en 15 een percentage van 10% wordt voorzien.It is also possible to choose that relationship as a percentage that depends on the length of the period in which a set of top-ups is controlled. For example, a percentage of 25% can be provided for a set of additional blowers that are controlled for a longer period, while a percentage of 10% is provided for a set of additional blowers that are controlled for a shorter period. According to a variant, a percentage of 25% can be provided for the set of additional blowers 16, while a percentage of 10% is provided for the sets of additional blowers 14 and 15.

In het vorige voorbeeld kan eveneens de tijd of de periode dat de toevoer verlengd wordt, bepaald worden in functie van het tijdsverschil tussen bijvoorbeeld het ogenblik t20 en het ogenblik TG, bijvoorbeeld als een periode gelijk aan een versterkingsfactor vermenigvuldigd met het voornoemde tijdsverschil. Proefondervindelijk werd vastgesteld dat als versterkingsfactor een waarde êên kan genomen worden. Volgens een andere mogelijkheid kan hiertoe ook een waarde twee, drie of nog een hoger getal genomen worden, bijvoorbeeld zelfs een waarde negen. Op analoge wijze kan het ogenblik TG vergeleken worden met het ogenblik t2w of t3w waarbij bijvoorbeeld de tweede of de derde winding wordt vastgesteld die langsheen de draadwachter 49 passeert.In the previous example, the time or the period that the supply is extended can also be determined as a function of the time difference between, for example, the moment t20 and the moment TG, for example as a period equal to an amplification factor multiplied by the aforementioned time difference. It was experimentally established that a value can be taken as the amplification factor. According to another possibility, a value two, three or even a higher number can be taken for this purpose, for example even a value nine. In an analogous manner, the moment TG can be compared with the moment t2w or t3w, for example determining the second or third turn that passes along the wire keeper 49.

Een goede werking van de werkwijze volgens de uitvinding kan bekomen worden indien een ogenblik TG gekozen wordt dat nagenoeg gelijk is aan de tijd voor het voorbij komen van een gemiddelde inslagdraad aan een bepaalde draadwachter 20 of 49. Het ogenblik TG kan bijvoorbeeld ingegeven worden via de ingave-eenheid 52. Het kan echter voordelig zijn het ogenblik TG door de stuureenheid 35 te laten optimaliseren of manueel door de bediener te laten aanpassen. Indien ervan uitgegaan wordt dat voor ongeveer 50% van de inserties het verloop van de toevoer van perslucht tijdens de insertie aangepast wordt, dit betekent bijvoorbeeld niet het normale vooropgestelde verloop zoals bijvoorbeeld het verloop van figuur 2 wordt aangewend, maar wel een gewijzigd verloop op basis van metingen tijdens de insertie zoals bijvoorbeeld in één van de figuren 3 tot 7 weergegeven. Dit kan resulteren in het feit dat voor elke insertie die sneller is dan een gemiddelde insertie de toevoer van perslucht eerder zal onderbroken worden en voor elke insertie die trager is Han een gemiddelde insertie de toevoer van perslucht niet eerder zal onderbroken worden. Proeven hebben uitgewezen dat het ogenblik TG best zo gekozen wordt dat voor tussen 30% en 50% van de inserties het onderbreken van de toevoer van perslucht vroeger in de weefcyclus zal plaats vinden dan voor de andere inserties. Dit betekent dat voor 30% tot 50% van de inserties een hoeveelheid perslucht kan gespaard worden. In dit geval functioneert de werkwijze volgens de uitvinding relatief goed.A good operation of the method according to the invention can be obtained if a moment TG is chosen that is substantially equal to the time for the passing of an average weft thread to a particular thread guard 20 or 49. The moment TG can for instance be entered via the input unit 52. However, it may be advantageous to have the control unit 35 optimize the moment TG or to have it adjusted manually by the operator. If it is assumed that for approximately 50% of the insertions the course of the supply of compressed air during the insertion is adjusted, this does not mean, for example, the normal predetermined course such as, for example, the course of Figure 2 is used, but a changed course based on of measurements during the insertion as shown, for example, in one of Figures 3 to 7. This can result in the fact that for every insertion that is faster than an average insertion, the supply of compressed air will be interrupted earlier and for every insertion that is slower, an average insertion will not interrupt the supply of compressed air sooner. Tests have shown that the moment TG is best chosen so that for between 30% and 50% of the insertions the interruption of the supply of compressed air will take place earlier in the weaving cycle than for the other insertions. This means that a quantity of compressed air can be saved for 30% to 50% of the insertions. In this case, the method according to the invention functions relatively well.

De stuureenheid 35 kan dit percentage tijdens het weven bepalen en bijvoorbeeld weergeven via een weergave-eenheid 53 zodat de bediener het ogenblik TG manueel kan controleren en zo nodig aanpassen. Uiteraard kan de stuureenheid 35 eveneens automatisch dit ogenblik TG aanpassen tot dit percentage tussen 30% en 50% ligt. De aangepaste waarde voor het ogenblik TG kan dan samen met de ingestelde waarde voor het ogenblik TG op de weergave-eenheid 53 weergegeven worden, zodat de bediener kan nagaan hoe de waarde van het ogenblik TG aangepast werd of geëvolueerd heeft.The control unit 35 can determine this percentage during weaving and, for example, display it via a display unit 53 so that the operator can manually check the moment TG and adjust it if necessary. Of course, the control unit 35 can also automatically adjust this moment TG until this percentage is between 30% and 50%. The adjusted value for the moment TG can then be displayed on the display unit 53 together with the set value for the moment TG, so that the operator can check how the value of the moment TG has been adjusted or has evolved.

Volgens een uitvoeringsvorm kan volgende werkwijze volgens de uitvinding aangewend worden. Vooreerst wordt bepaald indien een systeem gewenst wordt dat het onderbreken van de toevoer van perslucht aan bepaalde stellen bijblazers weinig of sterk zal beïnvloeden. Men kan kiezen voor een beperkte, middelmatige of sterke beïnvloeding van het onderbreken van de toevoer. Bij het voorbeeld van figuur 7 waarbij een vooropgestelde instelling van de ogenblikken en/of de periodes wordt gekozen waarbij de periodes relatief kort zijn, wordt in geval van beperkte beïnvloeding bijvoorbeeld het ogenblik TG als 99,5% van de gemiddelde tijd van t2w bepaald en wordt 10% verlenging (tijdsverschil R26, R27 en R28) van de periode van toevoeren van perslucht gekozen indien t2w later dan het ogenblik TG plaatsvindt. Indien een middelmatige beïnvloeding nagestreefd wordt, kan het ogenblik TG als 99% van de gemiddelde tijd van t2w gekozen worden en kan 20% verlenging van de voornoemde periode gekozen worden. In geval van een sterke beïnvloeding kan het ogenblik TG als 97% van de gemiddelde tijd van t2w gekozen worden en daarbij kan de voornoemde periode met 30% verlengd worden.According to an embodiment, the following method according to the invention can be used. First, it is determined if a system is desired that the interruption of the supply of compressed air to certain sets of blowers will have little or strong influence. One can choose for a limited, medium or strong influence on the interruption of the supply. For example, in the example of Figure 7 where a preset time and / or period setting is chosen where the periods are relatively short, the moment TG is determined as 99.5% of the average time of t2w in the case of limited influence, and 10% extension (time difference R26, R27 and R28) of the period of supply of compressed air is chosen if t2w occurs later than the moment TG. If a mediocre influence is sought, the moment TG can be chosen as 99% of the average time of t2w and a 20% extension of the aforementioned period can be chosen. In the event of a strong influence, the moment TG can be chosen as 97% of the average time of t2w and the aforementioned period can be extended by 30%.

Volgens een variante mogelijkheid kan bij een beperkte beïnvloeding het ogenblik TG als 99,5% van de voornoemde gemiddelde tijd gekozen worden en kan een verlenging van de voornoemde periode (tijdsverschil R26, R27 en R28) als één maal het tijdsverschil tussen t2w en TG gekozen worden. Bij een middelmatige beïnvloeding kan het ogenblik TG als 99% van de voornoemde gemiddelde tijd ingesteld worden en kan de voornoemde verlenging bijvoorbeeld als drie maal het tijdsverschil tussen t2w en TG gekozen worden. Bij een sterke beïnvloeding kan het ogenblik TG als 97% van de voornoemde gemiddelde tijd ingesteld worden en kan de voornoemde verlenging bijvoorbeeld als negen maal het tijdsverschil tussen t2w en TG ingesteld worden. In plaats van één maal, drie maal en negen maal kan eveneens een andere waarde als versterkingsfactor ingesteld of gekozen worden. Volgens een variante mogelijkheid kan elke voornoemde periode gradueel verlengd worden afhankelijk van of in een relatie tot het voornoemde tijdsverschil.According to a variant possibility, with a limited influence, the moment TG can be chosen as 99.5% of the aforementioned average time and an extension of the aforementioned period (time difference R26, R27 and R28) can be chosen as one time the time difference between t2w and TG to become. In the case of a moderate influence, the instant TG can be set as 99% of the aforementioned average time and the aforementioned extension can be chosen, for example, as three times the time difference between t2w and TG. In the case of a strong influence, the instant TG can be set as 97% of the aforementioned average time and the aforementioned extension can be set, for example, as nine times the time difference between t2w and TG. Instead of once, three times and nine times, a different value can also be set or chosen as the amplification factor. According to a variant possibility, each of the aforementioned periods can be gradually extended depending on or in relation to the aforementioned time difference.

Als aanvulling op de voornoemde werkwijze kan zoals weergegeven in figuur 8 een verlenging van een voornoemde periode, meer in het bijzonder van een blok 41, 42 of 43 met een tijdsverschil F26, F27 en F28 plaatsvinden. Dergelijk tijdsverschil kan bepaald worden als een versterkingsfactor maal het tijdsverschil tussen bijvoorbeeld t2w en TG. Uiteraard kan hiertoe ook gebruik worden gemaakt van een tijdsverschil tussen enerzijds TG en anderzijds een ogenblik zoals tlw, t3w, tl9# t20 of nog een ander ogenblik. Een versterkingsfactor kan hierbij bijvoorbeeld ingesteld worden voor een bepaald toerental van de weefmachine. Bijvoorbeeld bij 1200 toeren/minuut kan de versterkingsfactor respectievelijk voor een beperkte, middelmatige of sterke beïnvloeding ingesteld worden als "1,5", "3" of "4,5". Indien men vervolgens weeft bij een ander toerental wordt dergelijke versterkingsfactor automatisch door de stuureenheid 35 aangepast, bijvoorbeeld omgekeerd proportioneel met dit toerental. Dit betekent in het weergegeven voorbeeld dat bij 600 toeren/minuut de versterkingsfactor door de stuureenheid 35 respectievelijk als "3", "6" of "9" zal worden ingesteld. Dit biedt als voordeel dat een verlenging met een tijdsverschil F26, F27 of F28 van het blazen dat ontstaat ten gevolge van een bepaald gemeten tijdsverschil, bijvoorbeeld het gemeten tijdsverschil tussen TG en T2w, hierbij zal aanleiding geven tot een verlenging van het blazen dat bij eenzelfde gemeten tijdsverschil zal resulteren in nagenoeg een verlenging van het blazen dat overeenstemt met nagenoeg eenzelfde aantal krukgraden van de weefmachine. Meer in het bijzonder indien bijvoorbeeld bij 600 toeren/minuut bij een lage beïnvloeding 1 msec te traag (na TG) wordt vastgesteld, dan wordt hierbij met 3 msec langer geblazen, hetgeen hierbij overeenstemt met ongeveer 12 krukgraden van de weefmachine. Indien hetzelfde gemeten tijdsverschil van 1 msec bij 1200 toeren/minuut wordt vastgesteld, zal hierdoor slechts 1,5 msec langer geblazen worden, hetgeen eveneens met ongeveer 12 krukgraden van de weefmachine zal overeenstemmen. De versterkingsfactor die hierbij in functie van het toerental wordt aangepast, kan eveneens volgens een andere functie worden aangepast. Dergelijke functie is zodoende niet beperkt tot een voornoemde omgekeerd proportionele functie, maar kan eveneens volgens een andere formule worden aangepast die bijvoorbeeld ook zal resulteren in het gedurende een aantal krukgraden van de weefmachine langer blazen van een stel bijblazers bij een bepaald gemeten tijdsverschil.In addition to the aforementioned method, as shown in Figure 8, an extension of a aforementioned period, more particularly of a block 41, 42 or 43 with a time difference F26, F27 and F28, can take place. Such a time difference can be determined as an amplification factor times the time difference between, for example, t2w and TG. Of course, a time difference can also be used for this purpose between TG on the one hand and a moment such as tlw, t3w, tl9 # t20 or another moment on the other. A gain factor can for instance be set for a specific speed of the weaving machine. For example, at 1200 rpm, the gain can be set as "1.5", "3" or "4.5" for a limited, medium or strong influence, respectively. If one then weaves at a different speed, such gain is automatically adjusted by the control unit 35, for example inversely proportional to this speed. In the example shown this means that at 600 revolutions / minute the gain factor will be set by the control unit 35 as "3", "6" or "9" respectively. This offers the advantage that an extension with a time difference F26, F27 or F28 of the blowing resulting from a certain measured time difference, for example the measured time difference between TG and T2w, will give rise to an extension of the blowing that at the same measured time difference will result in substantially an extension of the blowing corresponding to substantially the same number of crank degrees of the weaving machine. More in particular if, for example, at 600 revolutions per minute at a low influence 1 msec is found to be too slow (after TG), the blowing is then 3 msec longer, which corresponds to approximately 12 crank degrees of the weaving machine. If the same measured time difference of 1 msec at 1200 rpm is determined, this will only blow 1.5 msec longer, which will also correspond to approximately 12 crank degrees of the weaving machine. The gain factor that is adjusted here as a function of the speed can also be adjusted according to another function. Such a function is therefore not limited to a aforementioned inversely proportional function, but can also be adapted according to another formula which, for example, will also result in a set of blowers being extended longer during a number of crank degrees of the weaving machine at a determined measured time difference.

Zoals verder aangeduid in figuur 8 wordt eveneens een tijdsverschil V26, V27 en V28 aangewend, dat aanleiding geeft tot het onderbreken van de toevoer van perslucht op ogenblikken t26, t27 of t28 die nagenoeg overeenstemmen met die van figuur 2. Indien bijvoorbeeld F26 op een wijze zoals voornoemd bepaald groter zou worden dan V26, dan wordt de verlenging beperkt tot V26. Op gelijkaardige wijze kan de waarde van F27 of F28 beperkt worden tot de waarde van V27 en V28. Dit laatste biedt net als de uitvoeringsvorm van figuur 4 als voordeel dat de periode volgens een bepaald algoritme kan verlengd worden, maar nooit wesenlijk langer wordt dan bij bijvoorbeeld een instelling zoals weergegeven in figuur 2. Het verlengen van de voornoemde periode biedt als voordeel dat een trage inslagdraad aanleiding zal geven tot het aanpassen van de ogenblikken voor het onderbreken van de toevoer van perslucht. Het is duidelijk dat volgens een variante mogelijkheid een dergelijke versterkingsfactor die functie is van het toerental van de weefmachine op een gelijkaardige wijze kan aangewend worden voor het verkorten van de periode voor de toevoer van perslucht.As further indicated in Fig. 8, also a time difference V26, V27 and V28 is used, which gives rise to the interruption of the supply of compressed air at moments t26, t27 or t28 which substantially correspond to that of Fig. 2. If, for example, F26 in a manner as the aforementioned would become greater than V26, then the extension is limited to V26. Similarly, the value of F27 or F28 can be limited to the value of V27 and V28. Like the embodiment of Figure 4, the latter offers the advantage that the period can be extended according to a certain algorithm, but never becomes substantially longer than, for example, a setting as shown in Figure 2. Extending the aforementioned period offers the advantage that a period slow weft thread will give cause to adjust the moments for interrupting the supply of compressed air. It is clear that according to a variant possibility such a gain factor that is a function of the speed of the weaving machine can be used in a similar manner to shorten the period for the supply of compressed air.

In figuur 9 is nog een variante weergegeven waarbij de waarden V26, V27 en V28 voor het beperken van respectievelijk het tijdsverschil F26# F27 of F28 relatief willekeurig kunnen gekozen worden. Dit laat toe de stellen bijblazers respectievelijk te laten blazen tot maximaal het ogenblik TM26, TM27 of TM28 wordt bereikt. Dit biedt als voordeel dat TM26, TM27 en TM 28 later kunnen gekozen worden als t26, t27 of t2 8 bij het voorbeeld van figuur 8, met andere woorden dat die niet direct in verband staan met t26, t27 of t28 van figuur 2. Dit laat toe relatief trage inslagdraden toch nog te kunnen weven. Volgens een variante mogelijkheid kunnen bijvoorbeeld de waarden TM26, TM27 en TM28 gelijk aan elkaar gekozen worden.Figure 9 shows another variant in which the values V26, V27 and V28 for limiting the time difference F26 # F27 or F28 can be selected relatively randomly. This makes it possible to let the sets of blowers blow respectively until the moment TM26, TM27 or TM28 is reached. This offers the advantage that TM26, TM27 and TM 28 can later be chosen as t26, t27 or t2 8 in the example of figure 8, in other words that they are not directly related to t26, t27 or t28 of figure 2. This allows you to still weave relatively slow weft threads. According to a variant possibility, for example, the values TM26, TM27 and TM28 can be chosen equal to each other.

Het is duidelijk indien gekozen wordt voor het verkorten van de periode zoals weergegeven in figuur 6, bij een beperkte beïnvloeding bijvoorbeeld het ogenblik TG als 100,5% van de voornoemde gemiddelde tijd kan genomen worden, bij een middelmatige beïnvloeding het ogenblik TG als 101% daarvan genomen kan worden en bij een sterke beïnvloeding het ogenblik TG als 103% daarvan genomen kan worden. De waarden Q26, Q27 en Q28 kunnen uiteraard passend gekozen en/of ingesteld worden.It is clear if a choice is made to shorten the period as shown in Figure 6, for example with a limited influence the moment TG can be taken as 100.5% of the aforementioned average time, with a moderate influence the moment TG can be taken as 101% can be taken and with a strong influence the moment TG can be taken as 103%. The values Q26, Q27 and Q28 can of course be appropriately selected and / or set.

Het is duidelijk dat combinaties van de voornoemde voorbeelden eveneens mogelijk zijn en deel uitmaken van de beschrijving van de huidige uitvinding. Hierbij kan uiteraard proefondervindelijk een passend ogenblik TG bepaald worden in relatie tot de gemiddelde tijd dat een inslagdraad aan een bepaalde draadwachter voorbij komt, zodat een bepaald percentage van de inserties met minder perslucht wordt geweven. De bediener of de stuureenheid 35 van de weefmachine kan hierbij nagaan of de beste resultaten met een beperkte, middelmatige of sterke beïnvloeding worden bekomen, met andere woorden of een hoeveelheid perslucht kan worden gespaard zonder wezenlijke invloed op de transport en het nastrekken van de inslagdraad.It is clear that combinations of the aforementioned examples are also possible and form part of the description of the present invention. In this case, of course, an appropriate moment TG can be determined experimentally in relation to the average time that a weft thread passes by a certain thread guard, so that a certain percentage of the insertions are woven with less compressed air. The operator or control unit 35 of the weaving machine can thereby check whether the best results are obtained with a limited, medium or strong influence, in other words whether a quantity of compressed air can be saved without substantial influence on the transport and the retraction of the weft thread.

Volgens de uitvinding wordt het ogenblik van de signalen van de draadwachters 18, 19, 20, 34 en/of van de draadwachters 49 gemeten en aangewend om de bijblazers te sturen. Hierbij wordt, tenzij voor het bepalen van het ogenblik TG, niet direct gebruik gemaakt van gemiddelden over meerdere inbrengen van ins1agdraden, maar wordt slechts rekening gehouden met minstens êën meting gedurende het inbrengen van de inslagdraad zelf. Dit betekent dat metingen gedurende de insertie zelf voor gevolg hebben dat al dan niet vroegtijdig de toevoer van perslucht zal onderbroken worden. Die metingen van ogenblikken dat de betreffende inslagdraad aan een draadwachter voorbij komt kunnen uiteraard vergeleken worden met standaardwaarden die in de stuureenheid 35 zijn opgeslagen. Uiteraard kunnen ook gemiddelden bepaald worden om na te gaan of een meting tijdens een insertie correct verloopt en kan bijvoorbeeld bij een niet correcte meting een aanpassing op het resultaat van die meting uitgevoerd worden, bijvoorbeeld rekening houdende met formules van de statistiek.According to the invention, the moment of the signals from the wire guards 18, 19, 20, 34 and / or from the wire guards 49 is measured and used to control the blowers. Hereby, unless for determining the moment TG, averages over multiple insertions of weft threads are not directly used, only at least one measurement during the insertion of the weft thread itself is taken into account. This means that measurements during the insertion itself have the consequence that the supply of compressed air will be interrupted early or not. Those measurements of moments when the weft thread concerned passes by a thread guard can of course be compared with standard values stored in the control unit 35. Of course, averages can also be determined to check whether a measurement is correct during an insertion and, for example, in the event of an incorrect measurement, an adjustment can be made to the result of that measurement, for example taking into account formulas of statistics.

Het is eveneens duidelijk dat voor elk type inslagdraad 4, 5 een eigen vloeischema voor de toevoer van perslucht aan opeenvolgende bijblazers kan voorzien worden. Dit laatste is vooral van toepassing indien verschillende inslagdraden met een andere weefsnelheid of transportsnelheid worden geweven, meer in het bijzonder wanneer de snelheid van de weefmachine aangepast wordt aan de in te brengen inslagdraad. Bovendien kan voor elk type inslagdraad 4, 5 een eigen functie voorzien worden om het vroeger of het later onderbreken van de toevoer van perslucht te bepalen in functie van metingen op de ingebrachte inslagdraad 4, 5 zelf tijdens het inbrengen ervan. Hierbij kan bijvoorbeeld elk type inslagdraad van perslucht voorzien worden volgens één van de uitvoeringsvormen volgens figuren 3 tot 7 of combinaties ervan.It is also clear that for each type of weft thread 4, 5 a separate flow diagram can be provided for the supply of compressed air to successive blowers. The latter is especially applicable if different weft threads are woven with a different weaving speed or conveying speed, more particularly when the speed of the weaving machine is adapted to the weft thread to be introduced. In addition, a separate function can be provided for each type of weft thread 4, 5 to determine the earlier or later interruption of the supply of compressed air as a function of measurements on the inserted weft thread 4, 5 itself during its introduction. Here, for example, any type of weft thread can be provided with compressed air according to one of the embodiments according to figures 3 to 7 or combinations thereof.

Het is voordelig voor het toepassen van de werkwijze volgens de uitvinding om zo veel mogelijk metingen op de ingebrachte inslagdraad uit te voeren, bijvoorbeeld zowel metingen met draadwachters 18, 19, 20 en 49 op eenzelfde inslagdraad uit te voeren. In dit geval is het mogelijk een foutieve meting te detecteren en het vroegtijdig of laattijdig onderbreken van de toevoer van perslucht aan een stel bijblazers alleen uit te voeren indien met relatief grote zekerheid gemeten werd dat het een snelle of trage inslagdraad betreft. Het sturen van het ogenblik dat de toevoer van perslucht aan één of meerdere stellen bijblazers vroegtijdig of laattijdig wordt onderbroken tijdens het inbrengen van een beperkt aantal snelle inslagdraad biedt als voordeel dat perslucht die niet bijdraagt tot het inbrengen van een inslagdraad en/of tot het nastrekken van de inslagdraad kan gespaard worden en zodoende geweven kan worden met minder luchtverbruik.It is advantageous for applying the method according to the invention to carry out as many measurements as possible on the weft thread introduced, for example to perform measurements with thread guards 18, 19, 20 and 49 on the same weft thread. In this case, it is possible to detect an erroneous measurement and to perform the premature or late interruption of the supply of compressed air to a set of blowers only if it was measured with relatively high certainty that it is a fast or slow weft thread. Controlling the moment that the supply of compressed air to one or more sets of blowers is interrupted prematurely or late during the introduction of a limited number of fast weft threads offers the advantage that compressed air that does not contribute to the introduction of a weft thread and / or to retraction of the weft thread can be saved and thus woven with less air consumption.

Het is duidelijk dat een stel bijblazers kan bestaan uit minstens één enkele bijblazer of een aantal bijblazers die via een bepaald afsluitventiel met een persluchtbron zijn verbonden. De toevoerinrichtingen voor perslucht aan de hoofdblazers, bijblazers en strekblazer zijn uiteraard niet beperkt tot de weergegeven afsluitventielen, smoorventielen en persluchtbron, maar kunnen vervangen worden door eender welke toevoerinrichting die de toevoer van perslucht kan instellen, sturen of regelen.It is clear that a set of blowers can consist of at least one single blower or a number of blowers connected to a compressed air source via a specific shut-off valve. The compressed air supply devices to the main blowers, secondary blowers and blower blowers are of course not limited to the shut-off valves, throttle valves and compressed air source shown, but can be replaced by any supply device that can adjust, control or regulate the supply of compressed air.

Niettegenstaande in de voornoemde beschrijving van drie soorten beïnvloedingen wordt gesproken, namelijk een sterke, middelmatige of beperkte beïnvloeding, is het duidelijk dat volgens een variante alleen twee soorten of zelfs vier of meer soorten beïnvloedingen kunnen voorzien worden, bijvoorbeeld een heel sterke, sterke, middelmatige, beperkte en heel beperkte beïnvloeding.Notwithstanding the fact that three types of influence are mentioned in the aforementioned description, namely a strong, medium or limited influence, it is clear that, according to a variant, only two types or even four or more types of influences can be envisaged, for example a very strong, strong, medium , limited and very limited influence.

Het bepalen van het ogenblik TG in relatie tot een gemiddeld ogenblik dat een inslagdraad aan een draadwachter 20,49 voorbij komt, is uiteraard niet beperkt tot een percentage maar kan eveneens volgens een andere formule of statistisch gebeuren.Determining the moment TG in relation to an average moment that a weft thread passes by a thread guard 20.49 is of course not limited to a percentage, but can also be done according to another formula or statistically.

Het is duidelijk dat de luchtweefmachine niet beperkt is tot een luchtweefmachine waarbij een inslagdraad met perslucht in een geleidingskanaal 11 wordt geblazen. De stellen bijblazers van de luchtweefmachine kunnen eveneens blazen op een houder voor een inslagdraad die een inslagdraad doorheen het weefvak transporteert. Tevens kan in plaats van normale perslucht eender welk fluïdum aangewend worden voor het inbrengen van een inslagdraad in een weefvak van een dergelijke weefmachine. Hierbij is het tevens mogelijk normale perslucht aan te wenden die gemengd wordt met een gas, een vloeistof of een damp.It is clear that the air-weaving machine is not limited to an air-weaving machine in which a weft thread with compressed air is blown into a guide channel 11. The sets of blowers of the air weaving machine can also blow on a holder for a weft thread that transports a weft thread through the weaving section. Also, instead of normal compressed air, any fluid can be used for introducing an weft thread into a weaving section of such a weaving machine. Hereby it is also possible to use normal compressed air that is mixed with a gas, a liquid or a vapor.

Het is duidelijk dat niettegenstaande in de weergegeven beschrijving van tijd wordt gesproken, deze tijd ook uitgedrukt kan worden in krukgraden van de weefmachine. Hierbij komt bijvoorbeeld een krukgraad van de weefmachine overeen met een aantal milliseconden of komt een milliseconde overeen met een aantal krukgraden.It is clear that, although the description of time is mentioned, this time can also be expressed in crank degrees of the weaving machine. Here, for example, a crank degree of the weaving machine corresponds to a number of milliseconds or a millisecond corresponds to a number of crank degrees.

De werkwijze en de luchtweefmachine volgens de in de conclusies weergegeven uitvinding zijn niet beperkt tot de weergegeven en beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar kunnen eveneens varianten en combinaties ervan bevatten die onder de conclusies vallen.The method and the air-weaving machine according to the invention shown in the claims are not limited to the illustrated and described exemplary embodiments, but may also contain variants and combinations thereof covered by the claims.

Claims (14)

1. Werkwijze voor het inbrengen van een inslagdraad (4,5) bij een luchtweefmachine, waarbij de werkwijze het bepalen bevat van een ogenblik (T26,T27,T28) dat de toevoer van perslucht aan een stel bijblazers (12,13,14,15,16,17) wordt onderbroken in functie van metingen op de getransporteerde inslagdraad (4,5) tijdens het transporteren van die inslagdraad (4,5), daardoor gekenmerkt dat de werkwijze gebruik maakt van een versterkingsfactor in functie van het toerental van de weefmachine.A method for introducing a weft thread (4,5) into an air-weaving machine, the method comprising determining a moment (T26, T27, T28) that the supply of compressed air to a set of blowers (12,13,14, 15,16,17) is interrupted as a function of measurements on the transported weft thread (4,5) during the transport of said weft thread (4,5), characterized in that the method uses a gain factor as a function of the speed of rotation of the weft thread (4,5). weaving machine. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de toevoer van perslucht aan een stel bijblazers (13,14,15,16) onderbroken wordt een zekere tijd nadat een inslagdraad (4,5) aan een bepaald stel bijblazers (13,14) voorbij komt.Method according to claim 1, characterized in that the supply of compressed air to a set of blowers (13, 14, 15, 16) is interrupted a certain time after an weft thread (4, 5) to a certain set of blowers (13, 14) passes by. 3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze het meten bevat van het ogenblik dat een inslagdraad (4,5) aan een draadwachter (18,19,20) voorbij komt.Method according to claim 1 or 2, characterized in that the method comprises measuring the moment that a weft thread (4,5) passes by a thread guard (18, 19, 20). 4. Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 3, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze het meten bevat van het ogenblik dat een winding (51) aan een draadwachter (49) voorbij komt.Method according to one of claims 1 to 3, characterized in that the method comprises measuring the moment that a winding (51) passes over a wire keeper (49). 5. Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze het instellen en/of het aanpassen en/of het automatisch instellen en/of het automatisch aanpassen van een ogenblik (TG) bevat dat toelaat voor een bepaald percentage van de inserties het onderbreken eerder te laten plaatsvinden dan voor andere inserties.Method according to one of claims 1 to 4, characterized in that the method comprises adjusting and / or adjusting and / or automatically adjusting and / or automatically adjusting a moment (TG) that allows for a certain percentage of allowing the interrupting to take place earlier than for other insertions. 6. Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 5, daardoor gekenmerkt dat het ogenblik (TG) wordt bepaald in relatie tot een gemiddeld ogenblik dat een inslagdraad aan een draadwachter (20,49) voorbij komt.Method according to one of claims 1 to 5, characterized in that the moment (TG) is determined in relation to an average moment that a weft thread passes by a thread guard (20.49). 7. Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 6, daardoor gekenmerkt dat het ogenblik (TG) wordt bepaald als een percentage ten opzichte van een gemiddeld ogenblik dat een inslagdraad aan een draadwachter (20,49) voorbij komt.Method according to one of claims 1 to 6, characterized in that the moment (TG) is determined as a percentage with respect to an average moment that a weft thread passes by a thread guard (20.49). 8. Werkwijze volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat het percentage afhankelijk is van de ingestelde wijze van beïnvloeding van de toevoer van perslucht aan een stel bijblazers.Method according to claim 7, characterized in that the percentage depends on the adjusted method of influencing the supply of compressed air to a set of additional blowers. 9. Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 8, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze het instellen bevat van een wijze van beïnvloeding van de toevoer van perslucht aan een stel bijblazers (12,13,14,15,16,17).Method according to one of claims 1 to 8, characterized in that the method comprises adjusting a method of influencing the supply of compressed air to a set of blowers (12, 13, 14, 15, 16, 17). 10. Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 9, daardoor gekenmerkt dat gebruik gemaakt wordt van een versterkingsfactor en/of een ingesteld percentage en/of een ingestelde waarde en/of een gemeten tijdsverschil.Method according to one of claims 1 to 9, characterized in that use is made of a gain factor and / or a set percentage and / or a set value and / or a measured time difference. 11. Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 10, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze het voorzien bevat van vooropgestelde ogenblikken en/of periodes dat de toevoer van perslucht aan een stel bijblazers (12,13,14,15,16,17) wordt voorzien en het vroegtijdig of laattijdig onderbreken van de toevoer van perslucht aan een stel bijblazers (12,13,14,15,16,17) in functie van metingen op de getransporteerde inslagdraad (4,5) tijdens het transporteren van die inslagdraad (4,5).Method according to one of claims 1 to 10, characterized in that the method comprises providing predetermined moments and / or periods when the supply of compressed air to a set of additional blowers (12, 13, 14, 15, 16, 17) is and prematurely or late interruption of the supply of compressed air to a set of blowers (12,13,14,15,16,17) as a function of measurements on the transported weft thread (4,5) during transport of that weft thread (4 , 5). 12. Luchtweefmachine voorzien van bijblazers voor het toepassen van een werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 11, daardoor gekenmerkt dat de luchtweefmachine een inrichting bevat voor de toepassing van een werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 11.Air weaving machine provided with additional blowers for applying a method according to one of claims 1 to 11, characterized in that the air weaving machine comprises a device for applying a method according to one of claims 1 to 11. 13. Luchtweefmachine volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat de inrichting een stuureenheid (35) en meerdere door de stuureenheid (35) stuurbare afsluitventielen (24,25,26,27,28,29) bevat.Air-weaving machine according to claim 12, characterized in that the device comprises a control unit (35) and a plurality of shut-off valves (24, 25, 26, 28, 28, 29) controllable by the control unit (35). 14. Luchtweefmachine volgens conclusie 12 of 13, daardoor gekenmerkt dat de inrichting een ogenblik (TG) kan bepalen en/of opslaan.Air weaving machine according to claim 12 or 13, characterized in that the device can determine and / or store a moment (TG).
BE200600122A 2005-11-21 2006-02-24 Introducing method for weft thread in an air weaving machine by determining an instant when the supply of compressed air to one set of auxiliary blowers is interrupted to control measurements on the transported weft thread BE1017021A6 (en)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE200600122A BE1017021A6 (en) 2006-02-24 2006-02-24 Introducing method for weft thread in an air weaving machine by determining an instant when the supply of compressed air to one set of auxiliary blowers is interrupted to control measurements on the transported weft thread
JP2008541626A JP5216990B2 (en) 2005-11-21 2006-11-20 Method of introducing weft yarn in an air jet loom and an air jet loom
PCT/EP2006/011106 WO2007057217A1 (en) 2005-11-21 2006-11-20 Method for introducing a weft thread in an air weaving machine and air weaving machine
EP06829077.4A EP1951941B1 (en) 2005-11-21 2006-11-20 Method for introducing a weft thread in an air weaving machine and air weaving machine
CN2006800433961A CN101313095B (en) 2005-11-21 2006-11-20 Method for introducing a weft thread in an air weaving machine and air weaving machine
US12/084,900 US7819142B2 (en) 2005-11-21 2006-11-20 Method for introducing a weft thread in an air weaving machine and air weaving machine

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE200600122 2006-02-24
BE200600122A BE1017021A6 (en) 2006-02-24 2006-02-24 Introducing method for weft thread in an air weaving machine by determining an instant when the supply of compressed air to one set of auxiliary blowers is interrupted to control measurements on the transported weft thread

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1017021A6 true BE1017021A6 (en) 2007-12-04

Family

ID=38792498

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE200600122A BE1017021A6 (en) 2005-11-21 2006-02-24 Introducing method for weft thread in an air weaving machine by determining an instant when the supply of compressed air to one set of auxiliary blowers is interrupted to control measurements on the transported weft thread

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1017021A6 (en)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1016504A3 (en) METHOD FOR INSERTING AN IMPRESSION THREAD IN A WEAVING MACHINE
EP1951941B1 (en) Method for introducing a weft thread in an air weaving machine and air weaving machine
US4673004A (en) Adjustable control of the weft on a weaving loom
BE1006295A3 (en) Method and device for registering wire fracture characteristics of looms.
JP2008190108A (en) Method and apparatus for insertion of weft thread in weaving machine
BE1016857A3 (en) Introducing method for weft thread in an air weaving machine by determining an instant when the supply of compressed air to one set of auxiliary blowers is interrupted to control measurements on the transported weft thread
JP5901031B2 (en) Method and apparatus for controlling a jet loom
BE1002819A3 (en) Method for weaving a fabric WITH TISSUE PATTERN AND LOOMS APPLYING THIS PROCESS.
BE1004150A3 (en) Method and apparatus for supplying weft yarn to the shed in a weaving machine.
BE1016639A6 (en) METHOD FOR INSERTING IMPACT WIRES
BE1017021A6 (en) Introducing method for weft thread in an air weaving machine by determining an instant when the supply of compressed air to one set of auxiliary blowers is interrupted to control measurements on the transported weft thread
US7073399B2 (en) Yarn processing system
BE1013392A3 (en) METHOD AND DEVICE FOR MAKING A loom.
BE1016322A3 (en) Control device in a jet loom for insert woof thread.
US5107902A (en) Method for controlling weft thread insertion timing in an air jet loom
BE1018762A3 (en) METHOD FOR INSERTING AN IMPRESSION THREAD AND AERIAL WEAVING MACHINE.
BE1017721A6 (en) Introducing method for weft thread in an air weaving machine by determining an instant when the supply of compressed air to one set of auxiliary blowers is interrupted to control measurements on the transported weft thread
BE1023583B1 (en) Process for introducing a weft thread
KR940010634B1 (en) Fluid jet loom and method of operating same
BE1021879B1 (en) STRETCHING DEVICE FOR A WINDING WIRE
CZ2019373A3 (en) Jet weaving machine for producing beaded fabrics
JP7263767B2 (en) Filter clogging detector for air jet loom
JP2008115495A (en) Method for detecting abnormality in flow control valve of air jet loom
US4903914A (en) Warping yarn accumulator
EP3147397A1 (en) Weaving management method and weaving management apparatus for tire cord fabric weaving loom

Legal Events

Date Code Title Description
RE20 Patent expired

Owner name: *PICANOL N.V.

Effective date: 20120224