BE1021038B1 - Samenstelling, kit en werkwijze voor het aanmaken van latexschuim. - Google Patents

Samenstelling, kit en werkwijze voor het aanmaken van latexschuim. Download PDF

Info

Publication number
BE1021038B1
BE1021038B1 BE2013/0657A BE201300657A BE1021038B1 BE 1021038 B1 BE1021038 B1 BE 1021038B1 BE 2013/0657 A BE2013/0657 A BE 2013/0657A BE 201300657 A BE201300657 A BE 201300657A BE 1021038 B1 BE1021038 B1 BE 1021038B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
latex
latex foam
gelling agent
composition
foam
Prior art date
Application number
BE2013/0657A
Other languages
English (en)
Inventor
Jean De Dieu Hakuzimana
Keil Quintin
Original Assignee
Eoc Belgium Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Eoc Belgium Nv filed Critical Eoc Belgium Nv
Priority to BE2013/0657A priority Critical patent/BE1021038B1/nl
Priority to PCT/IB2014/064983 priority patent/WO2015049641A1/en
Priority to EP14802145.4A priority patent/EP3052558A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1021038B1 publication Critical patent/BE1021038B1/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C08ORGANIC MACROMOLECULAR COMPOUNDS; THEIR PREPARATION OR CHEMICAL WORKING-UP; COMPOSITIONS BASED THEREON
    • C08JWORKING-UP; GENERAL PROCESSES OF COMPOUNDING; AFTER-TREATMENT NOT COVERED BY SUBCLASSES C08B, C08C, C08F, C08G or C08H
    • C08J9/00Working-up of macromolecular substances to porous or cellular articles or materials; After-treatment thereof
    • C08J9/30Working-up of macromolecular substances to porous or cellular articles or materials; After-treatment thereof by mixing gases into liquid compositions or plastisols, e.g. frothing with air
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C08ORGANIC MACROMOLECULAR COMPOUNDS; THEIR PREPARATION OR CHEMICAL WORKING-UP; COMPOSITIONS BASED THEREON
    • C08JWORKING-UP; GENERAL PROCESSES OF COMPOUNDING; AFTER-TREATMENT NOT COVERED BY SUBCLASSES C08B, C08C, C08F, C08G or C08H
    • C08J9/00Working-up of macromolecular substances to porous or cellular articles or materials; After-treatment thereof
    • C08J9/0004Use of compounding ingredients, the chemical constitution of which is unknown, broadly defined, or irrelevant
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C08ORGANIC MACROMOLECULAR COMPOUNDS; THEIR PREPARATION OR CHEMICAL WORKING-UP; COMPOSITIONS BASED THEREON
    • C08JWORKING-UP; GENERAL PROCESSES OF COMPOUNDING; AFTER-TREATMENT NOT COVERED BY SUBCLASSES C08B, C08C, C08F, C08G or C08H
    • C08J2201/00Foams characterised by the foaming process
    • C08J2201/02Foams characterised by the foaming process characterised by mechanical pre- or post-treatments
    • C08J2201/022Foams characterised by the foaming process characterised by mechanical pre- or post-treatments premixing or pre-blending a part of the components of a foamable composition, e.g. premixing the polyol with the blowing agent, surfactant and catalyst and only adding the isocyanate at the time of foaming
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C08ORGANIC MACROMOLECULAR COMPOUNDS; THEIR PREPARATION OR CHEMICAL WORKING-UP; COMPOSITIONS BASED THEREON
    • C08JWORKING-UP; GENERAL PROCESSES OF COMPOUNDING; AFTER-TREATMENT NOT COVERED BY SUBCLASSES C08B, C08C, C08F, C08G or C08H
    • C08J2201/00Foams characterised by the foaming process
    • C08J2201/02Foams characterised by the foaming process characterised by mechanical pre- or post-treatments
    • C08J2201/026Crosslinking before of after foaming
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C08ORGANIC MACROMOLECULAR COMPOUNDS; THEIR PREPARATION OR CHEMICAL WORKING-UP; COMPOSITIONS BASED THEREON
    • C08JWORKING-UP; GENERAL PROCESSES OF COMPOUNDING; AFTER-TREATMENT NOT COVERED BY SUBCLASSES C08B, C08C, C08F, C08G or C08H
    • C08J2205/00Foams characterised by their properties
    • C08J2205/02Foams characterised by their properties the finished foam itself being a gel or a gel being temporarily formed when processing the foamable composition
    • C08J2205/022Hydrogel, i.e. a gel containing an aqueous composition
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C08ORGANIC MACROMOLECULAR COMPOUNDS; THEIR PREPARATION OR CHEMICAL WORKING-UP; COMPOSITIONS BASED THEREON
    • C08JWORKING-UP; GENERAL PROCESSES OF COMPOUNDING; AFTER-TREATMENT NOT COVERED BY SUBCLASSES C08B, C08C, C08F, C08G or C08H
    • C08J2309/00Characterised by the use of homopolymers or copolymers of conjugated diene hydrocarbons
    • C08J2309/06Copolymers with styrene
    • C08J2309/08Latex
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C08ORGANIC MACROMOLECULAR COMPOUNDS; THEIR PREPARATION OR CHEMICAL WORKING-UP; COMPOSITIONS BASED THEREON
    • C08JWORKING-UP; GENERAL PROCESSES OF COMPOUNDING; AFTER-TREATMENT NOT COVERED BY SUBCLASSES C08B, C08C, C08F, C08G or C08H
    • C08J2313/00Characterised by the use of rubbers containing carboxyl groups
    • C08J2313/02Latex

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Materials Engineering (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Medicinal Chemistry (AREA)
  • Polymers & Plastics (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • General Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Compositions Of Macromolecular Compounds (AREA)

Abstract

SAMENSTELLING, KIT EN WERKWIJZE VOOR HET AANMAKEN VAN LATEXSCHUIM De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een samenstelling voor het aanmaken van een latexschuim, omvattende: (i) een latex; (ii) een crosslinker; en (iii) een latent geleermiddel dewelke converteerbaar is tot een geleermiddel. Dit laat een beter geleren van genoemde samenstelling toe. Daarnaast heeft de uitvinding eveneens betrekking op een kit, een werkwijze voor het aanmaken van een latexschuim met genoemde kit en genoemde samenstelling, een latexschuim verkregen door dergelijke werkwijzen, inrichtingen omvattende genoemde latexschuim en het gebruik daarvan.

Description

SAMENSTELLING, KIT EN WERKWIJZE VOOR HET AANMAKEN VAN LATEXSCHUIM TECHNISCH VELD
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een samenstelling, kit en werkwijze voor het aanmaken van latexschuim. De uitvinding betreft een compositie voor het aanmaken van een latexschuim, waarbij de compositie volgende componenten omvat: een latex, een crosslinker en optioneel een geleermiddel of latent geleermiddel.
STAND DER TECHNIEK
Latexschuim is een zachte vorm van een latex met een licht gewicht. Als meest wenselijke eigenschappen van latexschuim gelden (i) grip op een ondergrond of glijvastheid tussen twee oppervlakken waartussen een latexschuim is aangebracht en (ii) de dempende eigenschappen. De belangrijkste toepassing van latexschuim betreffen het gebruik als onderlaag voor tapijten om aldus het slippen van het tapijt te onderdrukken. Andere bekende toepassingen van latexschuim betreffen handschoenen voor doelmannen in een voetbalspel of het gebruik van latexschuim in maskers of gezichtsprothesen.
Latexschuim wordt gemaakt vanuit een liquide latexbasis met diverse additieven dewelke wordt geschuimd en vervolgens gegoten of geïnjecteerd in een mal. Finaal wordt de liquide latexschuim gedroogd en/of uitgehard in een oven.
Een verscheidenheid aan behandelingen en/of additieven worden toegepast om verschillende soorten latexschuim met verschillende eigenschappen zoals bijvoorbeeld grip of duurzaamheid te produceren.
De belangrijkste componenten van latexschuim zijn de latex basis, een schuimmiddel, een geleermiddel en een hardingsmiddel of crosslinker. Een aantal andere additieven kunnen worden toegevoegd, afhankelijk van het gewenste gebruik van het schuim.
Er zijn reeds tal van samenstellingen en werkwijzen bekend voor het aanmaken van latexschuim. EP0245021 beschrijft een uithardbare samenstelling voor het aanmaken van een latex, geschikt voor het vormen van films en schuimen omvattende een gecarboxyleerde latex omvattende een copolymeer van 0 tot 75 gewichts-% van een vinyl aromatisch monomeer, 0-85 gewichts-% van een dieen monomeer en 0,5 tot 25% gewichtsdelen van een ethyleen-gebaseerd onverzadigd carbonzuur monomeer, een epoxyharsemulsie met een katalysator oplosbaar of mengbaar in organisch midden en een water-oplosbaar katalytisch hardingsmiddel. De latex wordt bekomen door emulsiepolymerisatie van een of meerdere monomeren in een waterig milieu. De verschillende componenten van de uithardbare latexsamenstelling afzonderlijk worden gehandhaafd tot vlak voor gebruik omwille van hun neiging om uitharding te veroorzaken bij de omgevingstemperatuur. In sommige gevallen kunnen twee of meerdere delen die niet met elkaar reageren worden voorgemengd. Deze uithardbare latexcompositie biedt een verbeterde houdbaarheid, betere uitharding bij betrekkelijk lage temperatuur en geeft kunststoffolies of schuim met verbeterde vochtbestendigheid en andere fysische eigenschappen. Deze samenstelling is geschikt voor gebruik als latexschuim drager van textiel, textiel- en laminaatlijm en coating voor kunstgras. WO0226873 beschrijft een samenstelling bruikbaar voor het bereiden latexschuim. De samenstelling omvat een latex en een polynitrile oxide zoals 2, 4, 6-tri ethyl-1, 3-dintrile oxide of een latex en een epoxysilaan, of een latex en een mengsel van twee genoemde hardingsmiddelen. De samenstelling kan tevens extra componenten, zoals vulmiddelen, tensioactieve stoffen, schuimstabilisators, schuimboosters, componenten voor het reduceren van viscositeit en het verbeteren van veerkracht en antioxidanten bevatten. De samenstelling is bijzonder bruikbaar bij de vervaardiging van vloeren, wandbekleding, schoenzolen en non-woven materialen.
Doch, nieuwe, verbeterde samenstellingen voor het aanmaken van latexschuim zijn gewenst. Voornamelijk latex samenstellingen dewelke gedurende enkele dagen tot enkele maanden kunnen worden bewaard, bieden nieuwe technische mogelijkheden met economisch interessante perspectieven. Een van de problemen is echter vaak een vroegtijdig of ongewenst geleren van de samenstelling. Een ander probleem is dat de samenstellingen vaak onvoldoende stabiel zijn met het oog op industriële exploitatie in sommige toepassingen. Daarnaast is ook de onvoldoende mogelijkheid om bepaalde samenstellingen te geleren een beperking in de huidige stand der techniek.
Een ander probleem met gekende geleermiddelen is dat deze coagulatie veroorzaken van zodra deze in de latexsamenstelling worden gebracht. De stand der techniek voorziet niet in adequate geleermiddelen of werkwijzen die een voldoende homogene dispersie of verspreiding van het geleermiddel in de samenstelling toelaten vooraleer de gelerende werking van het geleermiddel aanvangt.
Daarom is er een noodzaak in het vakgebied van latexschuim, en voornamelijk in het vakgebied van gecarboxyleerde styreen-butadieen rubber latexschuim (XSBR), en samenstellingen en werkwijzen voor het aanmaken van dergelijke latexschuim aan geleermiddelen die toelaten dat de latex homogeen geleert vooraleer deze kan worden gedroogd en in een daaropvolgende stap kan worden uitgehard. Tevens is er een noodzaak voor nieuwe werkwijzen voor het gebruik van dergelijke geleermiddelen.
SAMENVATTING
De onderhavige uitvinding voorziet in een oplossing voor minstens één van de hierboven vermeldde problemen door te voorzien in een samenstelling, kit en werkwijze voor het aanmaken van latexschuim zoals beschreven In conclusies 1 tot 33.
In een eerste aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een samenstelling voor het aanmaken van een latexschuim, omvattende: - een latex; - een crosslinker; en - een latent geleermiddel, waarbij genoemd latent geleermiddel converteerbaar is tot een geleermiddel.
Het aanwenden van een geleermiddel hetwelk voldoende homogeen in de latexsamenstelling kan worden gedispergeerd leidt tot een beter en meer homogeen geleerproces van de latexsamenstelling en bijgevolg tot een meer homogene kwaliteit van de daardoor verkregen latexschuim. Dit leidt tot een betere kwaliteit van het eindproduct.
In een tweede aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een kit voor het aanmaken van een latexschuim, omvattende: (A) een eerste component A omvattende een latex en een crosslinker; en (B) een tweede component B omvattende een latent geleermiddel.
In een derde aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze voor het aanmaken van een van een latexschuim met behulp van een kit volgens het tweede aspect van de uitvinding, omvattende de stappen van: - mengen van genoemde component A en component B, daardoor verkrijgende een waterhoudende latexschuim; - drogen en vervolgens uitharden van genoemde waterhoudende latexschuim, daardoor verkrijgende een latexschuim.
In een vierde aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze voor het aanmaken van een latexschuim, omvattende de stappen van: - het mengen van een latex, een crosslinker, een latent geieermiddel en optioneel een schuimbooster en een schuimstabilisator, daardoor verkrijgende een waterhoudende latexschuim. - optioneel, het spreiden van genoemde waterhoudende latexschuim op een substraat; en - het drogen van genoemde waterhoudende latexschuim, daardoor verkrijgende een latexschuim, waarbij genoemd latent geleermiddel in oplossing wordt omgezet tot een geleermiddel.
In een vijfde aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een latexschuim verkrijgbaar volgens een werkwijze volgens het derde aspect van de uitvinding.
In een zesde aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een latexschuim verkrijgbaar volgens een werkwijze volgens het vierde aspect van de uitvinding.
In een zevende aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een inrichting omvattende een latexschuim volgens het vijfde aspect van de uitvinding, zoals bijvoorbeeld een anti-glij bekleding, een getuft tapijt, een geweven tapijt, kunstgras, een tapijt voor in de automobielsector, een naaldvilt tapijt, tegels, naaldvilten, rubbergranulaat, stoffering, een tapijt voor huishoudelijk gebruik zoals bijvoorbeeld in een salon- of badkamer, een tapijt voor trappen, een tapijt voor gebruik in ziekenhuizen, meubels, matrassen, autobanden, schoenzolen en voor gebruik in medische of hygiënische toepassingen, zoals bijvoorbeeld in chirurgische handschoenen.
In een achtste aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een inrichting omvattende een latexschuim volgens het zesde aspect van de uitvinding, zoals bijvoorbeeld een anti-glij bekleding, een getuft tapijt, een geweven tapijt, kunstgras, een tapijt voor in de automobielsector, een naaldvilt tapijt, tegels, naaldvilten, rubbergranulaat, stoffering, een tapijt voor huishoudelijk gebruik zoals bijvoorbeeld in een salon- of badkamer, een tapijt voor trappen, een tapijt voor gebruik in ziekenhuizen, meubels, matrassen, autobanden, schoenzolen en voor gebruik in medische of hygiënische toepassingen, zoals bijvoorbeeld in chirurgische handschoenen.
In een negende aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een gebruik van een samenstelling volgens het eerste aspect van de uitvinding voor het aanmaken van een latexschuim.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING
De uitvinding betreft een samenstelling, kit en werkwijze voor het aanmaken van latexschuim.
Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technisch en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd. "Een", "de" en "het" refereren in dit document naar zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, "een segment" betekent een of meer dan een segment.
Wanneer "ongeveer" of "rond" in dit document gebruikt wordt bij een meetbare grootheid, een parameter, een tijdsduur of moment, en dergelijke, dan worden variaties bedoeld van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/-5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder, en zelfs nog meer bij voorkeur +/-0.1% of minder dan en van de geciteerde waarde, voor zoverre zulke variaties van toepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel onder verstaan worden dat de waarde van de grootheid waarbij de term "ongeveer" of "rond" gebruikt wordt, zelf specifiek wordt bekendgemaakt.
De termen "omvatten", "omvattende", "bestaan uit", "bestaande uit", "voorzien van", "bevatten", "bevattende", "behelzen", "behelzende", "inhouden", "inhoudende" zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.
Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.
In een eerste aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een samenstelling voor het aanmaken van een latexschuim, omvattende: - een latex; - een crosslinker; en - een latent geleermiddel, waarbij genoemd latent geleermiddel converteerbaar is tot een geleermiddel.
De term 'latex' verwijst naar een dispersie van een of meerdere polymeren in water. Genoemde polymeren of Copolymeren zijn doorgaans bereid volgens een emulsiepolymerisatie techniek. Stabilisatie van de dispersie van polymeren en/of copolymeren gebeurt normalerwijze door middel van tensioactieve stoffen. Genoemde tensioactieve stoffen omvatten een polaire of hydrofiele groep en een apolaire of hydrofobe groep. Zoals begrepen binnen de leer van de onderhavige uitvinding verwijst de term "polymeer" eveneens naar een copolymeer of een blokcopolymeer.
Een latex zoals begrepen in de leer van de onderhavige uitvinding verwijst bij voorkeur naar een latex waarbij genoemd polymeer gecarboxyleerd is. Dit betekent dat de keten van het polymeer monomeergroepen met carboxylzure Substituenten omvat. Een dergelijke latex wordt aangeduid met de term "gecarboxyleerde latex".
Een grote verscheidenheid van latex kunnen worden gebruikt in de praktijk van deze uitvinding. Representatieve monomeren bruikbaar bij het bereiden van genoemde latex geschikt voor toepassing van de uitvinding en werkwijzen voor het bereiden van de individuele afzonderlijke latexdeeltjes zijn bekend in de stand der techniek en zijn onder meer beschreven in US3404116 en US3399080, waarvan de leer hierin door verwijzing wordt opgenomen. Voorbeelden van geschikte monomeren voor het verschaffen van een carboxylaat karakter omvatten acrylzuur, methacrylzuur, itaconzuur en fumaarzuur. Voorbeelden van monomeren die geschikt zijn voor bereiding van de latex geschikt voor toepassing van deze uitvinding zijn olefinen, zoals - maar niet beperkt tot - etheen, propeen, vinylacetaat, alkylacrylaten, hydroxyalkyl acrylaten, methyl alkyl acrylaten, hydroxyalkylmethacrylaten, acrylamide, n-methyl thyloylacrylamides, evenals monomeren zoals vinylchloride en vinylideenchloride.
Bij voorkeur omvat genoemde latex een gemodificeerde styreen / butadieen eenheid zoals bijvoorbeeld, maar niet beperkt tot, styreen / butadieen / acrylzuur, styreen / butadieen / acrylzuur / itaconzuur, styreen / butadiene / vinylideenchloride, styreen / butadieen / beta-hydroxyethylacrylaat, styreen / butadieen / beta-hydroxyethylacrylaat / acrylzuur, styreen / n-butylacrylaat / acrylzuur, methylmethacrylaat / n-butylacrylaat / acrylzuur, vinylacetaat / acrylzuur, vinylacetaat / n-butylacrylaat / acrylzuur en/of styreen / n-butyl acrylaat, butadieen / acrylzuur. Mengsels van carbonzuren kunnen worden gebruikt in de voornoemde latex.
In de praktijk van deze uitvinding kan een gecarboxyleerde latex gebruikt worden, verkregen uit een copolymeer van een vinylaromatisch monomeer en een onverzadigd carbonzuur monomeer. Het copolymeer kan verder een dieen monomeer omvatten.
Genoemd vinylaromatisch monomeer kan geselecteerd worden uit de groep omvattende: styreen, alfa-methylstyreen, ethylstyreen, dimethylstyreen, t-butylstyreen, vinylnaftaleen, methoxystyreen, cyanostyreen, acetylstyreen, monochlorostyreen, dichlorostyreen en andere halostyrenen en mengsels daarvan. Het vinylaromatische monomeer kan in elke effectieve hoeveelheid omvat zijn. Het vinylaromatische monomeer kan van ongeveer 0 tot 75 gewichts-% omvat zijn, gebaseerd op het totale gewicht van het polymeer. Bij voorkeur is genoemd vinylaromatisch monomeer omvat in een hoeveelheid van ongeveer 25 tot 60 gewichts-%, gebaseerd op het totale gewicht van het polymeer.
Genoemd onverzadigd carbonzuur monomeer kan een monocarbonzuur, een dicarbonzuur of polycarbonzuur zijn, zoals bijvoorbeeld, maar niet beperkt tot, acrylzuur, methacrylzuur, fumaarzuur, maleïnezuur, itaconzuur, derivaten van voornoemde zuren en mengsels daarvan. Genoemd onverzadigd carbonzuur monomeer kan omvat zijn in een hoeveelheid van 0.5 tot 25.0 gewichts-%, gebaseerd op het totale gewicht van het polymeer. Meer bij voorkeur is genoemd onverzadigd carbonzuur monomeer omvat in een hoeveelheid van ongeveer 1 tot 5 gewichts-% en meest bij voorkeur in een hoeveelheid van 2 tot 4 gewichts-%, gebaseerd op het totale gewicht van het polymeer.
Indien aanwezig, kan genoemd dieen monomeer worden gekozen uit de groep omvattende bijvoorbeeld, maar niet beperkt tot: butadieen, isopreen, divinylbenzeen, derivaten daarvan en mengsels daarvan. Meest bij voorkeur is genoemd dieen monomeer 1,3-butadieen. Genoemd dieen monomeer kan aanwezig zijn in een hoeveelheid van 0 tot 85 gewichts-%, meer bij voorkeur 40 tot 75 gewichts-%, gebaseerd op het totale gewicht van het polymeer.
Een latex kan daarnaast een extra etheen onverzadigd monomeer component of componenten bevatten. Specifieke voorbeelden van dergelijke ethyleen onverzadigde verbindingen omvatten methyl methacrylaat, ethyl acrylaat, butyl acrylaat, hexyl acrylaat, 2-ethylhexylacrylaat, lauryl methacrylaat, fenyl acrylaat, acrylonitril, methacrylo nitril, ethyl-chloro acrylate, diethyl maleaat, polyglycol maleaat, vinyl chloride, vinylbromide, vinylideen chloride, vinyl bromide, vinylmethyl keton, methyl isopropenyl keton en vinyl ethyl ester. Verder kunnen derivaten van voornoemde en/of mengsels daarvan worden opgenomen.
Voornoemde monomeren worden bij voorkeur gepolymeriseerd in een waterige emulsie met tensioactieve stoffen en regulatoren onder welbepaalde tijd, temperatuur, druk en agitatie in overeenstemming met de bekende principes van de emulsiepolymerisatie.
Een latex zoals bedoeld in de onderhavige uitvinding kan ook een multimodale latex zijn gekenmerkt door twee of meerdere latex met verschillende gemiddelde deeltjesgrootte en/of deeltjesgroottedistributie; vaste stofgehalte en/of reologieparameters.
De term 'crosslinker' dient te worden begrepen als synoniem voor de term 'uithardingsmiddel', 'uithardingsagens', 'hardingsmiddel', 'hardingsagens', 'verharder', 'vernetter', 'vernettingsmiddel' of 'vernettingsagens' en omvat stoffen of mengsels van stoffen dewelke aan een polymeersamenstelling worden toegevoegd om de uithardingsreactie te bevorderen of te beheersen. Bij voorkeur verwijst de term 'crosslinker' naar een reactief hardingsmiddel of verharder dewelke is voorzien van minstens twee functionele groepen dewelke met een carbonzure groep kunnen reageren of een ionaire, coördinatieve of covalente chemische binding kunnen maken en op deze wijze geschikt is om het uitharden van een polymeer te bewerkstelligen.
Voorbeelden van functionele groepen dewelke met genoemde carbonzure groepen kunnen reageren zijn bijvoorbeeld, maar niet beperkt tot: alifatische en aromatische alcoholen, alifatische en aromatische thiolen, alifatische en aromatische amines, alifatische en aromatische anhydriden, alifatische en aromatische epoxiden, alifatische en aromatische peroxiden, alifatische en aromatische nitrile oxiden.
Een crosslinker kan daarenboven voorzien zijn van additieven om de stabiliteit van genoemde crosslinker te bevorderen en/of van katalysatoren om de uithardingsreactie te bevorderen.
Bij voorkeur is genoemde katalysator oplosbaar of mengbaar in een organisch midden. Geschikte katalysatoren zijn de fosfonium zouten, zoals bijvoorbeeld ethyltriphenyl fosfonium zouten met een anorganisch of organisch anion zoals bijvoorbeeld, maar niet beperkt tot, fluoride, chloride, bromide, jodide, acetaat, sulfaat, fosfaat en quaternaire ammoniumzouten, zoals bijvoorbeeld, maar niet beperkt tot alkylbenzyl dimethyl ammonium chloride, benzyl chloride, methyl tri octyl ammonium chloride, tetraethyl ammonium bromide, N-dodecyl pyridinium chloride en/of jodide en tetraethyl ammonium jodide. Meer bij voorkeur is genoemde katalysator geselecteerd uit de groep omvattend ethyltriphenyl fosfonium acetaat, ethyltriphenyl fosfonium bromide en methyltrioctyl ammonium chloride, meest bij voorkeur ethyltriphenyl fosfonium bromide.
Genoemde katalysator kan in een hoeveelheid aanwezig zijn van ongeveer 0.1 tot ongeveer 10.0 gewichts-%, bij voorkeur 0.3 tot 2.0 gewichts-% gebaseerd op het totale gewicht van de crosslinkersamenstelling.
De term 'latent geleermiddel' verwijst naar een precursor voor een geleermiddel dewelke na chemische en/of thermische activering kan worden omgezet tot een geleermiddel.
Gebruik van een latent geleermiddel biedt als voordeel dat de samenstelling kan worden bewaard onder normale opslagomstandigheden zoals kamertemperatuur en normale luchtdruk zonder daarbij aanleiding te geven tot het vroegtijdig geleren genoemde latexsamenstelling. Het geleren gebeurt pas na het activeren van genoemd latent geleermiddel. Daarenboven laat een latent geleermiddel toe om een goede menging van de latexsamenstelling te bekomen en bijgevolg een homogene samenstelling te verzekeren. Na activering wordt genoemd latent geleermiddel omgezet tot een geleermiddel waarbij het geleren van de latex leidt tot hoog-kwalitatieve en uniforme eigenschappen van de daardoor verkregen latexschuim.
Afhankelijk van de opslagcondities kan genoemde samenstelling voor het aanmaken van latexschuim opgeslagen worden zonder zichtbaar geleren gedurende een periode van minstens 5 dagen. Bij voorkeur kan genoemde samenstelling opgeslagen worden zonder zichtbaar geleren gedurende een periode van 50 dagen tot 5000 dagen, meer bij voorkeur voor een periode van 100 dagen tot 1000 dagen, meest bij voorkeur voor een periode van 150, 200, 300, 400, 500, 600, 700, 800 of 900 dagen of elke waarde daar tussenin.
De term 'geleermiddel' is synoniem voor de term 'verdikkingsmiddel' en verwijst naar een stof dewelke wordt toegevoegd aan een liquide samenstelling om de vloeiende eigenschappen te verlagen en daardoor de samenstelling om te vormen tot een gel.
In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een samenstelling volgens het eerste aspect van de uitvinding, omvattende 70.0 tot 98.9 gewichts-% latex met optioneel additieven, 1.0 tot 25.0 gewichts-% crosslinker met optioneel additieven en 0.1 tot 5.0 gewichts-% latent geleermiddel, waarbij gewichts-% is uitgedrukt ten opzichte van het totale gewicht van de samenstelling.
In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een samenstelling volgens het eerste aspect van de uitvinding, omvattende 80.0 tot 94.9 gewichts-% latex met optioneel additieven, 5.0 tot 15.0 gewichts-% crosslinker en 0.1 tot 5.0 gewichts-% latent geleermiddel, waarbij gewichts-% is uitgedrukt ten opzichte van het totale gewicht van de samenstelling.
In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een samenstelling volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemd latent geleermiddel voor minstens 50% is omgezet tot een geleermiddel na 1 uur bij een temperatuur van 100°C.
In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een samenstelling volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemd latent geleermiddel voor minstens 50% is omgezet tot een geleermiddel na 1 uur bij een temperatuur van 50°C.
In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een samenstelling volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemd latent geleermiddel voor minstens 50% is omgezet tot een geleermiddel na 1 uur bij een temperatuur van 25°C.
In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een samenstelling volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemd latent geleermiddel na reactie met een zuur wordt omgezet tot een geleermiddel.
Zoals beschreven in voorgaande paragraaf, dient genoemd latent geleermiddel te worden begrepen als een base dewelke na reactie met een zuur wordt omgezet tot een geleermiddel. Genoemd latent geleermiddel kan daarbij ofwel een neutrale base B zijn, zoals in reactie (1), ofwel een negatief geladen base B', zoals in reactie (2):
reactie (1)
reactie (2) BH+ en BH stellen respectievelijk een positief geladen geleermiddel voor en een neutraal geleermiddel. Daarbij dient te worden opgemerkt dat genoemd geleermiddel een enkel- of twee-, drie-, vier-, vijf-, zes-, zeven-, acht-, negen- of tienvoudig zuur kan zijn, of een meervoudig zuur of een polyzuur.
Enkele voorbeelden van basen dewelke na reactie met een proton H+ aanleiding geven tot een geleermiddel zijn, maar niet beperkt tot, aminoxide, sulfoxide en/of fosfoxide verbindingen. Bij voorkeur is genoemde base een aminoxide, sulfoxide en/of fosfoxide verbinding met een of meerdere alkylgroepen.
Genoemd proton H+ uit reactie (1) en reactie (2) kan afkomstig zijn uit een verbinding met algemene formule H+X", waarbij X" een organische en/of een anorganische molecule kan zijn. Bij voorkeur is genoemd proton H+ afkomstig uit een anorganisch zuur.
In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een samenstelling volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemd zuur waterstof halogenide is. Bij voorkeur is genoemd zuur waterstof fluoride, waterstof chloride, waterstof bromide of waterstof jodide. Meest bij voorkeur is genoemd zuur waterstof fluoride of waterstof chloride.
In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een samenstelling volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemd zuur wordt gevormd uit een zuurprecursor.
De term 'zuurprecursor' verwijst naar een molecule dewelke onder invloed van temperatuur T, zoals weergegeven in reactie (3), of door chemische reactie, zoals bijvoorbeeld met water in reactie (4), een zuur HX vrijstelt.
reactie (3)
reactie (4)
Een eerste voorbeeld van geschikte zuurprecursoren zijn ammoniumzouten zoals bijvoorbeeld, maar niet gelimiteerd tot, NH4+CI' hetwelke bij verhoogde splitst tot NH3 en HCI. Dergelijke reactie is welbekend in de stand der techniek. Analoge ammonium zouten stellen op een gelijkaardige manier een zuurvrij.
Een tweede voorbeeld van geschikte zuurprecursoren zijn hoofdgroep-metaal en transitiemetaal zouten, bij voorkeur halogeniden, dewelke na reactie met water in waterig midden hydrolyseren tot een metaal hydroxide of een metaal oxide en daarbij een zuur vrijstellen, bij voorkeur een waterstof halogenide.
In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een samenstelling volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemde zuurprecursor een alkali- of aardalkalimetaal silicium fluoride is, bij voorkeur natrium silicium fluoride.
Bij wijze van niet-limiterend voorbeeld wordt bovenstaande paragraaf verduidelijkt aan de hand van de hydrolysereactie van natrium silicium fluoride. Genoemd silicium fluoride hydrolyseert in waterig midden met vrijstelling van waterstof fluoride.
In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een samenstelling volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemd latent geleermiddel een aminoxide is, bij voorkeur een trialkyl aminoxide, meer bij voorkeur een alkyl dimethyl aminoxide.
Aminoxides zijn bekende oppervlakte-actieve stoffen met een kation karakter bij lage en neutrale pH en een niet-ionische karakter bij alkalische pH. Aminoxides die bij voorkeur worden toegepast in de onderhavige uitvinding komen overeen met de algemene formule:
waarbij RI, R2 en R3 onafhankelijk van elkaar een alkylgroep of een gefunctionaliseerde of gesubstitueerde alkylgroep kunnen zijn, bij voorkeur geselecteerd uit de groep omvattende: Cl, C2, C3, C4, C5, C6, C7, C8, C9, CIO, Cil, C12, C13, C14, C15, C16, C17, C18, C19 of C20 groep.
In een voorkeursvorm wordt een samenstelling voor het aanmaken van latexschuim omvattende een gecarboxyleerde latex en een crosslinker voorzien van een alkyl dimethyl aminoxide als een latent geleermiddel. De samenstelling wordt intensief gemengd om een homogeen mengsel te bekomen. Dergelijke samenstelling leidt niet of weinig tot gelering van de latexsamenstelling. Door toevoeging van Na2SiF6 (NSF) aan de samenstelling wordt waterstof fluoride vrijgesteld na hydrolyse van Na2SiF6 in het in de latexsamenstelling aanwezige water. Genoemd waterstof fluoride reageert vervolgens met genoemd alkyl dimethyl aminoxide tot een geleermiddel.
Door de hydrolysereactie gebeurt de protonering van het aminoxide relatief traag in vergelijking met het gebruik van andere zuren zoals bijvoorbeeld HCI, wat een kleinere pH shock geeft en een betere distributie van het zuur in de latex. Door deze relatief trage reactie wordt coagulatie voorkomen. Daarbij daalt de pH van 7-8 tot ongeveer 5. In een daaropvolgende opwarmingsstap kan de pH eventueel nog verder dalen tot ongeveer 4 door vrijstelling van vluchtige basen (vb. NH3). Dit biedt als voordeel dat het geleermiddel homogeen en simultaan en in dezelfde mate doorheen de liquide, waterhoudende latexsamenstelling wordt gegenereerd, wat leidt tot homogene geleereigenschappen. Dit komt tot uiting in homogene fysische eigenschappen van de uiteindelijk verkregen latexschuim.
In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een samenstelling volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemd latent geleermiddel een zout is omvattende een metaal en een alkyl carboxylaat.
De term 'alkyl carboxylaat' verwijst naar een chemische verbinding omvattende een alkyl groep en een carboxylaat groep. De term 'alkyl' verwijst naar zowel lineaire als vertakte alkylgroepen en verwijst bij uitbreiding naar onverzadigde koolwaterstoffen zoals alkenyl- en alkynylgroepen evenals naar alkylgroepen met functionele groepen zoals bijvoorbeeld, maar niet beperkt tot, halogenen, aldehyden, ketonen, ethers, esters en amiden.
In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een samenstelling volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemd metaal geselecteerd is uit groep IA, IIA of UIA, bij voorkeur uit de groep omvattende: magnesium, calcium en aluminium of elke combinatie van een of meerdere voornoemde metalen.
In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een samenstelling volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemde alkyl carboxylaat geselecteerd is uit de groep omvattende: lactaat, citraat en acetyl acetonaat, of elke combinatie van een of meerdere voornoemde carboxylaten.
Aanvullend aan het gebruik van een latent geleermiddel hetwelk wordt gevormd door middel van een zuur, voorziet de uitvinding eveneens in een verbeterde gelering door het gebruik van een metaal crosslinker, zoals bijvoorbeeld Al3+, Mg2+ of Ca2+. Bij voorkeur wordt gebruikt gemaakt van een lactaat zout, zoals bijvoorbeeld calcium lactaat tegenover een chloride zout, zoals bijvoorbeeld calcium chloride, gezien de eerste de Ca2+ ionen geleidelijk vrijstellen in de oplossing waardoor coagulatie van de latex wordt vermeden. De Ca2+ ionen zorgen voor het geleren van de latex en geven simultaan aanleiding tot het crosslinken van het gecarboxyleerde polymeer in de latex door middel van ionisch interactie.
Als alternatief voor lactaten kan eveneens gebruik gemaakt worden van andere organische anionen, zoals bijvoorbeeld, maar niet beperkt tot, citraat, acetyl acetonaat en propionaat.
In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een samenstelling volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemde latex 35 tot 60 gewichts-% water omvat.
In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een samenstelling volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemde latex 45 tot 50 gewichts-% water omvat.
In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een samenstelling volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemde crosslinker is geselecteerd uit de groep omvattende: metaaloxiden, alkyl carboxylaat metalen, epoxideverbindingen, zoals bijvoorbeeld epoxideharsen, organische epoxyverbindingen of epoxysilaan verbindingen of een combinatie van een of meerdere van genoemde crosslinkers.
De keuze van de crosslinker kan mede worden bepaald op basis van de reactiesnelheid. Substituenten kunnen namelijk een invloed hebben op de hydrolyse snelheid van bijvoorbeeld silaangroepen en/of op de reactiviteit van de epoxideverbinding.
Geschikte epoxysilanen die in de praktijk van deze uitvinding kunnen worden toegepast kunnen algemeen beschreven worden als epoxy-getermineerde silanen.
Deze verbindingen zijn algemeen bekend in de literatuur en zijn in de handel verkrijgbaar. Deze verbindingen hebben reactieve, bij voorkeur terminale, epoxygroepen en terminale, reactieve silaangroepen. De epoxy- en silaangroepen kunnen worden verbonden door niet-hydroiyseerbare alifatische, aromatische of alifatische en aromatische koolstof-gebaseerde verbindingen dewelke mogelijks stikstof en/of zuurstofatomen omvatten, zoals bijvoorbeeld in ether bindingen. Deze koolstof-gebaseerde verbindingen kunnen in het algemeen gesubstitueerd zijn zoals in de techniek bekend, omdat deze substituenten geen grote invloed uitoefenen op de reactiviteit van de epoxy-getermineerde silanen.
Geschikte epoxyharsen zijn alle verbindingen die meer dan één 1,2-epoxygroep omvat. In het algemeen is genoemde epoxyhars een verzadigde of onverzadigde alifatische, cyclo-alifatisch, aromatisch of heterocyclisch verbinding en kan gesubstitueerd of ongesubstitueerd zijn. Bij voorkeur zijn genoemde epoxyharsen geselecteerd uit de groep omvattende: polyglycidylethers van bisfenol verbindingen, polyglycidylethers van een novolac-harsen, en polyglycidyl ethers van polyglycol, of mengsels van twee of meerdere epoxyharsen.
De samenstelling voor het aanmaken van latexschuim kan verder ook voorzien zijn van surfactants of tensioactieve of oppervlakte-actieve stoffen. Een surfactant omvat normaal een hydrofoob en hydrofiel deel. Hierbij omvat het hydrofobe deel een ketenlengte van 4 tot 20 koolstofatomen, bij voorkeur 6 tot 19 koolstofatomen en nog meer bij voorkeur 8 tot 18 koolstofatomen. Preferentieel zal de gebruikte surfactant gekozen worden uit de groep van de anionische, kationische of nonionische oppervlak-actieve stoffen.
Anionische oppervlak-actieve stoffen omvatten verzeepte vetzuren en afgeleiden van vetzuren met carboxyigroepen zoals natrium dodecylsulfaat (SDS), natrium dodecyl benzeen sulfonaat, sulfaten en sulfonaten en abietinezuur. Voorbeelden van anionische surfacaten zijn ook: carboxylaten, sulfonaten, sulfovetzuren methylesters, sulfaten, fosfaten. De anionische surfactanten worden bij voorkeur toegevoegd als zout. Zouten zijn bijvoorbeeld alkalimetaalzouten, zoals natrium-, kalium-, lithium-, ammonium-, hydroxylethyl ammonium-, di(hydroxyethyl) ammonium- en tri(hydroxyethyl) ammonium- zouten of alkanoiamine-zouten.
Kationische oppervlak-actieve stoffen omvatten dialkyl benzeen alkyl ammonium chloride, alkylbenzyl methyl ammonium chloride, alkyl benzyl dimethyl ammonium bromide, benzalkonium chloride, cetyl pyridinium bromide, Q2, Ci5, of Ci7 trimethyl ammonium bromiden, halide zouten van gequaterniseerde polyoxy-ethylalkylamines, dodecyl benzyl triethyl ammonium chloride en benzalkonium chloride. Voorbeelden van kationische surfactanten zijn ook: kwaternaire ammonium verbindingen. Een kwaternaire ammoniumverbinding is een verbinding, welke tenminste één R4N+- groep in zijn molecule omvat.
Een betaïne-surfactant is een verbinding, welke onder gebruikscondities, minstens één positieve lading en minsten één negatieve lading omvat. Een alkylbetaïne is een betaïne-surfactant, welke tenminste één alkyl eenheid per molecule omvat.
Non-ionische surfactanten omvatten polyvinyl alcohol, poly-acrylzuur, methalose, methylcellulose, ethylcellulose, propylcellulose, hydroxy ethyl cellulose, carboxymethylcellulose, natuurlijke gommen, polyoxyethylene cetyl ether, polyoxyethylene lauryl ether, polyoxyethylene octyl ether, polyoxyethylene octylphenyl ether, polyoxyethylene oleyl ether, polyoxyethylene sorbitan monolaurate, polyoxyethylene stearyl ether, polyoxyethylene nonylphenyl ether en dialkylphenoxy poly(ethyleneoxy) ethanol.
Non-ionische surfactanten hebben een neutrale, polaire en hydrofiele kop, welke non-ionische surfactanten wateroplosbaar maken. Dergelijke surfactanten adsorberen aan oppervlakken en aggregeren tot micellen boven een kritische micelconcentratie. Volgens de aard van de kop, kunnen verschillende surfactantia onderscheiden worden, zoals (oligo)oxyalkylene groepen, en in het bijzonder (oligo)oxyethyleengroepen, (polyethyleen)glycolgroepen en carbohydraatgroepen, zoals alkylpolyglucosides en vetzuur-N-methylglucamides.
Alcoholfenolalkoxylaten zijn surfactants welke kunnen geproduceerd worden door additie van alkylene oxide, bij voorkeur ethyleenoxide aan alkylfenolen. Niet-limiterende voorbeelden zijn: Norfox® OP-102, Surfonic® OP-120, T-Det® 0-12.
Vetzuren ethoxylaten zijn vetzuurester oppervlakte-actieve stoffen, welke behandeld zijn met verschillende hoeveelheden ethyleenoxide. Triglyceriden zijn esters van glycerolen (glyceriden), in welke alle drie de hydroxylgroepen veresterd zijn met vetzuren. Deze kunnen gemodificeerd worden met alkyleenoxides. Vetzuuralcoholamides omvatten tenminste één amidegroep met een alkylgroep en één of twee alkoxylgroepen. Alkylpolyglycosides zijn mengsels van alkylmonoglucosides (alkyl-a-D- en -ß-D-glucopyranoside met een kleine hoeveelheid -glucofuranoside), alkyldiglucosides (-isomaltosides, -maltosides en andere) en alkyloligoglucosides (-maltotriosides, -tetraosides en andere). Alkylpolyglycosides kunnen niet-limiterend gesynthetiseerd worden door een zuur gekataliseerde reactie (Fisher reactie) van glucose (of zetmeel) of n-butylglycosides met vetzuuralcoholen. Verder kunnen ook alkylpolyglycosides gebruikt worden als non-ionisch surfactant. Een niet-limiterend voorbeeld is Lutensol® GD70. Daarnaast kunnen ook non-ionische N-gealkyleerde, bij voorkeur N-gemethyleerde, vetzuuramides gebruikt worden als surfactant.
Alcohol alkoxylaten, omvatten een hydrofoob gedeelte met een ketenlengte van 4 tot 20 C-atomen, bij voorkeur 6 tot 19 C-atomen en meer bij voorkeur 8 tot 18 C-atomen, waarbij de alcohol lineair of vertakt kan voorkomen, en een hydrofiel gedeelte welke alkoxylaat eenheden kan bevatten, zoals ethyleenoxide, propyleenoxide en/of butyleenoxide, met 2 tot 30 terugkerende eenheden. Niet-limiterende voorbeelden zijn: Lutensol® XP, Lutensol® XL, Lutensol® ON, Lutensol® AT, Lutensol® A, Lutensol® AO, Lutensol® TO.
Genoemde surfactant of oppervlakte-actieve stof kan aanwezig zijn in hoeveelheden van ongeveer 0.5 tot 5 gewichts-%, bij voorkeur 1 tot 3 gewichts-%, gebaseerd op het droge gewicht van het copolymeer. Gebleken is dat de opname van een surfactant de houdbaarheid van het uithardbare samenstelling volgens de onderhavige uitvinding kunnen verbeteren.
In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een samenstelling volgens het eerste aspect van de uitvinding, omvattende een schuimbooster en/of een schuimstabilisator.
Het schuimen van de samenstelling voor het aanmaken van een latexschuim kan worden uitgevoerd op elke geschikte of gebruikelijke wijze volgens de stand der techniek. Een schuim kan worden geproduceerd door werkwijzen die in het vakgebied goed bekend zijn, bijvoorbeeld door het vrijgeven van een niet-coagulerend gas zoals stikstof, of door het veroorzaken van de ontleding van een gas-vrijstellende chemische verbinding na chemisch reageren met een ingrediënt in het mengsel, waarbij een niet-coaguleerbaar gas als een reactieproduct wordt vrijgesteld. Het mengsel van de reactieve latex en de co-reactieve materiaal wordt ook geschuimd door opkloppen, eventueel door middel van een apparaat dat in de handel verkrijgbaar en hiertoe geschikt is volgens de stand der techniek. Bekende schuimende hulpmiddelen, zoals natrium lauryl sulfaat of schuim stabilisatoren, zoals kalium oleaat, sulfosuccinamaat zepen zoals bijvoorbeeld - maar niet beperkt tot - dinatrium tallow sulfosuccinamaat zeep, kunnen desgewenst worden toegevoegd. Bij voorkeur dienen dergelijke toegevoegde stoffen betrekkelijk niet-reactief zijn met de reactieve groep in de latex polymeer of het co-reactieve materiaal en derhalve kan de voorkeurssamenstelling variëren naar gelang de samenstelling van het mengsel. Als alternatief voor dinatrium tallow sulfosuccinamaat kan eveneens gebruik worden gemaakt van betaïne zeep, natrium silicaat en ethyl vinylacetaat (EVA) latex. Andere zepen, emulgatoren, bevochtigingsmiddelen en/of oppervlakte-actieve stoffen en kunnen echter worden gebruikt, hoewel ze mogelijks in beperkte mate reactief kunnen zijn.
In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een samenstelling volgens het eerste aspect van de uitvinding, omvattende een of meerdere additieven geselecteerd uit de groep omvattende: vulstoffen, zouten, antioxidantia, antimicrobiële agentia, hydrofobe additieven, oleofobe additieven of een combinatie van een of meerdere additieven.
Een samenstelling volgens de onderhavige uitvinding voor het aanmaken van een latexschuim kan verder bestanddelen omvatten zoals bijvoorbeeld, maar niet gelimiteerd tot vulmiddelen, verdikkers, antioxidanten, dispergeermiddelen, kleurstoffen, zuurtegraadregelaars en vlam vertragende middelen.
Een aanpassing van de pH van samenstelling omvattende een latex en optioneel co-reactief materiaal kan worden gemaakt, indien gewenst, door toevoeging van gebruikelijke verzurende of alkaliserende middelen zoals bijvoorbeeld, maar niet gelimiteerd tot, azijnzuur, citroenzuur, verdunde anorganische zuren, ammonium hydroxide en verdunde waterige oplossingen van alkalimetaalhydroxiden.
Ter aanvulling van een epoxyverbinding als crosslinker voor het uitharden van de latexsamenstelling kunnen eveneens versnellers voorzien zijn zoals bijvoorbeeld, maar niet beperkt tot, zink (II) oxide (ZnO). Wanneer ammonium zouten in de waterige latex samenstelling aanwezig zijn, zal ZnO bij oplossen in water Zn2+ ionen vormen, dewelke op hun beurt complexen kunnen vormen met ammoniak afkomstig van de reactie van ammoniumzouten met ZnO. De aldus gevormde zink-amine complexen treden vervolgens op als geleermiddel voor de polymeerdeeltjes.
Andere additieven en vulmiddelen, indien aanwezig, kunnen worden gekozen uit metalen in poedervorm of filament vorm, en niet-metalen zoals koolstof, silicaten, titaniumdioxide, zinkoxide, krijt of calciumcarbonaat, zinksulfide, kalium titanaat en titanaat vezels, koolstofvezels, klei, kaolien en glasvezels. De vulstoffen kunnen aanwezig zijn in hoeveelheden van ongeveer 0 tot 80 gewichts-%, of hoger, betrokken op het totale gewicht van de samenstelling.
Eveneens kan een waterverzachter, antioxidantia, bactericiden en/of ammoniak worden toegevoegd.
Eveneens kan een brandvertrager worden toegevoegd aan de samenstelling. De term "brandvertrager" duidt elke stof aan die één of meerdere van volgende verrichtingen kan veroorzaken: - het verwijderen van H- en OH-radicalen; - het vertragen of voorkomen van pyrolyse; - het vormen van een beschermende laag op het materiaal; - het vrijgeven van stikstof of andere niet-brandbare gassen, die zuurstof uit de lucht afschermen van het brandende of brandbare materiaal; - het vrijgeven van water, waardoor het brandende of brandbare materiaal wordt gekoeld en bijgevolg er warmte (energie) wordt afgevoerd.
Een geschikt vlam vertragend middel kan bij voorkeur worden geselecteerd uit de groep omvattende stikstof- en fosfor-gebaseerde vlamvertragers.
In een tweede aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een kit voor het aanmaken van een latexschuim, omvattende: (A) een eerste component A omvattende een latex en een crosslinker; en (B) een tweede component B omvattende een latent geleermiddel.
Dit biedt als voordeel dat de kit een gebruiksvriendelijke verpakkingsvorm ter beschikking stelt van de verwerker van latexschuim waardoor een constante samenstelling voor het aanmaken van latexschuim kan worden gegarandeerd. Dit leidt op zijn beurt tot een verbeterde en meer uniforme samenstelling van de uiteindelijk verkregen latexschuim en bijgevolg ook van betere producteigenschappen.
In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een kit volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij een of beide samenstellingen verder zijn voorzien van een of meerdere additieven geselecteerd uit de groep omvattende: vulstoffen, zouten, antioxidantia, antimicrobiële agentia, hydrofobe additieven, oleofobe additieven of een combinatie van een of meerdere additieven.
Dit laat toe de producteigenschappen aan te passen naar gelang de beoogde toepassing voor de latexschuim.
In een derde aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze voor het aanmaken van een van een latexschuim met behulp van een kit volgens het tweede aspect van de uitvinding, omvattende de stappen van: - mengen van genoemde component A en component B, daardoor verkrijgende een waterhoudende latexschuim; - drogen en vervolgens uitharden van genoemde waterhoudende latexschuim, daardoor verkrijgende een latexschuim.
Het mengen van de samenstelling kan gebeuren met behulp van middelen zoals deze bekend zijn in de stand der techniek. Het drogen en uitharden kan gebeuren bij elke geschikte temperatuur boven omgevingstemperatuur.
De verblijftijd is variabel en afhankelijk van factoren zoals temperatuur, laagdikte, het watergehalte en de componenten van de uithardbare samenstelling. De typische verblijfstijd is tussen 1 en 20 minuten, bij voorkeur tussen 5 en 10 minuten. Het drogen en uitharden kan worden uitgevoerd in een luchtcirculatie oven. De interne temperatuur van de oven wordt bij voorkeur gehandhaafd op of boven 120°C.
In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze voor het aanmaken van een latexschuim waarbij genoemde latexschuim een non-gel latexschuim is, omvattende de stappen: - aanmaken van een samenstelling omvattende een latex en een crosslinker en optioneel een schuimbooster en een schuimstabilisator, daardoor verkrijgende een waterhoudende latexschuim; - schuimen van voornoemde waterhoudende latexschuim tot de gewenste soortelijke gewicht; - optioneel, het spreiden van genoemde waterhoudende latexschuim op een substraat, zoals bijvoorbeeld op de achterkant van een tapijt; - behandelen van waterhoudende latexschuim met behulp van infrarood licht, daardoor verkrijgende een schuimfilm; en - drogen en vervolgens uitharden van genoemde waterhoudende latexschuim, daardoor verkrijgende een latexschuim.
Volgens de voorkeursvorm van voorgaande paragraaf, kan genoemde crosslinker eveneens de functie van latent geleermiddel vervullen.
In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze voor het aanmaken van een latex schuim waarbij genoemde latexschuim een gel latexschuim is, omvattende de stappen: - aanmaken van een samenstelling omvattende een latex, een crosslinker en een geleermiddel of een latent geleermiddel, en optioneel een schuimbooster en een schuimstabilisator, daardoor verkrijgende een waterhoudende latexschuim; - schuimen van voornoemde waterhoudende latexschuim tot de gewenste soortelijke gewicht; - optioneel, het spreiden van genoemde waterhoudende latexschuim op een substraat, zoals bijvoorbeeld op de achterkant van een tapijt; - behandelen van waterhoudende latexschuim met behulp van infrarood licht, daardoor verkrijgende een schuimfilm; - persen, printen of drukken van profielen in voornoemde schuimfilm; en - drogen en vervolgens uitharden van genoemde waterhoudende latexschuim, daardoor verkrijgende een latexschuim.
In een vierde aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze voor het aanmaken van een latexschuim, omvattende de stappen van: - het mengen van een latex, een crosslinker, een latent geleermiddel en optioneel een schuimbooster en een schuimstabilisator, daardoor verkrijgende een waterhoudende latexschuim; - optioneel, het spreiden van genoemde waterhoudende latexschuim op een substraat; en - het drogen van genoemde waterhoudende latexschuim, daardoor verkrijgende een latexschuim, waarbij genoemd latent geleermiddel in oplossing wordt omgezet tot een geleermiddel.
Het mengen en drogen gebeurt analoog aan de hiervoor vermeldde werkwijze.
In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze voor het aanmaken van een latexschuim omvattende de stap van het mengen van een latex, een crosslinker, een latent geleermiddel, een schuimbooster en een schuimstabilisator, daardoor verkrijgende een waterhoudende latexschuim.
De waterhoudende latexschuim kan worden gegoten in mallen, uitgespreid op een vlakke plaat of band, of bekleed op substraten. Voor de toepassing van deze specificatie, wordt de term "substraat" gedefinieerd als elk materiaal, zoals stof, leer, hout, glas of metaal of enige vorm van steun zoals voor tapijt en schoenzolen, muurbekleding, waaraan de waterhoudende latexschuim zal vasthouden wanneer aangebracht en nadat het is uitgehard.
In een uitvoeringsvorm van deze uitvinding waarin het schuim wordt gebruikt als een drager van textiel, kan het schuim worden toegepast op het textiel voor het drogen en uitharden. Een typische schuim gevormd uit de waterhoudende latexschuim heeft een dichtheid in het traject zijn van ongeveer 100 tot 1000 gram per liter in de natte toestand, bij voorkeur 200 tot 600 gram per liter, en meer bij voorkeur 200, 250, 300, 350 of 400 gram per liter of elke waarde daar tussenin gelegen. Het schuim kan worden aangebracht op het substraat met behulp van een rakel.
In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het vierde aspect van de uitvinding, omvattende de stap van het mengen van genoemde waterhoudende latexschuim met een of meerdere additieven geselecteerd uit de groep omvattende: vulstoffen, zouten, antioxidantia, antimicrobiële agentia, hydrofobe additieven, oleofobe additieven of een combinatie van een of meerdere additieven.
In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het vierde aspect van de uitvinding, waarbij genoemde waterhoudende latexschuim wordt gedroogd door verwarmen tot een temperatuur tussen 50°C en 150°C.
Bij voorkeur wordt genoemde waterhoudende latexschuim gedroogd op een temperatuur tussen 60°C en 100°C, meer bij voorkeur op een temperatuur tussen 70°C en 90°C, meest bij voorkeur op een temperatuur van 71, 72, 73, 74, 75, 76, 77, 78, 79, 80°C of elke temperatuur daar tussenin.
In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het vierde aspect van de uitvinding, waarbij genoemde waterhoudende latexschuim wordt behandeld met behulp van een infraroodlamp.
In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het vierde aspect van de uitvinding, waarbij genoemde latexschuim mechanisch wordt nabehandeld, zoals bijvoorbeeld door persen, printen of drukken.
In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het vierde aspect van de uitvinding, waarbij genoemde latexschuim thermisch wordt nabehandeld, zoals bijvoorbeeld door uitharden op een temperatuur tussen 100°C en 200°C.
Bij voorkeur wordt genoemde latexschuim thermisch nabehandeld in een oven op een temperatuur tussen 125°C en 175°C, meer bij voorkeur op een temperatuur tussen 140°C en 160°C, meest bij voorkeur op een temperatuur van 145, 146, 147, 148, 149, 150, 151, 152, 153, 154, 155°C of elke temperatuur daar tussenin.
In een vijfde aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een latexschuim verkrijgbaar volgens een werkwijze volgens het derde aspect van de uitvinding.
In een zesde aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een latexschuim verkrijgbaar volgens een werkwijze volgens het vierde aspect van de uitvinding.
In een zevende aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een inrichting omvattende een latexschuim volgens het vijfde aspect van de uitvinding, zoals bijvoorbeeld een anti-glij bekleding, een getuft tapijt, een geweven tapijt, kunstgras, een tapijt voor in de automobielsector, een naaldviit tapijt, tegels, naaldvilten, rubbergranulaat, stoffering, een tapijt voor huishoudelijk gebruik zoals bijvoorbeeld in een salon- of badkamer, een tapijt voor trappen, een tapijt voor gebruik in ziekenhuizen, meubels, matrassen, autobanden, schoenzolen en voor gebruik in medische of hygiënische toepassingen, zoals bijvoorbeeld in chirurgische handschoenen.
In een achtste aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een inrichting omvattende een latexschuim volgens het zesde aspect van de uitvinding, zoals bijvoorbeeld een anti-glij bekleding, een getuft tapijt, een geweven tapijt, kunstgras, een tapijt voor in de automobielsector, een naaldvilt tapijt, tegels, naaldvilten, rubbergranulaat, stoffering, een tapijt voor huishoudelijk gebruik zoals bijvoorbeeld in een salon- of badkamer, een tapijt voor trappen, een tapijt voor gebruik in ziekenhuizen, meubels, matrassen, autobanden, schoenzolen en voor gebruik in medische of hygiënische toepassingen, zoals bijvoorbeeld in chirurgische handschoenen.
In een negende aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een gebruik van een samenstelling volgens het eerste aspect van de uitvinding voor het aanmaken van een latexschuim.
VOORBEELDEN
De volgende voorbeelden zijn illustratief voor deze uitvinding en zijn niet bedoeld om deze verordening wordt de reikwijdte van de uitvinding of conclusies. Alle percentages zijn gewichtspercentages tenzij anders aangegeven. VOORBEELDEN 1-15
De algemene werkwijzen voor het bereiden van een samenstelling voor het aanmaken van een latexschuim en voor het aanmaken van genoemde latexschuim worden hieronder beschreven, waarna de verschillende voorbeelden van verkregen samenstellingen worden toegelicht in voorbeeld 1 tot 15.
Een eerste stap voorzien in het mengen van een latex (A) en een crosslinker (B) tot het verkrijgen van een samenstelling (A+B). Eveneens wordt een latent geleermiddel (C) bij voornoemde samenstelling (A+B) gemengd op kamertemperatuur. Aldus wordt een latexcompositie (A+B+C) bekomen. Daarnaast worden andere stoffen bij voornoemde latexcompositie gemengd zoals additieven en een schuimbooster en -stabilisator. Net voor of tijdens het aanmaken van genoemde latexschuim, wordt genoemd latent geleermiddel geactiveerd en omgezet tot een geleermiddel.
In een tweede stap wordt de latexcompositie intensief gemixt tot het verkrijgen van een waterhoudende latexschuim.
Wanneer de waterhoudende latexschuim een goede schuimkwaliteit heeft bekomen, wordt deze op een substraat aangebracht. Het substraat kan bijvoorbeeld de achterkant van een tapijt zijn. Er wordt daarbij gezorgd voor een goed contact tussen de waterhoudende latexschuim en het substraat, bijvoorbeeld door aandrukken door middel van rolwalsen.
Vervolgens wordt in een derde stap de waterhoudende latexschuim behandeld door middel van een infrarood lamp tot een temperatuur van 70 à 80°C.
In een finale stap wordt de minstens gedeeltelijk gedroogde latexschuim uitgehard en verder gedroogd. Op deze manier wordt het crosslinken van de latexcompositie tot stand gebracht. Eventueel wordt deze thermische behandeling gevolgd door een mechanische behandeling, zoals bijvoorbeeld persen, printen, drukken en een thermische nabehandeling voor het uitharden in een oven op een temperatuur van ongeveer 150°C.
De verschillende samenstelling worden weergegeven aan de hand van Tabel 1-15.
Tabel 1: Samenstelling voor het aanmaken van een latexschuim volgens voorbeeld 1 van de onderhavige uitvinding.
* delen droge stof. * delen natte stof.
Tabel 2: Samenstelling voor het aanmaken van een latexschuim volgens voorbeeld 2 van de onderhavige uitvinding.
Tabel 3: Samenstelling voor het aanmaken van een latexschuim volgens voorbeeld 3 van de onderhavige uitvinding.
Tabel 4: Samenstelling voor het aanmaken van een latexschuim volgens voorbeeld 4 van de onderhavige uitvinding.
Tabel 5: Samenstelling voor het aanmaken van een latexschuim volgens voorbeeld 5 van de onderhavige uitvinding.
Tabel 6: Samenstelling voor het aanmaken van een latexschuim volgens voorbeeld 6 van de onderhavige uitvinding.
Tabel 7: Samenstelling voor het aanmaken van een latexschuim volgens voorbeeld 7 van de onderhavige uitvinding.
Tabel 8: Samenstelling voor het aanmaken van een latexschuim volgens voorbeeld 8 van de onderhavige uitvinding.
Tabel 9: Samenstelling voor het aanmaken van een latexschuim volgens voorbeeld 9 van de onderhavige uitvinding.
Tabel 10: Samenstelling voor het aanmaken van een latexschuim volgens voorbeeld 10 van de onderhavige uitvinding.
Tabel 11: Samenstelling voor het aanmaken van een latexschuim volgens voorbeeld 11 van de onderhavige uitvinding.
Tabel 12: Samenstelling voor het aanmaken van een latexschuim volgens voorbeeld 12 van de onderhavige uitvinding.
Tabel 13: Samenstelling voor het aanmaken van een latexschuim volgens voorbeeld 13 van de onderhavige uitvinding.
Tabel 14: Samenstelling voor het aanmaken van een latexschuim volgens voorbeeld 14 van de onderhavige uitvinding.
Tabel 15: Samenstelling voor het aanmaken van een latexschuim volgens voorbeeld 15 van de onderhavige uitvinding.

Claims (32)

  1. CONCLUSIES
    1. Samenstelling voor het aanmaken van een latexschuim, omvattende: - een latex; - een crossllnker; en - een latent geleermiddel, met het kenmerk, dat genoemd latent geleermiddel converteerbaar Is tot een geleermiddel.
  2. 2. Samenstelling volgens conclusie 1, omvattende 70.0 tot 98.9 gewichts-% latex met optioneel additieven, 1.0 tot 25.0 gewichts-% crosslinker met optioneel additieven en 0.1 tot 5.0 gewichts-% latent geleermiddel, waarbij gewichts-% is uitgedrukt ten opzichte van het totale gewicht van de samenstelling.
  3. 3. Samenstelling volgens conclusie 1 of 2, omvattende 80.0 tot 94.9 gewlchts-% latex met optioneel additieven, 5,0 tot 15.0 gewichts-% crosslinker en 0.1 tot 5.0 gewichts-% latent geleermiddel, waarbij gewlchts-% is uitgedrukt ten opzichte van het totale gewicht van de samenstelling.
  4. 4. Samenstelling volgens minstens één der voorgaande conclusies, waarbij genoemd latent geleermiddel voor minstens 50% is omgezet tot een geleermiddel na 1 uur bij een temperatuur van 100°C.
  5. 5. Samenstelling volgens minstens één der voorgaande conclusies, waarbij genoemd latent geleermiddel voor minstens 50% is omgezet tot een geleermiddel na 1 uur bij een temperatuur van 50°C.
  6. 6. Samenstelling volgens minstens één der voorgaande conclusies, waarbij genoemd latent geleermiddel voor minstens 50% is omgezet tot een geleermiddel na 1 uur bij een temperatuur van 25°C. , • «' /'
  7. 7. Samenstelling volgens minstens één der voorgaande conclusies, waarbij genoemd latent geleermiddel na reactie met een zuur wordt omgezet tot een geleermiddel.
  8. 8. Samenstelling volgens conclusie 7, waarbij genoemd zuur waterstof halogenide is, bij voorkeur waterstof fluoride, waterstof chloride, waterstof bromide of waterstof jodide.
  9. 9. Samenstelling volgens conclusie 7 of 8, waarbij genoemd zuur wordt gevormd uit een zuurprecursor.
  10. 10. Samenstelling volgens conclusie 9, waarbij genoemde zuurprecursor een alkali- of aardalkalimetaal silicium fluoride Is, bij voorkeur natrium silicium fluoride.
  11. 11. Samenstelling volgens minstens één der conclusies 7 tot 10, waarbij genoemd latent geleermiddel een amlnoxlde is, bij voorkeur een trialkyl aminoxide, meer bij voorkeur een alkyl dimethyl amlnoxlde.
  12. 12. Samenstelling volgens minstens één der voorgaande conclusies, waarbij genoemd latent geleermiddel een zout is omvattende een metaal en een alkyl carboxylaat.
  13. 13. Samenstelling volgens conclusie 12, waarbij genoemd metaal geselecteerd Is uit groep IA, IIA of UIA, bij voorkeur uit de groep omvattende: magnesium, calcium en aluminium of elke combinatie van een of meerdere voomoemde metalen.
  14. 14. Samenstelling volgens condusle 12 of 13, waarbij genoemde alkyl carboxylaat geselecteerd is uit de groep omvattende: lactaat, citraat en acetyl acetonaat, of elke combinatie van een of meerdere voornoemde carboxylaten.
  15. 15. Samenstelling volgens minstens één der voorgaande conclusies, waarbij genoemde latex 35 tot 60 gewlchts-% water omvat.
  16. 16. Samenstelling volgens minstens één der voorgaande conclusies, waarbij genoemde latex 45 tot 50 gewichts-% water omvat.
  17. 17.Samenstelling volgens minstens één der voorgaande conclusies, waarbij genoemde crosslinker is geselecteerd uit de groep omvattende: metaaloxiden, alkyl carboxylaat metalen, epoxideverbindingen, zoals bijvoorbeeld epoxideharsen, organische epoxyverbindlngen of epoxysllaan verblndlngén of een combinatie van een of meerdere van genoemde crosslinkers.
  18. 18. Samenstelling volgens minstens één der voorgaande conclusies, omvattende een schuimbooster en/of een schuimstabllisator.
  19. 19. Samenstelling volgens minstens één der voorgaande conclusies, omvattende een of meerdere additieven geselecteerd uit de groep omvattende: vulstoffen, zouten, antioxidantia, antimlcrobiële agentia, hydrofobe additieven, oleofobe additieven of een combinatie van een of meerdere additieven.
  20. 20. Kit voor het aanmaken van een iatexschuim, omvattende: (A) een eerste component A omvattende een latex en een crosslinker; en (B) een tweede component B omvattende een latent geleermiddel.
  21. 21. Kit volgens conclusie 20, waarbij een of beide samenstellingen verder zijn voorzien van een of meerdere additieven geselecteerd uit de groep omvattende: vulstoffen, zouten, antioxidantla, antlmicroblële agentia of een combinatie van een of meerdere additieven.
  22. 22. Werkwijze voor het aanmaken van een van een latexschuim met behulp van een kit volgens conclusie 20 of 21, omvattende de stappen van: - mengen van genoemde component A en component B, daardoor verkrijgende een waterhoudende latexschuim; - drogen en vervolgens uitharden van genoemde waterhoudende latexschuim, daardoor verkrijgende een latexschuim.
  23. 23. Werkwijze voor het aanmaken van een latexschuim, omvattende de stappen van: - het mengen van een latex, een crossllnker, een latent geJeermiddel en optioneel een schuimbooster en een schuimstabilisator, daardoor verkrijgende een waterhoudende latexschuim; - optioneel, het spreiden van genoemde waterhoudende latexschuim op een substraat; en - het drogen van genoemde waterhoudende latexschuim, daardoor verkrijgende een latexschuim, met het kenmerk, dat genoemd latent geleermiddel in oplossing wordt omgezet tot een geleermiddel.
  24. 24. Werkwijze volgens conclusie 23, omvattende de stap van het mengen van genoemde waterhoudende latexschuim met een of meerdere additieven geselecteerd uit de groep omvattende: vulstoffen, zouten, antioxidantia, antimicrobiële agentia, hydrofobe additieven, oleofobe additieven of een combinatie van een of meerdere additieven.
  25. 25. Werkwijze volgens conclusie 24, waarbij genoemde waterhoudende latexschuim wordt gedroogd door verwarmen tot een temperatuur tussen 50°C en 150°C.
  26. 26. Werkwijze volgens conclusie 25, waarbij genoemde waterhoudende latexschuim wordt behandeld met behulp van een infraroodlamp.
  27. 27. Werkwijze volgens minstens één der voorgaande conclusies, waarbij genoemde latexschuim mechanisch wordt nabehandeld, zoals bijvoorbeeld door persen, printen of drukken.
  28. 28. Werkwijze volgens minstens één der voorgaande conclusies, waarbij genoemde latexschuim thermisch wordt nabehandeld, zoals bijvoorbeeld door uitharden op een temperatuur tussen 100°C en 200°C.
  29. 29. Latexschuim verkrijgbaar volgens een werkwijze volgens conclusie 22.
  30. 30. Latexschuim verkrijgbaar volgens een werkwijze volgens minstens één der conclusies 23 tot 28.
  31. 31. Inrichting omvattende een latexschuim volgens conclusie 29, zoals bijvoorbeeld een antl-glij bekleding, een getuft tapijt, een geweven tapijt, kunstgras, een tapijt voor in de automobielsector, een naaldvllt tapijt, tegels, naaldvilten, rubbergranulaat, stoffering, een tapijt voor huishoudelijk gebruik zoals bijvoorbeeld In een salon- of· badkamer, een tapijt voor trappen, een tapijt voor gebruik in ziekenhuizen, meubels, matrassen, autobanden, schoenzolen en voor gebruik in medische of hygiënische toepassingen, zoals bijvoorbeeld in chirurgische handschoenen. 32. inrichting omvattende een latexschuim volgens conclusie 30, zoals bijvoorbeeld een antl-glij bekleding, een getuft tapijt, een geweven tapijt, kunstgras, een tapijt voor in de automobielsector, een naaldvilt tapijt, tegels, naaldvilten, rubbergranulaat, stoffering, een tapijt voor huishoudelijk gebruik zoals bijvoorbeeld In een salon- of badkamer, een tapijt voor trappen, een tapijt voor gebruik In ziekenhuizen, meubels, matrassen, autobanden, schoenzolen en voor gebruik in medische of hygiënische toepassingen, zoals bijvoorbeeld in chirurgische handschoenen.
  32. 33. Gebruik van een samenstelling volgens minstens één der conclusies 1 tot 19 voor het aanmaken van een latexschuim.
BE2013/0657A 2013-10-02 2013-10-02 Samenstelling, kit en werkwijze voor het aanmaken van latexschuim. BE1021038B1 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2013/0657A BE1021038B1 (nl) 2013-10-02 2013-10-02 Samenstelling, kit en werkwijze voor het aanmaken van latexschuim.
PCT/IB2014/064983 WO2015049641A1 (en) 2013-10-02 2014-10-01 Composition, kit, and method for the production of latex foam
EP14802145.4A EP3052558A1 (en) 2013-10-02 2014-10-01 Composition, kit, and method for the production of latex foam

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2013/0657A BE1021038B1 (nl) 2013-10-02 2013-10-02 Samenstelling, kit en werkwijze voor het aanmaken van latexschuim.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1021038B1 true BE1021038B1 (nl) 2015-02-11

Family

ID=49680745

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2013/0657A BE1021038B1 (nl) 2013-10-02 2013-10-02 Samenstelling, kit en werkwijze voor het aanmaken van latexschuim.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP3052558A1 (nl)
BE (1) BE1021038B1 (nl)
WO (1) WO2015049641A1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1027044B1 (nl) * 2019-02-11 2020-09-07 Eoc Belgium Nv Vernetbare functionele latex omvattende aluminium trihydroxide

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4098944A (en) * 1974-12-19 1978-07-04 Borg-Warner Corporation Surface spray coating of latex foams
GB1528813A (en) * 1974-11-21 1978-10-18 Doverstrand Ltd Method for embossing foam latex compositions
GB2013687A (en) * 1977-12-14 1979-08-15 Albright & Wilson Sulphosuccinamates and rubber latex compounds
EP0747134A2 (en) * 1995-06-07 1996-12-11 Rohm And Haas Company Coating on reconstituted wood substrate and foamable latex binder therefor

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1463256A (fr) 1965-01-05 1966-12-23 Dow Chemical Co Nouveaux latex et compositions et articles obtenus à partir de ces latex
US3399080A (en) 1966-11-02 1968-08-27 Dow Chemical Co Paper coated with an interpolymer of a monoethylenically unsaturated acid, an open-chain aliphatic conjugated diolefin and an alkenyl aromatic monomer
EP0245021A3 (en) 1986-05-02 1988-08-10 The Dow Chemical Company Curable latex composition, films and foams formed therefrom and method for curing the composition
EP1325065A2 (en) 2000-09-28 2003-07-09 Dow Global Technologies Inc. Composition for preparing a latex foam

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1528813A (en) * 1974-11-21 1978-10-18 Doverstrand Ltd Method for embossing foam latex compositions
US4098944A (en) * 1974-12-19 1978-07-04 Borg-Warner Corporation Surface spray coating of latex foams
GB2013687A (en) * 1977-12-14 1979-08-15 Albright & Wilson Sulphosuccinamates and rubber latex compounds
EP0747134A2 (en) * 1995-06-07 1996-12-11 Rohm And Haas Company Coating on reconstituted wood substrate and foamable latex binder therefor

Also Published As

Publication number Publication date
EP3052558A1 (en) 2016-08-10
WO2015049641A1 (en) 2015-04-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR101308861B1 (ko) 진동 제동 조성물
TWI308167B (en) Curable composition and use thereof
RU2013142194A (ru) Способ получения водных дисперсий виниловых полимеров
JPH01139646A (ja) 脱水により架橋してエラストマーにすることができる水性シリコーンエマルジョン
CN107163662A (zh) 一种新型内墙腻子粉及其制备方法
BE1021038B1 (nl) Samenstelling, kit en werkwijze voor het aanmaken van latexschuim.
AU2014262384B2 (en) Foam composites
US4214053A (en) Latex foam rubber
JP4378918B2 (ja) 防汚加工剤
JPH03167237A (ja) 難燃性ポリスチレン系樹脂発泡体の製造方法
JP2924020B2 (ja) 難燃性ポリスチレン系樹脂発泡体およびその製造法
US2858282A (en) Method of making latex sponge rubber
CN103382374A (zh) 释放负离子发射远红外线的羧基丁苯乳胶粘合剂及其制造方法
CN105199120B (zh) 一种制备碱式硫酸镁晶须/天然胶乳复合乳胶膜的方法
JP6453909B2 (ja) 炭酸塩配位子及びカルボン酸配位子により錯体化された多価金属を含む水性組成物及びその使用
JP4859022B2 (ja) 段ボール接着剤用ジエン系共重合体ラテックス組成物
JP5378967B2 (ja) 繊維加工用組成物及び該組成物を用いる繊維加工製品の製造方法
CN113621258A (zh) 一种防火阻燃生态涂料及其制备方法
JP2012158841A (ja) 漆喰が塗工されてなるポリエステル系繊維布帛
BE1027044B1 (nl) Vernetbare functionele latex omvattende aluminium trihydroxide
CN102321441B (zh) 难燃环保防透浆鞋帮粘合剂及其制备方法
KR100896847B1 (ko) 친환경 가루풀 및 그 제조방법
KR20100118645A (ko) 친환경 수성 코팅졸
DE102015203227A1 (de) Polymermischungen in Form von wässrigen Dispersionen oder in Wasser redispergierbaren Pulvern
JP2005029603A (ja) 発泡成形体およびその製造方法

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20150211

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20181031