BE1022476B1 - Inrichting voor het aanmaken of ruimen van grachten met aanpasbare breedte - Google Patents

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een schraapinrichting voor het aanmaken of ruimen van grachten, omvattende schraapelementen, roteerbare dragers omvattende genoemde schraapelementen en geleidingselementen voor genoemde roteerbare dragers; en een inrichting voor het aanmaken of ruimen van grachten, omvattende een rijtuig met draagstel, een mechanische arm gemonteerd op genoemd rijtuig, en een schraapinrichting voorzien aan het van het rijtuig afgekeerde uiteinde van genoemde mechanische arm.

Description

INRICHTING VOOR HET AANMAKEN OF RUIMEN VAN GRACHTEN MET AANPASBARE BREEDTE

TECHNISCH VELD

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het aanmaken en ruimen van grachten met aanpasbare breedte.

In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een schraapinrichting voor het aanmaken en ruimen van grachten, omvattende schraapelementen, roteerbare dragers omvattende genoemde schraapelementen en geleidingselementen voor genoemde roteerbare dragers; en een inrichting voor het aanmaken en ruimen van grachten, omvattende een rijtuig met draagstel, een mechanische arm gemonteerd op genoemd rijtuig, en een schraapinrichting voorzien aan het van het rijtuig afgekeerde uiteinde van genoemde mechanische arm.

ACHTERGROND

Grachten, bijvoorbeeld voor afwatering van akkergronden of langsheen wegels, dreven, paden of wegen, geraken na verloop van tijd vervuild en eventueel verstopt. Dit gebeurt niet alleen door zwerfvuil dat in de grachten terecht komt, maar ook en vaak door natuurlijke producten die er in terecht komen, zoals takken, bladeren, grassen, planten, alsook door grond of zand in de vorm van modder of slib dat meegevoerd wordt door water dat door de gracht vloeit, en dat langzaam sedimenteert op de grachtbodem en tussen de grassen en planten die op deze bodem groeien. Dit materiaal veroorzaakt na een tijd obstructies voor het water dat door de gracht dient te vloeien.

Het is bekend dat grachten met behulp van graafmachines uitgeschept worden op min of meer regelmatige tijdsbasis. Deze graafmachines graven met een graafbak in de dwarsrichting van de gracht. Dit veroorzaakt vaak een onregelmatige grachtdiepte. De bodem van de gracht vertoont dan putten waar in eerste instantie opnieuw sedimentatie en vuilaccumulatie zal plaatsvinden. Verder veroorzaken herhaaldelijke ruimingen door graafwerktuigen dat de grachten breder worden daar vaak ook een deel van de grachtwand wordt weggegraven. Bovendien kan onzorgvuldig graven ondergraving van de grachtoevers veroorzaken. Ten slotte wordt fauna vaak met wortel en al verwijderd uit de gracht, waardoor herstel van de fauna maar langzaam op gang komt.

Een alternatieve methode is voorgesteld in BE1009679. Een grachtprofileerinrichting wordt voorzien met een profileerfrees die een aan een uiteinde open bak met een bodem, opstaande zijwanden en een opstaande achterwand bevat, en twee daarmee verbonden roterende snijelementen die naast elkaar tegenover het open uiteinde van de bak, met hun onderkant nagenoeg ter hoogte van de bodem van de bak, draaibaar zijn opgesteld. De begroeiing op de grachtwanden wordt door middel van de snijelementen, bijvoorbeeld roterende messen, afgesneden. Ook de bodembegroeiing wordt door een mes afgesneden. Het afgesneden materiaal, samen met het materiaal dat zich in de gracht bevindt, wordt in een opvangeenheid geworpen. EP1978161 beschrijft een inrichting voor het ruimen en/of uitdiepen van grachten omvattende een verplaatsingseenheid die ruimmateriaal beweegt van de voorzijde van een basisplaat en genoemd ruimmateriaal verzamelt in een verzamelelement. De verplaatsingseenheid omvat ten minste een roterend stuk bv. schroef die roteert om een as dewelke zich uitstrekt langs de bewegingsrichting en een hoek maakt ten opzichte van een horizontaal vlak tussen nul en 80 graden.

Een belangrijke tekortkoming van de gekende inrichtingen en werkwijzen is echter het gebrek aan de mogelijkheid om de breedte en diepte van de ruiminrichting aan te passen aan de afmetingen van de aan te maken of te ruimen gracht. Dit is belangrijk omdat grachten over hun volledige lengte gezien, niet steeds dezelfde breedte en diepte hebben. Bij veranderende breedte kan het bijgevolg voorkomen dat de ruiminrichting ofwel niet voldoende materiaal kan ruimen, of ofwel net te veel materiaal zal ruimen waardoor de wanden van de gracht worden weggegraven. Het wegruimen van de wanden van de gracht leidt tot verlies van de structuur van de grachtoevers en leidt tot bodemerosie en veroorzaakt een vertraagd herstel van fauna en flora en eventueel bodemerosie.

Een bijkomende tekortkoming van gekende technieken is de noodzaak van het gebruik van een schroef dewelke in longitudinale richting in de gracht wordt gebracht. Schroeven hebben echter niet de mogelijkheid om in breedte, d.i. in diameter, te worden aangepast, wat bijgevolg bijkomende manipulaties vereist om een goede ruiming of uitdieping van de gracht te bekomen. Uiteindelijk geeft dit aanleiding tot een relatief trage ruiming van de gracht. Het aanmaken en ruimen van grachten is daardoor een tijdrovende en dus dure aangelegenheid.

Andere problemen dewelke optreden bij het aanmaken en ruimen van grachten zijn onder andere (i) het lekken van ruimmateriaal en/of water tijdens het overbrengen van het ruimmateriaal naar een laadbak, waardoor de openbare weg wordt bemodderd; (ii) het opnemen van water samen met het ruimmateriaal in de laadbak, waardoor de laadbak vroegtijdig dient geledigd te worden.

De stand der techniek voorziet niet in oplossingen dewelke minstens één van de bovengenoemde tekortkomingen deels of geheel verhelpen.

SAMENVATTING

De onderhavige uitvinding voorziet in een oplossing voor minstens één van de hierboven vermeldde problemen door te voorzien in een inrichting voor het aanmaken en ruimen van grachten met aanpasbare breedte zoals beschreven in conclusie 1.

In een eerste aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een schraa pin richting (1) voor het aanmaken of ruimen van grachten, omvattende: (i) een of meerdere schraapelementen; (ii) een of meerdere roteerbare dragers omvattende genoemde schraapelementen; en (iii) een of meerdere geleidingselementen voor genoemde roteerbare dragers.

Daardoor kunnen bredere of smallere grachten worden geruimd, al naar gelang de noodzaak of de wensen die door de lokale en variërende omstandigheden worden ingegeven.

Verdere voordelen van deze werkwijze zijn dat dit een tijdbesparende ruimbeweging is, die toelaat de bodem en de zijwanden van de grachten opnieuw mooi af te strijken. De bodem en zijwanden vertonen geen discontinuïteiten meer die veroorzaakt werden door opeenvolgende graafbewegingen. Bovendien worden grassen en planten op de bodem en langs de zijwanden van de grachten afgesneden en niet uitgerukt, zodat de geruimde grachten op korte termijn opnieuw begroeid zijn. Het ecologisch evenwicht in de gracht wordt minder zwaar op de proef gesteld dan in bepaalde ruimmethodes volgens de stand van de techniek en kan zich snel herstellen.

De werkwijzen volgens de uitvinding kunnen ook gebruikt worden om greppels of grachten te maken zonder het materiaal dat hierbij vrijkomt ter plaatse te laten.

In een tweede aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een inrichting voor het aanmaken of ruimen van grachten, omvattende (i) een rijtuig met draagstel; (ii) een mechanische arm gemonteerd op genoemd rijtuig, waarbij genoemde mechanische arm aan het van het rijtuig afgekeerde uiteinde voorzien is van genoemde schraa pin richting.

Dit heeft als voordeel dat genoemd rijtuig op het wegdek naast de gracht kan rijden in de richting en zin van het ruimen van het materiaal, ook de ruimrichting genoemd, terwijl de schraapinrichting in genoemde gracht het ruimmateriaal vergaart. Daarenboven kan genoemd rijtuig voorzien worden van een hefinrichting waarop genoemde mechanische arm is gemonteerd en/of waaraan een laadwagen kan worden gekoppeld dewelke is voorzien van een laadbak voor de tijdelijke opslag van ruimmateriaal.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

De expliciete karakteristieken, voordelen en objectieven van de onderhavige uitvinding zullen verder duidelijk worden voor de vakman in het technisch veld van de uitvinding na lezen van de hier volgende gedetailleerde beschrijving van de uitvoeringsvorm van de uitvinding en van de figuren hierin bijgesloten.

Figuur 1 is een schematische weergave van een rijtuig met draagstel (2) met een laadbak (16) voor tijdelijke opslag van ruimmateriaal en een vergaarbak (3) met vergaarinrichting (1) in een gracht (5).

Figuur 2 is een detailweergave van een schraapinrichting (1) met meerdere schraapelementen (101), een roteerbare drager (102) omvattende genoemde schraapelementen en een geleidingselement (103) voor genoemde roteerbare drager.

Figuur 3 is een schematische weergave van een rijtuig met draagstel (2) met een laadbak (16) voor tijdelijke opslag van ruimmateriaal en een vergaarbak (3) met schraapinrichting (1) in een gracht (5), waarbij genoemde schraapinrichting voor genoemde vergaarbak is opgesteld.

Figuur 4 is een schematische weergave van een vergaarbak in perspectief, waarbij de vergaarbak een schepinrichting of clamshell is, waarbij de voorzijde voorzien is van een opening op een afstand H ten opzichte van het laagste of uiterste punt op de rand van genoemde schepinrichting. Optioneel is de achterzijde voorzien van een opening dewelke geschikt is voor het laten terugvloeien van overtollig water uit genoemde vergaarbak en dewelke bij voorkeur identiek is aan de opening voorzien aan de voorzijde van genoemde vergaarbak.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING

Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technisch en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd. "Een", "de" en "het" refereren in dit document naar zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, "een segment" betekent een of meer dan een segment.

Wanneer "ongeveer" of "rond" in dit document gebruikt wordt bij een meetbare grootheid, een parameter, een tijdsduur of moment, en dergelijke, dan worden variaties bedoeld van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/-5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder, en zelfs nog meer bij voorkeur +/-0.1% of minder dan en van de geciteerde waarde, voor zoverre zulke variaties van toepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel onder verstaan worden dat de waarde van de grootheid waarbij de term "ongeveer" of "rond" gebruikt wordt, zelf specifiek wordt bekendgemaakt.

De termen "omvatten", "omvattende", "bestaan uit", "bestaande uit", "voorzien van", "bevatten", "bevattende", "behelzen", "behelzende", "inhouden", "inhoudende" zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.

Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.

De hierna volgende termen en definities zijn enkel bedoeld om de uitvinding te helpen begrijpen.

De term "geruimd materiaal", "ruimmateriaal" of "materiaal" worden gebruikt als synoniemen van elkaar en omvatten alle materialen, naast de normale vloeistoffen die door de gracht worden afgevoerd, die in een gracht aanwezig kunnen zijn en die eventueel obstructie kunnen vormen voor het afwateren van de gracht. Het omvat in het bijzonder water, olie, zand, modder, slib, bladeren, zwerfvuil (bijvoorbeeld blikverpakking, peuken, verpakkingen; papier, plastic en allerlei andere voorwerpen), alsook begroeiing zoals gras, mos, onkruid, struiken en dergelijke.

De term "ruimen" verwijst naar het verwijderen van ruimmateriaal uit grachten en verwijst bij uitbreiding ook naar het uitdiepen van grachten.

De term "vergaarinrichting" verwijst naar een inrichting die geschikt is om bovengenoemd ruimmateriaal te vergaren, bijvoorbeeld door het verplaatsen van materiaal door middel van een schrapende beweging van schraapelementen.

De term "vergaarbak" is synoniem voor de termen "reservoir", "bewaarplaats", "container", "laadkist", "kist", "vat", "doos", "gaarbak", "receptakel" duidt op een inrichting dewelke geschikt is om stoffen zoals bijvoorbeeld ruimmateriaal te verzamelen. Bij voorkeur omvat genoemde vergaarbak een grondvlak, twee opstaande zijwanden, optioneel een opstaande voorwand met opening, een opstaande achterwand en optioneel een overdekking voor genoemde vergaarbak.

De term "ruiminrichting" verwijst naar het geheel van een vergaarinrichting en een vergaarbak, waarbij genoemde vergaarinrichting aansluit op genoemde vergaarbak en waarbij genoemde vergaarinrichting en genoemde vergaarbak permanent of tijdelijk aan elkaar gekoppeld zijn. Bij voorkeur sluit genoemde vergaarinrichting aan op genoemde vergaarbak zodat het ruimmateriaal wordt overgebracht van genoemde vergaarinrichting naar genoemde vergaarbak.

De term "rijtuig met gestel" is synoniem voor de term "rijtuig" en verwijst naar een transportmiddel, bij voorkeur een gemotoriseerd transportmiddel. Bij voorkeur is genoemd rijtuig voorzien van een gestel of frame waaraan een laadwagen kan worden gekoppeld. Nog bij voorkeur kan een mechanische arm worden gemonteerd op genoemd rijtuig en/of genoemde laadwagen.

De term "ruimrichting" is de richting waarin de ruiminrichting volgens onderhavige uitvinding zich beweegt tijdens het ruimen, dit is parallel met de longitudinale richting van de gracht in de bewegingszin van genoemd rijtuig met gestel.

De hoogte van de grachten die geruimd worden volgens de werkwijze van de uitvinding, kunnen bijvoorbeeld variëren tussen 0.05 m en 5 m. De breedte van de aan te maken ofte ruimen grachten kan bijvoorbeeld variëren van 0.10 m tot 2.50 m. De hoogte, breedte en constructie van de inrichting kan aangepast zijn om grachten met dergelijke dimensies te ruimen.

In een eerste aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een schraa pin richting (1) voor het aanmaken of ruimen van grachten (5), omvattende: (i) een of meerdere schraapelementen (101); (ii) een of meerdere roteerbare dragers (102) omvattende genoemde schraapelementen; en (iii) een of meerdere geleidingselementen (103) voor genoemde roteerbare dragers.

De term "schraapelement" verwijst naar een bij voorkeur scherp voorwerp hetwelk geschikt is om materiaal ten opzichte van een ondergrond los te maken en/of te verplaatsen in de richting van het schrapen. Een schraapelement is bij voorkeur vervaardigd uit een roestvrij materiaal, zoals bijvoorbeeld, maar niet beperkt tot, roestvrij staal, rubber, kunststof of aluminium. De term "schraapinrichting" verwijst naar een inrichting omvattende schraapelementen hetwelk geschikt is om een oppervlakte van een dun laagje te ontdoen.

Figuur 2 is een detailweergave van een schraapinrichting (1) met meerdere schraapelementen (101), een roteerbare drager (102) omvattende genoemde schraapelementen en een geleidingselement (103) voor genoemde roteerbare drager. Genoemde schraapinrichting is opgehangen aan een mechanische arm (1002) en is voorzien van een hydraulische motor voor aandrijving (105) en een elektronisch sturingselement. Aan de bovenzijde is de schraapinrichting afgeschermd door middel van een blad (107) om het spatten van modder tegen te gaan en als mechanische bescherming om potentieel contact met personen of operatoren te verhinderen. Het begeleiden van het ruimmateriaal kan worden vergemakkelijkt door een begeleidingselement (301) hetwelk aan de onderzijde van het schraapelement is voorzien en op de vergaarbak aansluit. Genoemd begeleidingselement (301) kan gemonteerd worden op genoemde vergaarbak of op genoemde schraapinrichting. Bij voorkeur is het begeleidingselement beweegbaar naar gelang de positie van de schraapinrichting.

In een voorkeursuitvoering voorziet de uitvinding in een schraapinrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij twee of meerdere geleidingselementen met roteerbare dragers overwegend parallel naast elkaar zijn gepositioneerd.

In een voorkeursuitvoering voorziet de uitvinding in een schraapinrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij de afstand tussen twee of meerdere geleidingselementen met roteerbare dragers aanpasbaar is, bijvoorbeeld door beweging van genoemde geleidingselementen naar elkaar toe of van elkaar weg.

Dit biedt als voordeel dat de breedte van de schraapinrichting aanpasbaar is. Daardoor kunnen bredere of smallere grachten worden geruimd, naar gelang de noodzaak of de wensen die door de lokale omstandigheid worden ingegeven.

Dit laat tevens toe om de breedte van de schraap- en/of ruiminrichting aan te passen aan de breedte van de aan te maken of te ruimen gracht. Dit kan bijvoorbeeld noodzakelijk zijn bij vernauwingen of verbredingen die geregeld voorkomen in de grachten.

Het aanpassen van de afstand tussen twee of meerdere geleidingselementen kan gebeuren door de verplaatsing van een of meerdere geleidingselementen hoofdzakelijk in de richting loodrecht ten opzichte van het vlak waarin genoemde geleidingselementen liggen. Bij voorkeur gebeurt de verplaatsing door middel van een geautomatiseerd sturingselement, waarbij genoemd sturingselement wordt bediend door een operator, dewelke zich op een bepaalde afstand van genoemde schraapinrichting bevindt. Nog bij voorkeur gebeurt het bedienen van het sturingselement voor het regelen van de afstand tussen twee of meerdere geleidingselementen door een operator dewelke simultaan het rijtuig met gestel bedient, waarop genoemde schraapinrichting is voorzien.

In een voorkeursuitvoering voorziet de uitvinding in een schraapinrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemde schraapelementen van genoemde twee of meerdere geleidingselementen met roteerbare dragers geschrankt en optioneel deels overlappend ten opzichte van elkaar zijn gepositioneerd.

Wanneer genoemde schraapinrichting in werkende toestand is, zullen een of meerdere roteerbare dragers rondom de omtrek van de respectieve geleidingselementen bewegen. Daarbij hebben genoemde schraapelementen een breedte dewelke in overeenstemming is met de breedte van de geruimde sleuf in de te ruimen gracht. Wanneer de afstand tussen twee of meerdere geleidingselementen groter wordt, zal ook de breedte van de schraapelementen niet voldoen om de totale breedte van de sleuf van ruimmateriaal te ontdoen. Dit kan worden opgevangen door de breedte van de schraapelementen voldoende groot te maken, waarbij de schraapelementen die aan naast elkaar liggende geleidingselementen behoren, deels overlappen. Het vergroten van de afstand tussen genoemde geleidingselementen zal er dan voor zorgen dat de volledige, gewenste breedte van de sleuf nog steeds wordt geruimd door genoemde schraapelementen. Een voorwaarde voor een dergelijke opstelling is dat genoemde schraapelementen op twee of meerdere houders van de respectieve, naast elkaar liggende geleidingselementen geschrankt zijn opgesteld.

In een voorkeursuitvoering voorziet de uitvinding in een schraapinrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemde een of meerdere roteerbare dragers worden aangedreven door middel van een hydraulische motor en optioneel elektronisch worden gestuurd.

In een voorkeursuitvoering voorziet de uitvinding in een schraapinrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij twee of meerdere geleidingselementen met roteerbare dragers op eenzelfde as zijn gemonteerd, dewelke bij voorkeur wordt aangedreven door middel van een hydraulische motor.

Bij voorkeur worden een of meerdere geleidingselementen op een zelfde as, bijvoorbeeld een cardanas, gemonteerd en/of worden een of meerdere houders die op de respectieve naast elkaar liggende geleidingselementen zijn gelagerd, parallel en aan eenzelfde snelheid bewogen langsheen de omtrek van genoemde geleidingselementen. Eventueel wordt genoemde schraapinrichting voorzien van een sensor met regeleenheid om een gelijke omloopsnelheid te garanderen.

Dit draagt een voorkeur, om te verhinderen dat de schraapelementen behorende aan naast elkaar liggende geleidingselementen met elkaar in contact komen in de werkende toestand van genoemde schraapinrichting en daardoor schade oplopen en mogelijks een werkonderbreking of zelfs inzetbaarheidsongeschiktheid van genoemde schraapinrichting veroorzaken.

Een hydraulische motor laat toe het benodigde vermogen voor de verplaatsing van het ruimmateriaal naar genoemde vergaarbak te voorzien. De elektronische sturing laat toe de schraapelementen van een of meerdere geleidingselementen met eenzelfde omloopsnelheid langsheen de omtrek van de geleidingsinrichting te bewegen. In een alternatieve uitvoeringsvorm is de hydraulische motor vervangen door een motor zoals bijvoorbeeld een elektrische motor.

De motor kan zich buiten de vergaarinrichting bevinden, bij voorkeur boven of achter de vergaarinrichting. De inrichting heeft hierdoor minder problemen met de vervuilende werking van het geruimd materiaal en slib op de motor. De motor kan zich eventueel voor een aanwezige voorwand van het vergaarelement bevinden, zeker in geval het middel om geruimd materiaal te verplaatsen is aangepast om bij rotatie het geruimde materiaal in de richting van de vergaarbak te werpen.

In een voorkeursuitvoering voorziet de uitvinding in een schraapinrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemde een of meerdere geleidingselementen voor genoemde roteerbare drager in de longitudinale richting is uitgestrekt en voorzien is van een eerste uiteinde en een tweede uiteinde, waarbij genoemd eerste uiteinde geschikt is om in contact te staan met het te schrapen materiaal en genoemd tweede uiteinde aansluitbaar is op een opening van een vergaarbak.

In een tweede aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een inrichting voor het aanmaken of ruimen van grachten, omvattende (i) een rijtuig met draagstel; (ii) een mechanische arm gemonteerd op genoemd rijtuig, met het kenmerk, dat genoemde mechanische arm aan het van het rijtuig afgekeerde uiteinde voorzien is van genoemde schraapinrichting.

Het voorzien van een schraapinrichting aan het uiteinde van een mechanische arm dewelke op een rijtuig is gemonteerd, heeft als voordeel dat genoemd rijtuig op de weg naast de gracht kan rijden in de longitudinale richting van de gracht en in de zin van het ruimen van het materiaal in genoemde gracht terwijl de schraapinrichting in genoemde gracht het ruimmateriaal vergaart. Daarenboven kan genoemd rijtuig voorzien worden van een hefinrichting waarop genoemde mechanische arm is gemonteerd en/of waaraan een laadwagen kan worden gekoppeld dewelke is voorzien van een laadbak voor de tijdelijke opslag van ruimmateriaal. Bij voorkeur is genoemde mechanische arm beweegbaar tussen een positie waarbij de schraapinrichting gepositioneerd is in de gracht voor het ruimen van materiaal en een positie boven genoemde laadbak voor het overbrengen van genoemd materiaal van de vergaarbak naar de laadbak.

Figuur 1 is een schematische weergave van een rijtuig met draagstel (2) met een laadbak (16) voor tijdelijke opslag van ruimmateriaal en een vergaarbak (3) met vergaarinrichting (1) in een gracht (5).

Figuur 3 is een schematische weergave van een rijtuig met draagstel (2) met een laadbak (16) voor tijdelijke opslag van ruimmateriaal en een vergaarbak (3) met schraapinrichting (1) in een gracht (5), waarbij genoemde schraapinrichting voor genoemde vergaarbak is opgesteld.

Deze figuren tonen dat een vergaarinrichting (1) voor genoemde vergaarbak (3) is voorzien en ruimmateriaal (6) van de bodem (7) in de gracht (5) vergaart en overbrengt naar de vergaarbak (3). De ruiminrichting, het geheel van de vergaarinrichting (1) en de vergaarbak (3) is voorzien aan het uiteinde van een mechanische arm (10) dewelke op een hulpgestel (21) is gemonteerd. Het hulpgestel (21) is gemonteerd op een rijtuig (2) en dient eveneens als koppeling voor een laadwagen dewelke voorzien is van een laadbak (16) voor tijdelijke opslag van ruimmateriaal (6). Alternatief kan genoemde laadwagen direct gekoppeld zijn aan het rijtuig (2). Het rijtuig (2) rijdt over het wegdek (4) in de ruimrichting (15) terwijl de ruiminrichting in de gracht (5) is voorzien.

In een voorkeursuitvoering voorziet de uitvinding in een inrichting volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij genoemde schraapinrichting in longitudinale en/of transversale richting beweegbaar is en/of in hoogte instelbaar, ten opzichte van genoemd rijtuig.

Dit biedt als voordeel dat de positie van de schraapinrichting met vergaarbak in de gracht nauwkeurig kan worden gecontroleerd. Een nauwkeurige bewegingsmogelijkheid van genoemde schraapinrichting laat een accuraat ruimen van ruimmateriaal in de gracht toe en vrijwaart de grondstabiliteit van de gracht en de fauna en flora, bij uitbreiding voorkomt bodemerosie.

In een voorkeursuitvoering voorziet de uitvinding in een inrichting volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij genoemde schraapinrichting deels of geheel kantelbaar is in de ruimrichting.

In een voorkeursuitvoering voorziet de uitvinding in een inrichting volgens het tweede aspect van de uitvinding, verder omvattende een laadbak voor tijdelijke opslag van het geruimde materiaal.

Meer bij voorkeur is genoemde laadbak voorzien op een laadwagen dewelke via een koppeling aan een rijtuig met gestel, zoals bijvoorbeeld een tractor, kraanwagen, trekker of truck, is gehecht. Dit biedt het voordeel dat genoemde laadbak simultaan met genoemd rijtuig kan bewegen in de ruimrichting en dat de vergaarbak regelmatig kan worden geledigd door het overbrengen van het ruimmateriaal naar de laadbak, zonder daarbij eerst de vergaarbak te moeten aanbrengen aan een vaste verzamelplaats, zoals bijvoorbeeld een plaatselijk opgestelde container, en vervolgens de laadbak aldaar te moeten ledigen. Dit heeft als voordeel dat het ruimmateriaal tijdelijk kan worden opgeslagen in genoemde laadbak, waardoor de inzetbaarheid van genoemde inrichting verhoogt. Er zijn minder onderbrekingen nodig om de vergaarbak te ledigen in een plaatselijk opgestelde container. Tevens dient genoemd ruimmateriaal niet in de berm van de gracht te worden gestort. Het gebruik van een laadwagen met laadbak laat tevens toe genoemd ruimmateriaal te transporteren naar een saneringseenheid.

In een voorkeursuitvoering voorziet de uitvinding in een inrichting volgens het tweede aspect van de uitvinding, voorzien van een vergaarbak dewelke ten opzichte van de bewegingszin van genoemde inrichting achter genoemde schraapinrichting is opgesteld.

Dit biedt als voordeel dat het ruimmateriaal via een open voorwand of via een opening in de voorwand van genoemde vergaarbak door de schraapinrichting in de vergaarbak kan worden gebracht. Bij voorkeur is het achterste uiteinde van de schraapinrichting deels in genoemde vergaarbak gepositioneerd.

In een voorkeursuitvoering voorziet de uitvinding in een inrichting volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij genoemde vergaarbak volgende elementen omvat: een grondvlak, twee opstaande zijwanden, een opstaande voorwand met opening, een opstaande achterwand en optioneel een overdekking voor genoemde vergaarbak.

Genoemde opstaande achterwand kan daarbij voorzien zijn van een of meerdere openingen of hydraulische kleppen voor het al dan niet gecontroleerd doorlaten van water.

Optioneel kunnen twee of meerdere vlakken of wanden in elkaar over gaan via een ronding dewelke is aangebracht in genoemde vergaarbak. Bij voorkeur gaat genoemd grondvlak over in de twee genoemde zijvlakken via een ronding omheen een as in de longitudinale richting van de vergaarbak. Verder sluiten daarbij genoemde voor- en achterzijde aan op de ronding van genoemd grondvlak en zijwanden.

In een voorkeursuitvoering voorziet de uitvinding in een inrichting volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij genoemde opening van genoemde opstaande voorwand voorzien is op een hoogte boven genoemd grondvlak.

Dit biedt als voordeel dat genoemd ruimmateriaal niet spontaan kan lekken uit genoemde vergaarbak. Dit lekken vormt een substantieel probleem omdat het vervuiling van het wegdek met zich meebrengt en potentieel verkeersongevallen kan veroorzaken.

In een voorkeursuitvoering voorziet de uitvinding in een inrichting volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij genoemde opening van genoemde opstaande voorwand aansluitbaar is op genoemd tweede uiteinde van genoemde schraapinrichting.

Dit biedt als voordeel dat genoemd ruimmateriaal automatisch of spontaan kan worden overgebracht naar genoemde vergaarbak door de meesleurende kracht die het gevolg is van de omtrekkende of roterende beweging van de schraapelementen dewelke voorzien zijn op de houder dewelke op genoemd geleidingselement is voorzien.

In een voorkeursuitvoering voorziet de uitvinding in een inrichting volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij genoemd grondvlak, zijwanden, voorwand achterwand en optioneel overdekking van genoemde vergaarbak gevormd worden door twee of meerdere delen dewelke op elkaar aansluiten.

Bij voorkeur omvat genoemde vergaarbak een schepinrichting of clamshell omvattende twee delen dewelke in bij voorkeur de longitudinale richting geheel of deels van elkaar gescheiden kunnen worden, bijvoorbeeld door een scharnierende beweging omheen een gemeenschappelijke as. Genoemd grondvlak en opstaande zijwanden worden in dat geval gevormd door de respectievelijke delen van de schepinrichting, zoals aangegeven in Figuur 4.

Figuur 4 is een schematische weergave van een vergaarbak (3) in perspectief, waarbij de vergaarbak een schepinrichting of clamshell is, waarbij de voorzijde (303) voorzien is van een opening (304) op een afstand H ten opzichte van het laagste of uiterste punt op de rand van genoemde schepinrichting. Het grondvlak (301) en de zijwanden (302) gaan via een ronding over in elkaar. Aan de bovenzijde is de vergaarbak (3) afgesloten met een overdekkende wand (306). Optioneel is de achterzijde voorzien van een opening dewelke geschikt is voor het laten terugvloeien van overtollig water uit genoemde vergaarbak en dewelke bij voorkeur identiek is aan de opening voorzien aan de voorzijde van genoemde vergaarbak.

Optioneel kan het eerste deel geheel of deels in het tweede deel schuiven waardoor de breedte van de vergaarbak of schepinrichting kan worden aangepast aan de breedte van de gracht. Bij voorkeur is genoemde schepinrichting voorzien van een opening aan de voorzijde, dewelke aansluit op de schraapinrichting, of waarin genoemde schraapinrichting deels is gepositioneerd.

In een voorkeursuitvoering voorziet de uitvinding in een inrichting volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij genoemde schraapinrichting aan de onderzijde voorzien is van een geleidingsblad.

Genoemd geleidingsblad is parallel aan het geleidingselement van genoemde schraapinrichting voorzien en is geschikt voor het geleiden van het ruimmateriaal naar de vergaarbak en om te vermijden dat genoemd ruimmateriaal onder invloed van de zwaartekracht terug in de gracht terecht komt.

In een voorkeursuitvoering voorziet de uitvinding in een inrichting volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij genoemd grondvlak, zijwanden, voorwand en/of achterwand voorzien zijn van een of meerdere openingen voor het uitlopen van water in genoemde vergaarbak.

Dit biedt als voordeel dat water hetwelke aanwezig is in de vergaarbak ten gevolge van het meesleuren van water en waterhoudende modder uit genoemde vergaarbak kan lekken wanneer de vergaarbak zich in de te ruimen gracht bevindt. Op die manier kan meer ruimmateriaal uit genoemde gracht worden overgebracht naar de vergaarbak en wordt een minimale hoeveelheid water in de laadbak van genoemde laadwagen overgebracht.

Claims (16)

1. CONCLUSIES

   1. Schraapinrichting (1) voor het aanmaken of ruimen van grachten, omvattende: (i) een of meerdere schraapelementen; (ii) een of meerdere roteerbare dragers omvattende genoemde schraapelementen; en (iii) een of meerdere geleidingselementen voor genoemde roteerbare dragers.
2. 2. Schraapinrichting volgens conclusie 1, waarbij twee of meerdere geleidingselementen met roteerbare dragers overwegend parallel naast elkaar zijn gepositioneerd.
3. 3. Schraapinrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de afstand tussen twee of meerdere geleidingselementen met roteerbare dragers aanpasbaar is, bijvoorbeeld door beweging van genoemde geleidingselementen naar elkaar toe of van elkaar weg.
4. 4. Schraapinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij genoemde schraapelementen van genoemde twee of meerdere geleidingselementen met roteerbare dragers geschrankt en optioneel deels overlappend ten opzichte van elkaar zijn gepositioneerd.
5. 5. Schraapinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij genoemde een of meerdere roteerbare dragers worden aangedreven door middel van een hydraulische motor en optioneel elektronisch worden gestuurd.
6. 6. Schraapinrichting volgens conclusie 5, waarbij twee of meerdere geleidingselementen met roteerbare dragers op eenzelfde as zijn gemonteerd, dewelke bij voorkeur wordt aangedreven door middel van een hydraulische motor.
7. 7. Schraapinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij genoemde een of meerdere geleidingselementen voor genoemde roteerbare drager in de longitudinale richting is uitgestrekt en voorzien is van een eerste uiteinde en een tweede uiteinde, waarbij genoemd eerste uiteinde geschikt is om in contact te staan met het te schrapen materiaal en genoemd tweede uiteinde aansluitbaar is op een opening van een vergaarbak.
8. 8. Inrichting voor het aanmaken of ruimen van grachten, omvattende (i) een rijtuig met draagstel; (ii) een mechanische arm gemonteerd op genoemd rijtuig, met het kenmerk, dat genoemde mechanische arm aan het van het rijtuig afgekeerde uiteinde voorzien is van genoemde schraapinrichting.
9. 9. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij genoemde schraapinrichting in longitudinale en/of transversale richting beweegbaar is en/of in hoogte instelbaar, ten opzichte van genoemd rijtuig en waarbij genoemde schraapinrichting optioneel kantelbaar is in de ruiminrichting.
10. 10. Inrichting volgens conclusie 8 of 9, verder omvattende een laadbak voor tijdelijke opslag van het geruimde materiaal.
11. 11. Inrichting volgens een der conclusies 8 tot 10, voorzien van een vergaarbak dewelke ten opzichte van de bewegingszin van genoemde inrichting achter genoemde schraapinrichting is opgesteld.
12. 12. Inrichting volgens conclusie 11, waarbij genoemde vergaarbak volgende elementen omvat: een grondvlak, twee opstaande zijwanden, een opstaande voorwand met opening, een opstaande achterwand en optioneel een overdekking voor genoemde vergaarbak.
13. 13. Inrichting volgens conclusie 12, waarbij genoemde opening van genoemde opstaande voorwand voorzien is op een hoogte boven genoemd grondvlak.
14. 14. Inrichting volgens conclusie 12 of 13, waarbij genoemde opening van genoemde opstaande voorwand aansluitbaar is op genoemd tweede uiteinde van genoemde schraapinrichting.
15. 15. Inrichting volgens een der conclusies 8 tot 14, waarbij genoemd grondvlak, zijwanden, voorwand, achterwand en optioneel overdekking van genoemde vergaarbak gevormd worden door twee of meerdere delen dewelke op elkaar aansluiten.
16. 16. Inrichting volgens een der conclusies 11 tot 14, waarbij genoemd grondvlak, zijwanden, voorwand en/of achterwand voorzien zijn van een of meerdere openingen voor het uitlopen van water in genoemde vergaarbak.