BE1021250B1 - Inrichting en werkwijze voor het overbrengen van een gedoseerde hoeveelheid strooisel - Google Patents

Abstract

INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR HET OVERBRENGEN VAN EEN GEDOSEERDE HOEVEELHEID STROOISEL. De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het overbrengen van een gedoseerde hoeveelheid strooisel omvattende een voorraadkamer geschikt voor het omvatten van een voorraad, een overbrengleiding in fluïdumverbinding met genoemde voorraadkamer, en middelen voor het gefluïdiseerd transporteren van genoemd strooisel van genoemde voorraadkamer doorheen genoemde overbrengleiding; en op een systeem, werkwijze en gebruik voor het overbrengen van een gedoseerde hoeveelheid strooisel.

Description

INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR HET OVERBRENGEN VAN EEN GEDOSEERDE HOEVEELHEID STROOISEL

TECHNISCH VELD

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting, systeem en werkwijze voor het overbrengen van een strooisel, en het gebruik van voornoemde. In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op het sequentieel mechanisch en gefluïdiseerd transporteren van een strooisel.

Meer specifiek heeft de onderhavige uitvinding betrekking op het transporteren en doseren van een nauwkeurig gekende, vooraf bepaalde hoeveelheid strooisel zonder daarbij de gemiddelde deeltjesgrootte van het strooisel noemenswaardig te reduceren.

ACHTERGROND

Het transport van vaste deeltjes, bijvoorbeeld als poeder of granulaat, is een welbekende processtap in tal van industriële processen. Dergelijk transport kan mechanisch gebeuren of gefluïdiseerd. Bij mechanisch transport gebeurt de verplaatsing bijvoorbeeld door middel van een transportband of een schroef in een pijpleiding. Bij gefluïdiseerd of pneumatisch transport worden de partikels van een poeder of granulaat in een gasstroom meegesleurd om aldus naar de gewenste positie te worden overgebracht.

Dergelijke methoden voor gefluïdiseerd transport van partikels zijn bekend vanuit de literatuur. Zo beschrijft WO 2010/011524 een werkwijze voor het transfereren van een afgemeten partikels, zoals bijvoorbeeld een klei, in een voorraadtank door toevoer van een luchtstroom naar genoemde partikels om aldus de partikels over te brengen van de voorraadtank naar een opslagtank.

Dergelijke methoden laat echter niet toe om een gedoseerde hoeveelheid partikels over te brengen van een eerste naar een tweede tank. US 35,774,410 daarentegen voorziet in een pneumatische overbrenginrichting, bijvoorbeeld voor gebruik in een poedersproei-installatie, waarbij poedervormig materiaal door een diffusor door middel van een drijfgasstroom uit een voorraadreservoir in de aan de diffusor gezette overbrengleiding wordt overgebracht en voor het regelen van de overbrengopbrengst de uitstroomopening voor het materiaal uit het voorraadreservoir op een plaats van grootste onderdruk in de diffuser is aangebracht en de diffuser op een verdere plaats een stuuropening met daaraan gezette buisstomp en middelen voor het gestuurd in het onderdrukgebied aanvoeren van een stuurgasstroom bevat.

Een belangrijk onderscheid tussen mechanisch en pneumatisch of gefluïdiseerd transport is de mechanische belasting waaraan de partikels van het poeder of granulaat worden onderworpen. Bij mechanisch transport treden doorgaans zowel interne als externe wrijvingskrachten op, d.i. (i) wrijvingskrachten tussen verschillende partikels of deeltjes van een poeder of granulaat onderling en (ii) wrijvingskrachten tussen het mechanische transportmedium en het poeder of granulaat.

Dergelijke mechanische belasting kan leiden tot breuk van de partikels en overeenkomstige reductie van de gemiddelde partikelgrootte en verbreding van de partikelgrootteverdeling. Het behoud van de gemiddelde partikelgrootte en van de breedte vän de partikelgrootteverdeling is echter cruciaal voor de goede vloeiende eigenschappen van het poeder of granulaat, wanneer na de mechanische transportstap een pneumatische transportstap volgt. Een te grote reductie van de partikelgrootte en/of een te brede deeltjesgrootteverdeling kan daardoor leiden tot een aanzienlijk materiaalverlies. Anderzijds, zijn parameters als gemiddelde partikelgrootte en partikelgrootteverdeling in velerlei chemische of fysische processen bepalend voor het gedrag van de partikels in de beoogde toepassing, zoals bijvoorbeeld in nutritionele, agrochemische en farmaceutische toepassingen.

In de voedingsindustrie wordt vaak gebruik gemaakt van beslag of strooisel. Dergelijk strooisel wordt niet enkel aangewend voor het voorzien van de gewenste smaakeigenschappen, maar zijn ook belangrijk om vanuit een visueel aspect. Een al dan niet sterke reductie van de partikelgrootte van het strooisel is doorgaans ongewenst. Tevens is het van uitermate belang, en dan voornamelijk bij de geautomatiseerde productie van voedingswaren met beslag, om een uniforme dosering van het beslag te kunnen toedienen op de voedingselementen. Meer nog, dergelijke uniforme dosering van het beslag moet kunnen worden bekomen wanneer dergelijke voedingselementen worden geproduceerd met mogelijke productieonderbrekingen. De stand der techniek voorziet echter niet of niet afdoende in een oplossing voor minstens een van voornoemde problemen.

SAMENVATTING

De onderhavige uitvinding voorziet in een oplossing voor minstens één van de hierboven vermeldde problemen door te voorzien in inrichting en werkwijze voor het overbrengen van een gedoseerde hoeveelheid strooisel zoals beschreven in conclusie 1.

In een eerste aspect verschaft de uitvinding een inrichting voor het overbrengen van een gedoseerde hoeveelheid strooisel omvattende een voorraadkamer geschikt voor het omvatten van een voorraad, een overbrengleiding in fluïdumverbinding met genoemde voorraadkamer, en middelen voor het gefluïdiseerd transporteren van genoemd strooisel van genoemde voorraadkamer doorheen genoemde overbrengleiding, waarbij (i) genoemde voorraadkamer voorzien is van een verplaatsbaar doseerplatform voor het afzonderen van een gedoseerde hoeveelheid strooisel vanuit een voorraad naar een eerste positie afgescheiden van genoemde voorraad, en dat (ii) genoemde middelen voor het gefluïdiseerd transporteren van genoemd strooisel voorzien zijn op een tweede positie afgescheiden van genoemde voorraad.

Dit biedt onder meer als voordeel dat genoemd strooisel vanuit een voorraad nauwkeurig kan worden gedoseerd op of in een substraat, bijvoorbeeld op of in een voedingselement, zonder daarbij een aanzienlijke reductie van de gemiddelde deeltjesgrootte van het strooisel te induceren. Een ander voordeel is dat een serie van meerdere substraten met een uniforme, vooraf bepaalde hoeveelheid strooisel kan worden geproduceerd.

In een tweede aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een systeem voor het overbrengen van een strooisel, omvattende twee of meerdere inrichtingen volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij de respectievelijke overbrengleidingen en/of doseerkamers overwegend lineair naast elkaar zijn opgesteld. Een dergelijk systeem laat toe een reeks van meerdere substraten van een nauwkeurig gedoseerde hoeveelheid strooisel te voorzien.

In een derde aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze geschikt voor het overbrengen van een gedoseerde hoeveelheid strooisel omvattende de stappen, (i) het verplaatsen van een hoeveelheid strooisel vanuit een voorraad naar een positie afgescheiden van genoemde voorraad, daardoor bekomende een gedoseerde hoeveelheid strooisel, en (ii) het gefluïdiseerd transporteren van genoemde gedoseerde hoeveelheid strooisel van genoemde positie afgescheiden van genoemde voorraad doorheen een overbrengleiding.

In een vierde aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een gebruik van een inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding voor het overbrengen van een gedoseerde hoeveelheid strooisel.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

De expliciete karakteristieken, voordelen en objectieven van de onderhavige uitvinding zullen verder duidelijk worden voor de vakman in het technisch veld van de uitvinding na lezen van de hier volgende gedetailleerde beschrijving van de uitvoeringsvorm van de uitvinding en van de figuren hierin bijgesloten. De figuren dienen daartoe de uitvinding verder toe te lichten, zonder daarbij de omvang van de uitvinding te beperken.

Figuren 1 tot 12 stellen een vereenvoudigde weergave voor van een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding.

Figuur 1 biedt een schematisch perspectiefaanzicht van een systeem (16) volgens de uitvinding, omvattende 8 separate doseerinrichtingen (la-lh).

Figuur 2 biedt een schematische weergave van een dwarsdoorsnede in zijaanzicht van een inrichting (1) volgens de uitvinding, met aanduiding van de verplaatsbare doseerplatform (7) op een verticaal gelagerde as (8).

Figuur 3 biedt een schematische weergave van een dwarsdoorsnede in zijaanzicht van de inrichting (1) met aanduiding van het doseerplatform (7) in onderste positie.

Figuur 4 biedt een schematische weergave van een detail van de dwarsdoorsnede in zijaanzicht van de inrichting (1) met aanduiding van het doseerplatform (7) met strooisel (2).

Figuur 5 biedt een schematische weergave van een detail van de dwarsdoorsnede in zijaanzicht van de inrichting (1) met aanduiding van genoemd doseerplatform (7) in een bovenste positie.

Figuur 6 biedt een schematische weergave van een detail van de dwarsdoorsnede in zijaanzicht van de inrichting (1), waarbij genoemd strooisel (2) wordt gefluïdiseerd.

Figuur 7 biedt een schematische weergave van een detail van de dwarsdoorsnede in zijaanzicht van de inrichting (1), waarbij genoemde gedoseerde hoeveelheid strooisel (2) in de doseerkamer (9) op een doorgang (10) wordt verzameld.

Figuur 8 biedt een schematische weergave van een detail van de dwarsdoorsnede in zijaanzicht van de inrichting (1), waarbij genoemd strooisel (2) doorheen de geopende doorgang (10) wordt gedoseerd op een substraat (14).

Figuur 9 biedt een schematisch detailaanzicht van een doséerplatform (7) met aanduiding van een conische top (11) met vlak platform (12).

Figuur 10 biedt een schematisch detailaanzicht van een middelen (6a, 6b, 6c, 6d, 6e, 6f) voor het gefluïdiseerd transporteren van een strooisel (2) op het doseerplatform (7).

Figuur 11 biedt een perspectiefaanzicht van een reeks van zijdelings met elkaar verbonden en overwegend lineair opgestelde focuselementen (17).

Figuur 12 geeft een zijaanzicht van een richtelement (18) met aanduiding van de specifieke binnendiameter 0D.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING

Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technisch en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd. "Een", "de" en "het" refereren in dit document naar zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, "een segment" betekent een of meer dan een segment.

Wanneer "ongeveer" of "rond" in dit document gebruikt wordt bij een meetbare grootheid, een parameter, een tijdsduur of moment, en dergelijke, dan worden variaties bedoeld van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/-5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder, en zelfs nog meer bij voorkeur +/-0.1% of minder dan en van de geciteerde waarde, voor zoverre zulke variaties van toepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel onder verstaan worden dat de waarde van de grootheid waarbij de term "ongeveer" of "rond" gebruikt wordt, zelf specifiek wordt bekendgemaakt.

De termen "omvatten", "omvattende", "bestaan uit", "bestaande uit", "voorzien van", "bevatten", "bevattende", "behelzen", "behelzende", "inhouden", "inhoudende" zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.

Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.

In een eerste aspect verschaft de uitvinding een inrichting voor het overbrengen van een gedoseerde hoeveelheid strooisel omvattende een voorraadkamer geschikt voor het omvatten van een voorraad, een overbrengleiding in fluïdumverbinding met genoemde voorraadkamer, en middelen voor het gefluïdiseerd transporteren van genoemd strooisel van genoemde voorraadkamer doorheen genoemde overbrengleiding, waarbij (i) genoemde voorraadkamer voorzien is. van een verplaatsbaar doseerplatform voor het afzonderen van een gedoseerde hoeveelheid strooisel vanuit een voorraad naar een eerste positie afgescheiden van genoemde voorraad, en dat (ii) genoemde middelen voor het gefluïdiseerd transporteren van genoemd strooisel voorzien zijn op een tweede positie afgescheiden van genoemde voorraad.

Dit biedt onder meer als voordeel dat genoemd strooisel vanuit een voorraad nauwkeurig kan worden gedoseerd door middel van een doseerplatform. Het doseerplatform heeft een welbepaald oppervlak en specifieke geometrie, waardoor bij het verplaatsen van het doseerplatform uit een voorraad strooisel naar een positie afgescheiden van genoemde voorraad de overmaat van het strooisel van het doseerplatform afglijdt. De resterende hoeveelheid van het strooisel op het platform is daardoor een vrij nauwkeurig gekende hoeveelheid strooisel. Wanneer opeenvolgende hoeveelheden van het strooisel worden gedoseerd met behulp van genoemd doseerplatform, zal door de specifieke oppervlakte en geometrie steeds eenzelfde hoeveelheid strooisel worden bekomen, binnen welbepaalde nauwkeurigheidsgrenzen. Door het pneumatisch transporteren van de aldus van de voorraad afgescheiden, gedoseerde hoeveelheid strooisel vanuit de voorraadkamer doorheen de overbrengleiding, worden geen of geen noemenswaardige interne of externe wrijvingskrachten in of op het strooisel uitgeoefend. Bijgevolg wordt breuk van de deeltjes van het strooisel vermeden of minstens gedeeltelijk onderdrukt.

De term "gedoseerde hoeveelheid" dient te worden begrepen als synoniem voor de termen "dosis", "doses", "quantum", "kwantiteit", "portie", "partij" en duidt op een gekende hoeveelheid, bijvoorbeeld uitgedrukt in volume of massa, waarbij de hoeveelheid binnen een nauwkeurigheidsinterval is begrepen. Bij voorkeur is genoemde gedoseerde hoeveelheid begrepen in een interval van +/-20% of minder van een vooropgesteld volume of een vooropgestelde massa, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/-5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder.

De term "strooisel" dient te worden begrepen als synoniem voor de termen "poeder", "stof", "fijnkorrelig stof", "granulaat", "korrels", "pulver", "partikel", "toeslag", "beslag" en duidt op hoeveelheid vaste stof deeltjes dewelke kunnen worden gekarakteriseerd door middel van een gemiddelde deeltjesgrootte en een deeltjesgrootteverdeling. In een verdere uitvoeringsvorm kan genoemd strooisel een mengsel van twee of meerdere stoffen omvatten.

De term "voorraadkamer" dient te worden begrepen als synoniem voor de termen "reservoir", "vergaarbak", "bewaarplaats", "container", "houder", "bak", "vat", en duidt op een omsluiting met een welbepaald volume hetwelke van de omgeving is afgesloten en waarin een strooisel of voorraad kan worden bewaard. Bij voorkeur is genoemde voorraadkamer voorzien van minstens een toegangsdeur of -klep, bijvoorbeeld uit plexiglas, langs waarheen een strooisel eenvoudig kan worden ingebracht en waardoor genoemde voorraadkamer eenvoudig kan worden gereinigd.

De term "voorraad" dient te worden begrepen als synoniem voor de termen "massa", "reserve", "hoop", "opslag", "provisie" en duidt op in de context van de onderhavige uitvinding op een voorraad van een strooisel dewelke kan worden aangewend voor het gedoseerd transporteren van een discrete hoeveelheid van het strooisel.

De term "overbrengleiding" dient te worden begrepen als synoniem voor de termen "uitlaat", "opening", "uitweg", "uitgang", "mond", "monding", "gat", "gaatje", en duidt op een, bij voorkeur minstens gedeeltelijk begeleidende, uitgang voorzien in of aansluitend op voornoemde voorraadkamer. Bij voorkeur is genoemde overbrengleiding voorzien van minstens een uitneembare wand, bijvoorbeeld uit plexiglas, waardoor genoemde overbrengleiding eenvoudig kan worden gereinigd.

De term "middelen voor het gefluïdiseerd transporteren" dient te worden begrepen als middelen voor het genereren van een gasstroom of draaggasstroom, waarbij genoemde gasstroom of draaggasstroom een voldoende debiet heeft om een strooisel op te heffen en/of mee te sleuren, om aldus een verplaatsing van genoemd strooisel teweeg te brengen. Bij voorkeur omvat genoemd draaggas lucht. Bij voorkeur omvatten genoemde middelen voor het gefluïdiseerd transporteren perslucht of druklucht. Nog bij voorkeur omvatten genoemde middelen perslucht dewelke wordt toegevoerd doorheen een pluraliteit van openingen dewelke zodanig zijn voorzien dat de gedoseerd hoeveelheid strooisel in een geconcentreerd volume wordt meegesleurd in genoemd draaggas en doorheen genoemde overbrengleiding wordt weggevoerd. Nog bij voorkeur wordt het horizontaal, gefluïdiseerd transport van genoemd strooisel doorheen genoemde overbrengleiding beperkt, zodat breuk ten gevolge van botsingen tussen partikels en wanden wordt vermeden of minstens beperkt.

De term "gefluïdiseerd transporteren" dient te worden begrepen als synoniem voor de term "pneumatisch transporteren" en duidt op een transport waarbij een strooisel wordt opgenomen in een draaggasstroom en aldus wordt verplaatst van een eerste positie naar een tweede positie, van de eerste positie verschillend.

De term "doseerplatform" dient te worden begrepen als synoniem voor de termen "platform", "plateau", en duidt op een draagvlak met welbepaalde grootte en een specifieke geometrie, waarbij het draagvlak geschikt is voor het dragen van een welbepaalde hoeveelheid van een strooisel. De horizontale doorsnede van genoemd doseerplatform kan elke willekeurige vorm aannemen of kan rechthoekig, vierkantig, ovaal of rond zijn voorzien. Echter, bij voorkeur heeft genoemd doseerplatform een ronde doorsnede, waardoor 'dode' punten, dit zijn punten waar strooisel niet of niet voldoende pneumatisch wordt meegesleurd, worden vermeden. In de axiale richting kan genoemd doseerplatform convex, vlak of concaaf voorzien zijn. De voorkeursuitvoering voor de vorm van genoemd doseerplatform kan volgens de deskundigheid van de vakman worden ingeschat, en kan bijvoorbeeld worden ingegeven afhankelijk van het type strooisel en/of de vorm en grootte van genoemd strooisel. Zo kan bijvoorbeeld, zonder daarbij te limiteren, worden gesuggereerd dat strooisel met een kleine diameter bij voorkeur wordt gedoseerd op een convex doseerplatform. Dit biedt als voordeel dat geen of geen aanzienlijke hoeveelheid strooisel achterblijft op genoemd platform bij het fluïdiseren van genoemd strooisel. Anderzijds kan worden gesuggereerd dat strooisel met een grotere diameter, bijvoorbeeld, maar niet beperkt tot, groter dan 3 mm, meer bij voorkeur groter dan 5 mm, bij voorkeur wordt gedoseerd op een concaaf doseerplatform. De termen 'convex' en 'concaaf' dienen in de context van de onderhavige uitvinding te worden begrepen als een driedimensionale vorm met een omtrek en een oppervlak waarbij het oppervlak ten opzichte van het vlak van de omtrek respectievelijk positief en negatief is verplaatst.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemde doseerplatform voorzien is op een opwaarts, bij voorkeur verticaal, gelagerde as in genoemde voorraadkamer, waarbij genoemde verticale as in verticale richting verplaatsbaar is tussen een eerste en een tweede positie.

Aldus wordt beoogd dat wanneer de inrichting in gebruik is voor het doseren van een strooisel, het doseerplatform kan bewegen tussen twee of meerdere verticale posities, waarbij in een eerste positie het doseerplatform is voorzien onder het niveau van het strooisel, waardoor het strooisel.spontaan of nagenoeg spontaan, d.i. onder invloed van de zwaartekracht, op het doseerplatform valt. Wanneer het doseerplatform wordt geladen zoals hiervoor aangegeven, kan het platform vervolgens bewegen naar een tweede positie boven het niveau van het strooisel, waardoor een gedoseerde hoeveelheid strooisel op het doseerplatform achterblijft en waardoor deze gedoseerde hoeveelheid strooisel ruimtelijk gescheiden is van de voorraad van het strooisel.

De term "as" dient te worden begrepen als synoniem voor de termen "piston", "zuiger", en duidt op een bij voorkeur, maar niet beperkt tot, cilindrische as met een eerste uiteinde hetwelk geschikt is om te worden aangedreven door een hydraulische, pneumatische of elektrische motor en een tweede uiteinde, tegenover het eerste uiteinde gelegen, hetwelk bij voorkeur geschikt is om genoemd draagplatform te dragen. Bij voorkeur wordt een elektrische motor aangewend voor het aandrijven van genoemde as. Bij voorkeur sluit genoemd doseerplatform vormelijk aan op genoemde as, zodat geen strooisel achterblijft in spleten of gleuven tussen deze twee elementen. In een alternatieve uitvoeringsvorm dient genoemd draagplatform te worden begrepen als genoemd tweede uiteinde, waarbij genoemde tweede uiteinde een specifieke vorm en oppervlakte heeft en geschikt is een gedoseerde hoeveelheid van een strooisel te dragen en af te zonderen uit een voorraad, volgens de onderhavige uitvinding. Bij voorkeur is genoemde as gelagerd in genoemde voorraadkamer en is genoemde as omgeven door een dichting voor het afsluiten van ruimte tussen genoemde as en genoemde voorraadkamer. Bij voorkeur is genoemde dichting een voedingsgeschikte dichting zoals bijvoorbeeld, maar niet daartoe beperkt, een voedingsgeschikte dichting volgens FDA 177-2600. Nog bij voorkeur is genoemde as en/of genoemde dichting uitneembaar in genoemde voorraadkamer gelagerd, zodat kan worden gekozen voor een as met een dunnere diameter. Dit is bijvoorbeeld wenselijk om het wrijvingsoppervlak tussen genoemde as en genoemd strooisel te minimaliseren.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemde overbrengleiding uitmondt in een doseerkamer.

De term "doseerkamer" dient te worden begrepen als synoniem voor de termen "kamer", "compartiment", "vak", "hok" of "schap" en duidt op een ruimte voor het minstens tijdelijk opslaan van genoemde, van de voorraad afgescheiden, gedoseerde hoeveelheid strooisel. Het voorzien van een doseerkamer laat toe de gefluïdiseerd getransporteerde hoeveelheid strooisel ruimtelijk te verzamelen. Daardoor wordt de ruimtelijke distributie van het strooisel, dewelke tijdens het fluïdiseren ontstond, minstens gedeeltelijk opgeheven. Dit laat toe om de gedoseerde hoeveelheid strooisel op een concentreerde manier toe te dienen op of in een substraat, bijvoorbeeld een voedingselement. Bij voorkeur is genoemde doseerkamer voorzien van minstens een uitneembare wand, bijvoorbeeld uit plexiglas, waardoor genoemde doseerkamer eenvoudig kan worden gereinigd.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemde doseerkamer voorzien is van een doorgang dewelke kan bewegen tussen een hoofdzakelijk open en een hoofdzakelijk gesloten positie.

De term "doorgang" dient te worden begrepen als synoniem voor de termen "deur", "poort", "klep", "deksel", "pas" of "uitgang" en duidt op een opening waar doorheen strooisel kan worden verplaatst. Door het alternerend openen en sluiten van genoemde doorgang kan afwisselend (i) een gedoseerde hoeveelheid strooisel ruimtelijk worden verzameld, en (ii) de verzamelde hoeveelheid strooisel worden toegediend op of in een substraat. Bij voorkeur is genoemde doorgang voorzien als bodem, bijvoorbeeld als een zijwaarts schuivende bodem of als een scharnierend neerwaarts bewegende bodem, bij voorkeur een scharnierend bewegende bodem.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemde doorgang' uitmondt in een focus- en/of richtelement, waarbij genoemd focus- en/of richtelement een binnendiameter heeft dewelke geschikt is om het strooisel te concentreren binnen een welbepaalde oppervlakte. Dit biedt als voordeel dat het strooisel geconcentreerd kan worden toegediend op een onderliggend substraat.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemd doseerplatform uitneembaar op een hoofdzakelijk verticaal opgestelde pneumatische as is voorzien. Dit biedt als voordeel dat genoemd doseerplatform eenvoudig kan worden vervangen door een doseerplatform met verschillende geometrie en oppervlak voor het doseren van een verschillende hoeveelheid strooisel.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een inrichting volgens het eerste, aspect van de uitvinding, waarbij genoemd doseerplatform voorzien is van een magneet. Dit biedt als voordeel dat genoemd doseerplatform eenvoudig uit genoemde as kan worden verwijderd door middel van magnetische werking. Dit biedt als voordeel dat fysiek contact met bijvoorbeeld een operator minstens deels wordt vermeden. Dit kan wenselijk zijn bij het reinigen van genoemde inrichting.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemd doseerplatform omvat is uit een conische top met een vlak platform. Dit biedt als voordeel dat een gedoseerde hoeveelheid strooisel tijdens het doseren op genoemd vlak platform achterblijft en dat de overmatige hoeveelheid strooisel via de conische wanden naar de voorraad terug glijdt.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding, verder voorzien van een of meerdere sensoren geschikt voor het detecteren van de positie van een of meerdere substraten op een transportband dewelke onder genoemde inrichting is voorzien. Dit biedt als voordeel dat het openen en/of sluiten van voornoemde doorgang van de doseerkamer kan worden geregeld of gestuurd naargelang een substraat wordt geïdentificeerd op een plaats onder de overeenkomstige doorgang. Daardoor kan het strooisel eenvoudig onder invloed van de zwaartekracht op genoemd substraat worden overgebracht.

In een meer geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding in een inrichting volgens het eerste aspect, waarbij genoemde sensoren de positie van een of meerdere substraten op een transportband detecteert en/of monitort, zowel in de . longitudinale als in de transversale looprichting van de transportband. In een verdere uitvoeringsvorm, wordt de positie van de inrichting, en/of de doseerkamer, en/of een focus- en/of richtelement ingesteld met behulp van een motor, bijvoorbeeld een elektrische motor, dewelke worden gestuurd op basis van de informatie ontvangen door de sensoren. Meer bij voorkeur wordt de positie van een of meerdere substraten gedetecteerd met behulp van een of meerdere sensoren, en wordt de inrichting, en/of de doseerkamer, en/of een focus- en/of richtelement in dwarse en/of longitudinale positie verplaatst zodat laatstgenoemde verticaal boven genoemde substraten wordt gepositioneerd voor het storten van het strooisel. Bij voorkeur wordt genoemde positionering uitgevoerd binnen de grenzen van minder dan 25 mm in de dwarse en in de longitudinale richting, en meer bij voorkeur binnen de grenzen van minder dan 15 mm. Daarmee wordt bedoeld dat het center van het stortvlak minder dan.25 mm en bij voorkeur minder dan 15 mm naast het center van het beoogde doeloppervlak op genoemde substraten is gelegen. Meer bij voorkeur wordt genoemde positionering gestuurd binnen de grenzen van 10 mm en meest bij voorkeur binnen de grenzen van 5 mm. Dit is voornamelijk voordelig, aangezien doorgaans de transportband niet nauwkeurig recht loopt, maar een zekere afwijking in de dwarse richting van de transportband zal vertonen. Daardoor worden substraten doorgaans enigszins afwijkend van de voorziene positie aangediend. Het gebruik van sensoren kan helpen dergelijke afwijkingen te corrigeren.

De term "substraat" dient te worden begrepen als "potentiële drager", "basis", "grondlaag", "backing", "ondergrond" en duidt op een element hetwelk geschikt is genoemd strooisel op of in zich te dragen. Voorbeelden van een substraat, maar daartoe niet beperkt, zijn voedingselementen zoals bijvoorbeeld chocolade en snoepgoed.

In een verdere uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding, omvattende een sturingspaneel voor het monitoren en/of regelen van werkingsparameters zoals bijvoorbeeld luchtdebiet en snelheid van de diverse bewegende onderdelen, en/of een regeleenheid voor het instellen van hoogte en/of positie van genoemde inrichting, bijvoorbeeld ten opzichte van een ondergrond of een transportband.

In een tweede aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een systeem voor het overbrengen van een strooisel, omvattende twee of meerdere inrichtingen volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij de respectievelijke overbrengleidingen en/of doseerkamers overwegend lineair naast elkaar zijn opgesteld.

Dit biedt als voordeel dat twee of meerdere substraten gelijktijdig van een strooisel kunnen worden voorzien. Bij voorkeur vóórziet de onderhavige uitvinding in een systeem volgens het tweede aspect van de uitvinding, omvattende 2 tot 32 inrichtingen volgens minstens het eerste aspect van de uitvinding, bij voorkeur 4 tot 16 inrichtingen. Nog meer bij voorkeur omvat genoemde systeem 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11 of 12 inrichtingen.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een systeem volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij de respectievelijke overbrengleidingen en/of doseerkamers en/of focus- en/of richtelementen boven een transportband zijn opgesteld. Dit biedt onder meer als voordeel dat twee of meerdere substraten op een transportband kunnen worden aan- en afgevoerd.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een systeem volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij genoemd systeem en/of genoemde inrichting verrijdbaar is opgesteld en/of in hoogte regelbaar is opgesteld. Dit biedt als voordeel dat genoemd systeem en/of genoemde inrichting eenvoudig en flexibel kunnen worden ingezet in een productieomgeving.

In een derde aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze geschikt voor het overbrengen van een gedoseerde hoeveelheid strooisel omvattende de stappen, (i) het verplaatsen van een hoeveelheid strooisel vanuit een voorraad naar een positie afgescheiden van genoemde voorraad, daardoor bekomende een gedoseerde hoeveelheid strooisel, en (ii) het gefluïdiseerd transporteren van genoemde gedoseerde hoeveelheid strooisel van genoemde positie afgescheiden van genoemde voorraad doorheen een overbrengleiding. Bij voorkeur wordt genoemde hoeveelheid strooisel vanuit genoemde voorraad verplaatst zonder daarbij de verschillende partikels van het strooisel noemenswaardig tegen elkaar te schuiven of drukken, en aldus materiaalbreuk te vermijden. Dit gebeurt bijvoorbeeld door genoemd strooisel recht omhoog te verplaatsen op een platform. Eens een gedoseerde hoeveelheid strooisel aldus van genoemde voorraad is afgezonderd, wordt een bij voorkeur gerichte luchtstroom in contact gebracht met genoemd afgezonderd strooisel, waardoor het strooisel wordt gefluïdiseerd en meegesleurd doorheen een uitlaatopening of overbrengleiding.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het derde aspect van de uitvinding, waarbij een doseerplatform opwaarts, bij voorkeur verticaal, wordt verplaatst van een positie in een voorraad naar een positie boven genoemde voorraad, en bij voorkeur gescheiden van genoemde voorraadkamer.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het derde aspect van de uitvinding, waarbij genoemde gedoseerde hoeveelheid strooisel doorheen genoemde overbrengleiding naar een doseerkamer wordt getransporteerd en aldaar tijdelijk opgeslagen.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het derde aspect van de uitvinding, waarbij genoemde gedoseerde hoeveelheid strooisel vervolgens op een substraat wordt gedoseerd.

In een vierde aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een gebruik van een inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding voor het overbrengen van een gedoseerde hoeveelheid strooisel. Bij voorkeur wordt een gedoseerde hoeveelheid strooisel overgebracht op een substraat, bijvoorbeeld een voedingselement, zoals bijvoorbeeld, maar niet beperkt tot, een chocolaatje. Nog bij voorkeur is genoemd strooisel een droog strooisel, zoals bijvoorbeeld brésilienne, hagelslag, chocoladeschilfers, kokosschilfers en andere strooiproducten.

VOORBEELD

Het is verondersteld dat de huidige uitvinding niet beperkt is tot de uitvoeringsvormen die hierboven beschreven zijn en dat enkele aanpassingen of veranderingen aan de beschreven voorbeelden kunnen toegevoegd worden zonder de toegevoegde conclusies te herwaarderen. In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. een niet-limiterend voorbeeld dewelke de uitvinding illustreert, en dewelke niet bedoeld is of geïnterpreteerd mag worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.

Een doseerinrichting (1) en systeem (16) volgens de onderhavige uitvinding worden verder geïllustreerd aan de hand van Figuren 1 tot 10. Figuur 1 biedt een schematisch perspectiefaanzicht van een systeem (16) volgens de uitvinding, omvattende 8 separate doseerinrichtingen (1). De doseerinrichtingen (la, lb, lc, ld, Ie, lf, lg, lh) staan lineair naast elkaar opgesteld boven een transportband (15) waarop pralines (14) worden aangevoerd in de richting van de doseerinrichtingen (la-lh). De fotocel (13) detecteert de positie van de pralines (14) en regelt op basis van deze positie de werking van de doseerinrichting (1). Wat niet is aangeduid op de figuur, maar wel kan worden voorzien, is dat meerdere fotocellen (13) voorzien zijn om zowel de kolom als de rij van de pralines op te meten en op basis daarvan de doseerinrichting te besturen. Het strooisel (2) wordt op de pralines (14) gedoseerd door middel van een doseermechanisme zoals weergegeven in Figuren 2 tot 4. Figuur 2 biedt een schematische weergave van een dwarsdoorsnede in zijaanzicht van een inrichting (1) volgens de uitvinding, met aanduiding van de verplaatsbare doseerplatform (7) op een verticaal gelagerde as (8). De verticaal gelagerde as (8) is verticaal verplaatsbaar en kan zich verplaatsen zodat het doseerplatform (7) zich alternerend in een eerste, bij voorkeur onderste, positie en in een tweede, bij voorkeur bovenste, positie bevindt. Figuur 3 biedt een schematische weergave van een dwarsdoorsnede in zijaanzicht van de inrichting (1), waarbij het doseerplatform (7) zich in een onderste positie bevindt, in welke positie strooisel (2) op het doseerplatform (7) wordt gepositioneerd. Figuur 4 biedt een schematische weergave van een detail van de dwarsdoorsnede in zijaanzicht van de inrichting (1), waarbij het doseerplatform (7) met strooisel (2) naar boven wordt bewogen (in de richting van de pijl).

Figuur 5 biedt een schematische weergave van een detail van de dwarsdoorsnede in zijaanzicht van de inrichting (1), waarbij genoemd doseerplatform (7) in de bovenste positie is en waarbij het strooisel (2) zich in een positie bevindt geschikt voor fluïdisatie door de middelen (6) voor het gefluïdiseerd transporteren van het strooisel (2). Bij voorkeur is een regelbare perslucht voorzien voor het alternerend voorzien van fluïdisatie. Figuur 6 biedt een schematische weergave van een detail van de dwarsdoorsnede in zijaanzicht van de inrichting (1), waarbij genoemd strooisel (2) wordt gefluïdiseerd door middel van een luchtstroom (horizontale pijlen) en onder invloed van de zwaartekracht via de overbrengleiding (5) de doseerkamer (9) in daalt.

Figuur 7 biedt een schematische weergave van een detail van de dwarsdoorsnede in zijaanzicht van de inrichting (1), waarbij genoemde gedoseerde hoeveelheid strooisel (2) in de doseerkamer (9) op een doorgang (10) wordt verzameld. Figuur 8 biedt een schematische weergave van een detail van de dwarsdoorsnede in zijaanzicht van de inrichting (1), waarbij genoemd strooisel (2) doorheen de geopende doorgang (10) wordt gedoseerd op een substraat (14). Na het openen van de doorgang (10) wordt deze doorgang (10) opnieuw gesloten, zodat een nieuwe lading strooisel (2) kan worden verzameld. De pijlen in Figuren 7 en 8 geven de bewegingsrichting van de transportband (15) weer.

Een detailweergave van het doseerplatform (7) wordt weergegeven in Figuren 9 en 10. Figuur 9 biedt een schematisch detailaanzicht van een doseerplatform (7) met aanduiding van een conische top (11) met vlak platform (12). Figuur 10 biedt een schematisch detailaanzicht van een middelen (6a, 6b, 6c, 6d, 6e, 6f) voor het gefluïdiseerd transporteren van een strooisel (2) op het doseerplatform (7). Door de specifieke oriëntatie van de gaatjes (6a-6f) wordt een georiënteerde luchtstroom over het doseerplatform (7) bekomen.

Tot slot biedt Figuur 11 een perspectiefaanzicht van een reeks van zijdelings met elkaar verbonden en overwegend lineair opgestelde focuselementen (17) dewelke geschikt zijn om te worden gepositioneerd onder de respectievelijke doorgangen (10) van de doseerinrichtingen. De positie van genoemde focuselementen (17) wordt gestuurd met behulp van de sensoren (13) dewelke de positie van de pralines (14) exact opmeten. Optioneel kunnen genoemde focuselementen (17) voorzien zijn met een bijkomend richtelement (18) hetwelke uitneembaar en verwisselbaar in focuselement (17) is gelagerd en hetwelke een specifieke binnendiameter heeft dewelke correspondeert met de gewenste te bestrooien oppervlakte van de pralines (14). Een richtelement (18) met aanduiding van de specifieke binnendiameter 0D is weergegeven in Figuur 12.

Claims (15)

1. CONCLUSIES

   1. Inrichting (1) voor het overbrengen van een gedoseerde hoeveelheid strooisel (2) omvattende een voorraadkamer (3) geschikt voor het omvatten van een voorraad (4), een overbrengleiding (5) in fluïdumverbinding met genoemde voorraadkamer (3), en middelen (6) voor het gefluïdiseerd transporteren van genoemd strooisel (2) van genoemde voorraadkamer (3) doorheen genoemde overbrengleiding (5), met het kenmerk, dat (i) genoemde voorraadkamer (3) voorzien is van een verplaatsbaar doseerplatform (7) voor het afzonderen van een gedoseerde hoeveelheid strooisel (2) vanuit een voorraad (4) naar een eerste positie afgescheiden van genoemde voorraad (4), en dat (ii) genoemde middelen (6) voor het gefluïdiseerd transporteren van genoemd strooisel (2) voorzien zijn op een tweede positie afgescheiden van genoemde voorraad (4).
2. 2. Inrichting (1) volgens conclusie 1, waarbij genoemde doseerplatform (7) voorzien is op een opwaarts, bij voorkeur verticaal, gelagerde as (8) in genoemde voorraadkamer (3), waarbij genoemde verticale as (8) in verticale richting verplaatsbaar is tussen een eerste en een tweede positie.
3. 3. Inrichting (1) volgens conclusie 1 of 2, waarbij genoemde overbrengleiding (5) uitmondt in een doseerkamer (9).
4. 4. Inrichting (1) volgens conclusie 3, waarbij genoemde doseerkamer (9) voorzien is van een doorgang (10) dewelke kan bewegen tussen een hoofdzakelijk open en een hoofdzakelijk gesloten positie.
5. 5. Inrichting (1) volgens minstens één der conclusies 1 tot 4, waarbij genoemd doseerplatform (7) uitneembaar op een hoofdzakelijk verticaal opgestelde pneumatische as (8) is voorzien.
6. 6. Inrichting (1) volgens conclusie 5, waarbij genoemd doseerplatform (7) voorzien is van een magneet.
7. 7. Inrichting (1) volgens minstens één der conclusies 1 tot 6, waarbij genoemd doseerplatform (7) omvat is uit een conische top (11) met een vlak platform (12).
8. 8. Inrichting (1) volgens minstens één der conclusies 1 tot 7, verder voorzien van een of meerdere sensoren (13) geschikt voor het detecteren van de positie van een of meerdere substraten (14) op een transportband (15) dewelke onder genoemde inrichting (1) is voorzien.
9. 9. Systeem (16) voor het overbrengen van een strooisel (2), omvattende twee of meerdere inrichtingen (1) volgens minstens één der voorgaande conclusies, waarbij de respectievelijke overbrengleidingen (5) en/of doseerkamers (9) overwegend lineair naast elkaar zijn opgesteld.
10. 10. Systeem (16) volgens conclusie 9, waarbij de respectievelijke overbrengleidingen (5) en/of doseerkamers (9) boven een transportband (15) zijn opgesteld.
11. 11. Werkwijze geschikt voor het overbrengen van een gedoseerde hoeveelheid strooisel (2) omvattende de stappen, (i) het verplaatsen van een hoeveelheid strooisel (2) vanuit een voorraad (4) naar een positie afgescheiden van genoemde voorraad (4), daardoor bekomende een gedoseerde hoeveelheid strooisel (2), en (ii) het gefluïdiseerd transporteren van genoemde gedoseerde hoeveelheid strooisel (2) van genoemde positie afgescheiden van genoemde voorraad (4) doorheen een overbrengleiding (5).
12. 12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij een doseerplatform (7) opwaarts, bij voorkeur verticaal, wordt verplaatst van een positie in een voorraad (4) naar een positie boven genoemde voorraad (4), en bij voorkeur gescheiden van genoemde voorraadkamer (3).
13. 13. Werkwijze volgens conclusie 11 of 12, waarbij genoemde gedoseerde hoeveelheid strooisel (2) doorheen genoemde overbrengleiding (5) naar een doseerkamer (9) wordt getransporteerd en aldaar tijdelijk opgeslagen.
14. 14. Werkwijze volgens minstens een der conclusies 11 tot 13, waarbij genoemde gedoseerde hoeveelheid strooisel (2) vervolgens op een substraat (14) wordt gedoseerd.
15. 15. Gebruik van een inrichting (1) volgens minstens één der conclusies 1 tot 8 voor het overbrengen van een gedoseerde hoeveelheid strooisel (2).