BE1020462A5 - Scherminrichting. - Google Patents

Scherminrichting. Download PDF

Info

Publication number
BE1020462A5
BE1020462A5 BE2011/0020A BE201100020A BE1020462A5 BE 1020462 A5 BE1020462 A5 BE 1020462A5 BE 2011/0020 A BE2011/0020 A BE 2011/0020A BE 201100020 A BE201100020 A BE 201100020A BE 1020462 A5 BE1020462 A5 BE 1020462A5
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
screen
guide
roller
screen roller
screening
Prior art date
Application number
BE2011/0020A
Other languages
English (en)
Inventor
Steven Vanhoutte
Bart Abeel
Original Assignee
Renson Sunprot Screens Nv
Renson Paul
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Renson Sunprot Screens Nv, Renson Paul filed Critical Renson Sunprot Screens Nv
Priority to BE2011/0020A priority Critical patent/BE1020462A5/nl
Priority to EP12151274A priority patent/EP2476812A3/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1020462A5 publication Critical patent/BE1020462A5/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F10/00Sunshades, e.g. Florentine blinds or jalousies; Outside screens; Awnings or baldachins
    • E04F10/02Sunshades, e.g. Florentine blinds or jalousies; Outside screens; Awnings or baldachins of flexible canopy materials, e.g. canvas ; Baldachins
    • E04F10/06Sunshades, e.g. Florentine blinds or jalousies; Outside screens; Awnings or baldachins of flexible canopy materials, e.g. canvas ; Baldachins comprising a roller-blind with means for holding the end away from a building
    • E04F10/0662Sunshades, e.g. Florentine blinds or jalousies; Outside screens; Awnings or baldachins of flexible canopy materials, e.g. canvas ; Baldachins comprising a roller-blind with means for holding the end away from a building with arrangements for fastening the blind to the building
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F10/00Sunshades, e.g. Florentine blinds or jalousies; Outside screens; Awnings or baldachins
    • E04F10/02Sunshades, e.g. Florentine blinds or jalousies; Outside screens; Awnings or baldachins of flexible canopy materials, e.g. canvas ; Baldachins
    • E04F10/06Sunshades, e.g. Florentine blinds or jalousies; Outside screens; Awnings or baldachins of flexible canopy materials, e.g. canvas ; Baldachins comprising a roller-blind with means for holding the end away from a building
    • E04F10/0685Covers or housings for the rolled-up blind
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B9/00Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
    • E06B9/02Shutters, movable grilles, or other safety closing devices, e.g. against burglary
    • E06B9/08Roll-type closures
    • E06B9/11Roller shutters
    • E06B9/17Parts or details of roller shutters, e.g. suspension devices, shutter boxes, wicket doors, ventilation openings
    • E06B9/174Bearings specially adapted therefor
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B9/00Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
    • E06B9/24Screens or other constructions affording protection against light, especially against sunshine; Similar screens for privacy or appearance; Slat blinds
    • E06B9/40Roller blinds
    • E06B9/42Parts or details of roller blinds, e.g. suspension devices, blind boxes
    • E06B9/50Bearings specially adapted therefor
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B9/00Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
    • E06B9/56Operating, guiding or securing devices or arrangements for roll-type closures; Spring drums; Tape drums; Counterweighting arrangements therefor
    • E06B9/68Operating devices or mechanisms, e.g. with electric drive
    • E06B9/72Operating devices or mechanisms, e.g. with electric drive comprising an electric motor positioned inside the roller
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F10/00Sunshades, e.g. Florentine blinds or jalousies; Outside screens; Awnings or baldachins
    • E04F10/02Sunshades, e.g. Florentine blinds or jalousies; Outside screens; Awnings or baldachins of flexible canopy materials, e.g. canvas ; Baldachins
    • E04F10/06Sunshades, e.g. Florentine blinds or jalousies; Outside screens; Awnings or baldachins of flexible canopy materials, e.g. canvas ; Baldachins comprising a roller-blind with means for holding the end away from a building
    • E04F10/0607Sunshades, e.g. Florentine blinds or jalousies; Outside screens; Awnings or baldachins of flexible canopy materials, e.g. canvas ; Baldachins comprising a roller-blind with means for holding the end away from a building with guiding-sections for supporting the movable end of the blind

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Operating, Guiding And Securing Of Roll- Type Closing Members (AREA)
  • Overhead Projectors And Projection Screens (AREA)

Description

SCHERMINRICHTING
Deze uitvinding betreft een scherminrichting omvattende een schermrol en twee eindplaten waartussen de schermrol aanbrengbaar is en waaraan de schermrol met zijn uiteinden bevestigbaar is.
Dergelijke scherminrichtingen zijn reeds algemeen gekend.
Steeds vaker is het bij dergelijke scherminrichtingen noodzakelijk om de schermrol tussen deze eindplaten aan te brengen nadat deze eindplaten reeds gemonteerd zijn op de plaats voor montage van deze scherminrichting. Vaak zijn hierbij eveneens reeds een schermkast en eventuele scherm- en/of latgeleidingen (gedeeltelijk) gemonteerd.
Dit is namelijk het geval wanneer een dergelijke schermrol met een hierop opgerold scherm, waaraan aan de onderzijde een schermlat is bevestigd, relatief zwaar is uitgevoerd en het gewicht van het geheel van deze schermrol met scherm en schermlat, eindkappen, scherm- en/of latgeleiders het monteren van de scherminrichting onnodig bemoeilijkt. Ook is dit het geval wanneer bij herstel van onderdelen of bij vervanging van onderdelen de schermrol van tussen de eindplaten losgemaakt werd en opnieuw hier tussen gemonteerd dient te worden. Ook is dit het geval bij nieuwbouw of renovatie waarbij de scherm- en/of latgeleiders met eindplaten voorgemonteerd worden op het raamkader en pas nadat het raam met scherm- en/of latgeleiders en eindplaten gemonteerd is op de werf, later de schermrol met schermlat aangebracht worden. Deze werkwijze wordt veelal toegepast om het bevuilen en/of beschadigen van het scherm te voorkomen.
In DE 20 2009 016 153 UI is een scherminrichting beschreven waarbij de eindplaten in twee delen zijn opgedeeld, waarbij een eerste deel van de eindplaten vast is verbonden aan de uiteinden van de schermrol en voorzien is van meerdere bevestigingspennen en waarbij een tweede deel van de eindplaten reeds ter plaatse is bevestigd en voorzien is van bevestigingsopeningen waarin de bevestigingspennen aangebracht worden om beide delen van de eindplaten aan elkaar te bevestigen om de scherminrichting te monteren. De hierin beschreven scherminrichting is zeker niet inzetbaar in de bovengenoemde situatie, gezien de tweede delen van de eindplaten niet tussen reeds gemonteerde scherm- en/of latgeleidingen en de reeds gemonteerde eerste delen van de eindplaten aangebracht kunnen worden.
Het aanbrengen van de schermrol in een gewenste positie tussen eindplaten die reeds gemonteerd zijn, wordt in de praktijk bovendien vaak bemoeilijkt omdat onder het gewicht van het scherm dat minstens gedeeltelijk op deze schermrol is opgerold en onder het gewicht van een onderlat die meestal aan de onderzijde van een dergelijk scherm is voorzien, een torsiekracht de schermrol probeert te verdraaien. Men dient dit verdraaien van de schermrol handmatig tegen te houden om de schermrol in een gewenste positie tussen de eindplaten te bevestigen. Dit handmatig compenseren van het verdraaien van de schermrol maakt van het monteren van een dergelijke schermrol dan ook een vrij omslachtig werk.
In EP 0 026 347 Al is een scherminrichting beschreven waarbij de uiteinden van de schermrol een geleidingspen omvatten met een rechthoekige dwarsdoorsnede, en waarbij elke eindplaat een corresponderende geleidingssleuf omvat, waarin de corresponderende geleidingspen aanbrengbaar is voor het geleiden van de schermrol bij aanbrengen van deze schermrol tussen de eindplaten. De geleidingssleuf maakt hierbij een bocht. Met een dergelijke bocht zou ervoor gezorgd kunnen worden dat een schermrol toch tussen reeds gemonteerde eindplaten aangebracht zou kunnen worden, zonder hinder te ondervinden van reeds gemonteerde scherm- en/of latgeleiders. Een dergelijke bocht dient echter voldoende speling toe te laten om een geleidingspen met een rechthoekige dwarsdoorsnede deze bocht te kunnen laten nemen. Onder invloed van de genoemde torsiekracht is het echter moeilijk om een dergelijke bocht te nemen zonder dat een geleidingspen gaat verdraaien op de plaatsen waar speling is voorzien om deze bocht te nemen en zo geklemd raakt in de corresponderende geleidingssleuf. De hierin beschreven scherminrichting kan dan ook moeilijk op een vlotte manier gemonteerd worden zonder voldoende handmatige compensatie van optredende torsiekrachten.
Waar bij dergelijke scherminrichtingen een motor in de schermrol is aangebracht, waarbij de elektrische koppeling van deze motor gerealiseerd wordt met behulp van een mannelijk koppelstuk en een vrouwelijk koppelstuk, waarbij één van deze koppelstukken aan het met de motor corresponderende uiteinde van de schermrol is voorzien, zoals bijvoorbeeld beschreven in BE-2009/0404, BE-2010/0177 en FR 2 775 729, bestaat bovendien een risico dat dit koppelstuk aan het uiteinde van de schermrol beschadigd raakt bij aanbrengen van de schermrol tussen de eindplaten, wanneer men de genoemde torsiekracht onvoldoende handmatig kan compenseren.
Het doel van deze uitvinding is dan ook te voorzien in een scherminrichting waarbij men de genoemde torsiekracht niet langer handmatig dient te compenseren om de schermrol in de gewenste positie te houden bij aanbrengen van de schermrol tussen de eindplaten.
Dit doel van de uitvinding wordt bereikt met behulp van een scherminrichting omvattende een schermrol en twee eindplaten waartussen de schermrol aanbrengbaar is en waaraan de schermrol met zijn uiteinden bevestigbaar is, waarbij minstens één uiteinde van de schermrol één of meerdere geleidingspennen omvat die in dwarsdoorsnede een rechthoek afbakenen, waarbij de met dit uiteinde corresponderende eindplaat een geleidingssleuf omvat, waarin de één of meerdere geleidingspennen aanbrengbaar zijn voor het geleiden van de schermrol bij aanbrengen van deze schermrol tussen de eindplaten, zodanig dat een eerste rechthoekszijde zich langs een zijde van de geleidingssleuf kan uitstrekken en dat een tweede rechthoekszijde zich over de breedte van de geleidingssleuf kan uitstrekken en waarbij de geleidingssleuf een eerste deelgeleidingssleuf en een tweede deelgeleidingssleuf omvat, die nagenoeg recht zijn uitgevoerd en onder een nagenoeg rechte hoek op elkaar aansluiten.
Doordat in elke positie in de geleidingssleuf een rechthoekszijde zich langs een zijde van de geleidingssleuf kan uitstrekken en een rechthoekszijde zich over de breedte van de geleidingssleuf kan uitstrekken, kan de schermrol tussen de eindplaten aangebracht worden, zonder dat deze ongewenst gaat verdraaien ten opzichte van de gewenste positie. Doordat de deelgeleidingssleuven nagenoeg recht zijn uitgevoerd en onder een nagenoeg rechte hoek op elkaar aansluiten, dient nauwelijks speling voorzien te worden om de geleidingspen over te kunnen laten gaan van de eerste deelgeleidingssleuf naar de tweede deelgeleidingssleuf en bestaat dus niet langer het gevaar dat de geleidingspen onder invloed van de torsiekracht zou verdraaien in de geleidingssleuf en klem zou raken raken in de geleidingssleuf. De gewenste positie van de schermrol kan op deze manier over de volledige beweging van de schermrol bij aanbrengen tussen de eindplaten bepaald worden louter door de geleiding van de één of meerdere geleidingspennen in de geleidingssleuf.
De één of meerdere geleidingspennen dienen de rechthoek die ze in doorsnede afbakenen niet volledig te vullen. Het is voldoende dat ze deze afbakenen. Deze geleidingspennen kunnen hol uitgevoerd zijn, of voorzien zijn van inkepingen of uitsparingen of afschuiningen, enz. Ook de genoemde rechthoekszijden kunnen hierbij al dan niet voorzien zijn van inkepingen, uitsparingen, enz.
Op deze manier wordt het gevaar op beschadigen van een koppelstuk van de elektrische koppeling, dat op een uiteinde van de schermrol is voorzien, verholpen.
Bij een eenvoudige uitvoeringsvorm van een dergelijke scherminrichting volgens deze uitvinding omvat het laatstgenoemde uiteinde van de schermrol één enkele geleidingspen. Deze ene geleidingspen heeft dan bij voorkeur de genoemde rechthoek als doorsnede, waarbij deze rechthoek nog meer voorkeurdragend een vierkant is.
Een dergelijke uitvoeringsvorm is zowel eenvoudig naar productie toe, gezien slechts één geleidingspen en één corresponderende geleidingssleuf aan dit uiteinde van de schermrol voorzien dient te worden, als eenvoudig naar aanbrengen van de schermrol tussen de eindplaten toe, gezien aan dit uiteinde van de schermrol slechts één geleidingspen in één geleidingssleuf aangebracht moet worden.
Het laatstgenoemde uiteinde van de schermrol van een alternatieve meer specifieke uitvoeringsvorm van een scherminrichting volgens deze uitvinding omvat vier geleidingspennen, die in afzonderlijke hoeken van de rechthoek zijn opgesteld.
Het doel van deze uitvinding wordt eveneens bereikt met behulp van een scherminrichting omvattende een schermrol en twee eindplaten waartussen de schermrol aanbrengbaar is en waaraan de schermrol met zijn uiteinden bevestigbaar is, waarbij minstens één uiteinde van de schermrol twee geleidingspennen omvat, die op een tussenafstand van elkaar zijn opgesteld, waarbij de met het genoemde uiteinde corresponderende eindplaat twee met deze geleidingspennen corresponderende geleidingssleuven omvat, die op een tussenafstand van elkaar en parallel aan elkaar zijn opgesteld, waarbij elke geleidingspen in een respectievelijke geleidingssleuf aanbrengbaar is voor het geleiden van de schermrol bij aanbrengen van de schermrol tussen de eindplaten en waarbij de twee geleidingssleuven elk een eerste deelgeleidingssleuf en een tweede deelgeleidingssleuf omvatten, die nagenoeg recht zijn uitgevoerd en onder een nagenoeg rechte hoek op elkaar aansluiten.
Doordat elke geleidingspen in een afzonderlijke geleidingssleuf geleid wordt, kan de schermrol tussen de eindplaten aangebracht worden, zonder dat deze ongewenst gaat verdraaien ten opzichte van de gewenste positie. De gewenste positie van de schermrol kan op deze manier over de volledige beweging van de schermrol bij aanbrengen tussen de eindplaten bepaald worden louter door de geleiding van de verschillende geleidingspennen in afzonderlijke geleidingssleuven.
Ook op deze manier wordt het gevaar op beschadigen van een koppelstuk van de elektrische koppeling, dat op een uiteinde van de schermrol is voorzien, verholpen.
De twee geleidingspennen zijn hierbij bij voorkeur in de diagonaal tegenover elkaar gelegen hoeken van een rechthoek opgesteld, waarbij deze rechthoek een breedte of een hoogte heeft die overeenstemt met de breedte van de eerste deelgeleidingssleuven en een hoogte, respectievelijk breedte die overeenstemt met de breedte van de tweede deelgeleidingssleuven.
Een scherminrichting volgens de uitvinding, waarbij de geleidingssleuven een eerste en een tweede deelgeleidingssleuf omvatten, kan verder meer specifiek een op de schermrol op- en afrolbaar scherm omvatten waarbij de eerste deelgeleidingssleuf zich nagenoeg volgens de richting van de op- en afrolbeweging van het scherm uitstrekt.
Een dergelijke uitvoeringsvorm kan bijvoorbeeld voordelig ingezet worden bij scherminrichtingen waarbij een elektrische koppeling gerealiseerd wordt bij aanbrengen van de schermrol tussen de eindplaten en waar een schermrol in een schermkast aangebracht moet worden, waarbij de toegang tot deze schermkast zich loodrecht bevindt op het vlak waarin de elektrische koppeling wordt gerealiseerd.
Meer specifiek kan een scherminrichting volgens deze uitvinding verder ook een motor omvatten voor aandrijven van de schermrol, waarbij deze motor aan het laatstgenoemde uiteinde van de schermrol in deze schermrol is gemonteerd.
Een dergelijke scherminrichting kan dan verder meer specifiek een voedingskabel omvatten voor het aanbrengen van elektrische voeding naar de motor, waarbij deze scherminrichting een elektrische koppeling omvat voor het elektrisch koppelen van de voedingskabel met de motor, omvattende een mannelijk koppelstuk en een vrouwelijk koppelstuk, waarbij het mannelijke of het vrouwelijke koppelstuk aangebracht is op het uiteinde van de motor en respectievelijk het vrouwelijke of het mannelijke koppelstuk aangebracht is op de met het laatstgenoemde uiteinde van de schermrol corresponderende eindplaat en waarbij het mannelijke en het vrouwelijke koppelstuk zo gepositioneerd zijn op de motor en op deze eindplaat, dat deze gekoppeld worden bij aanbrengen van de schermrol tussen de eindplaten, waarbij de één of meerdere geleidingspennen in de corresponderende één of meerdere geleidingssleuven worden geleid.
Het andere uiteinde van de schermrol van een scherminrichting volgens deze uitvinding, dan het laatstgenoemde uiteinde, omvat bij voorkeur eveneens een geleidingspen. De met dit andere uiteinde corresponderende eindplaat omvat dan bij voorkeur een met de één of meerdere geleidingssleuven van de andere eindplaat corresponderende geleidingssleuf, waarin de geleidingspen geleidend aanbrengbaar is voor het geleiden van de schermrol bij aanbrengen van deze schermrol tussen beide eindplaten.
Doordat hier eveneens een geleidingspen en een bijhorende geleidingssleuf is voorzien, is de kans groter dat, ook wanneer de schermrol als gevolg van tolerantieverschillen een stuk korter zou uitgevoerd zijn dan de ruimte tussen de eindplaten, de geleidingspennen zeker in de geleidingssleuven aangrijpen. Ook is de kans dan groter dat de schermrol gelijkmatiger tussen beide eindplaten aangebracht wordt.
De geleidingssleuven van een scherminrichting volgens deze uitvinding strekken zich bij voorkeur nagenoeg over de dikte van de corresponderende eindplaat uit.
Verder strekken deze geleidingspennen zich na aanbrengen in de corresponderende geleidingssleuven bij voorkeur binnen de door de eindplaten bepaalde grenzen van de scherminrichting uit.
Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een voorkeurdragende scherminrichting volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze scherminrichting aan te duiden, en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.
In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in - figuur 1 een uiteinde van een schermrol van een uitvoeringsvorm van een scherminrichting volgens deze uitvinding, in perspectief is weergegeven, waarbij een motor in dit uiteinde van deze schermrol is aangebracht en een mannelijk koppelstuk voor koppelen van deze motor met een elektrische voedingskabel en aan welk uiteinde een geleidingspen met vierkante doorsnede is voorzien; - figuur 2 en 3 in perspectief is afgebeeld hoe het uiteinde van de schermrol uit figuur 1 aan een eindplaat van de scherminrichting bevestigd wordt door aanbrengen van de geleidingspen in een met deze geleidingspen corresponderende geleidingssleuf in deze eindplaat; - figuur 4 het andere uiteinde van de schermrol uit figuur 1, in perspectief is weergegeven, waaraan een geleidingspen met ronde doorsnede is voorzien; - figuur 5 en 6 in perspectief is afgebeeld hoe het uiteinde van de schermrol uit figuur 4 aan een eindplaat van de scherminrichting bevestigd wordt door aanbrengen van de geleidingspen in een met deze geleidingspen corresponderende geleidingssleuf in deze eindplaat.
In de figuren werden de schermrol (1) en de eindplaten (2, 3) van een uitvoeringsvorm van een scherminrichting volgens deze uitvinding afgebeeld. De schermrol (1) is tussen deze eindplaten (2, 3) aanbrengbaar en is met zijn uiteinden aan deze eindplaten (2, 3) bevestigbaar. Deze eindplaten (2, 3) maken deel uit van een niet verder afgebeelde schermkast die in gemonteerde toestand van de schermrol (1) deze schermrol (1) grotendeels omringt en afschermt.
Een dergelijke scherminrichting wordt meestal in een deur- of raamopening opgesteld, waarbij de schermkast bovenin deze deur- of raamopening wordt gemonteerd. Een dergelijke schermrichting omvat hierbij een op de schermrol (1) open afrolbaar scherm, waarmee deze deur- of raamopening minstens gedeeltelijk kan afgeschermd worden tegen zonlicht en/of insecten en/of warmte en/of koude. Dit scherm werd niet afgebeeld in de figuren.
De afgebeelde scherminrichting is een gemotoriseerde scherminrichting, die een motor omvat voor het aandrijven van de op- en affolbeweging van dit scherm. Deze motor is in de afgebeelde schermrol (1) ingebouwd aan het uiteinde van deze schermrol (1) dat in de figuren 1 tot en met 3 is afgebeeld.
De scherminrichting omvat een niet afgebeelde voedingskabel voor het aanbrengen van elektrische voeding naar deze motor. Verder omvat de scherminrichting ook een elektrische koppeling voor het elektrisch koppelen van de voedingskabel met de motor, omvattende een niet afgebeeld vrouwelijk koppelstuk dat elektrisch is gekoppeld aan de genoemde voedingskabel en een mannelijk koppelstuk (8) dat elektrisch is gekoppeld met de motor en te zien is in figuur 1.
Het mannelijke koppelstuk (8) is aangebracht op het uiteinde van de schermrol (1) waarin de motor is ingebouwd. Het vrouwelijke koppelstuk is gemonteerd aan de zijde van de met dit uiteinde van de schermrol (1) corresponderende eindplaat (2) die niet is afgebeeld.
De afgebeelde scherminrichting is een schermrinrichting waarbij de schermkast bovenin een deur- of raamopening is opgesteld en waarbij de schermrol (1) via een opening in de schermkast in een richting nagenoeg evenwijdig aan de op- en afrolbeweging van het scherm aanbrengbaar is tussen de eindplaten (2, 3). Om het mannelijke koppelstuk (8) te koppelen met het vrouwelijke koppelstuk dient de schermrol (1) daarna met het hierop aangebrachte mannelijke koppelstuk (8) in een richting loodrecht op de op- en affolbeweging van het scherm (1) naar het vrouwelijke koppelstuk op de corresponderende eindplaat (2) toe bewogen te worden.
Om deze beweging van de schermrol (1) bij aanbrengen tussen de eindplaten (2, 3) te geleiden, zonder dat de schermrol (1) kan verdraaien rond zijn as, is het uiteinde van de schermrol (1) waarin de motor is ingebouwd en waarop het mannelijke koppelstuk (8) is voorzien, verder voorzien van een geleidingspen (4) met een vierkante doorsnede, zoals te zien is in de figuren 1 tot en met 3. In de met dit uiteinde van de schermrol (1) corresponderende eindplaat (2) is een geleidingssleuf (6a, 6b) aangebracht, waarin de geleidingspen (4) met de vierkante doorsnede aanbrengbaar is voor het geleiden van de schermrol (1) bij aanbrengen tussen de eindplaten (2, 3), zoals te zien is in de figuren 2 en 3. Deze geleidingssleuf (6a, 6b) heeft een breedte die nagenoeg overeenstemt met de afmeting van de zijde van de vierkante doorsnede van de geleidingspen (4), zodat verdraaien van deze geleidingspen (4) in deze geleidingssleuf (6a, 6b) verhinderd wordt. Verder omvat deze geleidingssleuf (6a, 6b) een eerste deelgeleidingssleuf (6a) die nagenoeg recht is uitgevoerd en zich nagenoeg volgens de richting van de op- en affolbeweging van het scherm uitstrekt, voor het geleiden van de schermrol (1) bij aanbrengen in de schermkast via de genoemde opening in deze schermkast. Daarnaast omvat deze geleidingssleuf (6a, 6b) een tweede deelgeleidingssleuf (6b) die nagenoeg recht is uitgevoerd en onder een nagenoeg rechte hoek op de eerste deelgeleidingssleuf (6a) aansluit, voor het geleiden van de schermrol (1) in een beweging naar het vrouwelijke koppelstuk toe.
Het mannelijke koppelstuk (8) en het vrouwelijke koppelstuk zijn zo gepositioneerd op het uiteinde van de schermrol (1) en de met dit uiteinde corresponderende eindplaat (2), dat deze elektrisch gekoppeld worden bij aanbrengen van de schermrol (1) tussen de eindplaten (2, 3), waarbij de geleidingspen (4) met vierkante doorsnede in de geleidingssleuf (6a, 6b) in de corresponderende eindplaat (2) wordt geleid.
Aan zijn andere uiteinde is de schermrol (1) voorzien van een geleidingspen (5) met een ronde doorsnede, zoals te zien is in de figuren 4 tot en met 6. In de met dit uiteinde van de schermrol (1) corresponderende eindplaat (3) is een geleidingssleuf (7a, 7b) aangebracht, waarin de geleidingspen (5) met de ronde doorsnede aanbrengbaar is voor het geleiden van de schermrol (1) bij aanbrengen tussen de eindplaten (2, 3), zoals te zien is in de figuren 5 en 6. Deze geleidingssleuf (7a, 7b) heeft een breedte die nagenoeg overeenstemt met de diameter van de ronde doorsnede van de geleidingspen (5). Verder omvat deze geleidingssleuf (7a, 7b) eveneens een eerste deel geleidingssleuf (7 a) die nagenoeg recht is uitgevoerd en zich nagenoeg volgens de richting van de op- en afrolbeweging van het scherm uitstrekt, voor het geleiden van de schermrol (1) bij aanbrengen in de schermkast via de genoemde opening in deze schermkast. Daarnaast omvat deze geleidingssleuf (7a, 7b) eveneens een tweede deelgeleidingssleuf (7b) die nagenoeg recht is uitgevoerd en onder een nagenoeg rechte hoek op de eerste deelgeleidingssleuf (7a) aansluit, voor het geleiden van de schermrol (1) in een beweging naar het vrouwelijke koppelstuk toe.
Dankzij deze geleidingspen (5) met ronde doorsnede kunnen tolerantieverschillen van de schermrol (1) of de eindplaten (2, 3) opgevangen worden, waardoor de geleidingspennen (4, 5) aan beide uiteinden van de schermrol (1) met grotere zekerheid in hun corresponderende geleidingssleuven (6a, 6b, 7a, 7b) aangebracht kunnen worden. Deze geleidingspen (5) kan in de praktijk bijvoorbeeld eenvoudig gerealiseerd worden door de lagering waarin de as van de schermrol (1) gelagerd wordt, iets langer uit te voeren, zodat deze ten opzichte van een geleidingsplaat (8) aan dit uiteinde, waarin deze as wordt gelagerd, uitsteekt.
Wanneer deze geleidingspen (5) eveneens een vierkante doorsnede zou meegegeven worden, dan kan bovendien vermeden worden dat de geleidingsplaat (8) waarin de as van de schermrol (1) gelagerd wordt aangebracht kan verdraaien, zodat deze zeker in de juiste richting in een schermkast of geleidingen van de eindplaat (3) wordt aangebracht en niet handmatig juist gepositioneerd dient te worden vooraleer deze geleidingsplaat (9) geleidend in een schermkast of de geleidingen van de eindplaat (3) te schuiven.
De geleidingssleuven (6a, 6b, 7a, 7b) in de afgebeelde eindplaten (2, 3) strekken zich uit over de volledige dikte van deze eindplaten (2, 3), om de schermrol (1) maximaal te kunnen geleiden bij aanbrengen tussen deze eindplaten (2, 3), maar strekken zich niet verder uit dan de grenzen van de scherminrichting die door de eindplaten (2, 3) worden bepaald, om bij inbouw van een dergelijke scherminrichting in een deur- of raamopening deze inbouw niet te verhinderen en bij opbouw voor een deur- of raamopening een esthetisch afwerking van de scherminrichting mogelijk te maken.
De geleidingspen (4) met vierkante doorsnede zou ook met een rechthoekige doorsnede uitgevoerd kunnen worden, waarbij dan de breedte van de eerste deelgeleidingssleuf (6a) en de breedte van de tweede deelgeleidingssleuf (6b) waarin deze geleidingspen (4) aanbrengbaar is, overeenkomstig aangepast dienen te worden, zodat deze nagenoeg overeenstemmen met de corresponderende afmetingen van deze rechthoekige doorsnede.
In plaats van de geleidingspen (4) met vierkante of rechthoekige doorsnede zouden ook meerdere geleidingspennen voorzien kunnen worden die zodanig zijn opgesteld dat deze een rechthoek afbakenen, zodat deze samen verhinderen dat de schermrol (1) kan verdraaien wanneer de geleidingspennen (4) in de corresponderende geleidingssleuf (6a, 6b) zijn aangebracht.

Claims (11)

1. Scherminrichting omvattende een schermrol (1) en twee eindplaten (2, 3) waartussen de schermrol (1) aanbrengbaar is en waaraan de schermrol (1) met zijn uiteinden bevestigbaar is, waarbij minstens één uiteinde van de schermrol (1) één of meerdere geleidingspennen (4) omvat die in dwarsdoorsnede een rechthoek afbakenen, en waarbij de met dit uiteinde corresponderende eindplaat (2) een geleidingssleuf (6a, 6b) omvat, waarin de één of meerdere geleidingspennen (4) aanbrengbaar zijn voor het geleiden van de schermrol (1) bij aanbrengen van deze schermrol (1) tussen de eindplaten (2, 3), zodanig dat een eerste rechthoekszijde zich langs een zijde van de geleidingssleuf (6a, 6b) kan uitstrekken en dat een tweede rechthoekszijde zich over de breedte van de geleidingssleuf (6a, 6b) kan uitstrekken met het kenmerk dat de geleidingssleuf (6a, 6b) een eerste deelgeleidingssleuf (6a) en een tweede deelgeleidingssleuf (6b) omvat, die nagenoeg recht zijn uitgevoerd en onder een nagenoeg rechte hoek op elkaar aansluiten.
2. Scherminrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het laatstgenoemde uiteinde van de schermrol (1) één enkele geleidingspen (4) omvat.
3. Scherminrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk dat deze ene geleidingspen (4) de genoemde rechthoek als doorsnede heeft.
4. Scherminrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het laatstgenoemde uiteinde van de schermrol (1) vier geleidingspennen (4) omvat, die in afzonderlijke hoeken van de rechthoek zijn opgesteld.
5. Scherminrichting omvattende een schermrol (1) en twee eindplaten (2, 3) waartussen de schermrol (1) aanbrengbaar is en waaraan de schermrol (1) met zijn uiteinden bevestigbaar is, waarbij minstens één uiteinde van de schermrol ( (1) twee geleidingspennen (4) omvat, die op een tussenafstand van elkaar zijn opgesteld en waarbij de met het genoemde uiteinde corresponderende eindplaat (2) twee met deze geleidingspennen (4) corresponderende geleidingssleuven (6a, 6b) omvat die op een tussenafstand van elkaar en parallel aan elkaar zijn opgesteld, waarbij elke geleidingspen (4) in een respectievelijke geleidingssleuf (6a, 6b) aanbrengbaar is voor het geleiden van de schermrol (1) bij aanbrengen van de schermrol (1) tussen de eindplaten (2, 3) met het kenmerk dat de twee geleidingssleuven (6a, 6b) elk een eerste deelgeleidingssleuf (6a) en een tweede deelgeleidingssleuf (6b) omvatten, die nagenoeg recht zijn uitgevoerd en onder een nagenoeg rechte hoek op elkaar aansluiten.
6. Scherminrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat deze scherminrichting een op de schermrol (1) op- en affolbaar scherm omvat en dat de eerste deelgeleidingssleuf (6a) zich nagenoeg volgens de richting van de op- en affolbeweging van het scherm uitstrekt.
7. Scherminrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat deze scherminrichting een motor omvat voor aandrijven van de schermrol (1), waarbij deze motor aan het laatstgenoemde uiteinde van de schermrol (1) in deze schermrol (1) is gemonteerd.
8. Scherminrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk dat deze scherminrichting een voedingskabel omvat voor het aanbrengen van elektrische voeding naar de motor, dat deze scherminrichting een elektrische koppeling omvat voor het elektrisch koppelen van de voedingskabel met de motor, omvattende een mannelijk koppelstuk (8) en een vrouwelijk koppelstuk, waarbij het mannelijke koppelstuk (8) of het vrouwelijke koppelstuk aangebracht is op het uiteinde van de motor en respectievelijk het vrouwelijke koppelstuk of het mannelijke koppelstuk (8) aangebracht is op de met het laatstgenoemde uiteinde van de schermrol (1) corresponderende eindplaat (2) en dat het mannelijke koppelstuk (8) en het vrouwelijke koppelstuk zo gepositioneerd zijn op de motor en op deze eindplaat (2), dat deze gekoppeld worden bij aanbrengen van de schermrol (1) tussen de eindplaten (2, 3), waarbij de één of meerdere geleidingspennen (4) in de corresponderende één of meerdere geleidingssleuven (6a, 6b) worden geleid.
9. Scherminrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het andere uiteinde van de schermrol (1), dan het laatstgenoemde uiteinde, een geleidingspen (5) omvat en dat de met dit andere uiteinde corresponderende eindplaat (3) een met de één of meerdere geleidingssleuven (6a, 6b) van de andere eindplaat (2) corresponderende geleidingssleuf (7a, 7b) omvat, waarin de geleidingspen (5) aan dit andere uiteinde geleidend aanbrengbaar is voor het geleiden van de schermrol (1) bij aanbrengen van deze schermrol (1) tussen beide eindplaten (2, 3).
10. Scherminrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de geleidingssleuven (6a, 6b, 7a, 7b) zich nagenoeg over de dikte van de corresponderende eindplaat (2, 3) uitstrekken.
11. Scherminrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de geleidingspennen (4, 5) zich na aanbrengen in de corresponderende geleidingssleuven (6a, 6b, 7a, 7b) binnen de door de eindplaten (2, 3) bepaalde grenzen van de scherminrichting uitstrekken.
BE2011/0020A 2011-01-17 2011-01-17 Scherminrichting. BE1020462A5 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2011/0020A BE1020462A5 (nl) 2011-01-17 2011-01-17 Scherminrichting.
EP12151274A EP2476812A3 (en) 2011-01-17 2012-01-16 Screen device

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2011/0020A BE1020462A5 (nl) 2011-01-17 2011-01-17 Scherminrichting.
BE201100020 2011-01-17

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1020462A5 true BE1020462A5 (nl) 2013-11-05

Family

ID=45445970

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2011/0020A BE1020462A5 (nl) 2011-01-17 2011-01-17 Scherminrichting.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP2476812A3 (nl)
BE (1) BE1020462A5 (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ITPD20130271A1 (it) * 2013-09-30 2015-03-31 Palagina S R L Schermo con telo avvolgibile e metodo per la sua installazione
US10309153B2 (en) 2016-09-26 2019-06-04 Draper, Inc. Support system for rolled material
US11268322B2 (en) * 2016-10-21 2022-03-08 Crestron Electronics, Inc. Shade motor with power supplied by brackets
US10221623B2 (en) * 2016-10-21 2019-03-05 Crestron Electronics, Inc. Shade motor with power supplied by brackets
DE102018122666A1 (de) * 2018-09-17 2020-03-19 Gest Holding Gmbh Verschattungsanlage für eine architektonische Öffnung

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0026347A1 (de) * 1979-09-14 1981-04-08 Velora Wohn-Dekor GmbH Halterungsvorrichtung für ein Springrollo
DE202009016153U1 (de) * 2009-11-26 2010-02-25 My Home Global Company, Ershui Sicherheitsträgeraufbau für Rollos

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1101324A (en) * 1914-03-27 1914-06-23 Charles V Schwall Shade-bracket.
DE29804060U1 (de) 1998-03-07 1998-07-16 elket Kunststoff-Technik GmbH & Co. KG, 44143 Dortmund Rolladenaggregat

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0026347A1 (de) * 1979-09-14 1981-04-08 Velora Wohn-Dekor GmbH Halterungsvorrichtung für ein Springrollo
DE202009016153U1 (de) * 2009-11-26 2010-02-25 My Home Global Company, Ershui Sicherheitsträgeraufbau für Rollos

Also Published As

Publication number Publication date
EP2476812A2 (en) 2012-07-18
EP2476812A3 (en) 2012-09-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1020462A5 (nl) Scherminrichting.
US7913739B2 (en) High-speed industrial roller door
US20090288344A1 (en) Cable Brake Bracket
US9162851B2 (en) Comb plate—comb plate carrier assembly and combination construction of the assembly with lifting tool
EP2773832B1 (en) Overhead roll-up door having at least two motors
US20120260577A1 (en) Linear actuator particularly for sliding doors and for sliding door or window closure elements in general
MXPA04005431A (es) Dispositivo para enrollar/desenrollar una persiana.
US8453707B2 (en) Two-motor drive arrangement for a roller curtain
BE1019252A5 (nl) Scherminrichting.
BE1019300A5 (nl) Scherminrichting.
JP5504480B2 (ja) 横型ブラインド
JP6220631B2 (ja) 開閉装置
US9226458B2 (en) Winding apparatus for covering openings in wall portions
BE1018779A5 (nl) Profielbevestigingssysteem.
EP2716857A2 (en) Adjustable mounting arrangement for a window screening
EP2208844B1 (en) Sectional door system
US20070084012A1 (en) Noise-reducing plug, and door assembly including the same
NL2007713C2 (nl) Koordwikkelinrichting voor een scherm, zoals een raambekleding.
WO2015077054A1 (en) Dual-drive for rigid panel door
JP6454134B2 (ja) シャッターボックスの取付構造
CN103459231B (zh) 用于公交车门的基板结构
BE1020807A3 (nl) Scherminrichting.
KR20150123011A (ko) 캔버스 도어의 처짐 방지장치
BE1023251B1 (nl) Scherminrichting
EP2878470A2 (en) Roller blind system