BE1022812B1 - AUXILIARY NOZZLE FOR A WEAVING MACHINE - Google Patents

AUXILIARY NOZZLE FOR A WEAVING MACHINE Download PDF

Info

Publication number
BE1022812B1
BE1022812B1 BE2015/0101A BE201500101A BE1022812B1 BE 1022812 B1 BE1022812 B1 BE 1022812B1 BE 2015/0101 A BE2015/0101 A BE 2015/0101A BE 201500101 A BE201500101 A BE 201500101A BE 1022812 B1 BE1022812 B1 BE 1022812B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
holes
hollow needle
elementary
side wall
blowing nozzle
Prior art date
Application number
BE2015/0101A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
BE1022812A1 (en
Inventor
Bart Lecluyse
Chris Delanote
Original Assignee
Picanol Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Picanol Nv filed Critical Picanol Nv
Priority to BE2015/0101A priority Critical patent/BE1022812B1/en
Priority to CN201680014906.6A priority patent/CN107407019A/en
Priority to EP16707792.4A priority patent/EP3268524B1/en
Priority to PCT/EP2016/054569 priority patent/WO2016142273A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1022812B1 publication Critical patent/BE1022812B1/en
Publication of BE1022812A1 publication Critical patent/BE1022812A1/en

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/28Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed
    • D03D47/30Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed by gas jet
    • D03D47/3006Construction of the nozzles
    • D03D47/302Auxiliary nozzles

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)

Abstract

Weefmachine, werkwijze en hulpblaasmondstuk voor het ondersteunen van een inslagdraad (1, 2) dat een holle naald (11) bevat, waarbij de holle naald (11) een top (12), een uitstroomopening (13) voor een luchtstraal (7) en een zijwand (14) bevat, waarbij de uitstroomopening (13) is aangebracht om de luchtstraal (7) naar een inslaginsertiekanaal (4) te richten, waarbij de uitstroomopening (13) samengesteld is uit een aantal elementaire gaatjes (15) met rechte mantelvlakken (17) en waarbij de elementaire gaatjes (15) gevormd zijn door lasersnijden in de zijwand (14) en aangebracht zijn in een mozaïekpatroon voor het maximaliseren van de totale doorstroomsectie van de uitstroomopening (13).Weaving machine, method and auxiliary blowing nozzle for supporting a weft thread (1, 2) containing a hollow needle (11), the hollow needle (11) having a tip (12), an outflow opening (13) for an air jet (7) and comprises a side wall (14), wherein the outflow opening (13) is arranged to direct the air jet (7) towards an impact insertion channel (4), the outflow opening (13) being composed of a number of elementary holes (15) with straight lateral surfaces ( 17) and wherein the elementary holes (15) are formed by laser cutting in the side wall (14) and arranged in a mosaic pattern to maximize the total flow section of the outflow opening (13).

Description

Hulpblaasmondstuk voor een weefmachine.Auxiliary blowing nozzle for a weaving machine.

Technisch gebied en stand van de techniek.Technical field and state of the art.

[0001] De uitvinding betreft een hulpblaasmondstuk voor het ondersteunen van een inslagdraad in een weefmachine, welk hulpblaasmondstuk een holle naald bevat, waarbij de holle naald een top en een uitstroomopening voor een luchtstraal bevat, waarbij de uitstroomopening voorzien is in een zijwand nabijgelegen aan de top en aangebracht is om de luchtstraal naar een inslaginsertiekanaal te richten wanneer het hulpblaasmondstuk op de weefmachine is gemonteerd. De uitvinding betreft tevens een werkwijze voor het vervaardigen van een hulpblaasmondstuk en een weefmachine voorzien van minstens één hulpblaasmondstuk.The invention relates to an auxiliary blowing nozzle for supporting a weft thread in a weaving machine, which auxiliary blowing nozzle comprises a hollow needle, wherein the hollow needle comprises a tip and an outflow opening for an air jet, the outflow opening being provided in a side wall adjacent to the and is arranged to direct the air jet to an impact insertion channel when the auxiliary blowing nozzle is mounted on the weaving machine. The invention also relates to a method for manufacturing an auxiliary blowing nozzle and a weaving machine provided with at least one auxiliary blowing nozzle.

[0002] Hulpblaasmondstukken, ook bijblaasmondstukken genoemd, zijn bedoeld om een inslagdraad tijdens het inbrengen van de inslagdraad in het weefvak van een weefmachine te ondersteunen. Hiertoe zijn een aantal hulpblaasmondstukken verdeeld aangebracht over de breedte van het inslaginsertiekanaal van het riet van de weefmachine.Auxiliary blow nozzles, also called blow nozzles, are intended to support a weft thread during insertion of the weft thread into the weaving section of a weaving machine. For this purpose a number of auxiliary blowing nozzles are arranged distributed over the width of the weft insertion channel of the reed of the weaving machine.

[0003] Hulpblaasmondstukken zijn bijvoorbeeld geopenbaard in US 3,978,896, waarbij de uitstroomopening uit een aantal dicht bij elkaar gelegen elementaire gaatjes is samengesteld.Auxiliary blow nozzles are disclosed, for example, in US 3,978,896, wherein the outflow opening is composed of a number of closely spaced elemental holes.

[0004] CH 656 905 A5 openbaart een hulpblaasmondstuk, waarbij een aantal buisvormige elementen met hun buitenoppervlakken met elkaar verbonden zijn, in de uitstroomopening zijn aangebracht om kleine kanalen te vormen. De buisvormige elementen hebben een ronde of een zeskant dwarsdoorsnede.CH 656 905 A5 discloses an auxiliary blowing nozzle, wherein a number of tubular elements are connected to each other with their outer surfaces, are arranged in the outflow opening to form small channels. The tubular elements have a round or hexagonal cross section.

[0005] Het voorzien van een aantal kleine elementaire gaatjes ofwel geboord in de zijwand ofwel door het bevestigen van buisvormige elementen in een uitstroomopening met een grotere afmeting is voordelig voor het richten van de luchtstroom om op een inslagdraad te blazen voor het ondersteunen van de inslagdraad gedurende het inbrengen. Het massadebiet is echter in het algemeen wezenlijk verkleind in vergelijking met blaasmondstukken met één enkele grote uitstroomopening.Providing a number of small elementary holes either drilled in the side wall or by attaching tubular elements into a larger-sized outlet opening is advantageous for directing the air flow to blow onto a weft thread to support the weft thread during insertion. However, the mass flow rate is generally substantially reduced compared to blow nozzles with a single large outflow opening.

Samenvatting van de uitvinding.Summary of the invention.

[0006] Het is een doel van de uitvinding een hulpblaasmondstuk te voorzien met een aantal elementaire gaatjes, welk hulpblaasmondstuk een verhoogd massadebiet toelaat. Het is verder een doel van de uitvinding te voorzien in een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijk hulpblaasmondstuk.It is an object of the invention to provide an auxiliary blowing nozzle with a number of elementary holes, which auxiliary blowing nozzle allows an increased mass flow rate. It is a further object of the invention to provide a method for manufacturing such an auxiliary blowing nozzle.

[0007] Dit doel wordt opgelost door het hulpblaasmondstuk met de kenmerken van conclusie 1, de weefmachine met de kenmerken van conclusie 8 en de werkwijze met de kenmerken van conclusie 9.This object is solved by the auxiliary blowing nozzle with the features of claim 1, the weaving machine with the features of claim 8 and the method with the features of claim 9.

[0008] Volgens een eerste aspect is een hulpblaasmondstuk voorzien voor het ondersteunen van een inslagdraad in een weefmachine, welk hulpblaasmondstuk een holle naald bevat, waarbij de holle naald een top, een uitstroomopening voor een luchtstraal en een zijwand bevat, waarbij de uitstroomopening voorzien is in de zijwand van de holle naald nabijgelegen aan de top en aangebracht is om de luchtstraal naar een inslaginsertiekanaal te richten wanneer het hulpblaasmondstuk op de weefmachine is gemonteerd, en waarbij de uitstroomopening uit een aantal elementaire gaatjes met rechte mantelvlakken is samengesteld, welke elementaire gaatjes in de zijwand van de holle naald zijn gevormd door lasersnijden en dicht bij elkaar zijn aangebracht in een mozaïekpatroon voor het maximaliseren van de totale doorstroomsectie van de uitstroomopening.According to a first aspect, an auxiliary blowing nozzle is provided for supporting a weft thread in a weaving machine, which auxiliary blowing nozzle comprises a hollow needle, the hollow needle comprising a tip, an air jet outflow opening and a side wall, the outflow opening being provided in the side wall of the hollow needle adjacent to the top and arranged to direct the air jet to an impact insertion channel when the auxiliary blowing nozzle is mounted on the weaving machine, and wherein the outflow opening is composed of a number of elementary holes with straight jacket surfaces, which elementary holes in the side wall of the hollow needle are formed by laser cutting and are arranged close to each other in a mosaic pattern to maximize the total flow-through section of the outflow opening.

[0009] Aangrenzende elementaire gaatjes worden door tussenschotten gescheiden. De rechte mantelvlakken laten een opstelling van de dicht bijeen gelegen elementaire gaatjes toe en laten toe het oppervlaktegebied gebruikt door de tussenschotten tussen de elementaire gaatjes te minimaliseren. Door het minimaliseren van het oppervlaktegebied gebruikt door de tussenschotten tussen de elementaire gaatjes, wordt de totale doorstroomsectie van de uitstroomopening verhoogd voor een bepaalde omhullende omtrek van de uitstroomopening. Het vormen van dergelijke elementaire gaatjes is mogelijk door het toepassen van een lasersnijden technologie. Het lasersnijden gebeurt bijvoorbeeld door smelten, blazen en/of branden. Bijvoorbeeld kan gebruik gemaakt worden van een laag vermogen laser met perslucht als versterker of kan gebruik gemaakt worden van een hoog vermogen laser.Adjacent elemental holes are separated by partitions. The straight jacket surfaces allow an arrangement of the closely spaced elementary holes and allow the surface area used by minimizing the partitions between the elementary holes. By minimizing the surface area used by the partitions between the elementary holes, the total flow-through section of the outflow opening is increased for a given envelope circumference of the outflow opening. The formation of such elementary holes is possible by applying a laser cutting technology. Laser cutting is done, for example, by melting, blowing and / or burning. For example, use can be made of a low power laser with compressed air as an amplifier or use can be made of a high power laser.

[0010] Het mozaïekpatroon is in een uitvoeringsvorm samengesteld uit vierkante of driehoekige elementaire gaatjes. In andere uitvoeringsvormen zijn elementaire gaatjes met verschillende dwarsdoorsnede vormen gecombineerd om een mozaïekpatroon voor de uitstroomopening te vormen. De vorm van de dwarsdoorsnede van de elementaire gaatjes wordt passend gekozen door de vakman. De grootte en de vorm van elk elementair gaatje wordt bij voorkeur gekozen om stof doorheen het elementaire gaatje door te laten en om verstopping van de elementaire gaatjes te vermijden.The mosaic pattern is in one embodiment composed of square or triangular elemental holes. In other embodiments, elemental holes with different cross-sectional shapes are combined to form a mosaic pattern for the outflow opening. The shape of the cross-section of the elementary holes is suitably chosen by those skilled in the art. The size and shape of each elementary hole is preferably chosen to allow dust to pass through the elementary hole and to prevent clogging of the elementary holes.

[0011] Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het mozaïekpatroon een zeskant mozaïekpatroon, waarbij de elementaire gaatjes een minstens hoofdzakelijke zeskant dwarsdoorsnede hebben. Teneinde een mozaïekpatroon toe te laten die het oppervlaktegebied van de tussenschotten tussen de elementaire gaatjes minimaliseert, vervullen de dwarsdoorsneden het zogenaamde Conway criterium, dit wil zeggen dat de zeskant dwarsdoorsnede minstens één paar tegenoverliggende mantelvlakken heeft die parallel en congruent zijn. Alle elementaire gaatjes hebben bij voorkeur een minstens hoofdzakelijke zeskant dwarsdoorsnede. Elementaire gaatjes aangebracht aan een grens van de uitstroomopening hebben in bepaalde uitvoeringsvormen een andere vorm. In een uitvoeringsvorm zijn elementaire gaatjes met een regelmatige zeskant dwarsdoorsnede met zes gelijke mantelvlakken, zes gelijke hoeken en zes gelijke hoekpunten voorzien.According to a preferred embodiment, the mosaic pattern is a hexagonal mosaic pattern, the elemental holes having a substantially hexagonal cross-section. In order to allow a mosaic pattern that minimizes the surface area of the partitions between the elementary holes, the cross-sections fulfill the so-called Conway criterion, that is, the hexagonal cross-section has at least one pair of opposite lateral surfaces that are parallel and congruent. All elementary holes preferably have a substantially hexagonal cross-section. Elementary holes arranged at a boundary of the outflow opening have a different shape in certain embodiments. In one embodiment, elementary holes with a regular hexagonal cross-section with six equal lateral surfaces, six equal angles and six equal angular points are provided.

[0012] De elementaire gaatjes hebben bij voorkeur een gemodificeerde regelmatige zeskant dwarsdoorsnede met zes gelijke mantelvlakken, zes gelijke hoeken en zes gelijke afgeronde hoekpunten. Door gebruik te maken van elementaire gaatjes met een dergelijke gemodificeerde regelmatige zeskant dwarsdoorsnede met zes gelijke mantelvlakken, zes gelijke hoeken en zes gelijke afgeronde hoekpunten laat toe om een zeskant indeling en aldus een verdeling van de uitstroomopening in bereiken van gelijke doorstroomsectie, waarbij de totale doorstroomsectie van alle elementaire gaatjes samen gemaximaliseerd is bij een zo klein mogelijke omhullende omtrek van de uitstroomopening. De gemodificeerde regelmatige zeskant dwarsdoorsnede met afgeronde hoekpunten in plaats van scherpe hoekpunten is voordelig voor het vermijden van turbulente luchtstromen doorheen de elementaire gaatjes.The elemental holes preferably have a modified regular hexagonal cross-section with six equal lateral surfaces, six equal angles and six equal rounded corner points. By using elementary holes with such a modified regular hexagonal cross-section with six equal lateral surfaces, six equal angles and six equal rounded corner points, it is possible to make a hexagonal arrangement and thus a division of the outflow opening into ranges of equal flow section, the total flow section of all elementary holes together is maximized with the smallest possible enveloping circumference of the outflow opening. The modified regular hexagonal cross-section with rounded corner points instead of sharp corner points is advantageous for avoiding turbulent air flows through the elemental holes.

[0013] De elementaire gaatjes zijn in de zijwand van de holle naald gevormd. In een uitvoeringsvorm is een doorstroomsectie van de elementaire gaatjes constant over de dikte van de zijwand. In voorkeurdragende uitvoeringsvormen vergroot de doorstroomsectie van elk van de elementaire gaatjes van een binnenzijde van de naald naar een buitenzijde van de naald. Deze uitvoeringsvorm is bijzonder geschikt voor het vormen van een dergelijke opening met behulp van lasersnijden.The elemental holes are formed in the side wall of the hollow needle. In one embodiment, a flow-through section of the elementary holes is constant over the thickness of the side wall. In preferred embodiments, the flow-through section of each of the elementary holes increases from an inside of the needle to an outside of the needle. This embodiment is particularly suitable for forming such an opening with the aid of laser cutting.

[0014] De omhullende vorm van de uitstroomopening die samengesteld is uit een aantal elementaire gaatjes wordt passend gekozen door de vakman om de luchtstroom van de hulpblaasmondstukken naar de inslagdraad te richten en om de inslagdraad gedurende zijn inbreng in het weefvak te ondersteunen.The enveloping shape of the outflow opening that is composed of a number of elementary holes is suitably selected by the person skilled in the art to direct the air flow from the auxiliary blowing nozzles to the weft thread and to support the weft thread during its insertion into the weaving pocket.

[0015] In een uitvoeringsvorm zijn de elementaire gaatjes in verschillende opeengestapelde rijen in de lengterichting van de holle naald aangebracht, waarbij elke rij minstens één elementair gaatje bevat en waarbij in een rij dichtst bij de top van de holle naald het minstens één elementair gaatje georiënteerd is met één van zijn mantelvlakken gericht naar de top van de holle naald.In one embodiment, the elemental holes are arranged in different stacked rows in the longitudinal direction of the hollow needle, wherein each row contains at least one elementary hole and wherein at least one elementary hole is oriented in a row closest to the top of the hollow needle is directed with one of its lateral surfaces towards the top of the hollow needle.

Deze rij dichtst bij de top bevat bij voorkeur slechts één enkel elementair gaatje. Deze opstelling is voordelig bij het voorzien van een uitstroomopening die een luchtstraal met een voldoende breedte en een voldoende kracht uitstoot terwijl een hoogte van de omhullende vorm van de uitstroomopening klein gehouden wordt.This row closest to the top preferably contains only a single elementary hole. This arrangement is advantageous in providing an outflow opening which emits an air jet with a sufficient width and a sufficient force while keeping a height of the enveloping shape of the outflow opening small.

[0016] In een uitvoeringsvorm benadert de omhullende vorm van de uitstroomopening die samengesteld is uit een aantal elementaire gaatjes minstens de vorm van een regelmatige zeskant. Deze opstelling laat het uitstoten van een luchtstraal toe, die vergelijkbaar is met een luchtstraal die door een uitstroomopening met één enkele elliptische opening wordt uitgestoten.In one embodiment, the envelope shape of the outflow opening that is composed of a number of elementary holes approximates at least the shape of a regular hexagon. This arrangement allows the ejection of an air jet that is comparable to an air jet ejected through an outflow opening with a single elliptical opening.

[0017] Volgens een andere uitvoeringsvorm zijn de elementaire gaatjes voorzien om mantelvlak tegen mantelvlak aan te liggen in een aantal lijnen, bij voorkeur drie lijnen of vier lijnen, aangebracht onder een hoek tussen ongeveer 30° en ongeveer 60° ten opzichte van de lengteas van de holle naald zodat alle elementaire gaatjes een onderste kettingvlak eerder kruisen dan wanneer spiegel-symmetrisch aangebracht tot de lengteas. Met een dergelijke opstelling komen alle elementaire gaatjes en aldus de totale doorstroomsectie van de uitstroomopening eerder in het weefvak, waardoor eerder gestart wordt met blazen op de ingebrachte inslagdraad door middel van dit hulpblaasmondstuk dan door middel van een hulpblaasmondstuk dat langs een identiek verloop wordt bewogen, maar met de elementaire gaatjes spiegelsymmetrisch aangebracht tot de lengteas.According to another embodiment, the elemental holes are provided for abutting lateral surface to lateral surface in a number of lines, preferably three lines or four lines, arranged at an angle between approximately 30 ° and approximately 60 ° with respect to the longitudinal axis of the hollow needle so that all elemental holes cross a lower chain face earlier than when mirror-symmetrically arranged up to the longitudinal axis. With such an arrangement all elementary holes and thus the total flow-through section of the outflow opening come earlier into the weaving section, whereby the blowing on the inserted weft thread is started earlier by means of this auxiliary blowing nozzle than by means of an auxiliary blowing nozzle which is moved along an identical course, but with the elementary holes mirror symmetrically arranged up to the longitudinal axis.

[0018] Volgens een tweede aspect wordt een weefmachine voorzien, welke weefmachine minstens één hulpblaasmondstuk heeft zoals hierboven beschreven. De weefmachine is bij voorkeur voorzien van een aantal hulpblaasmondstukken verdeeld aangebracht over de breedte van het inslaginsertiekanaal van het riet van de weefmachine.According to a second aspect, a weaving machine is provided, which weaving machine has at least one auxiliary blowing nozzle as described above. The weaving machine is preferably provided with a number of auxiliary blowing nozzles arranged distributed over the width of the weft insertion channel of the reed of the weaving machine.

[0019] Volgens een derde aspect wordt een werkwijze voorzien voor het vervaardigen van een hulpblaasmondstuk voor het ondersteunen van een inslagdraad in een weefmachine, welk hulpblaasmondstuk een holle naald bevat, waarbij de holle naald een top en een uitstroomopening voor een luchtstraal bevat, en waarbij de uitstroomopening voorzien is in een zijwand van de holle naald nabijgelegen aan de top en aangebracht is om de luchtstraal naar een inslaginsertiekanaal te richten wanneer het hulpblaasmondstuk op de weefmachine is gemonteerd, de werkwijze bevat de stap van het lasersnijden met behulp van een lasersnij-inrichting van een aantal elementaire gaatjes met rechte mantelvlakken in een mozaïekpatroon in de zijwand van de holle naald voor het vormen van een uitstroomopening die samengesteld is uit een aantal elementaire gaatjes die dicht bij elkaar zijn aangebracht. Door het toepassen van een lasersnijden technologie kunnen elementaire gaatjes met rechte mantelvlakken in plaats van ronde dwarsdoorsneden worden voorzien. Het lasersnijden van een dergelijk mozaïekpatroon in de zijwand laat toe de afmeting van de tussenschotten tussen de elementaire gaatjes te minimaliseren en een hulpblaasmondstuk te voorzien met een maximale totale doorstroomsectie voor een bepaalde omhullende omtrek van de uitstroomopening.According to a third aspect, a method is provided for manufacturing an auxiliary blowing nozzle for supporting a weft thread in a weaving machine, which auxiliary blowing nozzle comprises a hollow needle, wherein the hollow needle comprises a tip and an outflow opening for an air jet, and wherein the outflow opening is provided in a side wall of the hollow needle near the top and is arranged to direct the air jet to an impact insertion channel when the auxiliary blowing nozzle is mounted on the weaving machine, the method comprises the step of laser cutting using a laser cutting device of a plurality of elemental holes with straight jacket surfaces in a mosaic pattern in the side wall of the hollow needle to form an outflow opening composed of a plurality of elementary holes arranged close to each other. By applying a laser cutting technology, elemental holes with straight lateral surfaces instead of round cross sections can be provided. The laser cutting of such a mosaic pattern in the side wall makes it possible to minimize the dimension of the partitions between the elementary holes and to provide an auxiliary blowing nozzle with a maximum total flow-through section for a specific envelope circumference of the outflow opening.

[0020] In een uitvoeringsvorm worden een aantal elementaire gaatjes gesneden met behulp van de lasersnij-inrichting in een zeskant mozaïekpatroon in de zijwand, waarbij de elementaire gaatjes een minstens hoofd zake lijke zeskant dwarsdoorsnede hebben. Zoals hierboven beschreven worden in voorkeurdragende uitvoeringsvormen elementaire gaatjes voorzien met congruent zeskant dwarsdoorsneden met minstens één paar tegenoverliggende mantelvlakken die parallel en congruent zijn.In one embodiment, a number of elementary holes are cut by means of the laser cutting device in a hexagonal mosaic pattern in the side wall, the elementary holes having an at least substantially hexagonal cross-section. As described above, in preferred embodiments, elemental holes are provided with congruent hexagonal cross-sections with at least one pair of opposed lateral surfaces that are parallel and congruent.

[0021] Meer in het bijzonder worden in voorkeurdragende uitvoeringsvormen een aantal elementaire gaatjes in de zijwand gesneden met behulp van de lasersnij-inrichting, welke elementaire gaatjes elk een gemodificeerde regelmatige zeskant dwarsdoorsnede met zes gelijke mantelvlakken, zes gelijke hoeken en zes gelijke afgeronde hoekpunten hebben.More particularly, in preferred embodiments, a number of elementary holes are cut into the side wall with the aid of the laser cutting device, which elementary holes each have a modified regular hexagonal cross-section with six equal lateral surfaces, six equal angles and six equal rounded corner points. .

[0022] In voorkeurdragende uitvoeringsvormen worden de elementaire gaatjes gesneden met behulp van een lasersnij-inrichting in de zijwand van een buitenzijde van de holle naald, zodat een doorstroomsectie van elk van de elementaire gaatjes verkleint van een buitenzijde van de holle naald naar een binnenzijde van de holle naald. Met andere woorden elementaire gaatjes worden voorzien die divergeren van een binnenzijde van de holle naald naar een buitenzijde van de holle naald, wat toelaat dat een luchtstroom doorheen het elementaire gaatje expandeert. Dit is gunstig voor het verkrijgen van luchtstromen met een hoge snelheid.In preferred embodiments, the elemental holes are cut by means of a laser cutting device in the side wall of an outside of the hollow needle, such that a flow-through section of each of the elementary holes is reduced from an outside of the hollow needle to an inside of the hollow needle. In other words, elemental holes are provided that diverge from an inside of the hollow needle to an outside of the hollow needle, allowing an air flow to expand through the elementary hole. This is favorable for obtaining air flows with a high speed.

[0023] De opstelling van de elementaire gaatjes in het mozaïekpatroon wordt passend door de vakman gekozen. In een uitvoeringsvorm worden de elementaire gaatjes in de zijwand gesneden met behulp van de lasersnij-inrichting zodat het mozaïekpatroon verschillende opeengestapelde rijen bevat, waarbij elke rij minstens één elementair gaatje bevat en waarbij in een rij dichtst bij de top van de holle naald het minstens één elementair gaatje georiënteerd is met één van zijn mantelvlakken gericht naar de top van de holle naald. Bij voorkeur wordt slechts één enkel elementair gaatje voorzien in de rij dichtst bij de top van de holle naald. De omhullende vorm van de uitstroomopening volgt de zijwand van de holle naald.The arrangement of the elemental holes in the mosaic pattern is suitably chosen by those skilled in the art. In one embodiment, the elemental holes are cut in the side wall using the laser cutter so that the mosaic pattern contains several stacked rows, each row containing at least one elementary hole and wherein at least one in the row closest to the top of the hollow needle elementary hole is oriented with one of its lateral surfaces facing the top of the hollow needle. Preferably, only a single elementary hole is provided in the row closest to the top of the hollow needle. The enveloping shape of the outflow opening follows the side wall of the hollow needle.

[0024] Als alternatief of in aanvulling worden de elementaire gaatjes in de zijwand gesneden met behulp van de lasersnij-inrichting zodat de vorm van de uitstroomopening die samengesteld is uit een aantal elementaire gaatjes minstens de vorm van een regelmatige zeskant benadert.Alternatively or additionally, the elemental holes in the side wall are cut using the laser cutter so that the shape of the outflow opening composed of a number of elementary holes approximates at least the shape of a regular hexagon.

[0025] In een andere uitvoeringsvorm worden de elementaire gaatjes in de zijwand gesneden met behulp van de lasersnij-inrichting om mantelvlak tegen mantelvlak aan te liggen in een aantal lijnen, bij voorkeur drie lijnen of vier lijnen, aangebracht onder een hoek tussen ongeveer 30° en ongeveer 60° ten opzichte van de lengteas van de holle naald zodat alle elementaire gaatjes een onderste kettingvlak eerder kruisen dan wanneer spiegel-symmetrisch aangebracht tot de lengteas.In another embodiment, the elemental holes in the side wall are cut with the aid of the laser cutting device for abutting lateral surface to lateral surface in a number of lines, preferably three lines or four lines, arranged at an angle between approximately 30 ° and about 60 ° with respect to the longitudinal axis of the hollow needle so that all elemental holes intersect a lower chain face rather than when mirror-symmetrically arranged to the longitudinal axis.

Korte beschrijving van de tekeningen.Brief description of the drawings.

[0026] Verdere kenmerken en voordelen van de uitvinding vloeien voort uit de hierna volgende beschrijving van de in de tekeningen schematisch weergegeven uitvoeringsvormen. Doorheen de tekeningen worden dezelfde elementen aangeduid door dezelfde referentienummers.Further features and advantages of the invention result from the following description of the embodiments schematically shown in the drawings. Throughout the drawings, the same elements are indicated by the same reference numbers.

[0027] Figuur 1 toont een schematisch aanzicht van een gedeelte van een weefmachine met een aantal hulpblaasmondstukken, in het bijzonder een gedeelte van een luchtstraalweefmachine.Figure 1 shows a schematic view of a part of a weaving machine with a number of auxiliary blowing nozzles, in particular a part of an air jet weaving machine.

[0028] Figuur 2 toont een hulpbiaasmondstuk gemonteerd op een houder die op een lade van de luchtstraalweefmachine van figuur 1 moet worden voorzien.Figure 2 shows an auxiliary nozzle for mounting on a holder to be provided on a drawer of the air jet weaving machine of Figure 1.

[0029] Figuur 3 is een vooraanzicht van een holle naald van het hulpblaasmondstuk van figuur 2.Figure 3 is a front view of a hollow needle of the auxiliary blowing nozzle of Figure 2.

[0030] Figuur 4 is een dwarsdoorsnede aanzicht volgens vlak IV-IV van figuur 3.Figure 4 is a cross-sectional view according to plane IV-IV of Figure 3.

[0031] Figuur 5 is een dwarsdoorsnede aanzicht volgens vlak V-V van figuur 3.Figure 5 is a cross-sectional view taken along plane V-V of Figure 3.

[0032] Figuur 6 is een bovenaanzicht van de holle naald van figuur 3.Figure 6 is a top view of the hollow needle of Figure 3.

[0033] Figuur 7 is een dwarsdoorsnede aanzicht volgens vlak VII-VII van figuur 3.Figure 7 is a cross-sectional view taken along plane VII-VII of Figure 3.

[0034] Figuur 8 is een detail ter hoogte van één van de elementaire gaatjes van figuur 3.Figure 8 is a detail at the height of one of the elemental holes of Figure 3.

[0035] Figuur 9 is een vooraanzicht van een holle naald volgens een alternatieve uitvoeringsvorm.Figure 9 is a front view of a hollow needle according to an alternative embodiment.

[0036] Figuur 10 is een dwarsdoorsnede aanzicht volgens vlak X-X van figuur 9.Figure 10 is a cross-sectional view taken along plane X-X of Figure 9.

[0037] Figuur 11 is een vooraanzicht van een holle naald gelijkaardig aan figuur 9.Figure 11 is a front view of a hollow needle similar to Figure 9.

[0038] Figuur 12 is een dwarsdoorsnede aanzicht volgens vlak XII-XII van figuur 11.Figure 12 is a cross-sectional view taken along plane XII-XII of Figure 11.

[0039] Figuur 13 is een schematische voorstelling van een werkwijze voor het vervaardigen van het hulpblaasmondstuk van figuur 2.Figure 13 is a schematic representation of a method for manufacturing the auxiliary blowing nozzle of Figure 2.

Gedetailleerde beschrijving van uitvoeringsvormen.Detailed description of embodiments.

[0040] De weefmachine getoond in figuur 1 bevat een riet 3 bestaande uit een aantal tanden, elk met een dwarsdoorsnede die geschikt is om een U-vormig inslaginsertiekanaal 4 te vormen, ook geleidingskanaal genoemd. Langs dit inslaginsertiekanaal 4 worden inslagdraden 1, 2 in een weefvak gevormd tussen een bovenste vlak kettingdraden en een onderste vlak kettingdraden (niet getoond in de figuren) ingebracht. De inslagdraden 1 of 2 worden elk in het inslaginsertiekanaal 4 geblazen door een hoofdblaasmondstuk 5, 6. Het verder transporteren van de inslagdraden 1 of 2 doorheen het inslaginsertiekanaal 4 wordt ondersteund door luchtstralen 7 die door de hulpblaasmondstukken 8 in het inslaginsertiekanaal 4 worden geblazen. Aan elk hulpblaasmondstuk 8 wordt een houder 9 toegevoegd om het hulpblaasmondstuk 8 op een lade 10 te monteren. De hulpblaasmondstukken 8 worden gelijkmatig of op een variabele afstand verdeeld aangebracht over de breedte van het inslaginsertiekanaal 4 van het riet 3. Het riet 3 en de hoofdblaasmondstukken 5, 6 worden eveneens op de lade 10 gemonteerd.The weaving machine shown in Figure 1 comprises a reed 3 consisting of a number of teeth, each with a cross section suitable for forming a U-shaped weft insertion channel 4, also called a guiding channel. Along this weft insertion channel 4, weft threads 1, 2 are inserted into a weaving pocket formed between an upper flat warp threads and a lower flat warp threads (not shown in the figures). The weft threads 1 or 2 are each blown into the weft insertion channel 4 through a main blowing nozzle 5, 6. The further transport of the weft threads 1 or 2 through the weft insertion channel 4 is supported by air jets 7 which are blown into the weft insertion channel 4 by the auxiliary blowing nozzles 8. A holder 9 is added to each auxiliary blowing nozzle 8 to mount the auxiliary blowing nozzle 8 on a drawer 10. The auxiliary blowing nozzles 8 are arranged uniformly or at a variable distance distributed over the width of the weft insertion channel 4 of the reed 3. The reed 3 and the main blowing nozzles 5, 6 are also mounted on the drawer 10.

[0041] Figuur 2 toont een uitvoeringsvorm van een hulpblaasmondstuk 8 en een bijhorende houder 9. De houder 9 is te monteren op de lade 10 (getoond in figuur 1).Figure 2 shows an embodiment of an auxiliary blowing nozzle 8 and an associated holder 9. The holder 9 can be mounted on the drawer 10 (shown in Figure 1).

[0042] Het hulpblaasmondstuk 8 bevat een holle naald 11 met een top 12, een uitstroomopening 13 voor een luchtstraal 7 (getoond in figuur 1) en een zijwand 14, welke uitstroomopening 13 in de zijwand 14 nabijgelegen aan de top 12 is voorzien. De uitstroomopening 13 is samengesteld is uit een aantal elementaire gaatjes 15 die dicht bij elkaar zijn aangebracht in de zijwand 14.The auxiliary blowing nozzle 8 comprises a hollow needle 11 with a tip 12, an outflow opening 13 for an air jet 7 (shown in Figure 1) and a side wall 14, which outflow opening 13 is provided in the side wall 14 adjacent to the top 12. The outflow opening 13 is composed of a number of elementary holes 15 which are arranged close to each other in the side wall 14.

[0043] Het hulpblaasmondstuk 8 bevat verder een verbindingsaansluiting 16 voor een verbinding met een toevoer van perslucht (niet getoond).The auxiliary blowing nozzle 8 further comprises a connection connection 16 for a connection to a supply of compressed air (not shown).

[0044] De holle naald 11 van figuur 2 wordt meer in detail getoond in figuren 3 tot 7, respectievelijk in een vooraanzicht, twee dwarsdoorsnede aanzichten, een bovenaanzicht en nog een dwarsdoorsnede aanzicht. Figuur 8 is een detail ter hoogte van één van de elementaire gaatjes 15 van figuur 3.The hollow needle 11 of Figure 2 is shown in more detail in Figures 3 to 7, respectively in a front view, two cross-sectional views, a top view and another cross-sectional view. Figure 8 is a detail at the height of one of the elementary holes 15 of Figure 3.

[0045] Zoals best te zien is in figuur 3, is de uitstroomopening 13 samengesteld uit een aantal elementaire gaatjes 15 met rechte mantelvlakken 17, welke elementaire gaatjes 15 in een mozaïekpatroon zijn aangebracht. Meer in het bijzonder is in de uitvoeringsvorm getoond in figuren 3 tot 7 het mozaïekpatroon een zeskant mozaïekpatroon. Zoals best te zien is in figuur 8 hebben de elementaire gaatjes 15 elk een gemodificeerde regelmatige zeskant dwarsdoorsnede met zes gelijke mantelvlakken 17, zes gelijke hoeken α en zes gelijke afgeronde hoekpunten 18. De afgeronde hoekpunten 18 zijn gunstig voor het richten van de luchtstraal 7 (getoond in figuur 1) en het vermijden van turbulenties die zich kunnen ontwikkelen in het overgangsgebied van scherpe hoekpunten.As can best be seen in Figure 3, the outflow opening 13 is composed of a number of elementary holes 15 with straight lateral surfaces 17, which elementary holes 15 are arranged in a mosaic pattern. More specifically, in the embodiment shown in Figures 3 to 7, the mosaic pattern is a hexagonal mosaic pattern. As can best be seen in Figure 8, the elemental holes 15 each have a modified regular hexagonal cross-section with six equal lateral surfaces 17, six equal angles α and six equal rounded corner points 18. The rounded corner points 18 are advantageous for directing the air jet 7 ( shown in Figure 1) and avoiding turbulences that may develop in the transition area of sharp vertices.

[0046] Door de hoofdzakelijke zeskant dwarsdoorsnede kunnen de elementaire gaatjes 15 dicht bij elkaar worden aangebracht en kan de oppervlakte gebruikt door de tussenschotten 19 (aangeduid onder meer in figuur 8) tussen de elementaire gaatjes 15 worden geminimaliseerd. Hierdoor wordt de totale doorstroomsectie van de uitstroomopening 13 verhoogd zonder de omhullende omtrek van de uitstroomopening 13 te verhogen.Due to the substantially hexagonal cross-section, the elementary holes 15 can be arranged close to each other and the area used by the partitions 19 (indicated inter alia in Figure 8) between the elementary holes 15 can be minimized. This increases the total flow-through section of the outflow opening 13 without increasing the envelope circumference of the outflow opening 13.

[0047] Zoals best te zien is in figuur 4 wordt in de getoonde uitvoeringsvorm het bereik van de zijwand 14, waarin de elementaire gaatjes 15 worden voorzien die de uitstroomopening 13 vormen, schuin gesteld ten opzichte van de lengteas 24 van de holle naald 11 om een verbeterd richten van de luchtstraal 7 (getoond figuur 1) toe te laten voor het ondersteunen van een inslagdraad 1, 2.As can best be seen in Figure 4, in the embodiment shown the area of the side wall 14, in which the elementary holes 15 forming the outflow opening 13 are provided, is tilted relative to the longitudinal axis 24 of the hollow needle 11 about to allow improved aiming of the air jet 7 (shown in Figure 1) to support a weft thread 1, 2.

[0048] De holle naald 11 getoond in figuren 3 tot 8 heeft een ovale dwarsdoorsnede vorm (getoond in figuur 5) teneinde een bredere zijwand 14 te kunnen voorzien zonder het totale volume van de holle naald 11 te verhogen.The hollow needle 11 shown in Figures 3 to 8 has an oval cross-sectional shape (shown in Figure 5) in order to provide a wider side wall 14 without increasing the total volume of the hollow needle 11.

[0049] Zoals hierna meer in detail zal worden uitgelegd, worden de elementaire gaatjes 15 die de uitstroomopening 13 vormen dicht bij de top 12 van de holle naald 11 in de zijwand 14 gesneden met behulp van een lasersnijden technologie.As will be explained in more detail below, the elemental holes 15 forming the outflow aperture 13 are cut close to the apex 12 of the hollow needle 11 in the side wall 14 using a laser cutting technology.

[0050] Zoals best te zien is in figuur 7 vermindert een doorstroomsectie van elk van de elementaire gaatjes 15 vanaf een buitenzijde 25 van de holle naald 11 naar een binnenzijde 26 van de holle naald 11. Met andere woorden divergeren de doorstroomsecties van de elementaire gaatjes 15 naar de buitenzijde 25 toe zodat perslucht die stroomt doorheen de elementaire gaatjes 15 zal expanderen alvorens uiteindelijk te worden uitgestoten. Deze expansie is voordelig voor het verkrijgen van luchtstralen 7 (getoond in figuur 1) met een hoge snelheid.As best seen in Figure 7, a flow-through section of each of the elementary holes 15 decreases from an outside 25 of the hollow needle 11 to an inside 26 of the hollow needle 11. In other words, the flow-through sections of the elementary holes diverge 15 toward the outside 25 so that compressed air flowing through the elemental holes 15 will expand before finally being emitted. This expansion is advantageous for obtaining air jets 7 (shown in Figure 1) at a high speed.

[0051] In de getoonde uitvoeringsvorm van figuren 3 tot 8 worden de elementaire gaatjes 15 in een mozaïekpatroon met verschillende, namelijk zeven, opeengestapelde rijen in de richting van de lengteas 24 van de holle naald 11 aangebracht, waarbij in een rij van het mozaïekpatroon, die dichtst bij de top 12 van de holle naald 11 is gelegen slechts één enkel elementair gaatje 15 is aangebracht. Dit elementair gaatje 15 evenals alle andere elementaire gaatjes 15 is georiënteerd met één van zijn mantelvlakken 17 gericht naar de top 12 van de holle naald 11.In the shown embodiment of figures 3 to 8, the elemental holes 15 are arranged in a mosaic pattern with different, namely seven, stacked rows in the direction of the longitudinal axis 24 of the hollow needle 11, wherein in a row of the mosaic pattern, located close to the apex 12 of the hollow needle 11, only a single elementary hole 15 is provided. This elementary hole 15, as well as all other elementary holes 15, is oriented with one of its lateral surfaces 17 facing the top 12 of the hollow needle 11.

[0052] Zoals best te zien is in figuur 3 worden de elementaire gaatjes 15 zo aangebracht dat een omhullende vorm van de uitstroomopening 13 de vorm van een regelmatige zeskant benadert.As can best be seen in Figure 3, the elemental holes 15 are arranged such that an envelope shape of the outflow opening 13 approximates the shape of a regular hexagon.

[0053] Figuren 9 tot 12 tonen twee alternatieve uitvoeringsvormen van holle naalden 11 voor een hulpblaasmondstuk 8 van figuur 1 met een uitstroomopening 13 die samengesteld is uit een aantal elementaire gaatjes 15 met een gemodificeerde regelmatige zeskant dwarsdoorsnede, welke elementaire gaatjes 15 dicht bij elkaar in de zijwand 14 van de holle naald 11 zijn aangebracht. In de uitvoeringsvormen van figuren 9 tot 12 zijn de elementaire gaatjes 15 voorzien in een zeskant mozaïekpatroon om mantelvlak tegen mantelvlak aan te liggen in een aantal lijnen 20, namelijk vier lijnen 20 in figuren 9 en 10 en drie lijnen 20 in figuren 11 en 12.Figures 9 to 12 show two alternative embodiments of hollow needles 11 for an auxiliary blowing nozzle 8 of Figure 1 with an outlet opening 13 composed of a number of elementary holes 15 with a modified regular hexagonal cross-section, which elementary holes 15 close together the side wall 14 of the hollow needle 11 are arranged. In the embodiments of Figures 9 to 12, the elemental holes 15 are provided in a hexagonal mosaic pattern for abutting surface to surface in a number of lines 20, namely four lines 20 in Figures 9 and 10 and three lines 20 in Figures 11 and 12.

[0054] De lijnen 20 zijn aangebracht onder een hoek tussen ongeveer 30° en ongeveer 60° ten opzichte van de lengteas 24 van de holle naald 11. Door deze opstelling kruisen alle elementaire gaatjes 15 in gebruik een onderste kettingvlak 21 aangeduid met lijnen in figuren 9 en 11 eerder dan wanneer spiegel-symmetrisch aangebracht tot de lengteas 24.The lines 20 are arranged at an angle between about 30 ° and about 60 ° with respect to the longitudinal axis 24 of the hollow needle 11. Through this arrangement, all elementary holes 15 in use cross a lower chain face 21 indicated by lines in figures. 9 and 11 rather than when mounted mirror-symmetrically to the longitudinal axis 24.

[0055] Figuur 13 toont schematisch een werkwijze voor het vervaardigen van een holle naald 11 met een uitstroomopening 13 die samengesteld is uit een aantal elementaire gaatjes 15 met behulp van een lasersnij-inrichting 22. Een aantal elementaire gaatjes 15 elk met minstens een hoofdzakelijke zeskant dwarsdoorsnede wordt met de lasersnij-inrichting 22 in de zijwand 14 gesneden, waarbij de elementaire gaatjes 15 in een zeskant mozaïekpatroon zijn aangebracht met kleine tussenschotten 19 tussen de elementaire gaatjes 15, zoals getoond in één van de figuur 3, de figuur 9 of de figuur 11.Fig. 13 schematically shows a method for manufacturing a hollow needle 11 with an outlet opening 13 which is composed of a number of elementary holes 15 with the aid of a laser cutting device 22. A number of elementary holes 15 each with at least one main hexagon cross-section is cut with the laser cutting device 22 in the side wall 14, the elemental holes 15 being arranged in a hexagonal mosaic pattern with small partitions 19 between the elementary holes 15, as shown in one of the figure 3, the figure 9 or the figure 11.

[0056] De lasersnij-inrichting 22 is aangebracht om een laserbundel 23 naar de holle naald 11 te richten voor het snijden van de elementaire gaatjes 15 in de holle naald 11 zoals schematisch weergegeven in figuur 13.The laser cutting device 22 is arranged to direct a laser beam 23 towards the hollow needle 11 for cutting the elementary holes 15 in the hollow needle 11 as schematically shown in Figure 13.

[0057] Zoals weergegeven in figuur 13 wordt de laserbundel 23 gericht naar de buitenzijde 25 van de holle naald 11. Hierdoor hebben de elementaire gaatjes 15 die in de zijwand 14 zijn gesneden grotere afmetingen aan de buitenzijde 25 van de holle naald 11 dan aan de binnenzijde 26 van de holle naald 11, met andere woorden convergeren de elementaire gaatjes 15 vanaf de buitenzijde 25 van de holle naald 11 naar de binnenzijde 26 van de holle naald 11.As shown in Figure 13, the laser beam 23 is directed to the outside 25 of the hollow needle 11. As a result, the elemental holes 15 cut into the side wall 14 have larger dimensions on the outside 25 of the hollow needle 11 than on the inside 26 of the hollow needle 11, in other words, the elemental holes 15 converge from the outside 25 of the hollow needle 11 to the inside 26 of the hollow needle 11.

[0058] Bij het snijden van de elementaire gaatjes 15 in de holle naald 11 met behulp van de lasersnij-inrichting 22 zullen de tussenschotten 19 een oppervlak ter hoogte van de mantelvlakken van de elementaire gaatjes 15 vormen die voldoende ruw is om contacteigenschappen van de luchtstroom langs de manteloppervlakken 17 te verhogen, die voldoende ruw is om een richten van de luchtstroom naar de buitenzijde te verbeteren, en die voldoende glad is om een merkbaar remmen van de luchtstroom aan het oppervlak van de mantelvlakken 17 te beperken.When cutting the elementary holes 15 in the hollow needle 11 with the aid of the laser cutting device 22, the partitions 19 will form a surface at the level of the lateral surfaces of the elementary holes 15 which is sufficiently rough to have contact properties of the airflow to be raised along the jacket surfaces 17, which is sufficiently rough to improve a directing of the air flow to the outside, and which is sufficiently smooth to limit appreciable braking of the air flow on the surface of the jacket surfaces 17.

[0059] Het hulpblaasmondstuk en de werkwijze volgens de uitvinding zijn niet beperkt tot de bij wijze van voorbeeld beschreven en in de tekeningen getoonde uitvoeringsvormen. Varianten en combinaties van de beschreven en getoonde uitvoeringsvormen die onder de conclusies vallen zijn eveneens mogelijk.The auxiliary blowing nozzle and the method according to the invention are not limited to the embodiments described by way of example and shown in the drawings. Variants and combinations of the described and shown embodiments which fall under the claims are also possible.

Claims (14)

Conclusies.Conclusions. 1. Een hulpblaasmondstuk voor het ondersteunen van een inslagdraad (1, 2) in een weefmachine, welk hulpblaasmondstuk (8) een holle naald (11) bevat, waarbij de holle naald (11) een top (12), een uitstroomopening (13) voor een luchtstraal (7) en een zijwand (14) bevat, waarbij de uitstroomopening (13) is voorzien in de zijwand (14) nabijgelegen aan de top (12) en is aangebracht om de luchtstraal (7) naar een inslaginsertiekanaal (4) te richten wanneer het hulpblaasmondstuk (8) op de weefmachine is gemonteerd, en waarbij de uitstroomopening (13) is samengesteld uit een aantal elementaire gaatjes (15) gevormd in de zijwand (14), daardoor gekenmerkt dat de uitstroomopening (13) samengesteld is uit een aantal elementaire gaatjes (15) met rechte mantelvlakken (17), waarbij de elementaire gaatjes (15) gevormd zijn door lasersnijden en aangebracht zijn in een mozaïekpatroon voor het maximaliseren van de totale doorstroomsectie van de uitstroomopening (13).An auxiliary blowing nozzle for supporting a weft thread (1, 2) in a weaving machine, which auxiliary blowing nozzle (8) comprises a hollow needle (11), the hollow needle (11) having a tip (12), an outflow opening (13) for an air jet (7) and a side wall (14), wherein the outflow opening (13) is provided in the side wall (14) adjacent to the top (12) and is arranged around the air jet (7) to an impact insertion channel (4) to be directed when the auxiliary blowing nozzle (8) is mounted on the weaving machine, and wherein the outflow opening (13) is composed of a number of elementary holes (15) formed in the side wall (14), characterized in that the outflow opening (13) is composed of a plurality of elementary holes (15) with straight lateral surfaces (17), wherein the elementary holes (15) are formed by laser cutting and are arranged in a mosaic pattern to maximize the total flow-through section of the outflow opening (13). 2. Het hulpblaasmondstuk volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het mozaïekpatroon een zeskant mozaïekpatroon is, waarbij de elementaire gaatjes (15) een minstens hoofdzakelijke zeskant dwarsdoorsnede hebben. ; 3. Het hulpblaasmondstuk volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de elementaire gaatjes (15) een gemodificeerde regelmatige zeskant dwarsdoorsnede met zes gelijke mantelvlakken (17), zes gelijke hoeken (a) en zes gelijke afgeronde hoekpunten (18) hebben. )The auxiliary blowing nozzle according to claim 1, characterized in that the mosaic pattern is a hexagonal mosaic pattern, wherein the elemental holes (15) have a substantially hexagonal cross-section. ; The auxiliary blowing nozzle according to claim 2, characterized in that the elemental holes (15) have a modified regular hexagonal cross-section with six equal lateral surfaces (17), six equal angles (a) and six equal rounded corners (18). ) 4. Het hulpblaasmondstuk volgens conclusie 1, 2 of 3, daardoor gekenmerkt dat een dwarsdoorsnede van elk van de elementaire gaatjes (15) vergroot vanaf een binnenzijde (26) van de holle naald (11) naar een buitenzijde (25) van de holle naald (11).The auxiliary blowing nozzle according to claim 1, 2 or 3, characterized in that a cross-section of each of the elementary holes (15) is enlarged from an inside (26) of the hollow needle (11) to an outside (25) of the hollow needle (11). 5. Het hulpblaasmondstuk volgens één van de conclusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat de elementaire gaatjes (15) in verschillende opeengestapelde rijen in de lengterichting (I) van de holle naald (11) zijn aangebracht, waarbij elke rij minstens één elementair gaatje (15) bevat en waarbij in een rij dichtst bij de top (12) van de holle naald (11) het minstens één elementair gaatje (15) georiënteerd is met één van zijn mantelvlakken (17) gericht naar de top (12) van de holle naald (11).The auxiliary blowing nozzle according to one of claims 1 to 4, characterized in that the elementary holes (15) are arranged in different stacked rows in the longitudinal direction (I) of the hollow needle (11), each row having at least one elementary hole ( 15) and wherein in a row closest to the top (12) of the hollow needle (11) the at least one elementary hole (15) is oriented with one of its lateral surfaces (17) facing the top (12) of the hollow needle (11). 6. Het hulpblaasmondstuk volgens één van de conclusies 1 tot 5, daardoor gekenmerkt dat de vorm van de uitstroomopening (13) die samengesteld is uit een aantal elementaire gaatjes (15) minstens de vorm van een regelmatige zeskant benadert.The auxiliary blowing nozzle according to one of claims 1 to 5, characterized in that the shape of the outflow opening (13) that is composed of a number of elementary holes (15) approximates at least the shape of a regular hexagon. 7. Het hulpblaasmondstuk volgens één van de conclusies 1 tot 5, daardoor gekenmerkt dat de elementaire gaatjes (15) voorzien zijn om mantelvlak (17) tegen mantelvlak (17) aan te liggen in een aantal lijnen (20) aangebracht onder een hoek tussen ongeveer 30° en ongeveer 60° ten opzichte van de lengteas (24) van de holle naald (11) zodat alle elementaire gaatjes (15) een onderste kettingvlak (21) eerder kruisen dan wanneer spiegel-symmetrisch aangebracht tot de lengteas (24).The auxiliary blowing nozzle according to any one of claims 1 to 5, characterized in that the elementary holes (15) are provided for abutting lateral surface (17) against lateral surface (17) in a number of lines (20) arranged at an angle between approximately 30 ° and about 60 ° with respect to the longitudinal axis (24) of the hollow needle (11) so that all elemental holes (15) cross a lower chain face (21) rather than when mounted mirror-symmetrically to the longitudinal axis (24). 8. Een weefmachine, daardoor gekenmerkt dat de weefmachine voorzien is van minstens één hulpblaasmondstuk (8) volgens één van de conclusies 1 tot 7.A weaving machine, characterized in that the weaving machine is provided with at least one auxiliary blowing nozzle (8) according to one of claims 1 to 7. 9. Een werkwijze voor het vervaardigen van een hulpblaasmondstuk (8) voor het ondersteunen van een inslagdraad (1, 2) in een weefmachine, welk hulpblaasmondstuk (8) een holle naald (11) bevat, waarbij de holle naald (11) een top (12), een uitstroomopening (13) voor een luchtstraal (7) en een zijwand (14) bevat, en waarbij de uitstroomopening (13) is voorzien in de zijwand (14) nabijgelegen aan de top (12) en is aangebracht om de luchtstraal (7) naar een inslaginsertiekanaal (4) te richten wanneer het hulpblaasmondstuk (8) op de weefmachine is gemonteerd, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze de stap bevat van het snijden met behulp van een lasersnij-inrichting (22) van een aantal elementaire gaatjes (15) met rechte mantelvlakken (17) in een mozaïekpatroon in de zijwand (14) van de holle naald (11) voor het vormen van een uitstroomopening (13) die samengesteld is uit een aantal elementaire gaatjes (15) die dicht bij elkaar zijn aangebracht.A method of manufacturing an auxiliary blowing nozzle (8) for supporting a weft thread (1, 2) in a weaving machine, which auxiliary blowing nozzle (8) comprises a hollow needle (11), the hollow needle (11) having a tip (12), an air jet (7) outflow opening (13) and a side wall (14), and wherein the outflow opening (13) is provided in the side wall (14) adjacent to the top (12) and is arranged around the directing the air jet (7) to an impact insertion channel (4) when the auxiliary blowing nozzle (8) is mounted on the weaving machine, characterized in that the method comprises the step of cutting a number of elementary holes with the aid of a laser cutting device (22) (15) with straight jacket surfaces (17) in a mosaic pattern in the side wall (14) of the hollow needle (11) to form an outflow opening (13) composed of a number of elementary holes (15) close to each other applied. 10. De werkwijze volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze de stap bevat van het lasersnijden van een aantal elementaire gaatjes (15) in een zeskant mozaïekpatroon in de zijwand (14), waarbij de elementaire gaatjes (15) een minstens hoofdzakelijke zeskant dwarsdoorsnede hebben.The method according to claim 9, characterized in that the method comprises the step of laser cutting a plurality of elementary holes (15) in a hexagonal mosaic pattern in the side wall (14), the elementary holes (15) having a substantially hexagonal cross-section to have. 11. De werkwijze volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze de stap bevat van het lasersnijden van een aantal elementaire gaatjes (15) in de zijwand (14), welke elementaire gaatjes (15) gemodificeerde regelmatige zeskant dwarsdoorsneden hebben met zes gelijke mantelvlakken (17), zes gelijke hoeken (a) en zes gelijke afgeronde hoekpunten (18).The method according to claim 10, characterized in that the method comprises the step of laser cutting a plurality of elementary holes (15) in the side wall (14), which elementary holes (15) have modified regular hexagonal cross sections with six equal lateral surfaces ( 17), six equal angles (a) and six equal rounded angular points (18). 12. De werkwijze volgens conclusie 9, 10 of 11, daardoor gekenmerkt dat de elementaire gaatjes (15) gesneden zijn met behulp van de lasersnij-inrichting (22) in de zijwand (14) van de holle naald (11), zodat een dwarsdoorsnede van elk van de elementaire gaatjes (15) vergroot vanaf een binnenzijde (26) van de holle naald (11) naar een buitenzijde (25) van de holle naald (11).The method according to claim 9, 10 or 11, characterized in that the elemental holes (15) are cut with the aid of the laser cutting device (22) in the side wall (14) of the hollow needle (11), so that a cross section of each of the elementary holes (15) enlarged from an inside (26) of the hollow needle (11) to an outside (25) of the hollow needle (11). 13. De werkwijze volgens één van de conclusies 9 tot 12, daardoor gekenmerkt dat de elementaire gaatjes (15) gesneden zijn in de zijwand (14) met behulp van de lasersnij-inrichting (22) zodat het mozaïekpatroon verschillende opeengestapelde rijen in de lengterichting (I) van de holle naald (11) bevat, waarbij elke rij minstens één elementair gaatje (15) bevat en waarbij in een rij dichtst bij de top (12) van de holle naald (11) het minstens één elementair gaatje (15) georiënteerd is met één van zijn mantelvlakken (17) gericht naar de top (12) van de holle naald (11)·The method according to any of claims 9 to 12, characterized in that the elemental holes (15) are cut in the side wall (14) using the laser cutting device (22) so that the mosaic pattern has several stacked rows in the longitudinal direction ( I) of the hollow needle (11), wherein each row contains at least one elementary hole (15) and wherein in a row closest to the top (12) of the hollow needle (11) the at least one elementary hole (15) is oriented is with one of its lateral surfaces (17) facing the top (12) of the hollow needle (11) 14. De werkwijze volgens één van de conclusies 9 tot 13, daardoor gekenmerkt dat de elementaire gaatjes (15) gesneden zijn in de zijwand (14) met behulp van de lasersnij-inrichting (22) zodat de vorm van de uitstroomopening (13) die samengesteld is uit het aantal elementaire gaatjes (15) minstens de vorm van een regelmatige zeskant benadert.The method according to any of claims 9 to 13, characterized in that the elemental holes (15) are cut in the side wall (14) using the laser cutting device (22) so that the shape of the outflow opening (13) is composed of the number of elementary holes (15) approaching at least the shape of a regular hexagon. 15. De werkwijze volgens één van de conclusies 9 tot 13, daardoor gekenmerkt dat de elementaire gaatjes (15) gesneden zijn in de zijwand (14) met behulp van de lasersnij-inrichting (22) om mantelvlak (17) tegen mantelvlak (17) aan te liggen in een aantal lijnen (20) aangebracht onder een hoek tussen ongeveer 30° en ongeveer 60° ten opzichte van de lengteas (24) van de holle naald (11) zodat alle elementaire gaatjes (15) een onderste kettingvlak (21) eerder kruisen dan wanneer spiegel-symmetrisch aangebracht tot de lengteas (24).The method according to any one of claims 9 to 13, characterized in that the elementary holes (15) are cut in the side wall (14) using the laser cutting device (22) around the lateral surface (17) against the lateral surface (17) abut in a plurality of lines (20) arranged at an angle between about 30 ° and about 60 ° with respect to the longitudinal axis (24) of the hollow needle (11) so that all elemental holes (15) have a lower chain face (21) cross rather than when mounted mirror-symmetrically to the longitudinal axis (24).
BE2015/0101A 2015-03-11 2015-03-11 AUXILIARY NOZZLE FOR A WEAVING MACHINE BE1022812B1 (en)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2015/0101A BE1022812B1 (en) 2015-03-11 2015-03-11 AUXILIARY NOZZLE FOR A WEAVING MACHINE
CN201680014906.6A CN107407019A (en) 2015-03-11 2016-03-03 Pilot jet for loom
EP16707792.4A EP3268524B1 (en) 2015-03-11 2016-03-03 Auxiliary nozzle for a weaving machine
PCT/EP2016/054569 WO2016142273A1 (en) 2015-03-11 2016-03-03 Auxiliary nozzle for a weaving machine

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2015/0101A BE1022812B1 (en) 2015-03-11 2015-03-11 AUXILIARY NOZZLE FOR A WEAVING MACHINE

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1022812B1 true BE1022812B1 (en) 2016-09-13
BE1022812A1 BE1022812A1 (en) 2016-09-13

Family

ID=53488069

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2015/0101A BE1022812B1 (en) 2015-03-11 2015-03-11 AUXILIARY NOZZLE FOR A WEAVING MACHINE

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP3268524B1 (en)
CN (1) CN107407019A (en)
BE (1) BE1022812B1 (en)
WO (1) WO2016142273A1 (en)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP3640382B1 (en) * 2018-10-16 2021-07-07 Tsudakoma Kogyo Kabushiki Kaisha Sub-nozzle for air jet loom

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3978896A (en) * 1974-05-21 1976-09-07 Larmit Adrianus Johannes Franc Weft thread inserting nozzle
BE892832A (en) * 1982-04-14 1982-10-14 Picanol Nv Auxiliary weft thread transport blower nozzle - has hollow needle with single blower orifice of specified geometry in wall near closed end
CH656905A5 (en) * 1982-11-30 1986-07-31 Sulzer Ag Blowing nozzle for pneumatic weaving machines
DE3639867C1 (en) * 1986-11-21 1987-10-29 Picanol Nv Jet-weaving machine
JPH02205285A (en) * 1989-01-31 1990-08-15 Nissan Motor Co Ltd Method for processing auxiliary nozzle injection hole for weft insertion of air jet type loom

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1012608A3 (en) * 1999-04-14 2001-01-09 Picanol Nv Nozzle for a weaving machine.
JP3916872B2 (en) * 2001-01-11 2007-05-23 株式会社マキタ Electric tool
CN201256511Y (en) * 2008-09-24 2009-06-10 北京北广科技股份有限公司 Dustproof ventilation cover with little wind resistance and high ventilation area

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3978896A (en) * 1974-05-21 1976-09-07 Larmit Adrianus Johannes Franc Weft thread inserting nozzle
BE892832A (en) * 1982-04-14 1982-10-14 Picanol Nv Auxiliary weft thread transport blower nozzle - has hollow needle with single blower orifice of specified geometry in wall near closed end
CH656905A5 (en) * 1982-11-30 1986-07-31 Sulzer Ag Blowing nozzle for pneumatic weaving machines
DE3639867C1 (en) * 1986-11-21 1987-10-29 Picanol Nv Jet-weaving machine
JPH02205285A (en) * 1989-01-31 1990-08-15 Nissan Motor Co Ltd Method for processing auxiliary nozzle injection hole for weft insertion of air jet type loom

Also Published As

Publication number Publication date
EP3268524B1 (en) 2019-12-18
EP3268524A1 (en) 2018-01-17
CN107407019A (en) 2017-11-28
WO2016142273A1 (en) 2016-09-15
BE1022812A1 (en) 2016-09-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US11167353B2 (en) Homogeneous suction during additive manufacturing
JP6388986B2 (en) Method of laser cutting using optimized gas dynamics
ES2622172T3 (en) Willingness to store and launch countermeasures
KR20000032532A (en) Casting nozzle with diamond-black internal geometry and multi-part casting nozzle with varying effective discharge angles and method for flowing liquid metal through same
BE1022812B1 (en) AUXILIARY NOZZLE FOR A WEAVING MACHINE
EP3821752B1 (en) Multiple nozzle attachment for hair dryer
US8418330B2 (en) Suction chamber for a water bar used for applying jets to fabrics
CN110536761A (en) The cooling of material to be rolled
JP2014117614A (en) Hand dryer
US20190040547A1 (en) Multi-row melt-blown fiber spinneret
RU2017118517A (en) NOZZLE FOR THREE-DIMENSIONAL CONTAINING AIR FLOW AND METHOD FOR USING SUCH NOZZLE
EP2931101B1 (en) Hand dryer
ES2213014T3 (en) AUXILIARY NOZZLE FOR A MECHANICAL TELAR.
WO2021170985A1 (en) Pulse nozzle for filter cleaning systems
US8186986B2 (en) Device for drawing filaments
BE1021879B1 (en) STRETCHING DEVICE FOR A WINDING WIRE
WO2018003483A1 (en) Laser processing head
JP6404204B2 (en) Nebulizer
KR102178774B1 (en) Nozzle and method for manufacturing knotted yarn
JP6162014B2 (en) Laser processing head
NL8003739A (en) Weft yarn guide for a fluid jet weaving loom.
USD998006S1 (en) Nozzle for laser beam machine
ES2392520T3 (en) Long distance gasification apparatus and procedures
JP6531619B2 (en) Rear spoiler
JPH01314753A (en) Weft-inserting unit in jet loom