BE1021415B1 - Kunststoffolie en zak gemaakt van dergelijke folie en gebruik daarvan - Google Patents

Abstract

Folie (2) voor het verpakken van diepgevroren producten, welke folie (2) gemaakt is van kunststof en voorzien is van perforaties (3), waarbij de kleinste afmeting (d) van de perforaties (3) kleiner is dan 1 mm.

Description

Kunststoffolie en zak gemaakt van dergelijke folie en gebruik daarvan.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een kunststoffolie en zak gemaakt van dergelijke folie en op het gebruik van een dergelijke folie en zak.

Meer in het bijzonder betreft de uitvinding een folie of zak die in het bijzonder geschikt is voor gebruik als verpakking in een diepvries.

Veel voedingsmiddelen worden tegenwoordig bij consumenten thuis in bevroren staat in een diepvries bewaard. Vaak dient hierbij een kunststofzak, bijvoorbeeld van PVC of polyethyleen, als verpakking.

Bij het verpakken van de voedingsmiddelen komt ook lucht in de verpakking, die, omdat de verpakking dicht is, niet kan ontsnappen.

Deze lucht bevat echter vocht, die ijsvorming op het voedingsmiddel tot gevolg heeft. Dit uit zich als een witte aanslag, wat er onaantrekkelijk uitziet, wat bij het bereiden kan interfereren bij voedingsbereidingswijzen met vet, zoals bakken of frituren, en wat kan leiden tot het aan elkaar hechten van afzonderlijke producten in de verpakking.

Bij een eerste verpakking van voedingsmiddelen, die meestal in een industriële omgeving gebeurt, kan het ongewenst inbrengen van water dit redelijk goed voorkomen worden, door de verpakking voor het sluiten te vullen met droog gas of door een vacuüm te gebruiken.

Dit is echter niet zeer praktisch bij de consument thuis.

Ook kan een kleine opening gelaten worden bij het dichtmaken van de zak, zodat door externe druk op de zak lucht vanuit de zak kan ontsnappen.

Hierbij bestaat echter het risico dat beschadiging van het voedingsmiddel door vriesbrand optreedt. Vriesbrand ontstaat door een combinatie van uitdroging en oxidatie van het voedingsmiddel bij een zeer lage temperatuur, zoals bijvoorbeeld in een diepvries, en treedt vooral op bij een incomplete verpakking.

Er stelt zich dus een probleem, doordat er in de praktijk een significante hoeveelheid omgevingslucht met waterdamp in de verpakking komt, elke keer dat een deel van de voedingsmiddelen uit de verpakking wordt genomen, welke waterdamp zich bij het terugplaatsen in de diepvries van gedeeltelijk lege verpakking afzet op het voedingsmiddel en de bovengenoemde nadelen heeft.

Voor gebruik in koelkasten, dus niet in omstandigheden onder 0°C bestaan er plastic zakken die verkocht worden onder de naam 'Toppits Aroma Vershoudzakken', en die voorzien zijn van een groot aantal door twee tegenover elkaar liggende wanden aangebrachte doorlopende perforaties die de bedoeling zouden hebben groenten langer vers te houden.

De tegenover elkaar liggende, en duidelijk in één perforatiebeweging aangebrachte, perforaties van deze zak haken echter in de verpakking in elkaar, waardoor zij het voor de eerste keer openen van een zak bemoeilijken.

Bovendien laten zij gastransport in alle richtingen even gemakkelijk toe.

De huidige uitvinding heeft tot doel voor minstens één van de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden, doordat zij voorziet in een folie voor het verpakken van diepgevroren producten, welke folie gemaakt is van kunststof en voorzien is van perforaties, waarbij de kleinste afmeting van de perforaties kleiner is dan 1 mm.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de perforaties zodanig groot dat lucht erdoor kan stromen en zodanig klein dat vriesbrand aan producten die verpakt zijn in de folie minimaal grotendeels voorkomen wordt.

Wanneer een verpakking voor bevroren voedingsmiddelen deels of geheel gemaakt wordt uit een dergelijke folie stroomt waterdamp bevattende omgevingslucht gemakkelijk uit een gesloten verpakking nadat een deel van het voedingsmiddel daaruit gehaald is, zonder een aanmerkelijk risico op vriesbrand.

Het uitstromen van de lucht kan enerzijds bewerkstelligd worden door op de verpakking te duwen, maar kan ook gebeuren door het gewicht van bovenliggende artikelen in een diepvries, of, in beperktere mate, het eigen gewicht van de folie.

De folie kan gemaakt zijn van de gebruikelijke kunststoffen in de voedingsindustrie, zoals PVC of polyethyleen.

Bij voorkeur is de kleinste afmeting van de perforaties kleiner dan 0,25 mm, en bij grotere voorkeur kleiner dan 0,1 mm, zodat een verder verminderd risico op vriesbrand verkregen wordt, en toch een voldoende mogelijkheid tot luchtafvoer uit de verpakking.

Verder hebben bij voorkeur de perforaties elk een oppervlak dat kleiner is dan het oppervlak van een cirkel met een diameter van de genoemde waarden van 0,25mm respectievelijk en 0.1 mm.

In nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de perforaties zodanig uitgevoerd dat zij bij een drukverschil lucht doorlaten en bij afwezigheid van een drukverschil dit niet of slechts beperkt doen.

Hierdoor kan lucht die waterdamp bevat door een lichte druk op een verpakking uit te oefenen uit de verpakking geduwd worden, waarbij deze lucht stroomt in de richting waarin de perforaties goed lucht doorlaten, terwijl verse lucht, die eventueel ook waterdamp kan bevatten, niet in de verpakking kan komen omdat er geen drukverschil is om deze lucht door de perforaties te stuwen.

In een verdere voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de doorsnede van de perforaties kleiner dan de dikte van de folie.

Hierdoor kan een koud oppervlak, bijvoorbeeld een wand van de diepvries of een ander product in de diepvries, niet fysiek, via de perforatie, met het voedingsmiddel in contact komen, zodat het risico op vriesbrand verder gereduceerd wordt.

De uitvinding omvat verder een zak voor gebruik in een diepvries die geheel of gedeeltelijk gemaakt van een folie volgens één van de voorgaande conclusies.

Verder omvat de uitvinding het gebruik van een folie of een zak zoals bovenstaand beschreven in een vriesinrichting.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een zak volgens de uitvinding met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin :

Figuur 1 in perspectief een zak volgens de uitvinding gemaakt van een folie volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 een doorsnede door een deel van de zak van figuur 1 weergeeft; en figuren 3 tot 5 een alternatieve zak volgens de uitvinding, gemaakt van een alternatieve folie volgens de uitvinding, weergeven.

De in de figuren 1 weergegeven zak 1 is in dit geval een zak 1 voor bevroren boontjes, en bedoeld om in een diepvries gebruikt te worden.

De zak 1 is gemaakt van een polyethyleenfolie 2, die voorzien is van, in dit geval maar niet noodzakelijk ronde, perforaties 3. De polyethyleenfolie 2 heeft een dikte D van 100 pm. De perforaties 3 hebben een diameter 2 van circa 50 pm, waardoor zij een oppervlak van 0,25*n*0.052= 0. 0019 6mm2 .

De zak 1 is aan de bovenzijde door middel van een smeltlijn 4 verzegeld.

Een dergelijke polyethyleenfolie 2 kan simpel vervaardigd worden door met een scherp instrument perforaties doorheen een standaard polyethyleenfolie 2 aan te brengen, waarbij een zak 1 volgens de uitvinding op aan de vakman bekende wijze uit de aldus verkregen polyethyleenfolie 2 gevormd kan worden.

Het gebruik van de zak 1 is simpel en als volgt.

Bij het vullen van de zak 1 met boontjes komt onvermijdelijk omgevingslucht die waterdamp bevat in de zak 1.

Deze omgevingslucht kan, zelfs bij een verzegelde zak 1, ontsnappen via de perforaties 3 als een lichte druk wordt uitgeoefend op de zak 1, wat kan gebeuren door iedere zak 1 samen te drukken, maar wat ook zal gebeuren bij het stapelen van een aantal zakken 1, onder invloed van bovenliggende zakken 1.

Op deze manier wordt verkregen dat er slechts een minimale hoeveelheid lucht, met waterdamp, in de zak 1 aanwezig is.

Dankzij de gesloten zak 1, met slechts de zeer kleine perforaties 3, is de zak 1 wel zeer effectief in het goed beschermen van de inhoud tegen het optreden van vriesbrand.

Bij opening van de zak 1 om er een deel van de boontjes uit te nemen, komt er vanzelfsprekend weer omgevingslucht met waterdamp in de zak 1. Echter ook in deze situatie is na het sluiten van de zak 1 een lichte druk voldoende om het grootste deel van deze omgevingslucht uit de zak 1 te verwij deren.

Hierdoor blijven de boontjes langer gevrijwaard van de gevolgen van ongewenste vochtinbreng in de zak 1 via omgevingslucht dan met traditionele zakken die van een dichte folie gemaakt zijn.

De alternatieve zak 1 van figuren 3 tot 5 verschilt van de bovenbeschreven zak, doordat de perforaties 3 slechts in een band 5 onderaan de zak zijn aangebracht.

Tevens zijn de perforaties 3 in de folie 2 waarvan de zak 1 vervaardigd is verschillend, doordat zij groter zijn en gevormd worden door een boogvormige snede 6, zoals vooral duidelijk wordt uit figuur 5.

Door de boogvormige snede 6 wordt een klepje 7 gevormd, dat bij gebruik van de zak 1 open gaat als er op de zak 1 gedrukt wordt, zodat lucht gemakkelijk uit de zak 1 kan ontsnappen. In figuur 4 komt dit overeen met een luchtstroming in de richting van beneden naar boven.

Wanneer er geen druk wordt uitgeoefend of zelfs druk in omgekeerde richting wordt uitgeoefend, is het klepje 7 gesloten door de elasticiteit van het foliemateriaal, zodat er geen, of slechts beperkt, lucht in de zak 1 kan komen via de perforatie 3.

Een dergelijke boogvormige snede 6 kan gemakkelijk aangebracht worden in een folie bestemd voor een zak 1 door middel van een boogvorming snij-instrument, bijvoorbeeld een holle, afgeschuinde naald. Het gebruik van een meerlaagsfolie, met verschillende eigenschappen van de verschillende lagen, kan ook helpen om op gemakkelijke wijze een klepje 7 te vormen dat slechts bij druk open gaat.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een folie en zak volgens de uitvinding kunnen in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (12)

1. Conclusies .

   1. - Folie (2) voor het verpakken van diepgevroren producten, welke folie (2) gemaakt is van kunststof en voorzien is van perforaties (3), waarbij de kleinste afmeting (d) van de perforaties (3) kleiner is dan 1 mm.
2. 2. - Folie (2) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de perforaties (3) zodanig zijn uitgevoerd dat zij bij een drukverschil lucht doorlaten en bij afwezigheid van een drukverschil geen lucht doorlaten of dit slechts beperkt doen.
3. 3. - Folie (2) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de perforaties (3) zodanig groot zijn dat lucht erdoor kan stromen en zodanig klein zijn dat vriesbrand aan producten die verpakt zijn in de folie (2) minimaal grotendeels voorkomen wordt.
4. 4. - Folie (2) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de kleinste afmeting (d) van de perforaties kleiner is dan 0,25 mm.
5. 5. - Folie (2) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de doorsnede (d) van de perforaties kleiner is dan de dikte (D) van de folie (2).
6. 6. - Folie (2) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de perforaties (3) zodanig zijn dat zij luchtstroming onder druk doorlaten en diffusie van waterdamp bemoeilijken of onmogelijk maken.
7. 7. - Zak (1) die geheel of gedeeltelijk gemaakt is van een folie (2) volgens één van de voorgaande conclusies.
8. 8. - Zak (1) volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de perforaties (3) zich bevinden in een band (5) aan de onderzijde van de zak (1).
9. 9. - Zak (1) volgens conclusie 7 of 8, daardoor gekenmerkt dat de zak (1) geheel of gedeeltelijk gemaakt is uit een folie volgens conclusie 2 of een daarvan afhankelijke conclusie, waarbij de perforaties (3) zodanig zijn dat lucht gemakkelijker van binnen de zak (1) naar buiten kan stromen dan andersom.
10. 10. - Zak (1) volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat de perforaties (3) hoofdzakelijk of allemaal aangebracht zijn in de richting van de binnenkant van de zak (1) naar de buitenkant van de zak (1) om daardoor te verkrijgen dat lucht gemakkelijker van binnen de zak (1) naar buiten kan stromen dan andersom.
11. 11. - Gebruik van een folie (2) volgens één van de conclusies 1 tot 6 of een zak (1) volgens conclusie één van de conclusies 7 tot 10 in een vriesinrichting.
12. 12. - Gebruik volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat de folie (2) of de zak (1) gebruikt wordt voor het verpakken van bevroren of in te vriezen voedingsmiddelen.