BE1020619A3

BE1020619A3 - Werkwijze voor het laagsgewijs vervaardigen van dunwandige structuren.

Info

Publication number: BE1020619A3
Application number: BE201100070A
Authority: BE
Original assignee: Layerwise N V
Priority date: 2011-02-04
Filing date: 2011-02-04
Publication date: 2014-02-04
Also published as: US10828699B2; EP2670548A1; WO2012103603A1; EP2670548B8; EP2670548B1; US20130312928A1

Description

Werkwijze voor het laagsgewijs vervaardigen van dunwandige structuren ; De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen i van één, twee of meer dunwandige structuren, waarbij deze dunwandige structuren laagsgewijs worden opgebouwd door opeenvolgende, zich nagenoeg horizontaal uitstrekkende, poederlagen aan te brengen en een energiebundel over elk van deze poederlagen te verplaatsen volgens een voorafbepaald patroon teneinde genoemd poeder volledig of gedeeltelijk te doen smelten en vervolgens te laten stollen of te sinteren zodat opeenvolgende lagen van genoemde dunwandige structuren worden gevormd die zich i i volgens een horizontale dwarsdoorsnede van deze structuren uitstrekken.

Dergelijke dunwandige structuren kunnen een zelfstandig geheel vormen of deel uitmaken van een product dat, bijvoorbeeld, eveneens dikwandige delen Vertoont.

i ·; ! Genoemde dunwandige structuren of producten worden, volgens de werkwijze van de uitvinding, bijvoorbeeld vervaardigd door selectief laser smelten of selectief laser sinteren van bijvoorbeeld een metaalpoeder.

Bij het toepassen van een dergelijke werkwijze voor het vervaardigen van een dünwandige structuur, volgens de stand van de techniek, treden verschillende problemen ;op ingevolge de aanwezigheid van thermische spanningen en restspanningen in deze structuur. Deze spanningen ontstaan door het lokaal opwarmen en vervolgens 1 ; j · afkoelen van de structuur op de positie waar de energiebundel invalt. Dit heeft als gevolg dat de te vérvaardigen dunwandige structuur of een overeenkomstig product vervormt en dldus een Vorm verkrijgt die afwijkt van de gewenste en geplande vorm of dat zelfs i mogelijk scheurvorming optreedt in de dunwandige structuur.

j : De uitvinding wil aan deze nadelen verhelpen en een werkwijze 1 i voorstellen^ die toelaat om dunwandige structuren, of producten die een dunwandige structuur bevatten, te vervaardigen door middel van een productieproces waarbij een gefocusseerde energiebundel invalt op opeenvolgende poederlagen volgens een voorafbepaald patroon teneinde de betreffende structuren of producten laagsgewijs te produceren.

! Aldus zorgt de werkwijze, volgens de uitvinding, ervoor dat ί i dunwandige structuren kunnen vervaardigd worden door middel van een laagsgewijs I 1 productieproces zonder dat deze vervormen of scheurvorming vertonen.

Ι , j Tot dit doel, worden genoemde dunwandige structuren in horizontale ; i .

richting mét elkaar verbonden zodat deze dunwandige structuren een stijf geheel vormen, ij ' waarbij na het laagsgewijs opbouwen van dit geheel met genoemde dunwandige structuren,; dit geheel wordt uitgegloeid teneinde aanwezige spanningen minstens gedeeltelijk op te heffen. Vervolgens worden de vervaardigde dunwandige structuren van elkaar gescheiden.

ij .

' Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm van de werkwijze, volgens de i i uitvinding,: worden de dunwandige structuren gescheiden van elkaar en vervolgens üitgegloeidj. In dergelijk geval worden de dunwandige structuren bij het uitgloeien ervan ί i bij voorkeur tegen een oppervlak gedrukt dat ervoor zorgt dat de gewenste vorm van de i j i i ' dunwandige structuur wordt verkregen. Wanneer de dunwandige structuur bijvoorbeeld een vlakke j plaat is, wordt deze tegen een vlak oppervlak gedrukt tijdens het uitgloeien i- i zodat, na uitgloeien, de dunwandige structuur eveneens vlak is en blijft.

Onder een dunwandige structuur, wordt bijvoorbeeld een structuur verstaan waarvan de verhouding van de horizontale lengte tot de horizontale dikte groter is dan 10. Doelmatig, worden, volgens de werkwijze van de uitvinding, deze dunwandige structuren in horizontale richting met elkaar verbonden zodat deze dunwandige structuren i ; , . · éen nagéno’eg stijf geheel vormen waarvan de verhouding van de horizontale lengte tot de horizontale; dikte kleiner dan of gelijk is aan 10.

j Op een alternatieve wijze, kan bijvoorbeeld onder een dunwandige I : ' ‘ : structuur, een structuur verstaan worden waarvan de verhouding van de oppervlakte van i : een horizontale doorsnede tot de gemiddelde horizontale dikte van deze structuur groter is dan een Voorafbepaalde waarde.

j Op een voordelige wijze, strekken genoemde dunwandige structuren bij liet vervaardigen ervan zich nagenoeg evenwijdig aan elkaar uit.

1 ; j ι Bij voorkeur, strekken de dunwandige structuren zich bij de vervaardiging, volgens de uitvinding, nagenoeg verticaal op een horizontaal vlak uit. j Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze, volgens de uitvinding, wordt een steunstructuur vervaardigd die tezamen met genoemde dunwandige ! ι structuren wordt opgebouwd en deze laatste met elkaar verbindt. De steunstructuur Vertoont, bij voorkeur, een lagere dichtheid dan genoemde dunwandige structuren.

Volgens een interessante uitvoeringsvorm van de werkwijze, volgens de uitvinding,!worden genoemde dunwandige structuren zodanig georiënteerd ten opzichte I i van elkaar dat spanningen, die worden opgebouwd in deze dunwandige structuren tijdens i ;

Het vervaardigen ervan, elkaar minstens gedeeltelijk compenseren.

| Hiertoe worden, bijvoorbeeld, twee dunwandige structuren symmetrisch . I ; ten opzichte van elkaar en gelijktijdig vervaardigd, waarbij deze met elkaar worden verbonden, zodanig dat spanningen die ontstaan in beide structuren elkaar compenseren.

i !

Aldus is hét mogelijk om vervormingen te vermijden die zouden optreden indien de dunwandige structuren individueel zouden worden opgebouwd.

| De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het \jervaardigén van minstens één dunwandige structuur die laagsgewijs wordt opgebouwd, waarbij tezamen met genoemde dunwandige structuur een steunstructuur laagsgewijs wordt opgèböuwd, waarbij deze steunstructuur aansluit op minstens één zijde van genoemde dunwandige structuur en ermee wordt verbonden tijdens het laagsgewijs i gezamenlijk opbouwen van de dunwandige structuur en de steunstructuur zodat een stijf geheel wordt vervaardigd. Na het laagsgewijs opbouwen van dit geheel, wordt minstens

i I

de dunwandige structuur uitgegloeid teneinde aanwezige spanningen minstens I | · gedeeltelijk op te heffen en worden beide structuren van elkaar gescheiden.

! i j Andere bijzonderheden en voordelen van uitvinding zullen blijken uit I ! i φ ' i de· hiernavolgende beschrijving van enkele specifieke uitvoeringsvormen van de werkwijze, ι volgens de uitvinding. Deze: beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven ein beperkt! de draagwijdte niet van de gevorderde bescherming; de hierna gebruikte j yerwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren.

| t I Figuur 1 is een schematische perspectiefvoorstelling van een | j dunwandigè structuur.

j > Figuur 2 is een schematische perspectiefvoorstelling van een eerste { | ‘ dunwandigè structuur die door middel van een werkwijze volgens de stand van de tèchniek wérd vervaardigd.

Figuur 3 is een schematische perspectiefvoorstelling van een tweede I ; dunwandige structuur die door middel van een werkwijze volgens de stand van de j ; techniek wérd vervaardigd.

i . I

Figuur 4 is een schematische perspectiefVoorstelling van een derde dunwandigb structuur die door middel van een werkwijze volgens de stand van de i techniek werd vervaardigd.

I I Figuren 5a én 5b stellen schematisch een zijaanzicht voor van een dunwandige gebogen plaat die door middel van een werkwijze volgens de stand van de techniek is vervaardigd..

j j Figuren 6a en 6b geven een schematisch bovenaanzicht weer van de dunwandige gebogen plaat van de figuren 5 en 5b.

; Figuur 7 is een schematisch bovenaanzicht van een eerste product dat ëen dunwandige structuur vertoont.

| | Figuur 8 is een schematisch bovenaanzicht van een tweede product dat i i een dunwaridige structuur vertoont.

| Figuur 9 is een schematisch bovenaanzicht van een geheel dat wordt ! 1. . : ] ...

Vervaardigd, volgens de werkwijze van de uitvinding, en dat is samengesteld uit het ejërste en het tweede product van, respectievelijk, figuur 7 en figuur 8.

Figuur 10 is een schematisch bovenaanzicht van twee dunwandige structuren die met elkaar verbonden zijn door middel van een steunstructuur, vervaardigd volgens de werkwijze van de uitvinding.

j Figuur 11 is éen schematische perspectiefvoorstelling van een dunwaridige structuur die verbonden is met een steunstructuur, vervaardigd volgens een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding.

I ! i In de verschillende figuren hebben dezelfde verwijzingscijfers betrekking op dezelfde of analoge elementen.

I De uitvinding betreft in het algemeen een werkwijze voor het I 1 vervaardigen van producten die dunwandige structuren vertonen. De vorm en dimensies van dergelijke driedimensionale producten worden bijvoorbeeld door middel van een GAD-programma bepaald en zijn aldus in elektronische vorm beschikbaar.

I ί Volgens dé uitvinding wordt een product laagsgewijs vervaardigd door I | · i

Op een horizontale basisplaat opeenvolgende poederlagen aan te brengen en volgens een yoorafbepaald patroon over elke poederlaag een gefocusseerde energiebundel te verplaatsen: Ingevolge de verplaatsing van de energiebundel over het poeder smelt dit minstens gedeeltelijk en stolt dit vervolgens zodat aldus opeenvolgende dwarsdoorsneden yan het product worden vervaardigd die aan elkaar gehecht zijn. Wanneer de I » i ;

Vervaardiging van het product aldus is voltooid, wordt het niet gesmolten losse poeder van het product verwijderd. Een dergelijk productieproces is eveneens gekend als i selectief laser sinteren, selectief laser smelten, “electron beam melting” of “3D 1‘asercladdihg”.

| Bij zogenaamd “3D lasercladding” worden geen opeenvolgende poederlagen aangebracht, maar wordt poeder geprojecteerd naar de betreffende te vervaardigên laag van een product terwijl het nagenoeg gelijktijdig wordt gesmolten door, bijvoorbeeld, een laserbundel.

I ; De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op een werkwijze voor liet vervaardigen van dunwandige structuren door middel van bovenstaande productiemethode. Onder de term dunwandige structuur wordt in deze beschrijving elke structuur vèrstaan waarvan de verhouding van de horizontale lengte (1) tot de horizontale i I : dikte (d) yan elk van genoemde dunwandige structuren groter is dan 10 of, m.a.w.

waarvoor 1/d > 10. Hierbij is de horizontale lengte de lengte van een kromme die in een | ’ horizontaal'vlak ligt en die vólgens de omtrek. van de structuur loopt, zoals schematisch I ' ! in figuur 1 is weergegeven.

; Het blijkt dat, bij het vervaardigen van producten die dergelijke dunwandige structuren vertonen, thermische spanningen ontstaan die aanleiding geven tot i : ’ : · .

Vervormingen van de producten en/of scheurvorming in de producten, wat dient i , ’ ! · · . ·

Vermeden te worden.

| ! In figuur 2 is in volle lijn een geplande en ideale vorm van een I ; - . · .

'dunwandige structuur 1 weergegeven die op een horizontale basisplaat 2 werd vervaardigd door bijvoorbeeld selectief laser smelten van een metaalpoeder volgens een i methode vólgens de stand van de techniek. Wanneer men deze methode echter toepast, fcjlijkt dat ingevolge het genereren van thermische spanningen in de structuur 1, niet de geplande vorm wordt vervaardigd, doch een hiervan afwijkende vervormde vorm 3 voor i ; de dunwandige structuur zoals aangegeven in streeplijn in deze figuur.

! I' ! ! Een ander probleem dat men vaststelt bij de vervaardiging van I ; f dunwandige structuren 1 is weergegeven in figuur 3. Bij het laagsgewijs opbouwen van I i · de dunwandige structuur ontstaan scheuren 4 ingevolge het genereren van thermische j ] spanningen! ! Daarnaast kan zich eveneens het effect voordoen dat, onder invloed van i - ! deze thermische spanningen, de dunwandige structuur 1 in verticale richting opkrult zoals i schematisch in figuur 4 wordt weergegeven door de, in streeplijn voorgestelde, i ' ·:' hervormde! structuur 5. In dergelijk geval stelt zich het bijkomend probleem dat het deponeers^steem 6 voor de opeenvolgende poederlagen in aanraking komt met de opgekrulde hoeken 7 van de vervormde dunwandige structuur 5 wat ertoe leidt dat de inrichting ivoor de productie van de structuren 1 ontregeld wordt en mogelijk I i beschadiging oploopt of dat de dunwandige structuur zelf wordt beschadigd.

i i I Bovenstaande problemen kunnen zich eveneens gecombineerd I \ , voordoen .bij de productie van producten met dunwandige structuren. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat zowel vervorming van de producten als scheurvorming waar te

i I

nemen zijn! i i In de figuren 5a, 5b, 6a en 6b zijn de optredende thermische spanningen en de resulterende vervormingen van een dunwandige gebogen plaat 8 schematisch

. I

weergegeven. In deze figuren geven de pijltjes 9 schematisch deze thermische spanningen weer.

! . ; .

Deze thermische spanningen worden tijdens het opbouwen van de I ^ structuur geïnduceerd in de zone waar de gefocusseerde energiebundel het poeder uit de pjoederlaag: smelt en door het vervolgens afkoelen van deze zone. Ingevolge het i | laagsgewijze opbouwen van de structuur, accumuleren deze spanningen zich laag na laag y/at aanleiding geeft tot de vervorming van de structuur zoals aangegeven in figuur 5b en 6b door de vervormde structuur 8’.

j 1 I j Daarnaast zorgt het afkoelen en het stollen van het smeltbad dat gecreëerd , wordt door de . gefocusseerde energiebundel voor een krimp in de betreffende ! ! zone van de plaat 8 waardoor deze plaat 8 zal kromtrekken zoals voorgesteld door de ί i vervormde structuur 8’ in de figuren 5 b en 6b.

; Het spreekt voor zich dat een dergelijk probleem zich niet alleen stelt bij gebogen dunwandige structuren, maar dat dit zich eveneens manifesteert in rechte dunwandigè structuren.

I : Aan bovenstaande problemen wordt door de werkwijze, volgens de ί | ' uitvinding, verholpen.

| ! Een eerste uitvoeringsvorm van de werkwijze, volgens de uitvinding, zal, bij wijze van voorbeeld, worden beschreven aan de hand van de dunwandige structuren die voorgesteld zijn in de figuren 7 en 8.

I i t .

j ' In deze figuren is telkens een bovenaanzicht van een product ! | voorgesteld dat een dunwandige structuur vertoont. Het deel van het product 10 uit figuur 7 dat een dunwandige structuur 11 vormt, vertoont een lengte \\ en een dikte di, waarbij I ! de verhouding li/di groter is dan 10. Het product 12, voorgesteld in figuur 8, heeft een dunwandige structuur 13 met een met een lengte h en een dikte d2 zodat de verhouding i i iyd2 eveneëns groter is dan 10.

I ' In de werkwijze volgéns de uitvinding, worden deze producten 10 en 12 j j . . ’ ' . ' tegelijkertijd geproduceerd én laagsgewijs opgebouwd door bijvoorbeeld het selectief laser smelten van een metaalpoeder. Hierbij wordt een eerste laag van de producten 10 en \ ' , 12, bij voorkeur, verbonden met een horizontale basisplaat 2 en worden de producten aan I j liun dunwandige structuren 11 en 13 met elkaar verbonden zodat aldus beide producten 10 en 12 als één geheel 14 worden vervaardigd. Voor de duidelijkheid van de figuur 9, ! !

Werd de basisplaat 2 niet voorgesteld.

| ! ' ' I Dit geheel 14 heeft een minimale dikte d3 en vertoont over ter hoogte ! . j ' ' ! : 1 .

van deze minimale dikte een lengte 13, waarbij d3 nagenoeg gelijk is aan de som van di en d2. Aangezien voor dit geheel 14 thans geldt dat l3/d3 <10, doen zich bovenstaande j | problemen; normalerwijze niet voor en zullen eventueel gegenereerde thermische spanningen of restspanningen geen aanleiding geven tot niet-aanvaardbare vervormingen ! ; of scheurvorming. Meer bepaald gedraagt het geheel 14 zich als een stijf en stabiel I ! product tijdens het laagsgewijs opbouwen ervan.

| j Eenmaal het geheel 14 dat samengesteld is uit de producten 10 en 12

Volledig is,.opgebouwd, wordt los overtollig poeder ervan verwijderd en wordt dit geheel 14 onderworpen aan een gloeiproces teneinde aanwezige thermische spanningen of I ! restspanningen te verwijderen of minstens gedeeltelijk op te heffen, j Na het voltooien van dit gloeiproces, worden beide producten 10 en 12 van de basisplaat 2 en van elkaar gescheiden. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door draadvonkérosie-snijden.

! Volgens een alternatieve werkwijze, worden de producten 10 en 12, r adat deze; zijn opgebouwd, van elkaar gescheiden en worden deze vervolgens tegen, tij voorbeeld, een kaliberplaat gespannen en tezamen met deze plaat uitgegloeid in een oven teneinde de stukken spanningsarm te maken zodat deze de opgelegde vorm behouden. ' i

In figuur 10 wordt de vervaardiging van twee producten 15 en 16 j ' geïllustreerd, volgens een tweede uitvoeringsvorm van de werkwijze, volgens de ! ' · uitvinding.; Beide producten 15 en 16 vertonen een deel 17, respectievelijk 18, dat een ί j dunwandige structuur vertoont waarvoor de verhouding van de lengte U over de dikte d4 groter is dan 10. Indien deze producten 15 en 16 gescheiden van elkaar geproduceerd 1 · · , 1 i

Worden, zullen deze vervormen en eventueel scheurvorming vertonen zoals hoger reeds werd uiteengezet.

| Volgens de werkwijze, volgens de uitvinding, worden bij het I ! ‘ ‘ vervaardigen van de producten 15 en 16 minstens de dunwandige structuren 17 en 18 in horizontale’ richting met elkaar verbonden zodanig dat deze een stijf geheel 19 vormen.

ί !

Hierbij wordt er bij voorkeur voor gezorgd dat deze dunwandige structuren 17 en 18 zich ! ' i · nagenoeg evenwijdig aan elkaar uitstrekken en zich verticaal uitstrekken ten opzichte van een horizontale basisplaat.

| ; Bij het laagsgewijs opbouwen van dit geheel 19 wordt een steunstructüur 20 vervaardigd die tezamen met de dunwandige structuren 17 en 18 wordt ppgebouwd en deze laatste met elkaar verbindt.

| Deze steunstructuur 20 vertoont, op een voordelige wijze, een lagere ί. ! dichtheid wordt vervaardigd dan de dunwandige structuren 17 en 18 zelf en kan j .

bijvoorbeeld gevormd worden door een driedimensionale roosterstructuur of een poreuze structuur. ; ! De totale dikte ds van de dunwandige structuren 17 en 18 en de j : . ; ..,··· steunstructuur 20 is voldoende groot zodanig dat de verhouding van de lengte I4 ervan ten opzichte van de totale dikte d5 kleiner is dan 10.

! ' ! j i Wanneer het geheel 19 van de producten 15 en 16 en de steunstructuur 20 volledig zijn opgebouwd, wordt dit geheel uitgegloeid teneinde aanwezige spanningen minstens gedeeltelijk op te heffen. Tenslotte worden de producten 15 en 16 van elkaar en i ; van de steunstructuur 20 gescheiden. Zoals reeds eerder vermeld, kan dit bijvoorbeeld door draadvonkerosie-snijden gebeuren.

1! De werkwijze volgens; de uitvinding, kan eveneens toegepast worden ij om slechts' één dunwandige structuur te vervaardigen. Aldus wordt tezamen met de dunwandigè structuur een steunstructuur laagsgewijs opgebouwd, waarbij deze Steunstructuur aansluit op minstens één zijde van de dunwandige structuur en ermee wordt verbonden tijdens het laagsgewijs gezamenlijk opbouwen van de dunwandige structuur en de steunstructuur. Op dergelijk manier wordt een stijf geheel vervaardigd dat verhindert jdat de dunwandige structuur zou vervormen. Op een voordelige wijze, laat men hierbij de steunstructuur aansluiten op minstens twee tegenover elkaar liggende ί ! zijden van de dunwandige structuur. In bepaalde gevallen kan het interessant zijn om een ; j ' steunstructüur te vervaardigen tezamen met het product dat de dunwandige structuur i ;

Vertoont, waarbij deze steunstructuur het product, of minstens de dunwandige structuur ervan, nagénoeg volledig omhult.

j Deze laatste uitvoeringsvorm van de uitvinding, wordt geïllustreerd in i i i . · figuur 11, (waarbij een dunwandige structuur 1 laagsgewijs wordt opgebouwd op een I I ' basisplaat 2. Tezamen met de dunwandige structuur 1 wordt een steunstructuur 20 laagsgewijs opgebouwd. Deze steunstructuur 20 sluit aan op de twee tegenoverliggende zijden van! de dunwandige structuur 1, waarbij de steunstructuur 20 de dunwandige

i I

structuur Ij of minstens de zijdelingse oppervlakken ervan, volledig omhult. In de figuur ί 1 vormt deze steunstructuur aldus een balkvormig volume dat de dunwandige structuur 1 omvat. De vorm van het volume van de steunstructuur kan echter variëren in functie ? j

Van de vorm van de dunwandige structuur die het omvat.

1 j | ! De dunwandige structuur 1 is aldus verbonden met de steunstructuur 20 zodat , een Istijf geheel wordt verkregen, waarbij, tijdens het opbouwen ervan, deze

I . I

dunwandige structuur 2 nagenoeg niet kan vervormen onder invloed van thermische spanningen of andere interne spanningen die worden gegenereerd tijdens het laagsgewijs I j ' · i

Vervaardigen van de dunwandige structuur 1.

j,‘ 1 Nadat dit geheel van de dunwandige structuur 1 en de steunstructuur 20 volledig is lopgebouwd, wordt dit uitgegloeid teneinde aanwezige inwendige spanningen minstens gedeeltelijk op te heffen zodat na het verwijderen van de steunstructuur 20 en de basisplaat 2 van de dunwandige structuur 1, deze laatste niet vervormt.

j . 1 i ; In de in figuur 11 voorgestelde steunstructuur 20, wordt deze gevormd ! ! door een driedimensionaal rooster dat, bij voorkeur, een lagere dichtheid vertoont dan de ί ‘ ·; dunwandige structuur 1 zelf.

| . !i Niettegenstaande bovenstaande uitvoeringsvormen van de werkwijze, volgens del uitvinding, werden geïllustreerd aan de hand van producten die een vlakke dunwandigfe structuur vertonen, kan de werkwijze uiteraard eveneens toegepast worden op dunwandige structuren die niet vlak en, bijvoorbeeld, gebogen zijn. In dergelijk geval kan de vorm van de steunstructuur bijvoorbeeld aangepast worden aan de afmetingen en ( ' ae vorm van de dunwandige structuren. Ook kunnen dunwandige structuren gedeeltelijk rechtstreeks en gedeeltelijk via genoemde steunstructuur met elkaar worden verbonden.

: i | In de hierboven beschreven uitvoeringsvormen van de uitvinding, wordt ij' ! een product of een dunwandige structuur vervaardigd die zich nagenoeg verticaal ! ! · uitstrekt ten opzichte van de horizontale basisplaat 2 waarop ze vervaardigd worden. Het spreekt voor zich dat de uitvinding kan toegepast! worden op dunwandige structuren met j ' i zeer uiteenlopende en variërende vormen of oriëntaties. Zo kan een dunwandige structuur bijvoorbeeld geïnclineerd zijn ten opzichte van de-basisplaat 2.

! j Verder is het eveneens mogelijk dat dunwandige structuren zodanig ] i. ! georiënteerd worden ten opzichte van elkaar eri, tijdens de vervaardiging ervan, met I ' i ' : elkaar worden verbonden zodat spanningen die voorden opgebouwd in deze dunwandige j · :

Structuren,; tijdens het vervaardigen ervan, elkaar minstens gedeeltelijk compenseren zodat vervorming of scheurvorming eveneens wordt vermeden.

! j

Aldus is het bijvoorbeeld mogelijk om nagenoeg identieke dunwandige Structuren symmetrisch ten opzichte van elkaar te verbinden en gelijktijdig laagsgewijs te vervaardigen zodanig dat spanningen die dntstaan in beide structuren elkaar

| j I

compenseren. j | ! De uitvinding is natuurlijk niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen van de werkwijze voor het vervaardigen van dunwandige structuren. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat een geheel gevormd wordt dat meer dan twee dunwandige structuren mét elkaar verbindt teneinde een stijf geheel te vormen. Aldus wordt uit ; een dergelijk geheel, bijvoorbeeld, i drie of meer producten van elkaar gescheiden|na het laagsgewijs produceren van dit geheel en het üitgloeien ervan.

ij, ; | | Ook is het mogelijk om een dünwandige structuur tezamen met een dikwandigé structuur op te bouwen en deze met:elkaar te verbinden tot een geheel. In j i . ' dergelijk geval kan er, naargelang de vorm van dej structuren, ervoor gekozen worden om al dan niet een steunstructuur tussen de dunwandige structuur en de dikwandige structuur té voorzien; ! j ! i j ! , ; ! j * ! ί i 1

Claims

4. Werkwijze volgens één van de conclusie 1 tot 3, waarbij, tezamen met genoemde dunwandige structuur (1,11,13,17]18) en genoemde steunstructuur (20), een tweede; dunwandige structuur (1,11,13,17,18), die eveneens aansluit op genoemde steunstructuur (20), laagsgewijs wordt vervaardigd, waarbij deze tweede dunwandige ! I structuur (1,11,13,17,18) bij het opbouwen ervan wordt verbonden met de steunstructuur (20) zodanig dat een stijf geheel (14) wordt verkregen dat gevormd wordt door beide I .. : ! dunwandigè structuren (1,11,13,17,18) waartussen genoemde steunstructuur (20) zich uitstrekt. | ;
5. Werkwijze voor het vervaardigen van twee of meer dunwandige structuren (1,11,13,17,18), waarbij deze dunwandige structuren (1,11,13,17,18) tezamen i f } en laagsgewijs worden opgebouwd door opeenvolgende, zich nagenoeg horizontaal üitstrekkende, poederlagen aan te brengen en een energiebundel over elk van deze poederlagen te verplaatsen volgens een voorafbepaald patroon teneinde genoemd poeder \jolledig of|gedeeltelijk te doen smelten en vervolgens te laten stollen of te sinteren zodat opeenvolgende; lagen van genoemde dunwandige structuren (1,11,13,17,18) worden i ’ 1 gevormd die zich volgens een horizontale dwarsdoorsnede van deze structuren uitstrekken] daardoor gekenmerkt dat genoemde dunwandige structuren (1,11,13,17,18) ! ! ' I met elkaar verbonden worden over minstens een deel van hun oppervlak zodanig dat deze i . 'i ' ! dunwandige structuren (1,11,13,17,18) een stijf! geheel (14) vormen, waarbij na het lkagsgewijs opbouwen van genoemd geheel (14)jmet genoemde dunwandige structuren i . . i (1,11,13,17,18), minstens de dunwandige structuur (1,11,13,17,18) wordt uitgegloeid teneinde aanwezige spanningen minstèris gedeeltelijk op te heffen en waarbij genoemde dunwandige structuren (1,11,13,17,18) yan elkaar worden gescheiden. ! ! 6. Werkwijze volgens conclusie 5, waarbij een steunstructuur (20) wordt vervaardigd die tezamen met genoemde dunwandige structuren (1,11,13,17,18) | ' i . : I wordt opgebouwd, waarbij deze steunstructuur (2Ó) tijdens het vervaardigen ervan wordt i . j vierbonden met genoemde dunwandigè structuren (1,11,13,17,18). I ! 7. Werkwijze volgens één vari de conclusies 1 tot 4 of 6, waarbij een roosterstructuur of poreuze structuur wordt vervaardigd die genoemde steunstructuur (20) i ! ! vormt. I l ' \ . .
8. Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 4, 6 of 7, waarbij • i · - ' | genoemde steunstructuur (20) met een lagere dichtheid wordt vervaardigd dan genoemde dunwandigè structuren (1,11,13,17,18). ; I . :
9. Werkwijze volgens één van de conclusies 4 tot 8, waarbij de verhouding! van de horizontale lengte tot de horizontale dikte van elk van genoemde j ; . ! dunwandige structuren (1,11,13,17,18) groter is dan 10, waarbij deze dunwandige structuren |( 1,11,13,17,18) in bij voorkeur horizontale richting met elkaar worden i '· verbonden; zodanig dat deze dunwandige structuren (1,11,13,17,18) een geheel (14) i ' : Vormen waarvan de verhouding van de horizontalb lengte tot de horizontale dikte kleiner i ' | dan of gelijk is aan 10. | | 10. Werkwijze volgens één ivan de conclusies 4 tot 9, waarbij genoemde j dunwandige structuren (1,11,13,17,18) bij het vervaardigen ervan zich nagenoég évenwijdig aan elkaar uitstrekken. ; I ; ' . j , : ! . ; : i. 11. Werkwijze volgens één van de conclusies 4 tot 10, waarbij genoemde dunwandige structuren (1,11,13,17,18) zodanig georiënteerd worden ten öpzichte van elkaar zodat spanningen die worden opgebouwd in deze dunwandige structuren 0,11,13,17,18), tijdens het vervaardigen ervan, elkaar minstens gedeeltelijk compenserèn. I 1 ' i ;
12. Werkwijze volgens één van de conclusies 4 tot 11, waarbij twee van genoemde dunwandige structuren (1,11,13,17,18) symmetrisch ten opzichte van elkaar gelijktijdig worden vervaardigd, waarbij: deze met elkaar worden verbonden, zodanig dat spanningen die ontstaan in beide structuren elkaar compenseren. | j 13. Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 12, waarbij genoemde j dunwandige structuren (1,11,13,17,18) zich minstens gemiddeld volgens j . yerticale richting uitstrekken. j i ' : ·, ' ! | ! 14. Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 13, waarbij genoemde ! dunwandige structuren (1,11,13,17,18) vertrekkend van een nagenoeg Horizontale basisplaat (2) laagsgewijs; worden opgébouwd. j ' ' : ; ; · ' ·' i ! ; 15. Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 14, waarbij genoemde dunwandige structuren (1,11,13,17,18) worden vervaardigd door selectief laser : i : I i ; sinteren of selectief laser smelten. 1 [ , ' 1