BE1022479B1 - Werkwijze voor het lekvrij aanmaken of ruimen van grachten - Google Patents

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het lekvrij aanmaken of ruimen van grachten, omvattende de stappen van (i) het inbrengen van een vergaarbak in een gracht; en (ii) het vergaren van ruimmateriaal in genoemde vergaarbak, waarbij genoemde vergaarbak vervolgens deels of geheel wordt afgesloten.

Description

WERKWIJZE VOOR HET LEKVRIJ AANMAKEN OF RUIMEN VAN GRACHTEN TECHNISCH VELD

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het lekvrij aanmaken of ruimen van grachten.

In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het lekvrij aanmaken of ruimen van grachten, omvattende de stappen van (i) het inbrengen van een vergaarbak in een gracht; en (ii) het vergaren van ruimmateriaal in genoemde vergaarbak, waarbij genoemde vergaarbak is voorzien in een ruiminrichting omvattende een vergaarinrichting en een vergaarbak en waarbij genoemde ruiminrichting voorzien is aan het uiteinde van een mechanische arm, dewelke op een rijtuig met gestel is gemonteerd en waarbij genoemd rijtuig wordt bewogen in de richting van het aanmaken of ruimen van genoemde gracht.

ACHTERGROND

Grachten, bijvoorbeeld voor afwatering van akkergronden of langsheen wegels, dreven, paden of wegen, geraken na verloop van tijd vervuild en eventueel verstopt. Dit gebeurt niet alleen door zwerfvuil dat in de grachten terecht komt, maar ook en vaak door natuurlijke producten die er in terecht komen, zoals takken, bladeren, grassen, planten, alsook door grond of zand in de vorm van modder of slib dat meegevoerd wordt door water dat door de gracht vloeit, en dat langzaam sedimenteert op de grachtbodem en tussen de grassen en planten die op deze bodem groeien. Dit materiaal veroorzaakt na een tijd obstructies voor het water dat door de gracht dient te vloeien.

Het is bekend dat grachten met behulp van graafmachines uitgeschept worden op min of meer regelmatige tijdsbasis. Deze graafmachines graven met een graafbak in de dwarsrichting van de gracht. Dit veroorzaakt vaak een onregelmatige grachtdiepte. De bodem van de gracht vertoont dan putten waar in eerste instantie opnieuw sedimentatie en vuilaccumulatie zal plaatsvinden. Verder veroorzaken herhaaldelijke ruimingen door graafwerktuigen dat de grachten breder worden daar vaak ook een deel van de grachtwand wordt weggegraven. Bovendien kan onzorgvuldig graven ondergraving van de grachtoevers veroorzaken. Ten slotte wordt fauna vaak met wortel en al verwijderd uit de gracht, waardoor herstel van de fauna maar langzaam op gang komt.

Een alternatieve methode is voorgesteld in BE1009679. Een grachtprofileerinrichting wordt voorzien met een profileerfrees die een aan een uiteinde open bak met een bodem, opstaande zijwanden en een opstaande achterwand bevat, en twee daarmee verbonden roterende snijelementen die naast elkaar tegenover het open uiteinde van de bak, met hun onderkant nagenoeg ter hoogte van de bodem van de bak, draaibaar zijn opgesteld. De begroeiing op de grachtwanden wordt door middel van de snijelementen, bijvoorbeeld roterende messen, afgesneden. Ook de bodembegroeiing wordt door een mes afgesneden. Het afgesneden materiaal, samen met het materiaal dat zich in de gracht bevindt, wordt in een opvangeenheid geworpen. EP1978161 beschrijft een inrichting voor het ruimen en/of uitdiepen van grachten omvattende een verplaatsingseenheid die ruimmateriaal beweegt van de voorzijde van een basisplaat en genoemd ruimmateriaal verzamelt in een verzamelelement. De verplaatsingseenheid omvat ten minste een roterend stuk bv. schroef die roteert om een as dewelke zich uitstrekt langs de bewegingsrichting en een hoek maakt ten opzichte van een horizontaal vlak tussen nul en 80 graden.

Een belangrijke tekortkoming van de gekende inrichtingen en werkwijzen is echter het lekken van water, modder of slib hetwelke uit de gracht werd geruimd op het wegdek. Dit lekken gebeurt hoofdzakelijk tijdens het overbrengen van het ruimmateriaal naar een laadbak dewelke is voorzien op een laadwagen dewelke aan een tractor is gehecht. Het water of slib kan een gladde laag achterlaten, eventueel ten gevolge van het vervolgens aanvriezen aan het wegdek door lage temperaturen. Dergelijke laag is een slipgevaar voor weggebruikers zoals voetgangers, (brom-)fietsers of auto's en is dus een potentieel gevaar voor verkeersongevallen. In sommige gevallen dient daarom een bijkomende opruimingsactie te worden ondernomen, of dienen andere inrichtingen en werkwijzen te worden aangewend die meer tijdrovend zijn. Het aanmaken of ruimen van grachten is mede daardoor een tijdrovende en bijgevolg dure aangelegenheid.

De stand der techniek voorziet niet in oplossingen dewelke minstens één van de bovengenoemde tekortkomingen deels of geheel verhelpen.

SAMENVATTING

De onderhavige uitvinding voorziet in een oplossing voor minstens één van de hierboven vermeldde problemen door te voorzien in een werkwijze voor het lekvrij aanmaken of ruimen van grachten zoals beschreven in conclusie 1.

In een eerste aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze voor het lekvrij aanmaken of ruimen van grachten, omvattende de stappen van a. het inbrengen van een vergaarbak in een gracht; en b. het vergaren van ruimmateriaal in genoemde vergaarbak, waarbij genoemde vergaarbak vervolgens deels of geheel wordt afgesloten.

Dit heeft als voordeel dat tijdens het aanmaken of ruimen van ruimmateriaal uit een gracht met genoemde inrichting het lekken op het wegdek van water, modder of slib hetwelke uit genoemde gracht werd geruimd wordt vermeden of minstens grotendeels beperkt.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

De expliciete karakteristieken, voordelen en objectieven van de onderhavige uitvinding zullen verder duidelijk worden voor de vakman in het technisch veld van de uitvinding na lezen van de hier volgende gedetailleerde beschrijving van de uitvoeringsvorm van de uitvinding en van de figuren hierin bijgesloten.

Figuur 1 is een schematische weergave van een rijtuig met draagstel (2) met een laadbak (16) voor tijdelijke opslag van ruimmateriaal en een vergaarbak (3) met vergaarinrichting (1) in een gracht (5).

Figuur 2 toont een schematisch zijaanzicht van een eerste uitvoering van de onderhavige uitvinding met aanduiding van de vergaarinrichting (1) met afdekking (11) en een vergaarbak (3) opgehangen aan een mechanische arm (10), dewelke is gemonteerd op een rijtuig met draagstel (2). De afdekking (11) is in open positie in Figuur 2a en in gesloten positie in Figuur 2b.

Figuur 3 toont een schematisch zijaanzicht van een tweede uitvoering van de onderhavige uitvinding met aanduiding van de vergaarinrichting (1) en een vergaarbak (3) met afdekking (11) opgehangen aan een mechanische arm (10), dewelke is gemonteerd op een rijtuig met draagstel (2). De afdekking (11) is in open positie in Figuur 3a en in gesloten positie in Figuur 3b.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING

Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technisch en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd. "Een", "de" en "het" refereren in dit document naar zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, "een segment" betekent een of meer dan een segment.

Wanneer "ongeveer" of "rond" in dit document gebruikt wordt bij een meetbare grootheid, een parameter, een tijdsduur of moment, en dergelijke, dan worden variaties bedoeld van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/-5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder, en zelfs nog meer bij voorkeur +/-0.1% of minder dan en van de geciteerde waarde, voor zoverre zulke variaties van toepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel onder verstaan worden dat de waarde van de grootheid waarbij de term "ongeveer" of "rond" gebruikt wordt, zelf specifiek wordt bekendgemaakt.

De termen "omvatten", "omvattende", "bestaan uit", "bestaande uit", "voorzien van", "bevatten", "bevattende", "behelzen", "behelzende", "inhouden", "inhoudende" zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.

Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.

De term "geruimd materiaal", "ruimmateriaal" of "materiaal" worden gebruikt als synoniemen van elkaar en omvatten alle materialen, naast de normale vloeistoffen die door de gracht worden afgevoerd, die in een gracht aanwezig kunnen zijn en die eventueel obstructie kunnen vormen voor het afwateren van de gracht. Het omvat in het bijzonder water, olie, zand, modder, slib, bladeren, zwerfvuil (bijvoorbeeld blikverpakking, peuken, verpakkingen; papier, plastic en allerlei andere voorwerpen), alsook begroeiing zoals gras, mos, onkruid, struiken en dergelijke.

De term "ruimen" verwijst naar het verwijderen van ruimmateriaal uit grachten en verwijst bij uitbreiding ook naar het uitdiepen van grachten.

De term "vergaarinrichting" verwijst naar een inrichting die geschikt is om bovengenoemd ruimmateriaal te vergaren, bijvoorbeeld door het verplaatsen van materiaal door middel van een roterende beweging van een schroef of door een schrapende beweging van schraapelementen. Bij voorkeur verplaatst genoemde vergaarinrichting ruimmateriaal door middel van een roterende beweging.

De term "vergaarbak" is synoniem voor de termen "reservoir", "bewaarplaats", "container", "laadkist", "kist", "vat", "doos", "gaarbak", "receptakel" duidt op een inrichting dewelke geschikt is om stoffen zoals bijvoorbeeld ruimmateriaal te verzamelen. Bij voorkeur omvat genoemde vergaarbak een grondvlak, twee opstaande zijwanden, optioneel een opstaande voorwand met opening, een opstaande achterwand en optioneel een overdekking voor genoemde vergaarbak.

De term "ruiminrichting" verwijst naar het geheel van een vergaarinrichting en een vergaarbak, waarbij genoemde vergaarinrichting aansluit op genoemde vergaarbak en waarbij genoemde vergaarinrichting en genoemde vergaarbak permanent of tijdelijk aan elkaar gekoppeld zijn. Bij voorkeur sluit genoemde vergaarinrichting aan op genoemde vergaarbak zodat het ruimmateriaal wordt overgebracht van genoemde vergaarinrichting naar genoemde vergaarbak.

De term "rijtuig met gestel" is synoniem voor de term "rijtuig" en verwijst naar een transportmiddel, bij voorkeur een gemotoriseerd transportmiddel. Bij voorkeur is genoemd rijtuig voorzien van een gestel of frame waaraan een laadwagen kan worden gekoppeld. Nog bij voorkeur kan een mechanische arm worden gemonteerd op genoemd rijtuig en/of genoemde laadwagen.

De term "ruimrichting" is de richting waarin de ruiminrichting volgens onderhavige uitvinding zich beweegt tijdens het aanmaken of ruimen, dit is parallel met de longitudinale richting in de zin van achterwand naar voorwand toe.

De hoogte van de grachten die geruimd worden volgens de werkwijze van de uitvinding, kunnen bijvoorbeeld variëren tussen 0.05 m en 5 m. De breedte van de aan te maken ofte ruimen grachten kan bijvoorbeeld variëren van 0.10 m tot 2.50 m. De hoogte, breedte en constructie van de inrichting kan aangepast zijn om grachten met dergelijke dimensies te ruimen.

In een eerste aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze voor het lekvrij aanmaken of ruimen van grachten, omvattende de stappen van: a. het inbrengen van een ruiminrichting in een gracht; en b. het vergaren van ruimmateriaal in genoemde ruiminrichting, waarbij genoemde ruiminrichting vervolgens deels of geheel wordt afgesloten.

Dit biedt als voordeel door het deels of geheel afsluiten van de ruiminrichting ruimmateriaal en/of water hetwelke aanwezig is in de ruiminrichting wordt verhinderd om uit genoemde ruiminrichting te lekken. Dit biedt als voordeel dat de vergaarinrichting ruimmateriaal kan overbrengen naar de vergaarbak voor tijdelijke opslag van het ruimmateriaal. Wanneer de vergaarbak deels of geheel volgeladen is, kan deze deels of geheel worden afgesloten om te verhinderen dat water en/of ruimmateriaal (6) uit genoemde vergaarbak en/of vergaarinrichting lekt. Dit is voornamelijk voordelig tijdens het overbrengen van genoemde vergaarbak met ruimmateriaal (6) naar een laadbak voor tijdelijke opslag van ruimmateriaal omdat het lekken van water en/of ruimmateriaal op het wegdek wordt verhinderd en bij voorkeur volledig wordt vermeden.

In een voorkeursuitvoering voorziet de uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, omvattende de stap van het verplaatsen van genoemde deels of geheel afgesloten ruiminrichting naar een positie boven een laadbak voortijdelijke opslag van genoemd ruimmateriaal.

In een voorkeursuitvoering voorziet de uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, omvattende de stap van het deels of geheel openen van genoemde ruiminrichting, waardoor genoemd ruimmateriaal naar genoemde laadbak wordt overgebracht onder invloed van zwaartekracht.

Dit biedt als voordeel dat het ruimmateriaal, hetwelke aanwezig was in de gracht en de goede doorloop van genoemde gracht belemmerde, uit de gracht kan worden verwijderd en kan worden overgebracht in een laadbak. Belangrijk daarbij is dat het genoemde ruimmateriaal niet in de berm van genoemde gracht dient te worden gestort, maar kan worden afgevoerd naar een verzamelplaats en verder kan worden ontdaan van verontreinigingen die in het ruimmateriaal aanwezig zijn.

In een voorkeursuitvoering voorziet de uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemde ruiminrichting een vergaarinrichting en een vergaarbak omvat en waarbij genoemde ruiminrichting voorzien is aan het uiteinde van een mechanische arm, dewelke op een rijtuig met gestel is gemonteerd en waarbij genoemd rijtuig wordt bewogen in de richting van het aanmaken of ruimen van genoemde gracht.

Het voorzien van een vergaarinrichting aan het uiteinde van een mechanische arm dewelke op een rijtuig is gemonteerd, heeft als voordeel dat genoemd rijtuig op de weg naast de gracht kan rijden in de longitudinale richting van de gracht en in de zin van het ruimen van het materiaal in genoemde gracht terwijl de vergaarinrichting in genoemde gracht het ruimmateriaal vergaart. Daarenboven kan genoemd rijtuig voorzien worden van een hefinrichting waarop genoemde mechanische arm is gemonteerd en/of waaraan een laadwagen kan worden gekoppeld dewelke is voorzien van een laadbak voor de tijdelijke opslag van ruimmateriaal. Bij voorkeur is genoemde mechanische arm beweegbaar tussen een positie waarbij de ruiminrichting gepositioneerd is in de gracht voor het ruimen van materiaal en een positie boven genoemde laadbak voor het overbrengen van genoemd materiaal van de vergaarbak naar de laadbak. Een laadbak kan voorzien worden op een gestel van een rijtuig.

In een voorkeursuitvoering voorziet de uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemde laadbak is gemonteerd op genoemd rijtuig met gestel.

Meer bij voorkeur is genoemde laadbak voorzien op een laadwagen dewelke via een koppeling aan een rijtuig met gestel, zoals bijvoorbeeld een tractor, trekker of truck, tijdelijk of permanent is gehecht. Dit biedt het voordeel dat genoemde laadbak simultaan met genoemd rijtuig kan bewegen in de ruimrichting en dat de vergaarbak regelmatig kan worden geledigd door het overbrengen van het ruimmateriaal naar de laadbak, zonder daarbij eerst de vergaarbak te moeten aanbrengen aan een vaste verzamelplaats, zoals bijvoorbeeld een plaatselijk opgestelde container, en vervolgens de laadbak aldaar te moeten ledigen. Dit heeft als voordeel dat het ruimmateriaal tijdelijk kan worden opgeslagen in genoemde laadbak, waardoor de inzetbaarheid van genoemde inrichting verhoogt. Er zijn minder onderbrekingen nodig om de vergaarbak te ledigen in een plaatselijk opgestelde container. Tevens dient genoemd ruimmateriaal niet in de berm van de gracht te worden gestort. Het gebruik van een laadwagen met laadbak laat tevens toe genoemd ruimmateriaal te transporteren naar een saneringseenheid.

Figuur 1 is een schematische weergave van een rijtuig met draagstel (2) met een laadbak (16) voor tijdelijke opslag van ruimmateriaal en een vergaarbak (3) met vergaarinrichting (1) in een gracht (5). Deze figuur toont dat een vergaarinrichting (1) voor genoemde vergaarbak (3) is voorzien en ruimmateriaal (6) van de bodem (7) in de gracht (5) vergaart en overbrengt naar de vergaarbak (3). De ruiminrichting, het geheel van de vergaarinrichting (1) en de vergaarbak (3) is voorzien aan het uiteinde van een mechanische arm (10) dewelke op een hulpgestel (21) is gemonteerd. Het hulpgestel (21) is gemonteerd op een rijtuig (2) en dient eveneens als koppeling voor een laadwagen dewelke voorzien is van een laadbak (16) voor tijdelijke opslag van ruimmateriaal (6). Het rijtuig (2) rijdt over het wegdek (4) in de ruimrichting (15) terwijl de ruiminrichting in de gracht (5) is voorzien.

In een voorkeursuitvoering voorziet de uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemde vergaarbak volgende elementen omvat: een grondvlak, twee opstaande zijwanden, een open of halfopen voorzijde en een opstaande achterwand, en optioneel een overdekking voor genoemde vergaarbak.

Optioneel kunnen twee of meerdere vlakken of wanden in elkaar over gaan via een ronding dewelke is aangebracht in genoemde vergaarbak. Bij voorkeur gaat genoemd grondvlak over in de twee genoemde zijvlakken via een ronding omheen een as in de longitudinale richting van de vergaarbak. Daarbij sluiten genoemde voor- en achterzijde aan op de ronding van genoemd grondvlak en zijwanden.

In een voorkeursuitvoering voorziet de uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij een open of halfopen zijde van genoemde vergaarbak deels of geheel door een afdekking wordt afgesloten tijdens of voor het overbrengen van genoemd ruimmateriaal naar genoemde laadbak.

De term "afdekking" is synoniem voor deksel en verwijst naar een of meerdere platen dewelke simultaan of separaat geschikt zijn om tegenover een of meerdere respectievelijke openingen in genoemde vergaarbak gepositioneerd te worden om aldus de verplaatsing van ruimmateriaal en/of water uit genoemde vergaarbak tenminste deels of geheel te verhinderen door genoemde vergaarbak deels of geheel, bij voorkeur waterdicht, af te sluiten van de omgeving.

In een voorkeursuitvoering voorziet de uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemde afdekking door rotatie rond een scharnierelement voor genoemde open of halfopen zijde wordt gebracht.

In een voorkeursuitvoering voorziet de uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemde afdekking door rotatie in een geleidingsmechanisme voor genoemde open of halfopen zijde wordt gebracht.

Dit biedt als voordeel dat genoemde afdekking geheel of deels voor een open wand van de vergaarbak kan worden gebracht en dat genoemde afdekking in deze positie kan worden gefixeerd om druk ten gevolge van water en/of ruimmateriaal te weerstaan.

In een voorkeursuitvoering voorziet de uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemde afdekking door middel van een hydraulische motor wordt aangedreven.

Een hydraulische motor laat toe het benodigde vermogen voor de verplaatsing van genoemde afdekking ten opzichte van genoemde vergaarbak te voorzien. Eventueel kan ook voorzien zijn in een elektronische sturing van genoemde afdekking.

In een voorkeursuitvoering voorziet de uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemde hydraulische motor door een operator van op afstand bedienbaar is.

Bij voorkeur worden een of meerdere afdekkingen aangedreven door een motor. In een alternatieve uitvoeringsvorm is de hydraulische motor vervangen door een motor zoals bijvoorbeeld een elektrische motor.

De motor kan zich buiten de vergaarinrichting bevinden, bij voorkeur boven of achter de vergaarinrichting. De inrichting heeft hierdoor minder problemen met de vervuilende werking van het geruimd materiaal en slib op de motor. De motor kan zich eventueel voor een aanwezige voorwand van het vergaarelement bevinden, zeker in geval het middel om geruimd materiaal te verplaatsen is aangepast om bij rotatie het geruimde materiaal in de richting van de vergaarbak te werpen.

In een voorkeursuitvoering voorziet de uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemd rijtuig en/of genoemde ruiminrichting door een operator wordt aangestuurd.

Bij voorkeur gebeurt het besturen of aansturen van genoemd rijtuig door middel van een operator, dewelke zich op een bepaalde afstand van genoemde ruiminrichting bevindt. Nog bij voorkeur gebeurt het bedienen van genoemde ruiminrichting door een operator dewelke simultaan het rijtuig met gestel, waarop genoemde ruiminrichting is voorzien, bedient.

In een voorkeursuitvoering voorziet de uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemd ruimmateriaal door middel van een roteerbaar element, hetwelk in de longitudinale richting van genoemde vergaarbak is gepositioneerd, in genoemde vergaarbak wordt vergaard.

In een voorkeursuitvoering voorziet de uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemd roteerbaar element een schroef is.

Bij voorkeur is genoemd roteerbaar element roteerbaar rond een as. Het roteerbaar element omvat minstens een schroef voor het verplaatsen van geruimd materiaal, welke schroef roteerbaar is opgesteld rond deze as en zich uitstrekt van aan de voorzijde van de vergaarbak en door een opening door de voorwand tot buiten de vergaarbak. Het is duidelijk voor de vakman dat de dimensies van het roteerbaar element, zoals de dimensies van de schroef, als ook de dimensies van de ruiminrichting aangepast kunnen zijn aan het type en de dimensies van de aan te maken of te ruimen gracht. Eventueel worden meer dan een, al of niet identieke roteerbare elementen, bijvoorbeeld meerdere schroeven naast elkaar geplaatst op identieke of gelijkaardige wijze. Deze meerdere roteerbare elementen kunnen zich door dezelfde of door verschillende openingen in de voorwand uitstrekken. Voor minstens een van de roteerbare elementen geldt dat een deel van dit roteerbaaar element buiten het vergaarvolume onder de onderzijde uitsteekt. Op dergelijke wijze, met gebruik van meerdere roteerbare elementen, kunnen bredere en/of diepere grachten geruimd worden.

In een voorkeursuitvoering voorziet de uitvinding in een werkwijze volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij de grachtwand wordt afgestreken door middel van een of meerdere, al dan niet beweegbare, zijplaten dewelke zijn voorzien aan de buitenzijde van genoemde ruiminrichting.

Aan de achterzijde kan de zijplaat of de zijplaten eventueel op een afstand van de zijwand gepositioneerd zijn zodat bij beweging van de inrichting in longitudinale richting in de gracht, minstens de achterzijde van de plaat tegen de grachtwand duwt. Losgewrikt materiaal dat langsheen de inrichting zou vloeien, wordt zo tegen de grachtwand aangeduwd, waar het op termijn de grachtwand kan verstevigen. Eventueel is de zijplaat, aan de voorzijde in longitudinale richting, tegen de buitenwand scharnierend bevestigd, en zijn er middelen voorzien om de afstand tussen buitenwand en zijplaat aan de achterzijde van de zijplaat in te stellen of te variëren. Bijvoorbeeld kunnen instelbare veren gebruikt worden om de kracht tussen zijplaat en grachtwand in te stellen. Alternatief kunnen hydraulische zuigers voorzien worden.

VOORBEELDEN VOORBEELD 1

Een eerste voorbeeld wordt geïllustreerd aan de hand van Figuur 2. Figuur 2 toont schematisch een zijaanzicht van een eerste uitvoering van de onderhavige uitvinding met aanduiding van de vergaarinrichting (1) met afdekking (11) en een vergaarbak (3) opgehangen aan een mechanische arm (10), dewelke is gemonteerd op een rijtuig met draagstel (2). De afdekking (11) is in open positie in Figuur 2a en in gesloten positie in Figuur 2b.

De vergaarinrichting (1) is een schroef dewelke deels tot in de vergaarbak (3) rijkt en dewelke longitudinaal en draaibaar is opgesteld. De schroef wordt door een motor, dewelke door een operator aan- en uitgeschakeld kan worden, aangedreven. Ter bescherming is de vergaarinrichting (1) afgeschermd door middel van een beschermende omhulling omheen de schroef, dewelke aan de onderzijde open is om in contact te kunnen staan met ruimmateriaal in de gracht en dit overeenkomstig te kunnen ruimen. Het geheel van de schroef (1) en de vergaarbak (3) is opgehangen aan een mechanische arm (10) dewelke op een kraanwagen of tractor (2) is gemonteerd. De schroef (1) is omgeven door een afdekking (11) dewelke bestaat uit een half-cilindervormige omhulling dewelke in Figuur 2a aan de bovenzijde van de schroef (1) is gepositioneerd en in Figuur 2b aan de onderzijde van de schroef (1) is gepositioneerd. Figuur 2a geeft aldus de open toestand weer en Figuur 2b geeft de gesloten toestand weer.

Tijdens het ruimen wordt de ruiminrichting met schroef (1) en vergaarbak (3) in de gracht (5) geplaatst. De schroef (1) wordt door een motor aangedreven en maakt daardoor een omwentelende beweging. Bijgevolg zal het water en/of ruimmateriaal (6) hetwelke in de gracht (5) aanwezig is naar de vergaarbak (3) worden verplaatst.

Visueel kan door een operator, dewelke op de tractor (2) is gepositioneerd voor de bediening van genoemde tractor (2) en van de ruiminrichting, worden bepaald of de vergaarbak (3) vol is. Van zodra de vergaarbak deels of geheel vol is, wordt de afdekking (11) met behulp van een motor voor de schroef (1) gebracht, zoals is weergegeven in Figuur 2b, de gesloten toestand. In deze gesloten toestand wordt vervolgens de ruiminrichting in een positie gebracht boven een laadbak (16) dewelke op een laadwagen is voorzien, waarbij de laadwagen aan genoemde tractor (2) is gekoppeld. Doordat de afdekking (11) in gesloten toestand is, wordt ruimmateriaal (6) en/of water verhinderd uit de vergaarbak (3) te lekken of via de schroef te lekken en aldus op het wegdek terecht te komen.

In de positie boven de laadbak (16) kan vervolgens de vergaarbak (3) door kantelen rond de lengteas van ruimmateriaal (6) en/of water worden ontdaan via een open bovenzijde of via een opening in genoemde bovenzijde. Tot slot kan de afdekking (11) opnieuw in open toestand worden gebracht en opnieuw in de gracht (5) worden gebracht voor het ruimen van ruimmateriaal (6). VOORBEELD 2

Een tweede voorbeeld wordt geïllustreerd aan de hand van Figuur 3. Figuur 3 toont schematisch een zijaanzicht van een tweede uitvoering van de onderhavige uitvinding met aanduiding van de vergaarinrichting (1) en een vergaarbak (3) met afdekking (11) opgehangen aan een mechanische arm (10), dewelke is gemonteerd op een rijtuig met draagstel (2). De afdekking (11) is in open positie in Figuur 3a en in gesloten positie in Figuur 3b.

De werkwijze volgens voorbeeld 2 is analoog aan de werkwijze volgens voorbeeld 1, met dat verschil dat de afdekking (11) voorzien is als een vlakke plaat dewelke scharnierend gelagerd is langs een open bovenzijde of langs een opening in genoemde bovenzijde.

Wanneer de vergaarbak (3) deels of geheel vol is tijdens het ruimen, wordt verzekerd dat de afdekking (11) voor de open bovenzijde wordt gebracht. Vervolgens wordt de vergaarbak (3) in de longitudinale richting om haar as gekanteld, zodat de afdekking (11) onder of zijdelings ten opzichte van het center van de vergaarbak (3) komt te liggen. In deze toestand is de open zijde ter hoogte van de schroef (1) naar boven of zijdelings gepositioneerd zodat water en/of ruimmateriaal (6) wordt verhinderd via de schroef (1) of via de vergaarbak (3) te lekken. Vervolgens kan de ruiminrichting in een positie boven de laadwagen (16) worden gebracht en geledigd door het openen van de afdekking (11).

Claims (14)

1. CONCLUSIES

   1. Werkwijze voor het lekvrij aanmaken of ruimen van grachten, omvattende de stappen van: a. het inbrengen van een ruiminrichting in een gracht; en b. het vergaren van ruimmateriaal in genoemde ruiminrichting, met het kenmerk, dat genoemde ruiminrichting vervolgens deels of geheel wordt afgesloten en dat een open of halfopen zijde van genoemde vergaarbak deels of geheel door een afdekking wordt afgesloten tijdens of voor het overbrengen van genoemd ruimmateriaal naar genoemde laadbak.
2. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, omvattende de stap van het verplaatsen van genoemde deels of geheel afgesloten ruiminrichting naar een positie boven een laadbak voor tijdelijke opslag van genoemd ruimmateriaal.
3. 3. Werkwijze volgens conclusie 2, omvattende de stap van het deels of geheel openen van genoemde ruiminrichting, waardoor genoemd ruimmateriaal naar genoemde laadbak wordt overgebracht onder invloed van zwaartekracht.
4. 4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij genoemde ruiminrichting een vergaarinrichting en een vergaarbak omvat en waarbij genoemde ruiminrichting voorzien is aan het uiteinde van een mechanische arm, dewelke op een rijtuig met gestel is gemonteerd en waarbij genoemd rijtuig wordt bewogen in de richting van het aanmaken of ruimen van genoemde gracht.
5. 5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij genoemde laadbak is gemonteerd op genoemd rijtuig met gestel.
6. 6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij genoemde vergaarbak volgende elementen omvat: een grondvlak, twee opstaande zijwanden, een open of halfopen voorzijde en een opstaande achterwand, en optioneel een overdekking voor genoemde vergaarbak.
7. 7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij genoemde afdekking door rotatie rond een scharnierelement voor genoemde open of halfopen zijde wordt gebracht.
8. 8. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij genoemde afdekking door rotatie in een geleidingsmechanisme voor genoemde open of halfopen zijde wordt gebracht.
9. 9. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij genoemde afdekking door middel van een hydraulische motor wordt aangedreven.
10. 10. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij genoemde hydraulische motor door een operator van op afstand bedienbaar is.
11. 11. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij genoemd rijtuig en/of genoemde ruiminrichting door een operator wordt aangestuurd.
12. 12. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij genoemd ruimmateriaal door middel van een roteerbaar element, hetwelk in de longitudinale richting van genoemde vergaarbak is gepositioneerd, in genoemde vergaarbak wordt vergaard.
13. 13. Werkwijze volgens conclusie 12, waarbij genoemd roteerbaar element een schroef is.
14. 14. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de grachtwand wordt afgestreken door middel van een of meerdere, al dan niet beweegbare, zijplaten dewelke zijn voorzien aan de buitenzijde van genoemde ruiminrichting.