BE1022034B1 - Geleidingssysteem voor een schuifdeurinrichting - Google Patents

Geleidingssysteem voor een schuifdeurinrichting Download PDF

Info

Publication number
BE1022034B1
BE1022034B1 BE2014/0500A BE201400500A BE1022034B1 BE 1022034 B1 BE1022034 B1 BE 1022034B1 BE 2014/0500 A BE2014/0500 A BE 2014/0500A BE 201400500 A BE201400500 A BE 201400500A BE 1022034 B1 BE1022034 B1 BE 1022034B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
guide
sliding door
guide element
guide rail
door leaf
Prior art date
Application number
BE2014/0500A
Other languages
English (en)
Inventor
Patrick Marc Perquy
Petra Lore Hanne Decock
Original Assignee
Renson Sunprotection Projects Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Renson Sunprotection Projects Nv filed Critical Renson Sunprotection Projects Nv
Priority to BE2014/0500A priority Critical patent/BE1022034B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1022034B1 publication Critical patent/BE1022034B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05DHINGES OR SUSPENSION DEVICES FOR DOORS, WINDOWS OR WINGS
    • E05D15/00Suspension arrangements for wings
    • E05D15/06Suspension arrangements for wings for wings sliding horizontally more or less in their own plane
    • E05D15/0621Details, e.g. suspension or supporting guides
    • E05D15/066Details, e.g. suspension or supporting guides for wings supported at the bottom
    • E05D15/0682Details, e.g. suspension or supporting guides for wings supported at the bottom on sliding blocks
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05YINDEXING SCHEME RELATING TO HINGES OR OTHER SUSPENSION DEVICES FOR DOORS, WINDOWS OR WINGS AND DEVICES FOR MOVING WINGS INTO OPEN OR CLOSED POSITION, CHECKS FOR WINGS AND WING FITTINGS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, CONCERNED WITH THE FUNCTIONING OF THE WING
    • E05Y2201/00Constructional elements; Accessories therefore
    • E05Y2201/60Suspension or transmission members; Accessories therefore
    • E05Y2201/606Accessories therefore
    • E05Y2201/61Cooperation between suspension or transmission members
    • E05Y2201/612Cooperation between suspension or transmission members between carriers and rails
    • E05Y2201/614Anti-derailing means
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05YINDEXING SCHEME RELATING TO HINGES OR OTHER SUSPENSION DEVICES FOR DOORS, WINDOWS OR WINGS AND DEVICES FOR MOVING WINGS INTO OPEN OR CLOSED POSITION, CHECKS FOR WINGS AND WING FITTINGS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, CONCERNED WITH THE FUNCTIONING OF THE WING
    • E05Y2600/00Mounting or coupling arrangements for elements provided for in this subclass
    • E05Y2600/10Adjustable or movable
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05YINDEXING SCHEME RELATING TO HINGES OR OTHER SUSPENSION DEVICES FOR DOORS, WINDOWS OR WINGS AND DEVICES FOR MOVING WINGS INTO OPEN OR CLOSED POSITION, CHECKS FOR WINGS AND WING FITTINGS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, CONCERNED WITH THE FUNCTIONING OF THE WING
    • E05Y2600/00Mounting or coupling arrangements for elements provided for in this subclass
    • E05Y2600/10Adjustable or movable
    • E05Y2600/30Adjustable or movable characterised by the type of motion
    • E05Y2600/31Linear motion
    • E05Y2600/314Vertical motion
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05YINDEXING SCHEME RELATING TO HINGES OR OTHER SUSPENSION DEVICES FOR DOORS, WINDOWS OR WINGS AND DEVICES FOR MOVING WINGS INTO OPEN OR CLOSED POSITION, CHECKS FOR WINGS AND WING FITTINGS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, CONCERNED WITH THE FUNCTIONING OF THE WING
    • E05Y2800/00Details, accessories and auxiliary operations not otherwise provided for
    • E05Y2800/37Length, width adjustment
    • E05Y2800/372Telescopical

Abstract

Deze uitvinding betreft een geleidingssysteem voor een schuifdeurinrichting, ter geleiding van een schuifdeurblad met een hol profiel (3) waarvan de holte uitmondt in de onderrand van het schuifdeurblad, omvattende een geleidingsrail (1) ter opstelling onder het schuifdeurblad en een wielloos en star geleidingselement (2), dat telescopisch bevestigbaar is onderaan in het holle profiel (3), zo dat een neerwaartse kracht inwerkt op dit geleidingselement (2), die het geleidingselement (2) naar de geleidingsrail (1) toe drijft, om bij verschuiven van het schuifdeurblad ten opzichte van de geleidingsrail (1), het geleidingselement (2) in contact te houden met de geleidingsrail (1).

Description

GELEIDINGSSYSTEEM VOOR EEN SCHÜIFDEÜRINR1CHTING
Deze uitvinding betreft een geleidingssysteem voor een schuifdeurinrichting, ter geleiding van een schuifdeurblad van deze schuifdeurinrichting aan zijn onderzijde, waarbij dit schuifdeurblad een hol profiel omvat, waarvan de holte aan een uiteinde van dit profiel uitmondt in de onderrand van het schuifdeurblad, omvattende - een geleidingsrail ter opstelling onder het schuifdeurblad; - en een geleidingselement, dat telescopisch bevestigbaar is onderaan in het holle profiel, op een zodanige manier dat een neerwaartse kracht inwerkt op dit geleidingselement, die het geleidingselement naar de geleidingsrail toe drijft, zodat in gemonteerde toestand van het geleidingssysteem, bij verschuiven van het schuifdeurblad ten opzichte van de geleidingsrail, het geleidingselement in contact blijft met de geleidingsrail.
Daarnaast betreft deze uitvinding ook een schuifdeurinrichting omvattende - een schuifdeurblad, dat een hol profiel omvat, waarvan de holte aan een uiteinde van dit profiel uitmondt in de onderrand van het schuifdeurblad; - en een bovengenoemd geleidingssysteem.
Het schuifdeurblad van een dergelijke schuifdeurinrichting is typisch geleidend opgehangen aan een bovenrail, waarbij deze verschuifbaar is opgesteld ten opzichte van deze bovenrail tussen een open stand en een gesloten stand.
Dit schuifdeurblad wordt onderaan geleid met het geleidingssysteem waarop deze uitvinding betrekking heeft, zodat deze steeds mooi verticaal blijft hangen en niet uitwijkt onder invloed van hierop inwerkende dwarskrachten, zoals bijvoorbeeld windbelasting.
Bij plaatsen van de geleidingsrail van een dergelijke schuifdeurinrichting is het vaak niet eenvoudig om deze perfect pas te leggen en onder de juiste hoek. Vandaar dat in een dergelijk geleidingssysteem het geleidingselement telescopisch wordt voorzien, met een hierop inwerkende neerwaartse kracht, zodat dit geleidingselement steeds in contact blijft met de geleidingsrail.
In de octrooipublicaties DE 10 2005 056 625 Al en GB 1 256 533 zijn voorbeelden van geleidingssystemen volgens het inleidende deel van de eerste conclusie beschreven en afgebeeld. Het geleidingswiel is hierbij telkens afgeveerd met een veerkracht die deze steeds naar de geleidingsrail toe drijft.
Deze bestaande geleidingssystemen blijken in de praktijk nog niet afdoende om enkele veel voorkomende hellingen en/of windbelastingen op te kunnen vangen. Wanneer een dergelijke geleidingsrail bijvoorbeeld op een terras of een balkon geplaatst dient te worden is, zal deze normaal onder een zekere helling geplaatst worden, gezien een dergelijk terras of balkon onder deze helling afloopt ter afwatering ervan. Wanneer op een balkon bovendien mensen plaatsnemen, kan het hoogteverschil dat een dergelijke geleidingsrail overbrugt enkele cm aannemen. Ook bij uitzettingen onder verschillende weersomstandigheden kan dit hoogteverschil toenemen. Het geleidingselement dient dan ook zo telescopisch voorzien te worden dat hiermee een dergelijk hoogteverschil kan overbrugd worden.
De geleidingswielen uit de geleidingssystemen uit DE 10 2005 056 625 Al en GB 1 256 533 kunnen, doordat deze telescopisch zijn voorzien en afgeveerd in een hol lateraal profiel van de schuifdeurinrichting, hierbij zodanig voorzien zijn dat deze voldoende ver uitwijken ten opzichte van het schuifdeurblad om dergelijke hoogteverschillen op te vangen. Hun bevestiging is hierbij echter onvoldoende stevig om ook herhaaldelijk grote windbelastingen op te kunnen vangen.
Het doel van deze uitvinding is te voorzien in een alternatief, robuuster geleidingssysteem, waarbij grote hoogteverschillen bij plaatsing van de geleidingsrail opgevangen kunnen worden en waarbij de schuifdeurinrichting grotere windlasten kan opvangen.
Dit doel van deze uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een geleidingssysteem voor een schuifdeurinrichting, ter geleiding van een schuifdeurblad van deze schuifdeurinrichting aan zijn onderzijde, waarbij dit schuifdeurblad een hol profiel omvat, waarvan de holte aan een uiteinde van dit profiel uitmondt in de onderrand van het schuifdeurblad, omvattende - een geleidingsrail ter opstelling onder het schuifdeurblad; - en een wielloos en star geleidingselement, dat telescopisch bevestigbaar is onderaan in het holle profiel, op een zodanige manier dat een neerwaartse kracht inwerkt op dit geleidingselement, die het geleidingselement naar de geleidingsrail toe drijft, zodat in gemonteerde toestand van het geleidingssysteem, bij verschuiven van het schuifdeurblad ten opzichte van de geleidingsrail, het geleidingselement in contact blijft met de geleidingsrail en dat zich steeds gedeeltelijk uitstrekt in het holle profiel, wanneer het telescopisch in het holle profiel is aangebracht en in contact is met de geleidingsrail.
Doordat het geleidingselement nu wielloos en star is uitgevoerd en zich steeds gedeeltelijk uitstrekt in het holle profiel, wanneer dit geleidingselement hierin is aangebracht en in contact is met de geleidingsrail, wordt de zwakke schakel uit de geleidingssystemen zoals beschreven in DE 10 2005 056 625 Al en GB 1 256 533 geëlimineerd. De bevestiging van een geleidingswiel kan namelijk nooit zo robuust en stevig uitgevoerd worden als een geleidingselement op zich, dat op zich telescopisch wordt aangebracht in het holle profiel.
Bovendien kan dit geleidingssysteem volgens deze uitvinding ook een stuk goedkoper vervaardigd worden dan de uit de stand van de techniek gekende soortgelijke geleidingssystemen.
De genoemde neerwaartse kracht kan hierbij meerdere vormen aannemen.
Het geleidingssysteem kan bijvoorbeeld een veer omvatten, die een veerkracht uitoefent op het geleidingselement, zodat deze veerkracht deel uitmaakt van de genoemde neerwaartse kracht.
Alternatief of bijkomend kan de geleidingsrail een haakelement omvatten, om in te haken in een zijdelingse uitsparing van het geleidingselement, zodanig dat wanneer op het geleidingselement een opwaartse kracht inwerkt, het ingehaakte haakelement aangrijpt op het geleidingselement en een neerwaartse weerhoudkracht op het geleidingselement uitoefent, waarbij deze neerwaartse weerhoudkracht deel uitmaakt van de genoemde neerwaartse kracht.
Steeds zal de neerwaartse kracht ook de zwaartekracht omvatten die inwerkt op het geleidingselement. In een bijzondere uitvoeringsvorm zal deze neerwaartse kracht enkel deze zwaartekracht omvatten en dus gevormd worden door de zwaartekracht die inwerkt op het geleidingselement.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van een geleidingssysteem volgens deze uitvinding omvat het geleidingselement onderaan een sleuf en omvat de geleidingsrail een opstaande ribbe, om in de genoemde sleuf aan te grijpen ter geleiding van het geleidingselement.
Bij voorkeur omvat de genoemde sleuf bij een dergelijke uitvoeringsvorm een convexe bodem. Verder omvat de genoemde sleuf bij voorkeur twee convexe zijwanden, die de sleuf zijdelings begrenzen. Op deze manier kunnen eventuele onregelmatigheden van de geleidingsrail beter opgevangen worden.
Wanneer in gemonteerde toestand van een geleidingssysteem volgens deze uitvinding het geleidingselement aan zijn onderzijde de geleidingsrail raakt, is dit geleidingselement bij voorkeur aan zijn onderzijde convex uitgevoerd, om zo onregelmatigheden van de geleidingsrail op te kunnen vangen.
Wanneer in gemonteerde toestand van een geleidingssysteem volgens deze uitvinding het geleidingselement aan één of meerdere van zijn zijwanden de geleidingsrail raakt, dan zijn deze één of meerdere zijwanden bij voorkeur convex uitgevoerd, om zo onregelmatigheden van de geleidingsrail op te kunnen vangen.
In het bijzonder is het buitenoppervlak van het geleidingselement, op de plaatsen die voorzien zijn om in gemonteerde toestand van het geleidingssysteem de geleidingsrail te raken, bij voorkeur convex uitgevoerd.
Tegenwoordig zijn er heel wat geschikte materialen op de markt waarmee een geleidingselement van een schuifdeurinrichting volgens deze uitvinding wielloos en star uitgevoerd kan worden.
Het spreekt voor zich dat een dergelijk materiaal gekozen wordt omwille van een combinatie van goede glijkarakteristieken om de geleidingsfunctie te kunnen verzekeren, een geschikte slijtagevastheid en goede sterkte-eigenschappen om ook zijdelingse belastingen op te kunnen vangen.
In het bijzonder kan het geleidingselement hiertoe hoofdzakelijk uit kunststof vervaardigd zijn en meer specifiek uit hoogwaardige kunststof met optimale glijkarakteristieken. In het bijzonder kan het geleidingselement bijvoorbeeld hoofdzakelijk uit polyoxymethyleen (POM) copolymeer vervaardigd zijn.
Meer specifiek kan een dergelijk geleidingselement dan bijvoorbeeld via spuitgieten vervaardigd zijn.
Het doel van deze uitvinding wordt daarnaast ook bereikt door te voorzien in een schuifdeurinrichting omvattende - een schuifdeurblad, dat een hol profiel omvat, waarvan de holte aan een uiteinde van dit profiel uitmondt in de onderrand van het schuifdeurblad; - een geleidingsrail, die onder het schuifdeurblad is opgesteld; - en een wielloos en star geleidingselement dat zodanig telescopisch is aangebracht onderaan in het holle profiel, dat een neerwaartse kracht inwerkt op dit geleidingselement, die het geleidingselement naar de geleidingsrail toe drijft, om bij verschuiven van het schuifdeurblad ten opzichte van de geleidingsrail, het geleidingselement in contact te houden met de geleidingsrail en dat zich steeds gedeeltelijk uitstrekt in het holle profiel, wanneer het telescopisch in het holle profiel is aangebracht en in contact is met de geleidingsrail.
Het holle profiel van een dergelijke schuifdeurinrichting strekt zich bij voorkeur aan een laterale zijde van het schuifdeurblad uit.
Een schuifdeurinrichting volgens deze uitvinding omvat bij voorkeur een bovengenoemd geleidingssysteem volgens deze uitvinding als genoemd geleidingssysteem.
Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een voorkeurdragend geleidingssysteem volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze uitvinding aan te duiden, en kan dus niet geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.
In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in - Figuur 1 een eerste uitvoeringsvorm van een geleidingssysteem volgens deze uitvinding in zijaanzicht is weergegeven, zonder geleidingsrail en met het geleidingselement in volledig ingeschoven stand; - Figuur 2 een tweede uitvoeringsvorm van een geleidingssysteem volgens deze uitvinding in zijaanzicht is weergegeven, zonder geleidingsrail; - Figuur 3 het geleidingssysteem uit figuur 1 in perspectief is afgebeeld, zonder geleidingsrail en met het geleidingselement in een eerste uitgeschoven stand; - Figuur 4 het geleidingselement uit figuur 1 in perspectief is afgebeeld, zonder geleidingsrail en met het geleidingselement in een tweede uitgeschoven stand; - Figuur 5 het onderste deel van het geleidingssysteem uit figuur 1 in zijaanzicht is weergegeven, met geleidingsrail en met geleidingselement telescopisch aangebracht in een hol profiel van een schuifdeurinrichting; - Figuur 6 het onderste deel van het geleidingssysteem uit figuur 2 in zijaanzicht is weergegeven, met een eerste uitvoeringsvorm van een geleidingsrail en met geleidingselement telescopisch aangebracht in een hol profiel van een schuifdeurinrichting; - Figuur 7 het onderste deel van het geleidingssysteem uit figuur 2 in zijaanzicht is weergegeven, met een tweede uitvoeringsvorm van een geleidingsrail en met geleidingselement telescopisch aangebracht in een hol profiel van een schuifdeurinrichting.
De in de figuren afgebeelde geleidingssystemen omvatten allen een geleidingsrail (1) die voorzien is om onder een schuifdeurblad van een schuifdeurinrichting opgesteld te worden. In de figuren 5 tot 7 zijn voorbeelden van een dergelijke geleidingsrail (1) afgebeeld.
Daarnaast omvatten deze geleidingssystemen een geleidingselement (2) dat telescopisch bevestigbaar is in een hol profiel (3) van het schuifdeurblad en onderaan een vorm heeft corresponderend met de vorm van de geleidingsrail (1) om geleidend over deze geleidingsrail (1) verplaatst te kunnen worden. Dit holle profiel (3) werd in de figuren 5 tot 7 gedeeltelijk afgebeeld ter hoogte van de onderzijde van het schuifdeurblad.
Het schuifdeurblad wordt typisch afgehangen in een bovenrail, verschuifbaar tussen een open stand en een gesloten stand. Bij verschuiven van het schuifdeurblad ten opzichte van de bovenrail, wordt het geleidingselement (2) meegenomen in de schuifbeweging van het schuifdeurblad en hierbij geleid door de geleidingsrail (1).
In figuur 5 is de geleidingsrail (1) uitgevoerd als een L-vormig profiel.
Het opstaande been (6) van het L-vormige profiel (1) is verticaal naar boven toe gericht. Het geleidingselement (2) is onderaan voorzien van twee benen (17) die een sleuf (4) afbakenen, zoals te zien is in de figuren 1 en 3-4. Het opstaande been (6) van het L-vormige profiel (1) grijpt aan tussen deze benen (17) in de genoemde sleuf (4). De bodem (5) van de sleuf (4) van het geleidingselement (2) is convex uitgevoerd, zoals te zien is in de figuren 1 en 3, zodat het geleidingselement (2) op de geleidingsrail (1) kan blijven lopen, ook wanneer onregelmatigheden aanwezig zouden zijn in de geleidingsrail (1).
Het neerliggende been (19) van het L-profiel (1) kan op een ondergrond geplaatst worden en hier aan bevestigd worden.
In figuur 6 is de geleidingsrail (1) uitgevoerd als een hoofdzakelijk U-vormig profiel. Het geleidingselement (2) is onderaan voorzien van twee benen (17) die een sleuf (4) afbakenen, zoals te zien is in figuur 2. Deze sleuf (4) heeft in deze toepassing geen functie. Het geleidingselement (2) grijpt hier aan tussen de opstaande zijden (18) van het U-vormige profiel (1) en steunt op de bodem van het U-vormige profiel (1). Om onregelmatigheden in de geleidingsrail (1) op te kunnen vangen zijn de buitenzijden dan het geleidingselement (2) die in contact staan met de geleidingsrail (1) convex uitgevoerd, en is de bodem van het geleidingselement (2) convex uitgevoerd.
Het U-vormige profiel (1) kan met zijn bodem (20) op een ondergrond geplaatst worden en hier aan bevestigd worden. Alternatief kan dit U-vormige profiel (1) eventueel in deze ondergrond ingewerkt worden.
In figuur 7 is de geleidingsrail (1) uitgevoerd als een hoofdzakelijk T-vormig profiel, waarvan de T omgekeerd is opgesteld, zodat een vlakke plaat (21) aan een ondergrond bevestigd kan worden en zodat zich ten opzichte van deze vlakke plaat (21) een opstaande ribbe (6) nagenoeg verticaal naar boven toe uitstrekt.
De opstaande ribbe (6) grijpt aan tussen deze benen (17) in de sleuf (4) van het geleidingselement (2). Deze opstaande ribbe (6) is convex uitgevoerd, terwijl de sleuf (4) corresponderend concaaf is uitgevoerd, zodat het geleidingselement (2) op de geleidingsrail (1) kan blijven lopen, ook wanneer onregelmatigheden in deze geleidingsrail (1) aanwezig zijn.
Het is duidelijk dat deze uitvoeringsvorm uit figuur 7 niet zal ingezet worden op plaatsen waar men relatief grote windbelastingen verwacht, gezien de opstaande ribbe (6) slechts over een minimale hoogte aangrijpt in de sleuf (4) van het geleidingselement (2), die op zijn beurt minimaal is uitgevoerd. Waar men relatief grote windbelastingen verwacht, zijn de uitvoeringsvormen uit de figuren 5 en 6 beter geschikt, gezien de geleidingsrail (1) en het geleidingselement (2) hier op een grotere hoogte ten opzichte van elkaar geleid worden. De uitvoeringsvorm uit figuur 7 is beter geschikt voor toepassingen waar de onderrad (1) zo weinig mogelijk plaats dient in te nemen, dit bijvoorbeeld op plaatsen waar men eenvoudig zonder hinder over deze onderrad (1) moet kunnen stappen of rijden.
De opstaande ribbe (6) van een geleidingsrail (1) kan eventueel ook voorzien worden van een verbreding waarbij in de benen (17) van het geleidingselement (2) dan naar de sleuf (4) toe corresponderende uitsparingen zijn voorzien, waarin deze verbreding haakvormig kan aangrijpen. De uiteinden van de benen (17) grijpen dan overeenkomstig haakvormig aan onder de verbreding van de opstaande ribbe (6). Wanneer dan op deze manier een opwaartse kracht inwerkt op het geleidingselement (2) , dan grijpen de uiteinden van de benen (17) haakvormig aan op de verbreding van de opstaande ribbe (6) en grijpt deze verbreding overeenkomstig haakvormig aan op de benen (17). Zo werkt een neerwaartse weerhoudkracht in op het geleidingselement (2), die verhindert dat het geleidingselement (2) los komt van de geleidingsrail (1).
Analoog kunnen bij het U-vormige profiel (1) uit figuur 6, de opstaande zijden (18) naar het geleidingselement (2) toe voorzien zijn van een haakvormig element, dat kan aangrijpen in een corresponderende zijdelingse uitsparing van de benen (17) van het geleidingselement (2).
De haakvormige delen van de benen (17) kunnen bij dergelijke uitvoeringsvormen dan bijvoorbeeld minstens gedeeltelijk elastisch zijn uitgevoerd, zodat het geleidingselement (2) met behulp van deze minstens gedeeltelijk elastische haakvormige delen van de benen (17) op de geleidingsrail (1) vastgeklikt kan worden.
Het holle profiel (3), waarvan een onderste uiteinde werd afgebeeld in de figuren 5 tot 7, is voorzien aan een laterale zijde van het schuifdeurblad. Dit schuifdeurblad kan bijvoorbeeld rondom voorzien zijn van een kader, dat opgebouwd is uit profielen (3) . Deze profielen (3) sluiten daarbij niet in verstek op elkaar aan. De profielen (3) die aan een laterale zijde van het schuifdeurblad zijn voorzien, strekken zich volledig uit tussen de onderrand en de bovenrand van het schuifdeurblad. De profielen die bovenaan en onderaan het schuifdeurblad zijn opgesteld, strekken zich uit tussen de laterale profielen. Minstens het afgebeelde laterale profiel (3) is hol uitgevoerd, waarbij zijn holte aan de uiteinden van het profiel (3) uitmondt aan de bovenrand van het schuifdeurblad en aan de onderrand van het schuifdeurblad. Bij voorkeur is ook het andere (niet afgebeelde) laterale profiel op een zelfde manier hol uitgevoerd en is het geleidingssysteem voorzien van een tweede geleidingselement, dat op een analoge manier telescopisch aanbrengbaar is in dit tweede laterale profiel.
Om het geleidingselement (2) telescopisch te bevestigen in het holle profiel (3), is deze telescopisch aangebracht in een koker (8). Aan de onderzijde van de koker (8) is een bevestigingsflens (9) voorzien, die voorzien is van schroefgaten (10), zoals te zien is in de figuren 3 en 4. Na aanbrengen van de koker (8) in de holte van het holle profiel (3), kan deze, door aanbrengen van schroeven doorheen de schroefgaten (10), vastgeschroefd worden aan het holle profiel (3), zoals te zien is in de figuren 5 tot 7. In de bevestigingsflens (9) is centraal een opening (16) voorzien, corresponderend met het geleidingselement (2), zodat het geleidingselement (2) hier doorheen verschuifbaar is opgesteld. Vast aan het geleidingselement (2) is zijdelings een geleidingspen (12) aangebracht, die aangrijpt doorheen een geleidingssleuf (11) in de zijwand van de koker (8), dit ter geleiding van de schuifbeweging van het geleidingselement (2) in de koker (8).
In de koker (8) is het geleidingselement (2) afgeveerd met behulp van een veer (7). Deze veer (7) is omheen een staaf (13) aangebracht, die bovenaan het geleidingselement (2) is aangebracht. De veer (7) strekt zich hierbij tussen de bovenzijde van het geleidingselement (2) en een afsluitplaat (14) bovenaan de koker (8) uit. In de afsluitplaat (14) is een opening (15) voorzien, waardoorheen de staaf (13) verschuifbaar is aangebracht.
Samen met de zwaartekracht oefent de veer (7) een neerwaartse kracht uit op het geleidingselement (2), die het geleidingselement (2) naar de geleidingsrail (1) toe drijft. Bij verschuiven van het schuifdeurblad ten opzichte van de geleidingsrail (1) blijft het geleidingselement (2) zo steeds in contact met de geleidingsrail (1). In de figuren 1 en 3-4 is voor de eerste uitvoeringsvorm het geleidingselement (2) in verschillende standen afgebeeld ten opzichte van de koker (8) waarin deze telescopisch is aangebracht. In elke stand bevindt het geleidingselement (2) zich gedeeltelijk in de koker (8) en dus wanneer de koker (8) in het holle profiel (3) is aangebracht, in dit holle profiel (3).
Dit geleidingselement (2) is rigide en wielloos uitgevoerd, zodat dit ook zware dwarskrachten kan opvangen. Dit kan hiertoe bijvoorbeeld uit een POM copolymeer met optimale glijkarakteristieken vervaardigd zijn via bijvoorbeeld spuitgieten.

Claims (14)

  1. CONCLUSIES
    1. Geleidingssysteem voor een schuifdeurinrichting, ter geleiding van een schuifdeurblad van deze schuifdeurinrichting aan zijn onderzijde, waarbij dit schuifdeurblad een hol profiel (3) omvat, waarvan de holte aan een uiteinde van dit profiel (3) uitmondt in de onderrand van het schuifdeurblad, omvattende - een geleidingsrail (1) ter opstelling onder het schuifdeurblad; - en een geleidingselement (2), dat telescopisch bevestigbaar is onderaan in het holle profiel (3), op een zodanige manier dat een neerwaartse kracht inwerkt op dit geleidingselement (2), die het geleidingselement (2) naar de geleidingsrail (1) toe drijft, zodat in gemonteerde toestand van het geleidingssysteem, bij verschuiven van het schuifdeurblad ten opzichte van de geleidingsrail (1), het geleidingselement (2) in contact blijft met de geleidingsrail (1); met het kenmerk dat het geleidingselement (2) wielloos en star is uitgevoerd en zich steeds gedeeltelijk uitstrekt in het holle profiel (3), wanneer het telescopisch in het holle profiel (3) is aangebracht en in contact is met de geleidingsrail (1).
  2. 2. Geleidingssysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het geleidingssysteem een veer (7) omvat, die een veerkracht uitoefent op het geleidingselement (2), zodat deze veerkracht deel uitmaakt van de genoemde neerwaartse kracht.
  3. 3. Geleidingssysteem volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de geleidingsrail (1) een haakelement omvat, om in te haken in een zijdelingse uitsparing van het geleidingselement (2), zodanig dat wanneer op het geleidingselement een opwaartse kracht inwerkt, het ingehaakte haakelement aangrijpt op het geleidingselement (2) en een neerwaartse weerhoudkracht op het geleidingselement (2) uitoefent, waarbij deze neerwaartse weerhoudkracht deel uitmaakt van de genoemde neerwaartse kracht.
  4. 4. Geleidingssysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de zwaartekracht die inwerkt op het geleidingselement (2) de genoemde neerwaartse kracht vormt.
  5. 5. Geleidingssysteem volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het geleidingselement (2) onderaan een sleuf (4) omvat en dat de geleidingsrail (1) een opstaande ribbe (6) omvat, om in de genoemde sleuf (4) aan te grijpen ter geleiding van het geleidingselement (2).
  6. 6. Geleidingssysteem volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de genoemde sleuf (4) een convexe bodem (5) omvat.
  7. 7. Geleidingssysteem volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het geleidingselement (2) aan zijn onderzijde convex is uitgevoerd.
  8. 8. Geleidingssysteem volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat elke zijwand van het geleidingselement (2), die voorzien is om in gemonteerde toestand van het geleidingssysteem de geleidingsrail (1) te raken, convex is uitgevoerd.
  9. 9. Geleidingselement volgens één van de conclusies 6, 7 of 8, met het kenmerk dat het buitenoppervlak van het geleidingselement (2), op de plaatsen die voorzien zijn om in gemonteerde toestand van het geleidingssysteem de geleidingsrail (1) te raken, convex is uitgevoerd.
  10. 10. Geleidingssysteem volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het geleidingselement (2) hoofdzakelijk uit kunststof is vervaardigd.
  11. 11. Geleidingssysteem volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het geleidingselement (2) hoofdzakelijk uit polyoxymethyleen copolymeer is vervaardigd.
  12. 12. Schuifdeurinrichting omvattende - een schuifdeurblad, dat een hol profiel (3) omvat, waarvan de holte aan een uiteinde van dit profiel (3) uitmondt in de onderrand van het schuifdeurblad; - een geleidingsrail (1), die onder het schuifdeurblad is opgesteld; - en een geleidingselement (2) dat zodanig telescopisch is aangebracht onderaan in het holle profiel (3), dat een neerwaartse kracht inwerkt op dit geleidingselement (2), die het geleidingselement (2) naar de geleidingsrail (1) toe drijft, om bij verschuiven van het schuifdeurblad ten opzichte van de geleidingsrail (1), het geleidingselement (2) in contact te houden met de geleidingsrail (1); met het kenmerk dat het geleidingselement (2) wielloos en star is uitgevoerd en zich steeds gedeeltelijk uitstrekt in het holle profiel (3), wanneer dit geleidingselement telescopisch in het holle profiel (3) is aangebracht en in contact is met de geleidingsrail (1).
  13. 13. Schuifdeurinrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk dat het holle profiel (3) zich aan een laterale zijde van het schuifdeurblad uitstrekt.
  14. 14. Schuifdeurinrichting volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk dat deze schuifdeurinrichting een geleidingssysteem volgens één van de conclusies 1 tot 9 omvat, waarbij de genoemde geleidingsrail en het genoemde geleidingselement van deze schuifdeurinrichting deel uitmaken van dit geleidingssysteem.
BE2014/0500A 2014-06-30 2014-06-30 Geleidingssysteem voor een schuifdeurinrichting BE1022034B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/0500A BE1022034B1 (nl) 2014-06-30 2014-06-30 Geleidingssysteem voor een schuifdeurinrichting

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/0500A BE1022034B1 (nl) 2014-06-30 2014-06-30 Geleidingssysteem voor een schuifdeurinrichting

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1022034B1 true BE1022034B1 (nl) 2016-02-05

Family

ID=51609848

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2014/0500A BE1022034B1 (nl) 2014-06-30 2014-06-30 Geleidingssysteem voor een schuifdeurinrichting

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1022034B1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2022195524A1 (en) 2021-03-17 2022-09-22 Renson Sunprotection Screens Nv A telescopic hinge

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1256533A (nl) * 1968-07-15 1971-12-08
US4064593A (en) * 1976-11-01 1977-12-27 Helmick B J Sliding door roller assembly
WO2005042889A1 (ja) * 2003-10-31 2005-05-12 Tachikawa Corporation 引戸
DE102005056625A1 (de) * 2005-11-25 2007-05-31 Raumplus Gmbh & Co. Kg Wand- oder Türelement
US20070297854A1 (en) * 2006-06-20 2007-12-27 Ohrstrom Rolf J Corner bracket

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1256533A (nl) * 1968-07-15 1971-12-08
US4064593A (en) * 1976-11-01 1977-12-27 Helmick B J Sliding door roller assembly
WO2005042889A1 (ja) * 2003-10-31 2005-05-12 Tachikawa Corporation 引戸
DE102005056625A1 (de) * 2005-11-25 2007-05-31 Raumplus Gmbh & Co. Kg Wand- oder Türelement
US20070297854A1 (en) * 2006-06-20 2007-12-27 Ohrstrom Rolf J Corner bracket

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2022195524A1 (en) 2021-03-17 2022-09-22 Renson Sunprotection Screens Nv A telescopic hinge
BE1029214A1 (nl) 2021-03-17 2022-10-11 Renson Sunprotection Screens Een telescopisch scharnier

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US10662032B2 (en) Elevator door hatch
US20120104721A1 (en) Step Device for a Vehicle Tailgate
US11572228B2 (en) Foldable container
BE1021366B1 (nl) Werkwijze om een vleugel van een schuifdeur te plaatsen en daarbij gebruikt hulpmiddel.
BE1022034B1 (nl) Geleidingssysteem voor een schuifdeurinrichting
BE1021864B1 (nl) Deurstop voor een schuifdeurinrichting.
NL1041083B1 (nl) Inrichting voor het handmatig blokkeren van het wiel van een vrachtwagen op een rijbaan voor een gevel met een laad- en losperron.
US20150337582A1 (en) Engagement mechanism for engaging a roller with a lower track of a sliding door
TWI509145B (zh) Anti-fall push the window profile and its composition of the anti-fall window
BE1021984B1 (nl) Koppelelement, werkwijze voor het ophangen van een schuifdeurblad aan een rollichaam en werkwijze voor het losmaken van een schuifdeurblad van een rollichaam
NL8400124A (nl) Op een kolom aangebracht toestel.
CA2877828A1 (en) Engagement mechanism for engaging a roller with a lower track of a sliding door
PL68130Y1 (pl) Mechanizm rolkowy z automatyczną regulacją i niskim poziomem hałasu
CN111108258B (zh) 包括具有刚性提升保护装置的滑车的配件
CN203981200U (zh) 一种水中探测器安装支架
EP1582404A2 (en) Safety device for vehicle ramp
CN204877106U (zh) 一种防脱落推拉窗
CA2910888C (en) Garage door drip guard
RU2017102323A (ru) Фурнитура для раздвижной двери
US10687647B2 (en) Pivoting platform for a mailbox
CN202544600U (zh) 改进的门窗地轨滑轮组件
NL2005993C2 (nl) Deursysteem voor een vluchtweg.
CN104149802B (zh) 铁路客车车门驱动机构安装装置及铁路客车
NL2012266C2 (nl) Inrichting voor het verstellen van een ondersteuningsorgaan.
CN105926489A (zh) 一种护栏

Legal Events

Date Code Title Description
PD Change of ownership

Owner name: RENSON VENTILATION NV; BE

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), FUSION

Effective date: 20200404