BE1020369A3 - Verbeterde balenkamer configuraties. - Google Patents

Verbeterde balenkamer configuraties. Download PDF

Info

Publication number
BE1020369A3
BE1020369A3 BE2012/0032A BE201200032A BE1020369A3 BE 1020369 A3 BE1020369 A3 BE 1020369A3 BE 2012/0032 A BE2012/0032 A BE 2012/0032A BE 201200032 A BE201200032 A BE 201200032A BE 1020369 A3 BE1020369 A3 BE 1020369A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
bale
bale chamber
chamber
sections
section
Prior art date
Application number
BE2012/0032A
Other languages
English (en)
Inventor
Xavier G J M Bonte
Voore Sandor W Van
Martin J Roberge
Pieter Vandevelde
Original Assignee
Cnh Belgium Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cnh Belgium Nv filed Critical Cnh Belgium Nv
Priority to BE2012/0032A priority Critical patent/BE1020369A3/nl
Priority to EP13151313.7A priority patent/EP2614704B1/en
Priority to US13/742,290 priority patent/US8807024B2/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1020369A3 publication Critical patent/BE1020369A3/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F15/00Baling presses for straw, hay or the like
    • A01F15/08Details
    • A01F15/0825Regulating or controlling density or shape of the bale
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B30PRESSES
    • B30BPRESSES IN GENERAL
    • B30B9/00Presses specially adapted for particular purposes
    • B30B9/30Presses specially adapted for particular purposes for baling; Compression boxes therefor
    • B30B9/3003Details
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B30PRESSES
    • B30BPRESSES IN GENERAL
    • B30B9/00Presses specially adapted for particular purposes
    • B30B9/30Presses specially adapted for particular purposes for baling; Compression boxes therefor
    • B30B9/3003Details
    • B30B9/3025Extrusion chambers with adjustable outlet opening
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F15/00Baling presses for straw, hay or the like
    • A01F15/04Plunger presses
    • A01F2015/048Anti-return systems for the material in the pressing chamber when the plunger moves backwards

Description

Verbeterde balenkamer configuraties Toepassingsgebied van de uitvinding
De huidige uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een balenpers voor het vervaardigen van balkvormige balen van landbouw gewasmaterialen. Meer in het bijzonder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op goede, bv. verbeterde baienkamer configuraties, waarbij dergelijke configuraties geschikt zijn voor balenpersen voor de vervaardiging van hoge-densiteitsbalen van geoogste gewasmaterialen.
Achtergrond van de uitvinding
Een landbouw balenpers is een machine die aangehangen wordt (PTM - machine van het voortgetrokken type) en die in de landbouw gebruikt wordt met als doel balen te vervaardigen uit (doorgaans) stro of andere biomassa zoals hooi, kuilvoer of gelijkaardig gewasmateriaal dat : voortgebracht wordt tijdens het oogsten of het maaien.
Diverse ontwerpen van balenpersen werden voorgesteld in de stand der techniek. Een gemeenschappelijk kenmerk van bijna alle balenpersen is dat ze meestal voortgetrokken worden achter landbouwvoertuigen zoals tractoren (of ze kunnen zelfaandrijvend zijn). Een balenpers bevat een toevoer via dewelke biomassa wordt opgenomen in het binnenste van de balenpers, en samengeperst of op een andere manier behandeld voor het vormen van balen. De afgewerkte balen worden samengebonden met touw of een ander rechtlijnig object om ze stevig en zelfondersteunend te maken, waarna ze uitgeworpen worden via een uitwerpgoot die zich doorgaans aan de achterkant van de balenpers bevindt, zodat ze kunnen vallen of op de grond geplaatst worden achter de tractor -en balenpers-combinatie naarmate deze zich voorwaarts verplaatst door een te oogsten veld.
In een rechthoekige balenpers is het mogelijk de densiteit van de balen aan te passen, aangezien de balenpers een nagenoeg balkvormige baalvormende kamer bevat. Het is gekend in de stand der techniek om de baalvormende kamer met één of meerdere verplaatsbare wanden te construeren. De posities van de wanden kunnen aangepast worden om het volume van de baaivormende kamer te wijzigen en daardoor de baal gedurende haar vorming in meerdere of mindere mate samen te drukken. Indien, zoals gebruikelijk is in een balenpers, iedere lading of vlok van opgenomen biomassa nagenoeg van een constant volume is, leidt een volumereductie van de baalvormende kamer op deze manier tot de vervaardiging van balen met een hogere densiteit, en vice versa. Op zijn beurt verschaft dit een mogelijkheid tot het regelen van de densiteiten van de gevormde balen.
Meer gedetailleerd, iedere lading ingebracht in de baalvormende kamer is, op het moment van binnengaan, ongecomprimeerd of gecomprimeerd tot een relatief laag niveau. Ze wordt verplaatst doorheen de baalvormende kamer door longitudinale slagen van een zuiger of plunjer die heen en weer beweegt onder invloed van een daaraan bevestigde arm, die op zijn beurt wordt aangedreven door een knienefboom, die bv. bevestigd is aan een roterend element. Iedere slag van de zuiger drukt daarom een hoeveelheid biomassa samen tegen de reeds aanwezige biomassa in de baaivormende kamer. Bijgevolg neemt de densiteit van de gevormde baal toe wanneer het volume waarin de biomassa wordt ingebracht, wordt gereduceerd als gevolg van aanpassingen van de posities van de wanden van de kamer op plaatsen "stroomafwaarts" ten opzichte van het verste punt dat door de zuiger bereikt wordt tijdens zijn beweging.
De afmetingen van de balkvormige balen zijn echter nagenoeg vast, vooreerst vanwege de afmetingen in dwarsdoorsnede van de baalvormende kamer, en ten tweede omdat de balenpers de biomassa in balen van identieke lengte vormt, die als nagenoeg identieke individuele balen worden uitgeworpen langs de uitlaat.
In W02010/100068 wordt de behoefte beschreven voor een benadering om spanning uit te oefenen op een baal in een baalvormende kamer van een landbouw balenpers om regeling van de baalkenmerken (met name de lengte van de balen, vooral voor kleine balkvormige balen, om de efficiëntie te verhogen van het gebruik van toestellen die balen hanteren) op een consistente manier toe te laten. Zoals daarin beschreven, worden de dikte en densiteit van de baal rechtstreeks beïnvloed door de hoeveelheid gewasmateriaal die geleverd wordt aan de plunjer voor iedere slag ervan en door de weerstand uitgeoefend op de baal die gevormd wordt in de kamer achter de plunjer. De weerstand die wordt uitgeoefend op de baal in de kamer wordt gewoonlijk ingesteld door wijzigingen van de afmetingen van de dwarsdoorsnede van de kamer waar het gewasmateriaal doorheen wordt gedwongen door de plunjer, door het wijzigen van de positie van één of meer van de wanden van de kamer om de opening te wijzigen waardoorheen het gewasmateriaal naar buiten wordt geduwd. In de meeste benaderingen wordt echter de breedte of de hoogte van de kamer gereduceerd aan een constante snelheid over de lengte van de kamer, maar dit leidt niet tot een consistente druk op de baal, terwijl bij verbeterde benaderingen (GB 972562, W02010/100068) de balenkamer twee zones omvat waarin de snelheid van verandering van de dwarsoppervlakte ondervonden door de baal die door de zones beweegt, verschillend is voor deze twee zones. Zulke realisatie verschaft een verhoogde weerstand waartegen de plunjer het gewasmateriaal kan samendrukken om de baal te vormen in een eerste zone, terwijl in een tweede zone slechts een voldoende druk op het baaloppervlak wordt aangehouden.
Nieuwe generaties van hoge-densiteits balenpersen, die systemen zoals hierboven beschreven vereisen, met een knik in de wanden om voldoende weerstand te verschaffen om de plunjer toe te laten het gewasmateriaal tot een hogere densiteit te verdichten, worden echter met het probleem geconfronteerd om de juiste knik te kiezen, meer bepaald de hoek van deze knikken,voorai omdat het gebruik van de meest agressieve baienpers configuratie, geschikt voor één type gewasmateriaal en bepaalde gewascondities, te hoog kan blijken voor andere types van gewasmateriaai en/'of andere gewascondities, wat resulteert in onderbroken werking van het systeem en zelfs overbelasting ervan, wat bepaalde onderdelen van de balenpers zou kunnen beschadigen.
Wanneer men meer in detail kijkt naar de problemen die gepaard gaan met de productie van zulke balen met hoge densiteit, stelt men het volgende vast. Voor het vormen van balen met hoge densiteit is het noodzakelijk om een profiel toe te passen van de hoogst mogelijke druk in de baal over de lengte van de samendrukkingskamer. Zulk hoge-druk profiel wordt verkregen door het selecteren van de vorm en oriëntatie van één of meer van de wanden (zijwanden en/of bovenwand van de balenkamer). Bijvoorbeeld, voor wat betreft oriëntatie, in plaats van een horizontale wand (voor de bovenwand) of evenwijdig met de lengte van de balenkamer (voor de zijwanden), wordt een respectievelijk neerwaartse of inwaartse helling gebruikt. Zoals hoger besproken, wijzigen zelfs meer geavanceerde benaderingen de vorm van een zijkant door middel van een knik, voor het realiseren van een grotere helling aan het begin van de balenkamer, wat resulteert in een hogere druk (om het gewasmateriaal sneller samen te drukken aan het begin van de samendruk cyclus), en een meer gematigde helling aan het einde van de balenkamer, wat resulteert in minder druk en dus het ontspannen van de baal. Er dient wederom te worden opgemerkt dat een geschikt drukprofiel noodzakelijk is voor het bekomen van balen met goede densiteitskenmerken die tegelijk teveel druk op de plunjer vermijdt om onderbreking van de werking of breuk van één of meer onderdelen van het ganse systeem te vermijden. Echter, aangezien in zulke balenpersen voor hoge densiteit de druk op het gewasmateriaal veel hoger is dan in conventionele grote rechthoekige balenpersen, is er ook meer slip tussen de wand en het geoogste materiaal. Om het gewasmateriaal in de compressieruimte te houden (om de maximale gewasdensiteit te verkrijgen), is er een behoefte om het wrijvingsniveau aan de wanden, bv. aan de bovenwand en de zijwanden, te verhogen.
Hoewel de benaderingen uit de stand der techniek (systemen gebaseerd op helling en/of buiging) goede pogingen zijn om een geschikt drukprofiel op de baal te realiseren, is er ruimte voor nog betere systemen.
Samenvatting van de uitvinding
Het is een doel van uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding om balenkamer-configuraties en werkwijzen voor de berekening daarvan te verschaffen voor het realiseren van de vervaardiging van balen met hoge densiteit. Het is een voordeel van systemen en werkwijzen van volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding dat ze de ganse complexiteit van net ontwerpprobleem in rekening brengen zonder verwaarlozing van kosten efficiënte produceerbaarheid van de verschafte oplossingen.
De gekende oplossingen zoals hierboven beschreven behandelen niet het ganse probleem waar een ontwerper van een balenkamer mee geconfronteerd wordt. Met name bijvoorbeeld de behoefte om voldoende wrijving te hebben op de baal is onvoldoende in beschouwing genomen.
Inderdaad, het probleem is om een balenkamer-configuratie te vinden die een minder drastische drukval op de baal realiseert (bv. in richtingen die liggen in een vlak loodrecht op de lengte van de balenkamer), in combinatie met het vermijden dat de totale druk ondervonden door de plunjer (bv. in een richting gedefinieerd door de lengte van de balenkamer) een bepaalde' grenswaarde overschrijdt, terwijl die toch voldoende wrijving heeft om het gewasmateriaal in de compressieruimte te houden voor het bekomen van maximale gewasdensiteit. De druk op de plunjer kan gedefinieerd worden als de som van de drukken op alle zijden van de balenkamer, met inbegrip van de dynamische wrijving uitgeoefend op de baal terwijl deze door de baalvormende kamer beweegt (allen geprojecteerd volgens een richting gedefinieerd door de lengte van de balenkamer). Het dient echter opgemerkt te worden dat de wrijving zelf ook afhangt van de druk tussen de wanden en de baal (maar nu geprojecteerd op een as loodrecht op de wand) en zelfs van karakteristieken van de bovenwand of de zijwanden (bv. het patroon van het binnenoppervlak).
De hoger genoemde doelen worden bereikt door toestellen volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.
De huidige uitvinding heeft betrekking op het gebruik van complexere vormen van een balenkamer-configuratie, optioneel in combinatie met een selectie uit verschillende oppervlaktepatronen op een gedeelte van het binnenoppervlak van ten minste één van de wanden van de balenkamer (bv. zijwanden en/of bovenwand) die de balentrechter vormen waarlangs de te vormen baal wordt gedreven. Het is uiteraard duidelijk dat een theoretisch optimale configuratie sterk zou afhangen van een functie die de wrijving definieert en de dynamica van de baal onder druk, en dat zulke theoretisch optimale configuratie te complex kan zijn voor een kosten effectieve vervaardiging. Daarom verschaft de huidige uitvinding ook benaderingen van zulke optimale configuraties. In bepaalde uitvoeringsvormen kan de huidige uitvinding gebruikt worden in combinatie met een parameter-afhankelijke aanpasbare configuratie benadering, zoals beschreven in de eveneens aanhangig gemaakte octrooiaanvraag met de titel "Gewasparameter afhankelijke aanpassing van een balenkamer-configuratie" van dezelfde aanvrager. In zulke uitvoeringsvorm verschaft de uitvinding een aanpasbare configuratie door het wijzigen van een buigingshoek die het best geschikt is voor het realiseren van de vereiste condities voor een veelheid aan omstandigheden, in plaats van slechts één enkele omstandigheid.
in een aspect van de huidige uitvinding wordt een baienpers voor het vervaardigen van baien van geoogst gewasmateriaal verschaft, waarbij de balenpers een balenkamer omvat, die een eerste gedeelte omvat waar een plunjer een heen en weer gaande beweging kan uitvoeren, en een tweede gedeelte dat onbereikbaar is voor de heen en weer gaande plunjer. Het tweede gedeelte omvat vier wanden die een nagenoeg rechthoekige opening definiëren waar een baal die wordt gevormd, wordt doorheen gedrukt volgens een baal-verplaatsingsas van een inkomstzijde vooraan naar een uitgangszijde achteraan. Het tweede gedeelte van de balenkamer heeft een variërende dwarsdoorsnede over de lengte van de balenkamer, waarbij de snelheid van verandering van de dwarsdoorsnede verschillend is op ten minste drie uit elkaar gelegen posities over de lengte van het tweede deel van de balenkamer. Op die manier wordt, bij het samendrukken van gewasmateriaal gedurende het vervaardigen van baal, een configuratie verkregen over de lengte van de balenkamer, die zo gekozen kan worden dat een geschikt drukprofiel wordt opgelegd aan de baal die de balenkamer verlaat.
In een eerste uitvoeringsvorm daarvan, omvat ten minste één wand van het tweede gedeelte van de balenkamer ten minste drie verbonden secties, die een balentrechter definiëren tussen de inkomstzijde van de balenkamer vooraan en de uitgangszijde van de balenkamer achteraan. In de richting van de balentrechter over de lengte van de balenkamer, zijn ten minste drie van de secties onderling ten opzichte van elkaar verbonden op een zodanige manier dat de snelheid van verandering van de dwarsdoorsnede verschillend is op ten minste drie uit elkaar gelegen posities over de lengte van de balenkamer, waarbij iedere positie zich in een andere van de ten minste drie secties situeert.
In een verdere uitvoeringsvorm ervan zijn de drie secties vlakke secties, die elk verbonden zijn onder een hoek ten opzichte van elkaar. Deze hoeken kunnen zodanig gekozen worden dat de snelheid van verandering van de dwarsdoorsnede van de balenkamer, die de snelheid van verandering van de oppervlakte van de dwarsdoorsnede is, in de zone gedefinieerd door iedere sectie verschillend is over de lengte van de balenkamer. De hoeken waaronder de secties met elkaar verbonden zijn verschillen van 0° to 180°.
In bepaalde uitvoeringsvormen kunnen de minstens drie secties zodanig verbonden zijn dat over de lengte van de balenkamer een eerste zone met een eerste snelheid van verandering van de dwarsdoorsnede van de balenkamer wordt gevolgd door een tweede zone met een tweede snelheid van verandering van de dwarsdoorsnede van de balenkamer die kleiner is dan de eerste snelheid van verandering, waarbij de tweede zone gevolgd wordt door een derde zone met een derde snelheid van verandering van de dwarsdoorsnede van de balenkamer die kleiner is dan de tweede snelheid van verandering.
In alternatieve uitvoeringsvormen kunnen de minstens drie secties zodanig verbonden zijn dat over de lengte van de balenkamer een eerste zone met een eerste snelheid van verandering van de dwarsdoorsnede van de balenkamer wordt gevolgd door een tweede zone met een tweede snelheid van verandering van de dwarsdoorsnede van de balenkamer die kleiner is dan de eerste snelheid van verandering, en waarbij de tweede zone wordt gevolgd door een derde zone met een derde snelheid van verandering van de dwarsdoorsnede van de balenkamer die groter is dan de tweede snelheid van verandering. In dergelijke uitvoeringsvormen kan de derde snelheid van verandering kleiner zijn dan de eerste snelheid van verandering , maar dat is niet noodzakelijk.
In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding kunnen minstens twee van de secties van minstens één wand van het tweede gedeelte van de balenkamer scharnierend aan elkaar bevestigd zijn, zodat ze een aanpasbare configuratie verschaffen door het wijzigen van de onderlinge buigingshoek.
In een andere uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding wordt een balenpers verschaft waarin de minstens één wand van het tweede gedeelte van de balenkamer een 3D-patroon heeft aan de binnenzijde van de balenkamer. Het patroon aan de binnenzijde van de balenkamer kan verschillend zijn in minstens twee afzonderlijke zones over de lengte van de balenkamer.
Specifieke en voorkeursdragende aspecten van de uitvinding zijn öpgenömen in de aangehechte onafhankelijke en afhankelijke conclusies. Kenmerken van de afhankelijke conclusies kunnen worden gecombineerd met kenmerken van de onafhankelijke conclusies en met kenmerken van andere afhankelijke conclusies zoals aangewezen en niet enkel zoals uitdrukkelijk in de conclusies naar voor gebracht.
Voor het samenvatten van de uitvinding en de bereikte voordelen ten opzichte van de stand van de techniek werden bepaalde doelstellingen en voordelen van de uitvinding hierboven beschreven. Het is uiteraard te begrijpen dat niet noodzakelijk al deze doelstellingen of voordelen kunnen bereikt worden door elke specifieke uitvoeringsvorm van de uitvinding. Dus, bijvoorbeeld, vakmensen zullen onderkennen dat de uitvinding kan worden belichaamd of uitgevoerd op een wijze die één voordeel of een groep van voordelen zoals hierin aangereikt bereikt of optimaliseert, zonder daarbij noodzakelijk andere doelstellingen of voordelen te bereiken die hierin kunnen aangereikt of gesuggereerd zijn.
Deze en andere aspecten van de uitvinding zullen duidelijk zijn aan de hand van en verhelderd worden met verwijzing naar de hiernavolgende beschreven uitvoeringsvormen.
Korte beschrijving van de figuren
De uitvinding zal nu verder worden beschreven, bij wijze van voorbeeld, en met verwijzing naar de bijhorende figuren waarin: FIG. 1 toont een rechthoekige balenpers waarop een balenkamer-configüratie volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding kan toegepast worden.
FIG. 2 toont een schematisch zicht op de structurele elementen die betrokken zijn in een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.
FIG. 3a, FIG. 3b en FIG. 3c tonen aan de hand van een diagram drie verschillende configuraties van het tweede gedeelte van een balenkamer, die een variërende dwarsdoorsnede heeft over de lengte van de balenkamer, waarbij de snelheid van verandering van de drie dwarsdoorsneden verschillend is op ten minste drie afzonderlijke posities over de lengte van de balenkamer, in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.
FIG. 4 toont 2D beelden van voorbeelden van 3D-patronen die toegepast kunnen worden op één of meerdere porties van een wand van het tweede gedeelte van de balenkamer, in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.
FIG. 5 toont een configuratieprofiel van een sectie van het tweede gedeelte van de balenkamer waarin het patroon van de binnenkant van de balenkamer verschillend is in minstens twee verschillende zones over de lengte van de balenkamer, in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.
FIG. 6 toont een configuratieprofiel van een sectie van het tweede gedeelte van de balenkamer (bv. de bovenste portie) in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.
FIG. 7 toont krachten die optreden in het tweede gedeelte van een balenkamer.
De figuren zijn enkel schematisch en niet limiterend. In de figuren kunnen de afmetingen van sommige onderdelen overdreven en niet op schaal zijn voorgesteld voor illustratieve doeleinden. De afmetingen en de relatieve afmetingen komen niet noodzakelijk overeen met de actuele praktische uitvoering van de uitvinding.
Referentienummers in de conclusies mogen niet worden geïnterpreteerd om de beschermingsomvang te beperken.
In de verschillende figuren verwijzen dezelfde, referentienummers naar dezelfde of gelijkaardige elementen.
Gedetailleerde beschrijving van de uitvinding
De huidige uitvinding zai beschreven worden met betrekking tot bijzondere uitvoeringsvormen en met verwijzing naar bepaalde tekeningen, echter de uitvinding wordt daartoe niet beperkt maar is enkel beperkt door de conclusies.
Het dient opgemerkt te worden dat de term "omvat", zoals gebruikt in de conclusies, niet als beperkt tot de erna beschreven middelen dient geïnterpreteerd te worden; deze term sluit geen andere elementen of stappen uit. Hij is zodoende te interpreteren als het specificeren van de aanwezigheid van de vermelde kenmerken, waarden, stappen of componenten waarnaar verwezen wordt, maar sluit de aanwezigheid of toevoeging van één of meerdere andere kenmerken, waarden, stappen of componenten, of groepen daarvan niet uit. Dus, de omvang van de uitdrukking "een inrichting omvattende middelen A en B" dient niet beperkt te worden tot inrichtingen die slechts uit componenten A en B bestaan. Het betekent dat met betrekking tot de huidige uitvinding, A en B de enige relevante componenten van de inrichting zijn.
Verwijzing doorheen deze specificatie naar "één uitvoeringsvorm" of "een uitvoeringsvorm" betekent dat een specifiek kenmerk, structuur of karakteristiek beschreven in verband met de uitvoeringsvorm is opgenomen in tenminste één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Dus, voorkomen van de uitdrukkingen "in één uitvoeringsvorm" of "in een uitvoeringsvorm" op diverse plaatsen doorheen deze specificatie hoeven niet noodzakelijk allemaal naar dezelfde uitvoeringsvorm te refereren, maar kunnen dit wel doen. Voorts, de specifieke kenmerken, structuren of karakteristieken kunnen gecombineerd worden op eender welke geschikte manier, zoals duidelijk zou zijn voor een gemiddelde vakman op basis van deze bekendmaking, in één of meerdere uitvoeringsvormen.
Vergelijkbaar dient het geapprecieerd te worden dat in de beschrijving van voorbeeldmatige uitvoeringsvormen van de uitvinding verscheidene kenmerken van de uitvinding soms samen gegroepeerd worden in één enkele uitvoeringsvorm, figuur of beschrijving daarvan met als doel het stroomlijnen van de openbaarmaking en het helpen in het begrijpen van één of meerdere van de verscheidene inventieve aspecten. Deze methode van openbaarmaking dient hoe dan ook niet geïnterpreteerd te worden als een weerspiegeling van een intentie dat de uitvinding meer kenmerken vereist dan expliciet vernoemd in iedere conclusie. Eerder, zoals de volgende conclusies weerspiegelen, liggen inventieve aspecten in minder dan alle kenmerken van één enkele voorafgaande openbaar gemaakte uitvoeringsvorm. Dus, de conclusies volgend op de gedetailleerde beschrijving zijn hierbij expliciet opgenomen in deze gedetailleerde beschrijving, met iedere op zichzelf staande conclusie ais een afzonderlijke uitvoeringsvorm van deze uitvinding.
Voorts, terwijl sommige hierin beschreven uitvoeringsvormen sommige, maar niet andere, in andere uitvoeringsvormen inbegrepen kenmerken omvatten, zijn combinaties van kenmerken van verschillende uitvoeringsvormen bedoeld als gelegen binnen de reikwijdte van de uitvinding, en vormen deze verschillende uitvoeringsvormen, zoals zou begrepen worden door de vakman. Bijvoorbeeld, in de volgende conclusies kunnen eender welke van de beschreven uitvoeringsvormen gebruikt worden in eender welke combinatie.
In de hier voorziene beschrijving worden talrijke specifieke details naar voren gebracht. Het is hoe dan ook te begrijpen dat uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen uitgevoerd worden zonder deze specifieke details. In andere gevallen zijn welgekende werkwijzen, structuren en technieken niet in detail getoond om deze beschrijving helder te houden.
Waar in uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding wordt verwezen naar landbouw balenpersen, wordt verwezen naar machines voor het vormen van balen uit landbouw gewasmateriaal, zoals het vormen van balkvormige balen door om het even welk geschikt middel, bv. plunjers.
Waar in uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding wordt verwezen naar gewasmateriaal, wordt verwezen naar om het even welk type van biomassa dat geoogst kan worden en verpakt in balen, zoals bv hooi, kuilvoer, stro en andere.
Verwijzend naar de figuren, toont FIG. 1 een landbouw balenpers 70 die een frame 25 bevat dat voorzien is van een voorwaarts uitstekende tong 26 aan zijn voorste einde met aanhangmiddelen (niet getoond) voor het koppelen van de balenpers 70 aan een voorttrekkende tractor. Een opraapsamenstel 27 raapt een zwad gewasmateriaal op van het veld wanneer de balenpers 70 erover rijdt, bv. terwijl hij getrokken wordt door een tractor, en levert zulk materiaal in het voorste einde van een naar achteren en naar boven gebogen lading vormend aanvoerkanaal 28. Het kanaal 28 communiceert aan zijn bovenste uiteinde met een omhoog, zich naar voor-en-achter uitstrekkende balenkamer 80 waarin ladingen gewas geladen worden door een cyclisch werkend vulmechanisme 29. Een continu werkend laadmechanisme 24 aan het lager gelegen voorste einde van het aanvoerkanaal 28 voert continu materiaal aan in het kanaal 28 en drukt het samen om ervoor te zorgen dat het gewasmateriaal de vorm aanneemt van de interne configuratie van het kanaal 28 voorafgaand aan een periodieke inwerking door het vulmechanisme 29 en inbrenging in de balenkamer 80. Het aanvoerkanaal 28 kan uitgerust zijn met middelen (niet getoond) voor het bepalen of een volledige lading erin is gevormd, en voor het aansturen van het vulmechanisme 29 als antwoord daarop. Iedere actie van het vulmechanisme 29 brengt een "lading" of "vlok" gewasmateriaal vanuit het kanaal 28 in de kamer 80.
Een plunjer 13 beweegt heen en weer in een voor-en-achterwaartse richting in de baienkamer 80, in minstens een eerste gedeelte 50. Biomassa aangevoerd via net aanvoerkanaal 28 wordt daardoor verdicht, bv. samengedrukt of anders behandeld, om zo balen te vormen in de hierboven beschreven werking van de landbouwkundige balenpers 70. Balkvormige balen worden gevormd. De gevormde balen kunnen dan naar voren verplaatst worden door de heen en weer gaande beweging van de plunjer 13 om serieel en stapsgewijs doorheen de balenkamer 80 te schuiven in een voorwaartse richting D naar een ontlaaduitlaat 14, van waaruit de balen uiteindelijk uitgeworpen kunnen worden. De balenpers 70 kan verder componenten bevatten zoals een knopermechanisme voor het automatisch afbinden van de afgewerkte balen mét bv. touw of. gelijkaardig lintvormig object om ze zelfondersteunend te maken, bv. voor transport en opslag. Eens gebonden, worden de balen ontladen uit de ontlaaduitlaat 14 van de balenkamer 80 op een afvoer in de vorm van een helling, algemeen aangeduid met referentie 31, voor het voorzichtig laten zakken van de balen tot dichtbij de grondhoogte.
De uitvinding heeft betrekking op het gebruik van een specifieke en complexere vorm van de balenkamer-configuratie dan hetgeen gebruikelijk is in de stand der techniek. Dit kan optioneel gecombineerd worden met een selectie van verschillende oppervlaktepatronen op een portie van het binnenste oppervlak van ten minste één van de wanden (bovenwand, onderwand, zijwand), die dé balentrechter definiëren. Het is uiteraard duidelijk dat een theoretisch optimale configuratie sterk zou afhangen van een functie die de wrijving definieert en de dynamica van de baal onder druk, én dat zulke theoretisch optimale configuratie te complex zou kunnen zijn voor een kosten effectieve vervaardiging. Daarom verschaft de huidige uitvinding ook benaderingen van zulke optimale configuraties. Er dient ook opgemerkt te . worden dat sommige van de parameters (bv. wrijvingscoëfficiënten) kunnen afhangen van de ' omstandigheden (type gewasmateriaal, gewastoestand bv. vochtigheid). Daarom zal de gekozen configuratie doorgaans, voor de zekerheid, gekozen worden voor de slechtst denkbare parameters. Alternatief kan de voorgestelde uitvinding gebruikt worden in combinatie met een parameter-afhankelijke aanpasbare configuratie aanpak, zoals beschreven in de eveneens aanhangig gemaakte octrooiaanvraag met de titel "Gewasparameter afhankelijke aanpassing van een balenkamer-configuratie" van dezelfde aanvrager. In zulke uitvoeringsvorm verschaft de uitvinding een aanpasbare configuratie, die het best geschikt is voor het realiseren van de vereiste voorwaarden voor een veelheid van omstandigheden, in plaats van voor slechts één enkele omstandigheid.
FIG. 2 geeft een schematisch zicht op de structurele elementen die betrokken zijn bij uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding. Meer bepaaid is een baienpers 70 schematisch weergegeven, met een balenkamer 80 met een toegangszijde 180 aan de voorkant (waar het gewasmateriaai in de baienkamer wordt ingevoerd, aangeduid door de pijl 90) en een uitgangszijde 190 aan de achterkant (waar de geproduceerde balen worden verwijderd uit de machine, aangeduid door de pijl 100). De balenkamer 80 bevat een eerste gedeelte 50 waar een plunjer 13 een heen en weer gaande beweging kan maken, en een tweede gedeelte 51 dat niet bereikt kan worden door de heen en weer gaande plunjer 13. De balenkamer 80 heeft, in het tweede gedeelte, een variërende dwarsdoorsnede langs de lengte richting 110 van de balenkamer 80, in een richting gedefinieerd door de balentrechter 170. In de getoonde uitvoeringsvorm wordt de variërende dwarsdoorsnede van de balenkamer 80 verschaft door de specifieke configuratie van de bovenwand van de balenkamer 80. Dit is echter niet limiterend bedoeld voor de huidige uitvinding. In alternatieve uitvoeringsvormen kan de variërende dwarsdoorsnede van de balenkamer 80 bv. verschaft worden door een specifieke configuratie van één of meer van de zijwanden.
Een balenpers 70 volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding, zoals getoond in FIG. 2, omvat een balenkamer 80 met een bepaalde configuratie over de lengte richting 110 van de balenkamer 80. In de getoonde uitvoeringsvorm omvat de wand van het tweede gedeelte 51 van de balenkamer 80 drie verbonden secties 250, 260, 270, die over de lengte van de balenkamer 80 met elkaar verbonden zijn op een zodanige manier dat de snelheid van verandering van de dwarsdoorsneden verschillend is op ten minste drie verschillende posities langs de lengte richting 110 van de balenkamer 80. In de getoonde uitvoeringsvorm verdelen de drie secties 250, 260, 270 het tweede gedeelte 51 van de balenkamer 80 in drie zones: een eerste zone 120, een tweede zone 130 en een derde zone 140. Het zal duidelijk zijn uit de schematische tekening van FIG. 4 dat de snelheid van verandering van de dwarsdoorsnede van de balenkamer 80 in de eerste zone 120 verschillend is van de snelheid van verandering van de dwarsdoorsnede in de tweede zone 130 en in de derde zone 140.
De werkelijke configuratie van de wanden van het tweede gedeelte 51 van de balenkamer 80 kan zo gekozen worden dat daardoor een geschikt drukprofiel wordt verkregen op de baal die de balenkamer 80 verlaat, tijdens het verdichten van het gewasmateriaal tijdens de vervaardiging van de balen. , FIG. 3a, FIG. 3b en FIG. 3c geven schematisch verschillende uitvoeringsvormen van de wanden weer zoals die kunnen gebruikt worden in een balenkamer 80 van een balenpers 70 in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding. De drie uitvoeringsvormen tonen allen slechts een portie van het tweede gedeelte 51 van de balenkamer 80, meerbepaald één wand ervan, bij voorbeeld een bovenwand of een zijwand, die zodanig is dat hij aan het tweede gedeelte 51 van de balenkamer 80 een variërende dwarsdoorsnede geeft over de lengte richting 110 ervan.
In de uitvoeringsvorm weergegeven in FIG. 3a heeft de wand 240 een zacht wijzigend oppervlak, dat een snelheid van verandering van de dwarsdoorsnede van het tweede gedeelte 51 van de balenkamer 80 verschaft, dat verschillend is in ten minste drie verschillende posities over de lengte van de balenkamer 80. Drie dergelijke posities zijn, slechts bij wijze van voorbeeld, weergegeven met referentiecijfers 200, 210 en 220. Het dient opgemerkt te worden dat een raaklijn aan de wand 240 in deze punten een maat is voor de snelheid van verandering van de dwarsdoorsnede van de balenkamer 80 in dat punt. Aangezien de raaklijnen in deze punten een verschillende helling vertonen, worden verschillende snelheden van verandering verkregen in deze punten.
In uitvoeringsvormen waarbij de wand 240 een zacht wijzigend oppervlak heeft, kunnen buigingen in de wand 240 bv. vervaardigd worden door het buigen van een plaat die de wand 240 vormt.
In een uitvoeringsvorm, zoals bv getoond in FIG. 3b, omvat de wand 240 van het tweede gedeelte 51 van de balenkamer 80 een veelheid van, in de getoonde uitvoeringsvorm drie, verbonden secties 250, 250, 270, die met elkaar verbonden zijn voor het definiëren van een balentrechter 170 tussen de toegangszijde 180 aan de voorkant van de balenkamer 80 en de uitgangszijde 190 aan de achterkant van de balenkamer 80. Er is een discontinue overgang van een sectie naar een naburige sectie. Twee naburige secties kunnen uit één plaat vervaardigd worden die geplooid werd, om zo een plooi te vormen tussen de twee naburige secties. Alternatief kunnen de secties met elkaar verbonden worden door lassen, lijmen, schroeven of op elke andere geschikte manier. In een ander alternatief kunnen de secties ook scharnierend met elkaar verbonden worden.
In de richting 110 van de balentrechter 170 zijn ten minste drie van de secties 250, 250, 270 ten opzichte van elkaar verbonden op een zodanige manier dat de snelheid van verandering van de dwarsdoorsnede verschillend is in ten minste drie verschillende posities over de lengte richting 110 van de balenkamer 80, waarbij iedere positie ligt in een andere van de genoemde minstens drie secties. Wederom worden in FIG. 3b raaklijnen aan de wand 240 getoond voor drie punten 200, 210, 220, één voor elk van de secties, en aangezien de hellingen van deze lijnen verschillend zijn, is ook de snelheid van verandering van de dwarsdoorsnede van de balenkamer 80 verschillend in elk van de drie punten 200, 210, 220.
In een andere uitvoeringsvorm, zoals bv. getoond in FIG. 3c omvat de wand 240 van het tweede gedeelte 51 van de baienkamer 80 tevens een veelheid van, in de getoonde uitvoeringsvorm drie, verbonden secties 250, 260, 270,maar in deze uitvoeringsvorm zijn deze drie secties 250, 260, 270 vlakke secties. De vlakke secties 250, 260, 270 zijn met elkaar verbonden onder een hoek α, ß ten opzichte van elkaar. Iedere sectie 250, 260, 270 definieert een zone 120, 130, 140 van het tweede gedeelte 51. Door gebruik te maken van vlakke secties 250, 260, 270 is de snelheid van verandering van de dwarsdoorsnede van de balenkamer 80 in de ganse zones 120, 130, 140 gedefinieerd door iedere sectie 250, 260, 270 verschillend van de snelheid van verandering van de dwarsdoorsnede van de balenkamer 80 in een andere zones 120, 130, 140 over de lengte richting 110 van de balenkamer 80.
In bepaalde uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding, zoals bv. getoond in FIG. 3c, kan de snelheid van verandering van de dwarsdoorsnede van de balenkamer 80 in de eerste zone 120 groter zijn dan de snelheid van verandering van de dwarsdoorsnede van de balenkamer 80 in de tweede zone 130, die op zijn beurt groter kan zijn dan de snelheid van verandering van de dwarsdoorsnede van de balenkamer 80 in de derde zone 140. Op deze manier zal gewasmateriaal dat het tweede gedeelte 51 van de balenkamer binnentreedt eerst agressief samengedrukt worden in de eerste zone 120, en, terwijl het voortbeweegt doorheen de balenkamer 80 zal het minder agressief samengedrukt worden in de tweede zone 130, en zal het net voldoende druk ervaren om samengehouden te worden bij een hoge densiteit in de derde zone 140.
In alternatieve uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding, kan de snelheid van verandering van de dwarsdoorsnede van de balenkamer 80 in de eerste zone groter zijn dan de snelheid van’ verandering van de dwarsdoorsnede van de balenkamer 80 in de tweede zone, en kan de snelheid van verandering van de dwarsdoorsnede van de balenkamer 80 in de derde zone eveneens groter zijn dan snelheid van verandering van de dwarsdoorsnede van de balenkamer 80 in de tweede zone. Zulke configuratie verschaft een zone van samendrukking (eerste zone), waar gewasmateriaal sterk wordt samengedrukt, gevolgd door een zone van expansie (tweede zone), waar gewasmateriaal enigszins kan ontspannen, en dan opnieuw gevolgd door een zone van compressie (derde zone), waar het gewasmateriaal opnieuw samendrukt wordt. Bij voorkeur wordt deze derde zone opnieuw gevolgd door een zone van expansie (vierde zone, niet getoond in de voorgaande figuur), waar het gewasmateriaal opnieuw enigszins kan ontspannen, en dat aanwezig is om de baal samen te houden in een samengedrukte toestand vóór het binden.
In overeenstemming met uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding, kan ten minste één wand voorzien zijn met een patroon, bv. een 3D-patroon op de binnenzijde van de balenkamer 80. Zulk 3D-patroon fungeert ais wrijvingseiementen, om meer wrijving te verschaffen aan een baai die voorbij komt. In het algemeen kan het 3D-patroon gevormd worden door onregelmatigheden op het oppervlak van een structuur in werking zoals een wand van het tweede gedeelte 5i van de balenkamer 80, zodanig dat de ruwheid ervan wordt verhoogd. Het 3D-patroon kan bv. gevormd worden door vormen die in het metaal geponst zijn waaruit de wand is gemaakt. Voorbeelden van patronen worden getoond in FIG. 4. Als voorbeelden worden ruiten, rechthoeken en bellen getoond in de 2D voorstelling van het 3D-patroon, maar de huidige uitvinding is niet beperkt tot deze vormen. Als voorbeelden kunnen de 3D-patronen (delen van) piramiden, (delen van) cilinders en/of (delen van) bollen omvatten, of uit deze figuren bestaan. Alternatief kan het 3D-patroon verschaft worden door een veelheid van inwaarts uitstekende uitsteeksels die voorzien zijn voor het met-wrijving ingrijpen op de zijden van een baal die voorbij komt doorheen de balenkamer 80, om zo een grotere weerstand aan de verplaatsing van de baal te verschaffen naar de uitgangszijde 190 aan de achterkant, zonder overmatige zijdelingse druk uit te oefenen op de baal.
FIG. 5 toont een voorbeeld van een configuratie van een wand 240 van een tweede gedeelte 51 van een balenkamer 80, die drie rechte secties 250, 260, 270 omvat. Een 3D-patroon 300, 310 is voorzien aan de binnenkant van de balenkamer 80, in de uitvoeringsvorm slechts getoond op twee verschillende locaties. In het getoonde voorbeeld is het type van patroon 300, 310 verschillend in minstens twee verschillende zones over de lengte van de balenkamer 80, en verschaft dus verschillende inklemmings- of wrijvingseigenschappen op verschillende locaties.
In een andere uitvoeringsvorm getoond in FIG. 6 (met of zonder combinatie met patroon selectie) zijn de minstens drie secties 250, 250, 270 zodanig verbonden dat over de lengte richting 110 van de balenkamer 80 een eerste zone 120 met een eerste snelheid van verandering van de dwarsdoorsnede van de balenkamer 80 wordt gevolgd door een tweede zone 130 met een tweede snelheid van verandering van de dwarsdoorsnede van de balenkamer 80 die kleiner is dan de eerste snelheid van verandering , en de tweede zone 130 wordt gevolgd door een derde zone 140 met een derde snelheid van verandering van de dwarsdoorsnede van de balenkamer 80 die groter is dan de tweede snelheid van verandering, maar kleiner is dan de eerste snelheid van verandering . Het eindresultaat is een balenkamer 80 met een wand 240, gemaakt uit secties die het gewasmateriaal meer agressief samendrukken (A), gevolgd door secties die milder zijn (B). De agressievere secties A
worden geleidelijk milder langs de wand in het licht van de hogere druk van het verdicht gewasmateriaal. In verdere uitvoeringsvormen kunnen 3D-patronen aan ten minste sommige van de secties toegevoegd worden, bv. 3D-patronen op één of meerdere van de mildere secties B.
De uitvoeringsvorm getoond in FIG. 6 wordt weergegeven in een voorstelling die aan de linkerkant (verticale as) de afmetingen van de dwarsdoorsnede van de balenkamer 80 toont, en aan de onderkant (horizontale as) de positie van ieder onderdeel over de lengte richting van de baienkamer 80. Men kan zien dat in deze uitvoeringsvorm de wand 240 van het tweede gedeelte 51 acht secties bevat, die onder verschillende hoeken met elkaar verbonden zijn.
In een andere uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding, (niet weergegeven in de tekeningen), omvat de balenkamer 80 een veelheid van verbonden secties 250, 260, 270, waarvan ten minste twee onderling scharnierbaar met elkaar verbonden zijn. Die scharnieren kunnen zich bv. bevinden op de verbindingsribben tussen twee naburige secties. De scharnierbaarheid van twee naburige secties laat herconfiguratie van de wand toe, door het wijzigen van een hoek ingesloten tussen twee naburige secties. Op deze manier kunnen de agressiviteit van de samendrukking in een . samendrukkingszone en/of de mate van ontspanning in een ontspanningszone gewijzigd worden (bv. gebruik makend van een hydraulische of elektrische actuator). Zulke wijziging kan bij voorbeeld verwezenlijkt worden gebaseerd op een gewasparameter zoals het type gewas, de vochtigheid van het gewas dat geoogst wordt, enz.
In alternatieve uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding waar een wand 240 een veelheid van secties omvat, kunnen dergelijke secties vast met elkaar verbonden zijn, bv. door lassen of door een schroefverbinding. Of, in een nog ander alternatief, kunnen twee naburige secties gemaakt zijn . uit één enkele plaat, waarbij een discontinue overgang in de plaat is voorzien tussen de twee naburige secties, bv. door te plooien.
Knikken, bv. een discontinue overgang tussen naburige secties, in de wanden van hët tweede' gedeelte 51 van de balenkamer 80 kunnen tegelijk worden toegepast op de bovenwand en de zijwanden. In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding kunnen dergelijke knikken in verschillende wanden uitgelijnd zijn met betrekking tot de lengterichting 110 van de balenkamer 80. In alternatieve uitvoeringsvormen zijn knikken in één van de wanden niet uitgelijnd met knikken in ten minste één andere wand van de balenkamer 80.
In overeenstemming met uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding, zou het aantal knikken in een wand, dus het aantal secties van een wand heel groot kunnen zijn, bv. meer dan 10, of meer dan 20, zelfs meer dan 50, of zelfs meer dan 100. In dat geval zouden heel korte secties B (milde secties) kunnen voorzien worden tussen iedere twee naburige samendrukkingssecties A. Een sectie is een milde sectie indien deze sectie compressie van gewasmateriaal doorvoert op een minder agressieve manier dan een naburige sectie.
De onderhavige uitvinding verschaft ook werkwijzen voor het bepalen van een verbeterde of optimale configuratie van een balenkamer, voor gebruik in een balenpers voor het vervaardigen van uaien van geoogst gewasmateriaal. De werkwijze omvat een stap van het ontvangen van een vereiste druk op de baal die de balenkamer verlaat bij het samendrukken van gewasmateriaal tijdens het produceren van balen, een vereiste wrijving tussen de baai en het binnenopperviak van de balenkamer, en een maximaal toegelaten druk op de plunjer; een verdere stap van het ontvangen van fysische parameters gerelateerd aan het gedrag van het geoogst gewasmateriaal onder druk en de wrijving tussen de baal en het binnenopperviak van de balenkamer; een verdere stap van het ontvangen van ontwerpparameters van de balenkamer; een stap van het bepalen voor een eerste configuratie van de balenkamer van de verkregen druk op de baal over de lengte richting van de balenkamer, en de verkregen wrijving tussen de baal en het binnenopperviak van de balenkamer, en de totale druk op de plunjer door het combineren van de fysische parameters met de geometrische informatie van de eerste configuratie; een stap van het vergelijken van op die manier bepaalde waarden van de druk, wrijving en totale plunjerdruk met de vereiste bepaalde druk, wrijving en totale plunjerdruk waarden, en indien nodig, bv. als één van de bepaalde waarden een maximaal aanvaardbare waarde overschrijdt, of als de vereiste druk niet wordt bereikt, een stap van het kiezen van een andere configuratie met een gewijzigde geometrie en het herhalen van de stappen van bepalen, vergelijken en aanpassen totdat een acceptabele oplossing is gevonden.
FIG. 7 toont de verschillende krachten betrokken bij het geheel proces, en de verschillende projecties nodig in de berekeningen. FIG. 7 toont één enkele sectie 250 van een wand 240 van een tweede gedeelte 51 van een balenkamer 80. De kracht Ftot is de kracht die bijdraagt tot de totaal ervaren druk (te verkrijgen als een integraal over de gehele baallengte) op de plunjer 13, in de richting bepaald door de lengte richting 110 van de balenkamer 80. Deze kracht omvat de wrijvingskracht Ff die op de baal werkt door wrijving tussen de wand en de baal, zoals geprojecteerd (Ff proj) en de drukkracht Fpop de baal door de wand die een druk uitoefent op de baal, eveneens zoals geprojecteerd (Fp_proj).
In een uitvoeringsvorm ervan, worden de stappen van het ontvangen, bepalen en vergelijken uitgevoerd door een computer systeem. De voorgestelde werkwijze kan verwezenlijkt worden als een computer geïmplementeerde werkwijze op om het even welk computersysteem, bv. een computer systeem voor algemeen gebruik, in om het even welke geschikte programmeertaal of commando-script (bv. Fortran, Pascal, C, C++, Matlab) of ingebed in een bestaand rekenblad programma (bv.
Excel). Eén van de bijdragen van de huidige uitvinding is het herkennen dat het ingewikkelde probleem waarmee men geconfronteerd wordt, meerbepaald de veelheid aan doelstellingen die gehaald moeten worden, bv. een harde beperking op de plunjerdruk (maximum), een harde beperking op de wrijving (minimum) en een doelstelling op de druk die de baal ervaart over de lengte van de baienkamer (zo hoog mogelijk), in combinatie met fenomenen met ingewikkelde modeiien (wrijving, reactie op het geoogst gewasmateriaal wanneer het verdicht wordt) en de geometrische aspecten (projecties) van het probleem, een systematische aanpak vereist, die het mogelijk maakt voor computer ondersteunde realisaties. Het is verder een bijdrage van de uitvinding om zich te realiseren dat een meer gedetailleerde behandeling van het probleem tot ingewikkeldere profielen leidt.
In een verdere uitvoeringsvorm ervan, kan ook de stap van het selecteren van een andere configuratie (bv. voorgesteld door een eindige elementen methode) uitgevoerd worden door een computer systeem. Het vinden van een verbeterde of optimale configuratie is een multi-objectief multi-restricties optimisatie probleem in een multi-parameter ruimte (inderdaad, een configuratie' kan gedefinieerd worden als een veelheid van posities langsheen de lengte van de balenkamer). Gebruik maken van optimisatie algoritmen voor het sturen van het zoeken naar een configuratie kan daarom nodig zijn. Er dient opgemerkt te worden dat niet noodzakelijk een optimale continue curve wordt gezocht. Men kan sommige karakteristieken van de configuratie (bv. enkele vlakke secties) voorselecteren, en bv. het zoeken beperken tot het bepalen van de hoeken ertussen of de hoek en de lengte van iedere sectie. Er dient opgemerkt te worden, dat in het geval een configuratie wordt, gezocht die gebruikt kan worden met een variabele configuratie techniek, in feite enkel meer beperkingen worden opgelegd, namelijk de beperkingen voor iedere configuratie.
In bepaalde uitvoeringsvormen kan de huidige uitvinding gebruikt worden in combinatie met een parameter-afhankelijke aanpasbare configuratie aanpak, zoals beschreven in de eveneens aanhangig gemaakte octrooiaanvraag met de titel "Gewasparameter afhankelijke aanpassing van een balenkamer-configuratie" van dezelfde aanvrager. In zulke uitvoeringsvorm verschaft de uitvinding een aanpasbare configuratie door het wijzigen van een buigingshoek, bij voorbeeld mogelijk gemaakt door scharnieren tussen de verschillende secties die dus buigingen vormen, die het best geschikt is voor het realiseren van de vereiste condities voor een veelheid van omstandigheden, in plaats van voor slechts één enkele omstandigheid.

Claims (8)

  1. 5.- Een balenpers (70) volgens conclusie 2 of 3, waarin de ten minste drie secties (250, 250, 270) zodanig verbonden zijn dat langs de lengte richting (110) van de balenkamer (80) een eerste zone (120) met een eerste snelheid van verandering van de dwarsdoorsnede van de balenkamer (80) wordt gevolgd door een tweede zone (130) met een tweede snelheid van verandering van de dwarsdoorsnede van de balenkamer (80) die kleiner is dan de eerste snelheid van verandering , en de tweede zone (130) wordt gevolgd door een derde zone (140) met een derde snelheid van verandering van de dwarsdoorsnede van de balenkamer (80) die groter is dan de tweede snelheid van verandering .
  2. 5,- Een balenpers (70) volgens conclusie 5, waarbij de derde snelheid van verandering kleiner is dan de eerste snelheid van verandering .
  3. 7. Een balenpers (70) volgens één der conclusies 2-5, waarbij ten minste twee van de secties (250, 260, 270) scharnierend verbonden zijn met elkaar.
  4. 8. Een balenpers (70) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij ten minste één wand (240) is voorzien met een 3D-patroon (300, 310) aan de binnenzijde van de balenkamer (80).
  5. 9. Een balenpers (70) volgens conclusie 8, waarbij het 3D-patroon (300, 310) verschillend is in ten minste twee verschillende zones van de balenkamer (80).
  6. 10. Een balenpers (70) volgens conclusie 2, waarbij ten minste één van de ten minste drie verbonden secties (250, 250, 270) geen vlakke sectie heeft, en waarbij de ten minste drie verbonden secties (250, 250, 270) ieder ten opzichte van elkaar onder een hoek (α, ß) verbonden zijn, waarbij deze hoeken zodanig gekozen zijn dat de snelheid van verandering van de dwarsdoorsnede van de balenkamer (80) in de zone gedefinieerd door iedere sectie verschillend is langs de lengte richting (110) van de balenkamer (80).
  7. 11. Een balenpers (70) volgens conclusie 10, waarbij de ten minste één van de ten minste drie verbonden secties (250, 260, 270) een zacht wijzigend oppervlak heeft.
  8. 12. Een balenpers (70) volgens conclusie 11, waarbij het zacht wijzigend oppervlak vervaardigd wordt door het buigen van de wand van de ten minste één van de ten minste drie verbonden secties (250, 260, 270).
BE2012/0032A 2012-01-16 2012-01-16 Verbeterde balenkamer configuraties. BE1020369A3 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2012/0032A BE1020369A3 (nl) 2012-01-16 2012-01-16 Verbeterde balenkamer configuraties.
EP13151313.7A EP2614704B1 (en) 2012-01-16 2013-01-15 Improved bale chamber configurations
US13/742,290 US8807024B2 (en) 2012-01-16 2013-01-15 Bale chamber configurations

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2012/0032A BE1020369A3 (nl) 2012-01-16 2012-01-16 Verbeterde balenkamer configuraties.
BE201200032 2012-01-16

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1020369A3 true BE1020369A3 (nl) 2013-08-06

Family

ID=47501033

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2012/0032A BE1020369A3 (nl) 2012-01-16 2012-01-16 Verbeterde balenkamer configuraties.

Country Status (3)

Country Link
US (1) US8807024B2 (nl)
EP (1) EP2614704B1 (nl)
BE (1) BE1020369A3 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US11412663B2 (en) 2015-07-14 2022-08-16 Cnh Industrial America Llc Rectangular baler having a wall positioning system and wall positioning method
US10064339B2 (en) * 2015-12-02 2018-09-04 Agco Corporation System and method for controlling bale weight
US10945377B2 (en) * 2018-02-13 2021-03-16 Deere & Company Baler with segmented tension panels
US20230200304A1 (en) * 2021-12-29 2023-06-29 Cnh Industrial America Llc Agricultural baler with reduced friction bale-contacting surfaces

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2910932A (en) * 1955-04-26 1959-11-03 Massey Ferguson Inc Bale tension adjusting mechanism
DD287188A5 (de) * 1989-08-22 1991-02-21 Kombinat Fortschritt Landmaschinen Veb Erntemaschinen Neustadt,De Regeleinrichtung fuer die pressdichte an ballenpressen
EP0745320A1 (en) * 1995-05-31 1996-12-04 Maasland N.V. A bale press
US5735199A (en) * 1996-10-04 1998-04-07 Hay & Forage Industries Four-side squeeze mechanism for extrusion-type square baler
US20100224085A1 (en) * 2009-03-05 2010-09-09 Hoover Larry L Hydraulically or manually controlled side tension rails to control bale length variation in a 14" x 18" square bale chamber

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE287188C (nl)
US4125071A (en) * 1976-08-05 1978-11-14 Sperry Rand Corporation Bale shape control means
US4489648A (en) * 1984-01-18 1984-12-25 Sperry Corporation Baler density control mechanism
GB8508004D0 (en) * 1985-03-27 1985-05-01 British Res Agricult Eng Balers
US5365838A (en) * 1989-11-02 1994-11-22 Valentino Valentini Machine for the extraction of juice from grapes

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2910932A (en) * 1955-04-26 1959-11-03 Massey Ferguson Inc Bale tension adjusting mechanism
DD287188A5 (de) * 1989-08-22 1991-02-21 Kombinat Fortschritt Landmaschinen Veb Erntemaschinen Neustadt,De Regeleinrichtung fuer die pressdichte an ballenpressen
EP0745320A1 (en) * 1995-05-31 1996-12-04 Maasland N.V. A bale press
US5735199A (en) * 1996-10-04 1998-04-07 Hay & Forage Industries Four-side squeeze mechanism for extrusion-type square baler
US20100224085A1 (en) * 2009-03-05 2010-09-09 Hoover Larry L Hydraulically or manually controlled side tension rails to control bale length variation in a 14" x 18" square bale chamber

Also Published As

Publication number Publication date
US20130180418A1 (en) 2013-07-18
EP2614704A1 (en) 2013-07-17
US8807024B2 (en) 2014-08-19
EP2614704B1 (en) 2018-05-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1020370A3 (nl) Gewasparameter afhankelijke aanpassing van een balenkamer-configuratie.
BE1020369A3 (nl) Verbeterde balenkamer configuraties.
BE1021150B1 (nl) Werkwijze voor het verwerken van belastingssignaal van een balenpers
RU2697048C2 (ru) Пресс-подборщик и способ усовершенствованного манипулирования тюком
EP2403328B1 (en) Mechanism for applying tension to a bale in the bale case of an agricultural baler
BE1020297A3 (nl) Verstelbaar toevoerkanaal in een balenpers.
BE1021120B1 (nl) Dichtheidsbesturingssysteem
BE1021151B1 (nl) Belastingssensor voor een balenpers voor gebruik in de landbouw
BE1020738A3 (nl) Vierkanten balenpers.
US8794136B2 (en) Robust bale ejector system
BE1026252B1 (nl) Beweging van een hogedensiteitsplunjer
BE1022659B1 (nl) Balenpers voor gebruik in de landbouw met een gedeeltelijke baaluitstoter
US9622417B2 (en) Tailgate motion adjustment system
BE1024103B1 (nl) Balenpers voor landbouwtoepassingen met verlengd baaluitstootsysteem
US9526213B2 (en) Agricultural square baler
BE1020764A3 (nl) Balenpers voor gebruik in de landbouw met verbeterde positionering van de wrijvings-of vochtigheidssensor.
BE1020598A3 (nl) Wrijvingsblokken voor een rechthoekige balenpers.
EP3756448A1 (en) Round baler crop distribution system
BE1022884B1 (nl) Intrekbare blokken in de deuren van een grote vierkantebalenpers
BE1026120B1 (nl) Landbouwbalenpers
BE1022644B1 (nl) Gewasverwerkingsgeheel voor een landbouwmachine
BE1026250B1 (nl) Intelligente baalvorming
NL8801271A (nl) Balenpers.
US10314238B2 (en) Block baling press
WO2024003738A1 (en) Baler

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20200131