BE1022297B1 - Hoekverbindingsinrichting voor een weefkader - Google Patents

Abstract

Hoekverbindingsinrichting voor het verbinden van een zijelement (7,8) en een dwarselement (2, 3) van een weefkader (1), waarbij het zijelement (7, 8) van een tongelement (22) is voorzien, en een drukelement (11) dat contact maakt met een ontvangend element (10), waarbij een contactoppervlak waar het drukelement (11) contact maakt met een ontvangend element (10) is aangebracht voor het ontbinden van de verbindingskracht (F) in een eerste component loodrecht op de monteerrichting (X) die een eerste been (12) en een tweede been (13) naar elkaar toe dwingt en een tweede component die het ontvangend element (10) in de monteerrichting (X) dieper in een holte (23) dwingt. Weefmachine, weefkader en werkwijze voor het vervaardigen van een weefkader.

Description

Hoekverbindingsinrichting voor een weefkader.

[0001] De uitvinding heeft betrekking op een hoekverbindingsinrichting voor het verbinden van een zijelement en een dwarselement van een weefkader, een weefkader met een hoekverbindingsinrichting, een weefmachine met een dergelijk weefkader en een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijk weefkader.

[0002] Het is gekend een weefkader te voorzien met een bovenste dwarselement en een onderste dwarselement die door zijelementen zijn verbonden teneinde een weefkader te vormen. In de hierna volgende beschrijving en conclusies worden het bovenste dwarselement en het onderste dwarselement aangeduid als dwarselementen. De zijelementen zijn verbonden met de dwarselementen met behulp van hoekverbindingsinrichtingen.

[0003] JP 06-23585 Y heeft betrekking op een weefkader met een zijelement voorzien van een uitstekend deel en een dwarselement met een holle sectie in welke holle sectie een elastische houder is ingebracht met een uitsparing die tussen een eerste been en een tweede been is gevormd. Bij het verbinden van het zijelement met het dwarselement, wordt een uitstekend deel tussen het eerste been en het tweede been geklemd, waarbij een klemkracht loodrecht op een monteerrichting wordt aangewend door middel van een drukelement op de elastische houder.

[0004] Het is een doel van de uitvinding te voorzien in een verbeterde hoekverbindingsinrichting die een betrouwbare en herhaalbaar demonteerbare verbinding van een zijelement; en een dwarselement toelaat. Het is verder een doel van de uitvinding te voorzien in een weefkader, een weefmachine met een dergelijk weefkader en een werkwijze voor het vervaardigen . van een dergelijk weefkader.

[0005] Dit doel wordt opgelost door een hoekverbindingsinrichting volgens conclusie 1, een weefkader volgens conclusie 12, een weefmachine volgens conclusie 15 en een werkwijze volgens conclusie 16.

[0006] Volgens een eerste aspect is een hoekverbindingsinrichting voorzien voor het verbinden van een zijelement en een dwarselement van een weefkader, waarbij het zijelement van een tongelement is voorzien, de hoekverbindingsinrichting bevat een ontvangend element met een eerste been en een tweede been dat aangebracht is voor het ontvangen van het tongelement in een monteerrichting en aangepast is om ondergebracht te worden in een holte van het dwarselement, en een drukelement dat contact maakt met het ontvangend element, waarbij een verbindingskracht die loodrecht op de monteerrichting op het drukelement wordt aangewend, het eerste been en het tweede been naar elkaar toe dwingt om het tongelement te klemmen, en waarbij een contactoppervlak waar het drukelement contact maakt met het ontvangend element is aangebracht om een verbindingskracht te ontbinden in een eerste component loodrecht op de monteerrichting die het eerste been en het tweede been naar elkaar toe dwingt en een tweede component die het ontvangend element in de monteerrichting dieper in de holte dwingt.

[0007] In typische toepassingen wordt het ontvangend element in een holte van een holle sectie van een dwarselement ingebracht, waarbij het ontvangend element beweegbaar in de monteerrichting in de holte ondergebracht of opgenomen is. Een zijelement dat het tongelement en het ontvangend element draagt, is aan het dwarselement bevestigd. Volgens de aanvraag, wordt de verbindingskracht aangewend op het drukelement gebruikt om het tongelement tussen het eerste been en het tweede been van het ontvangend element te klemmen, en om daarbij het ontvangend element in de monteerrichting dieper in de holte van het dwarselement te bewegen. De beweging van het ontvangend element in de monteerrichting ten opzichte van het dwarselement terwijl het ontvangend element het tongelement klemt, dwingt het zijelement dat het tongelement draagt naar het dwarselement toe. Dit laat een herhaalbare betrouwbare verbinding toe. Bij voorkeur is het ontvangend element voorzien van minstens één aanslagoppervlak loodrecht op de monteerrichting om een beweging van het ontvangend element in de holte ten opzichte van het eerste onderdeel te beperken.

[0008] Het drukelement is aangepast om een externe verbindingskracht in een richting loodrecht op de monteerrichting te ontvangen. De contactoppervlakken aan het ontvangend element en/of aan het drukelement zijn ontworpen om de verbindingskracht aangewend loodrecht op de monteerrichting gedeeltelijk om te leiden in de monteerrichting. Dit gedeeltelijk omleiden van de aangewende verbindingskracht wordt, in de context van de aanvraag, ontbinding van de verbindingskracht genoemd.

[0009] Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm, is minstens één eerste schuin contactoppervlak voorzien aan het ontvangend element, waar het drukelement contact maakt met het ontvangend element. Dit laat een ontbinding van de kracht aangewend door het drukelement met een voldoende verhouding toe. Het eerste schuine contactoppervlak omsluit met een richting loodrecht op de monteerrichting een schuinstellingshoek tussen 1° en 89° in wijzerzin, bij voorkeur wordt een schuinstellingshoek tussen 30° en 70° gekozen. Hoe kleiner de schuinstellingshoek, hoe groter de tweede component van de kracht die het ontvangend element in de monteerrichting dieper in de holte dwingt. Bij voorkeur is het drukelement voorzien van minstens één tweede schuin contactoppervlak dat met het minstens één eerste schuin contactoppervlak contact maakt, waarbij de schuinstelling van het minstens één eerste schuin contactoppervlak minstens hoofdzakelijk gelijk is aan een schuinstelling van het minstens één tweede schuin contactoppervlak. Dit laat een betrouwbare krachtoverbrenging over een groot gebied toe.

[0010] Volgens een uitvoeringsvorm is het drukelement wigvormig voor het vormen van een tweede schuin contactoppervlak. Een dergelijk element heeft een eenvoudige constructie en is daarom goedkoop te vervaardigen.

[0011] In andere voorkeurdragende uitvoeringsvormen heeft het drukelement een zaagtandprofiel dat twee of meer tweede schuine contactoppervlakken vormt. Het zaagtandprofiel laat toe twee of meer schuine contactoppervlakken te voorzien zonder de totale hoogte, en vandaar, de stijfheid van het drukelement aanzienlijk te verminderen. In een uitvoeringsvorm heeft het drukelement een regelmatig zaagtandprofiel, waarbij de schuinstelling van alle tweede schuine contactoppervlakken minstens hoofdzakelijk gelijk is. In andere uitvoeringvormen, is het zaagtandprofiel onregelmatig, waarbij de hoogte van aangrenzende tanden en/of de schuinstelling van aangrenzende tanden van het zaagtandprofiel verschillen. De toppen van het zaagtandprofiel zijn in voorkeurdragende uitvoeringsvormen afgerond om scherpe randen te vermijden.

[0012] In een uitvoeringsvorm, is het ontvangend element, in het bijzonder het eerste been van het ontvangend element, voorzien van een monteerruimte voor het verwijderbaar monteren van het drukelement aan het ontvangend element. Een verbindingskracht wordt aangewend op het drukelement en het drukelement is onderworpen aan sleet. Bij het verwijderbaar monteren van het drukelement aan het ontvangend element, kan het drukelement eenvoudig vervangen worden.

[0013] In voorkeurdragende uitvoeringsvormen wordt het drukelement met speling in de monteerrichting in de monteerruimte gemonteerd. Dit laat toe het drukelement in een bepaalde positie in de monteerrichting ten opzichte van de holte van het dwarselement van een weefkader te positioneren, in dewelke, het ontvangend element schuifbaar is ingebracht. Door het aanwenden van een kracht op het drukelement loodrecht op de. monteerrichting, wordt het drukelement loodrecht op de monteerrichting bewogen, terwijl vastgehouden te worden in positie in de monteerrichting. Door de beweging wordt een kracht uitgeoefend op het ontvangend element. Daar het ontvangend element beweegbaar is ten opzichte van het drukelement, wordt het ontvangend element in monteerrichting ten opzichte van het drukelement bewogen en in geval het drukelement in positie ten opzichte van het dwarselement wordt vastgehouden, bewogen in monteerrichting ten opzichte van de holte.

[0014] Voor het aanwenden van een kracht op het drukelement, is in voorkeurdragende uitvoeringsvormen een bout voorzien, welke bout contact maakt met het drukelement. In voorkeurdragende uitvoeringsvormen heeft het drukelement een centreerdeel dat aangebracht is om de bout te ontvangen.

[0015] In voorkeurdragende uitvoeringsvormen heeft het ontvangend element elastische eigenschappen, in het bijzonder is gemaakt uit synthetisch materiaal van de groep bevattende polyoxymethyleen, ook gekend als polyacetal. De elastische eigenschappen laten toe gebruik te maken van terugstelkrachten om het tongelement te klemmen. Bovendien zijn dergelijke materialen in vele gevallen voordelig met betrekking tot wrijvingseigenschappen. Verder, omwille van de elastische eigenschappen heeft de hoekverbindingsinrichting enige flexibiliteit, wat voordelig is voor verbindingselementen die bij hoge snelheidstoepassingen worden gebruikt, zoals weefkaders gebruikt in weefmachines. In geval het ontvangend element gemaakt is uit niet elastisch materiaal, zijn in een uitvoeringsvorm de benen van het ontvangend element gemonteerd door middel van scharnierverbindingen aan een hoofdlichaam.

[0016] In een uitvoeringsvorm is het drukelement ook gemaakt uit een synthetisch materiaal. Bij voorkeur is het drukelement gemaakt uit metaal materiaal, in het bijzonder gegoten als een zinklegering bevattende aluminium, magnesium en/of koper. Een dergelijk drukelement is bestand tegen slijtage en kan aan hoge krachten weerstaan.

[0017] Om te verzekeren dat het tongelement stevig vastgehouden wordt tussen de benen van het ontvangend element is in een uitvoeringsvorm een materiaal combinatie van de klemoppervlakken die met elkaar contact maken met een hoge wrijvingscoëfficiënt gekozen. In alternatief of in aanvulling, is een positieve vergrendelingsvorm voorzien. Hiertoe kan het tongelement voorzien zijn van een niet lineair oppervlak. In een uitvoeringsvorm van de hoekverbindingsinrichting is minstens één van het eerste been en het tweede been voorzien van een niet lineair klemoppervlak dat aangepast is aan het niet lineair zijoppervlak van het tongelement. Bijvoorbeeld is het tongelement voorzien van een convex gebogen klemoppervlak dat gekeerd is naar het eerste been en het tweede been. In andere voorbeelden is het tongelement voorzien van concaaf gebogen klemoppervlakken die gekeerd zijn naar het eerste been en het tweede been. Bij voorkeur is minstens één van het eerste been en het tweede been voorzien van een golvend klemoppervlak dat aangepast is aan een golvend zijoppervlak van het tongelement.

[0018] Volgens een tweede aspect, is een weefkader met een dwarselement, een zijelement dat verbonden is met het dwarselement, en een hoekverbindingsinrichting voor het verbinden van het zijelement en het dwarselement voorzien, waarbij het zijelement voorzien is van een tongelement dat gericht is naar het dwarselement, waarbij het dwarselement voorzien is van een eerste holte, waarbij de hoekverbindingsinrichting een ontvangend element bevat met een eerste been en een tweede been dat het tongelement in een monteerrichting ontvangt, welk ontvangend element ondergebracht is in de eerste holte van het dwarselement, en een drukelement dat contact maakt met het ontvangend element, waarbij een verbindingskracht aangewend op het drukelement loodrecht op de monteerrichting het eerste been en het tweede been naar elkaar toe dwingt voor het klemmen van het tongelement, en waarbij een contactoppervlak waar het drukelement contact maakt met het ontvangend element is aangebracht voor het ontbinden van de verbindingskracht in een eerste component loodrecht op de monteerrichting die het eerste been en het tweede been naar elkaar toe dwingt en een tweede component die het ontvangend element in de monteerrichting dieper in de holte dwingt. Bij voorkeur bevat het weefkader twee dwarselementen en twee zijelementen, waarbij de verbinding in alle vier hoeken een hoekverbindingsinrichting volgens de uitvinding bevat.

[0019] In een uitvoeringsvorm is het dwarselement een profielelement met een holle sectie met de eerste holte waarin het ontvangend element van de hoekverbindingsinrichting beweegbaar in monteerrichting is ondergebracht. Zoals hierboven uitgelegd, volgens de aanvraag, wordt de kracht aangewend door het drukelement op het ontvangend element gebruikt om het tongelement tussen het eerste been en het tweede been te klemmen evenals om het ontvangend element in monteerrichting ten opzichte van het dwarselement te bewegèn. De beweging van het ontvangend element in monteerrichting dwingt het zijelement dat het tongelement draagt naar het dwarselement. Dit laat een herhaalbare betrouwbare verbinding toe. In het bijzonder wordt een verkeerde uitlijning van een hoekverbinding vermeden.

[0020] In een uitvoeringsvorm heeft het dwarselement een tweede holte waarin een steunelement is ingebracht, waarbij een bout voor het aanwenden van een verbindingskracht op het drukelement in het steunelement is geschroefd. De kracht die op het drukelement wordt aangewend, wordt aangepast door de bout in en uit te schroeven en het drukelement loodrecht op de monteerrichting ten opzichte van het steunelement te bewegen. In voorkeurdragende uitvoeringsvormen zijn het steunelement en het drukelement vast in positie ten opzichte van het dwarselement aangebracht, waarbij het ontvangend element in de monteerrichting ten opzichte van het drukelement wordt bewogen.

[0021] Volgens een verdere uitvoeringsvorm heeft het ontvangend element minstens één, bij voorkeur twee aanslagoppervlakken loodrecht op de monteerrichting, die contact maken met een eindoppervlak van het dwarselement om een beweging van het ontvangend element ten opzichte van het dwarselement in de monteerrichting te beperken.

[0022] Volgens een derde aspect, is een weefmachine voorzien van minstens één dergelijk weefkader.

[0023] Volgens een vierde aspect, is een werkwijze voorzien voor het vervaardigen van een weefkader met een dwarselement, welk dwarselement een profielelement met een holte is, en een zijelement voorzien van een tongelement dat gericht is naar het dwarselement en dat te verbinden is met het dwarselement door middel van een hoekverbindingsinrichting, de hoekverbindingsinrichting bevattende een ontvangend element met een eerste been en een tweede been dat het tongelement in een monteerrichting ontvangt, welk ontvangend element ondergebracht is in de holte van het dwarselement, en een drukelement dat contact maakt met het ontvangend element, de werkwijze bevattende het aanwenden van een verbindingskracht op het drukelement loodrecht op de monteerrichting, welke verbindingskracht ontbonden is in een eerste component loodrecht op de monteerrichting om het eerste been en het tweede been naar elkaar toe te dwingen en een tweede component in de monteerrichting om het ontvangend element met het tongelement dieper in de holte van het dwarselement te dwingen.

[0024] In een uitvoeringsvorm zijn het tongelement en het ontvangend element samengevoegd vooraf aan het inbrengen van het ontvangend element in de holte. In andere uitvoeringsvormen is het tongelement in het ontvangend element ingebracht nadat het ontvangend element in de holte werd ingebracht.

[0025] Uitvoeringsvormen van de uitvinding worden hiernavolgend in detail beschreven met verwijzing naar de schematische tekeningen. Doorheen de tekeningen, zijn dezelfde elementen aangeduid met dezelfde referentien um mers. In de figuren: figuur 1 is een aanzicht van een weefkader; figuur 2 is een aanzicht van een hoekverbindingsinrichting; figuur 3 is een perspectief aanzicht van een hoekverbindingsinrichting; figuur 4 is een aanzicht van een hoekverbindingsinrichting bij het monteren van een drukelement; figuur 5 is een perspectief aanzicht van de hoekverbindingsinrichting van figuur 4 bij het monteren van het drukelement; figuur 6 is een aanzicht van een zijelement van een weefkader van figuur 5 na samenvoegen van een hoekverbindingsinrichting met het tongelement van het zijelement; figuur 7 is een aanzicht van het weefkader met het zijelement van figuur 6 na de montage van de hoekverbindingsinrichting in het dwarselement; figuur 8 is een alternatief van figuur 7; figuur 9 is een perspectief aanzicht van figuur 8; figuur 10 is een alternatief van figuur 6 vooraf aan het samenvoegen van een hoekverbindingsinrichting met het tongelement van het zijelement; figuur 11 is een aanzicht van een hoekverbindingsinrichting vooraf aan het monteren van een drukelement; figuur 12 is een aanzicht van een hoekverbindingsinrichting bij het monteren van een drukelement; figuur 13 is een perspectief aanzicht van de hoekverbindingsinrichting van figuur 12 vooraf aan het monteren van het drukelement; figuur 14 is een perspectief aanzicht van de hoekverbindingsinrichting van figuur 13 na het monteren van het drukelement.

[0026] Figuur 1 toont schematisch een aanzicht van een weefkader 1 dat twee dwarselementen 2, 3 bevat, namelijk een eerste dwarselement 2 en een tweede dwarselement 3. Een heveldraagprofiel 4 is aan het eerste dwarselement 2 bevestigd en een heveldraagprofiel 5 is aan het tweede dwarselement 3 bevestigd. Tussen de heveldraagprofielen 4 en 5 zijn hevels 6 aangebracht. Aan een eerste zijkant zijn de dwarselementen 2 en 3 verbonden met een eerste zijelement 7 en aan een tweede zijkant zijn de dwarselementen 2 en 3 verbonden met een tweede zijelement 8. Zoals getoond is het eerste dwarselement 2 het bovenste dwarselement, is het tweede dwarselement 3 het onderste dwarselement, is het eerste zijelement 7 het linkse zijelement en is het tweede zijelement 8 het rechtse zijelement. De zijelementen 7 en 8 zijn elk voorzien van twee tongelementen 22 (schematisch weergegeven in figuur 1) die elk ontvangen worden door een hoekverbindingsinrichting 9 (eveneens schematisch weergegeven in figuur 1).

[0027] Figuren 2 tot 5 tonen schematisch een eerste uitvoeringsvorm van een hoekverbindingsinrichting 9 volgens de uitvinding. De hoekverbindingsinrichting 9 bevat een ontvangend element 10 en een drukelement 11. In de weergegeven uitvoeringsvorm is het ontvangend element 10 een synthetisch onderdeel met elastische eigenschappen. Het drukelement 11 is bij voorkeur gemaakt uit een stijf en slijtvast materiaal, zoals een metaal materiaal.

[0028] Zoals getoond in figuren 6 en 7 is het ontvangend element 10 U-vormig en bevat een eerste been 12 en een tweede been 13 om een tongelement 22 in een monteerrichting X te ontvangen. Een verbindingskracht wordt aangewend op het drukelement 11 in een tweede richting Y loodrecht op de monteerrichting X om het eerste been 12 naar het tweede been 13 te dwingen en om het tongelement 22 te klemmen. Daar het ontvangend element 10 gemaakt is uit een synthetisch materiaal, in het bijzonder gemaakt uit polyoxymethyleen, zal het ontvangend element 10 niet of nauwelijks het tongelement 22 slijten tijdens het klemmen van het tongelement 22.

[0029] In een getoonde uitvoeringsvorm, is het eerste been 12 van het ontvangend element 10 voorzien van een monteerruimte 14 voor het verwijderbaar monteren van het drukelement 11 op het ontvangend element 10. Zoals schematisch getoond in figuren 4 en 5, is het drukelement 11 gemonteerd in de monteerruimte 14 en gehouden in de monteerruimte 14 door middel van twee zijlippen 15. De grootte en de vorm van de monteerruimte 14 en het drukelement 11 zijn gekozen zodat het drukelement 11 met speling in de monteerruimte 14 is gemonteerd. Vandaar is het drukelement 11 binnen grenzen in de monteerruimte 14 beweegbaar, terwijl door middel van de zijlippen 15 wordt vastgehouden.

[0030] Binnenin de monteerruimte 14, is het eerste been 12 van het ontvangend element 10 voorzien van een eerste schuin contactoppervlak 16 waar het drukelement 11 contact maakt met het ontvangend element 10. Het eerste schuin contactoppervlak 16 omsluit met de tweede richting Y loodrecht op de monteerrichting X een schuinstellingshoek van ongeveer 45° tot ongeveer 80° in wijzerzin. Het drukelement 11 is voorzien van een tweede schuin contactoppervlak 17 dat contact maakt met het eerste schuin contactoppervlak 16, waarbij een schuinstelling van het schuin contactoppervlak 16 minstens hoofdzakelijk gelijk is aan een schuinstelling van het tweede schuin contactoppervlak 17.

[0031] In de uitvoeringsvorm getoond in figuren 2 tot 7 is het drukelement 11 dat voorzien is van het tweede schuin contactoppervlak 17 wigvormig waardoor een eenvoudige en goedkope vervaardiging ervan mogelijk wordt. De vorm van de monteer-ruimte 14 is aangepast aan het wigvormig drukelement 11.

[0032] Voor het verbinden van een zijelement 7, 8 aan een dwarselement 2, 3, zoals getoond in figuur 1, wordt een verbindingskracht op het drukelement 11 in de tweede richting Y loodrecht op de monteerrichting X aangewend. Door de verbindingskracht die op het drukelement 11 wordt aangewend, wordt het drukelement 11 in de tweede richting Y loodrecht op de monteerrichting X bewogen. Door de opstelling van de eerste schuine contactoppervlakken 16 en de tweede schuine contactoppervlakken 17, wordt de kracht die door het drukelement 11 op het ontvangend element 10 wordt aangewend ontbonden in een eerste component die het eerste been 12 naar het tweede been 13 dwingt en een tweede component die het ontvangend element 10 als een geheel dwingt te bewegen in de monteerrichting X. Het ontvangend element 10 heeft twee aanslagoppervlakken 19 loodrecht op de monteerrichting X om een beweging van het ontvangend element 10 te beperken zoals later zal worden beschreven.

[0033] De verbindingskracht wordt bijvoorbeeld aangewend door middel van een bout 25, zoals getoond in figuur 7, waarvan de positie vast is in de monteerrichting X. Zoals best te zien is in figuur 3, is het drukelement 11 voorzien van een centreerdeel 18 in de vorm van een boring om met een bout 25 samen te werken, om toe te laten dat de verbindingskracht aangewend „ wordt op een vaste positie.

[0034] In de getoonde uitvoeringsvormen, zijn het eerste been 12 en het tweede been 13 beide voorzien van een golvend klemoppervlak 20, 21.

[0035] Figuur 6 toont een gedeelte van een zijelement 7 voorzien van een tongelement 22 en een daarmee samengevoegd ontvangend element 10 van een hoekverbindingsinrichting 9 van figuren 1 tot 5. Zoals getoond in figuur 6, is het tongelement 22 ontvangen tussen het eerste been 12 en het tweede been 13 van het ontvangend element 10 van de hoekverbindingsinrichting 9. Het tongelement 22 is geklemd tussen de benen 12, 13 door de benen 12, 13 naar elkaar toe te dwingen. Om een zekere klemming toe te laten, zijn in de getoonde uitvoeringsvorm het eerste been 12 en het tweede been 13 voorzien van de golvende klemoppervlakken 20, 21, waarbij zoals getoond in figuur 6, een golvend profiel van de golvende klemoppervlakken 20, 21 aan een golvend zijoppervlak 33, 34 van het tongelement 22 is aangepast.

[0036] Figuur 7 toont een gedeeltelijk doorgesneden aanzicht van een gedeelte van een weefkader 1 bevattende een dwarselement 2, het zijelement 7 getoond in figuur 6 voorzien van het tongelement 22 en de hoekverbindingsinrichting 9 van figuren 2 tot 5. De monteerrichting X en een tweede richting Y loodrecht daarop zijn aangeduid door pijlen met gebroken lijnen.

[0037] Zoals getoond in figuur 7, is het dwarselement 2 voorzien van een eerste holte 23 en een tweede holte 24 op afstand van de eerste holte 23 in de tweede richting Y naar een buitenrand van het dwarselement 2. Het ontvangend element 10 van de hoekverbindingsinrichting 9 is ondergebracht in de eerste holte 23 van het dwarselement 2, om beweegbaar te zijn in de monteerrichting X zoals aanduid met een pijl P. De beweging is beperkt door middel van de aanslagoppervlakken 19.

[0038] Een bout 25 is samengevoegd met het dwarselement 2 in een vaste positie in de monteerrichting X en geschroefd in een steunelement 26, welk steunelement 26 in de tweede holte 24 is ingebracht. Een einde van de bout 25 dringt het centreerdeel 18 van het drukelement 11 binnen. Door middel van de bout 25, wordt een verbindingskracht F op het drukelement 11 aangewend en wordt het drukelement 11 in de tweede richting Y bewogen.

[0039] Volgens de uitvinding, wegens het schuine contactoppervlak 16, 17 waarmee het drukelement 11 contact maakt met het ontvangend element 10, wordt de verbindingskracht F die op het drukelement 11 wordt aangewend ontbonden in een eerste component loodrecht op de monteerrichting X die het eerste been 12 naar het tweede been 13 dwingt en een tweede component die het ontvangend element 10 in de monteerrichting X dieper in de eerste holte 23 dwingt. Het drukelement 11 is gecentreerd en vastgehouden in positie in de monteerrichting X door middel van de bout 25 die met het centreerdeel 18 samenwerkt. Daar het drukelement 11 met speling in de monteerruimte 14 is gemonteerd, is het ontvangend element 10 beweegbaar in de monteerrichting X volgens pijl P ten opzichte van het drukelement 11.

[0040] Figuren 8 tot 14 tonen schematisch een tweede uitvoeringsvorm van een hoekverbindingsinrichting 9. De hoekverbindingsinrichting van figuren 8 tot 12 is gelijkaardig aan deze van figuren 2 tot 7 en voor gelijke of gelijkaardige elementen, worden dezelfde referentienummers gebruikt. Figuren 8 en 9 tonen in een gedeeltelijk doorgesneden zijaanzicht en een gedeeltelijk doorgesneden perspectief aanzicht een gedeelte van het weefkader 1 gelijkaardig aan figuur 7. Figuur 10 is een ontmanteld aanzicht van een hoekverbindingsinrichting 9 en een zijelement 7 met een tongelement 22. Figuren 11 en 12 tonen de hoekverbindingsinrichting 9 volgens de tweede uitvoeringsvorm bij het monteren van een drukelement 11 van de hoekverbindingsinrichting 9 aan een ontvangend element 10. Figuren 13 en 14 tonen het ontvangend element 10 en het drukelement 11 volgens de tweede uitvoeringvorm gelijkaardig aan deze van figuren 5 en 3, respectievelijk.

[0041] In tegenstelling tot de eerste uitvoeringsvorm getoond in figuren 2 tot 7,- heeft het drukelement 11 volgens de tweede uitvoeringsvorm getoond in figuren 8 tot 12 een zaagtandprofiel 27 dat twee tweede schuine contactoppervlakken 28, 29 vormt. Het drukelement 11 is gemonteerd in een monteerruimte 14 gevormd in het ontvangend element 10, meer in het bijzonder in het buitenoppervlak van het eerste been 12. De monteerruimte 14 is voorzien van een overeenkomstig zaagtandprofiel 30 bevattende twee eerste schuine contactoppervlakken 31, 32. Zoals best te zien is in figuur 11, zijn de monteerruimte 14 en het drukelement 11 aan elkaar aangepast om het drukelement 11 met speling te laten ontvangen in de monteerfichting X in de monteerruimte 14.

[0042] Alhoewel in de tekeningen de hoekverbindingsinrichting 9 aangebracht is tussen het eerste dwarselement 2 en het eerste zijelement 7, kan in een alternatief of in aanvulling de hoekverbindingsinrichting 9 gelijkaardig tussen het eerste dwarselement 2 en het tweede zijelement 8, tussen het tweede dwarselement 3 en het eerste zijelement 7 en/of tussen het tweede dwarselement 3 en het tweede zijelement 8 worden aangebracht.

[0043] De hoekverbindingsinrichting, het weefkader, de weefmachine en de werkwijze volgens de uitvinding zijn niet beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen. Varianten en combinaties van de weergegeven uitvoeringsvormen die onder de conclusies vallen zijn eveneens mogelijk.

Claims (16)

1. Conclusies.

   1. Hoekverbindingsinrichting voor het verbinden van een zijelement (7, 8) en een dwarselement (2, 3) van een weefkader (1), waarbij het zijelement (7, 8) van een tongelement (22) is voorzien, de hoekverbindingsinrichting (9) bevattende een ontvangend element (10) met een eerste been (12) en een tweede been (13) aangebracht voor het ontvangen van het tongelement (22) in een monteerrichting (X) en aangepast om ondergebracht te worden in een holte (23) van het dwarselement (2, 3), en een drukelement (11) dat contact maakt met het ontvangend element (10), waarbij een verbindingskracht (F) die loodrecht op de monteerrichting (X) op het drukelement (11) is aangewend het eerste been (12) en het tweede been (13) naar elkaar toe dwingt voor het klemmen van het tongelement (22), daardoor gekenmerkt dat een contactoppervlak waar het drukelement (11) contact maakt met het ontvangend element (10) is aangebracht voor het ontbinden van de verbindingskracht (F) in een eerste component loodrecht op de monteerrichting (X) die het eerste been (12) en het tweede been (13) naar elkaar toe dwingt en een tweede component die het ontvangend element (10) in de monteerrichting (X) dieper in de holte (23) dwingt.
2. 2. Hoekverbindingsinrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat minstens één eerste schuin contactoppervlak (16, 31, 32) voorzien is aan het ontvangend element (10), waar het drukelement (11) contact maakt met het ontvangend element (10), bij voorkeur is het drukelement (11) voorzien van minstens één tweede schuin contactoppervlak (17, 28, 29) dat met het minstens één eerste schuin contactoppervlak (16, 31, 32) contact maakt, waarbij een schuinstelling van het minstens één eerste schuin contactoppervlak (16,31,32) minstens hoofdzakelijk gelijk is aan een schuinstelling van het minstens één tweede schuin contactoppervlak (17, 28, 29).
3. 3. Hoekverbindingsinrichting volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat het drukelement (11) wigvormig is.
4. 4. Hoekverbindingsinrichting volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat het drukelement (11) een zaagtandprofiel (27) heeft dat twee of meer tweede schuine contactoppervlakken (28, 29) vormt.
5. 5. Hoekverbindingsinrichting volgens één van de conclusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat het ontvangend element (10), in het bijzonder het eerste been (12) van het ontvangend element (10), voorzien is van een monteerruimte (14) voor het verwijderbaar monteren van het drukelement (11) aan het ontvangend element (10).
6. 6. Hoekverbindingsinrichting volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat het drukelement (11) met speling in de monteerrichting (X) in de monteerruimte (14) is gemonteerd.
7. 7. Hoekverbindingsinrichting volgens één van de conclusies 1 tot 6, daardoor gekenmerkt dat het drukelement (11) een centreerdeel (18) heeft dat aangebracht is om een bout (25) te ontvangen.
8. 8. Hoekverbindingsinrichting volgens één van de conclusies 1 tot 7, daardoor gekenmerkt dat het ontvangend element (10) elastische eigenschappen heeft, in het bijzonder gemaakt is uit synthetisch materiaal van de groep bevattende polyoxymethyleen.
9. 9. Hoekverbindingsinrichting volgens één van de conclusies 1 tot 8, daardoor gekenmerkt dat het drukelement (11) gemaakt is uit metaal materiaal.
10. 10. Hoekverbindingsinrichting volgens één van de conclusies 1 tot 9, daardoor gekenmerkt dat minstens één van het eerste been (12) en het tweede been (13) voorzien is van een niet lineair klemoppervlak aangepast aan een niet lineair zijoppervlak van het tongelement (22).
11. 11. Hoekverbindingsinrichting volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat minstens één van het eerste been (12) en het tweede been (13) voorzien is van een golvend klemoppervlak (20, 21) dat aangepast is aan een golvend zijoppervlak (33, 34) van het tongelement (22).
12. 12. Weefkader met een dwarselement (2, 3), een zijelement (7, 8) dat verbonden is met het dwarselement (2, 3), en een hoekverbindingsinrichting (9) volgens één van de conclusies 1 tot 11 voor het verbinden van het zijelement (7, 8) en het dwarselement (2, 3), waarbij het zijelement (7, 8) voorzien is van een tongelement (22) dat gericht is naar het dwarselement (2, 3), waarbij het dwarselement (2, 3) voorzien is van een eerste holte (23), waarbij de hoekverbindingsinrichting (9) een ontvangend element (10) bevat met een eerste been (12) en een tweede been (13) die het tongelement (22) in een monteerrichting (X) ontvangt, welk ontvangend element (10) ondergebracht is in de eerste holte (23) van het dwarselement (2, 3), en een drukelement (11) dat contact maakt met het ontvangend element (10), waarbij een verbindingskracht aangewend op het drukelement (11) loodrecht . op de monteerrichting (X) het eerste been (12) en het tweede been (13) naar elkaar toe dwingt voor het klemmen van het tongelement (22), en waarbij een contactoppervlak waar het drukelement (11) contact maakt met het ontvangend element (10) is aangebracht voor het ontbinden van de verbindingskracht in een eerste component loodrecht op de monteerrichting (X) die het eerste been (12) en het tweede been (13) naar elkaar toe dwingt en een tweede component die het ontvangend element (10) in de monteerrichting (X) dieper in de eerste holte (23) dwingt.
13. 13. Weefkader volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat het dwarselement (2, 3) een tweede holte (24) heeft waarin een steunelement (26) is ingebracht, waarbij een bout (25) voor het aanwenden van een verbindingskracht op het drukelement (11) in het steunelement (26) is geschroefd.
14. 14. Weefkader volgens conclusie 12 of 13, daardoor gekenmerkt dat het ontvangend element (10) minstens één, bij voorkeur twee aanslagoppervlakken (19) loodrecht op de monteerrichting (X) heeft die contact maken met een eindoppervlak van het dwarselement (2,3) om. een beweging van het ontvangend element (10) ten opzichte van het dwarselement (2, 3) in de monteerrichting (X) te beperken.
15. 15. Weefmachine, daardoor gekenmerkt dat de weefmachine voorzien is van minstens één weefkader (1) volgens één van de conclusies 12 tot 14.
16. 16. Werkwijze voor het vervaardigen van een weefkader (1) met een dwarselement (2, 3), welk dwarselement (2, 3) een profielelement met een holte (23) is, en met een zijelement (7, 8) voorzien van een tohgelement (22) dat gericht is naar het dwarselement (2, 3) en dat met het dwarselement (2, 3) te verbinden is door middel van een hoekverbindingsinrichting (9) volgens één van de conclusies 1 tot 11, de hoekverbindingsinrichting (9) bevattende een ontvangend element (10) met een eerste been (12) en een tweede been (13) voor het ontvangen van het tongelement (22) van het zijelement (7, 8) in een monteerrichting (X), welk ontvangend element (10) ondergebracht is in de holte (23) van het dwarselement (2, 3), en een drukelement (11) dat contact maakt met het ontvangend element (10), de werkwijze bevattende het aanwenden van een verbindingskracht (F) op het drukelement (11) loodrecht op de monteerrichting (X), welke verbindingskracht (F) ontbonden is in een eerste component loodrecht op de monteerrichting (X) om het eerste been (12) en het tweede been (13) naar elkaar toe te dwingen en een tweede component in de monteerrichting (X) om het ontvangend element (10) met het tongelement (22) dieper in de holte (23) van het dwarselement (2, 3) te dwingen.