NL8801271A - Balenpers. - Google Patents

Description

4, D HO/AM/1 Struijk

BALENFERS

De uitvinding heeft betrekking op een balenpers, voorzien van een verrijdbaar gestel, een persruimte, toevoer-middelen voor het toevoeren van te persen materiaal, bijvoorbeeld hooi en dergelijke aan de persruimte, een in de pers-05 ruimte beweegbaar persorgaan voor het intermitterend samenpersen van het materiaal en middelen voor het omwikkelen van een geperste baal.

Een dergelijke balenpers is algemeen bekend. De balenpers wordt gebruikt om op het land het te persen materiaal 10 op te nemen, samen te persen, tot een baal te bundelen en vervolgens uit te werpen. Tijdens de bovengenoemde handelingen wordt de balenpers in langzaam tempo over het land verreden, het materiaal in de tapsgewijs verlopende tunnelvormige persruimte samengeperst, en als balen aan de achterzijde uit-15 geworpen. Dit uitwerpen geschiedt doordat de gevormde baal door de daaropvolgende hoeveelheid materiaal naar buiten wordt gedrukt. Een probleem bij een dergelijke balenpers is dat na het vormen van de laatste baal een hoeveelheid materiaal, bijvoorbeeld ter grootte van een baal, in de persruim-20 te achterblijft. Wanneer het persen van de balen bijvoorbeeld geschiedt in opdracht door een zogenaamd loonwerkersbedrijf, heeft dit tot gevolg dat de hoeveelheid materiaal meegenomen wordt naar een volgende opdrachtgever. Dit is een bezwaar aangezien een dergelijke baal een relatief grote waarde ver-25 tegenwoordigt.

Het is het doel van de uitvinding middelen te verschaffen opdat ook een laatste hoeveelheid materiaal uit de persruimte wordt afgevoerd.

Dit wordt volgens de uitvinding bereikt door langs 30 een langswand van de persruimte beweegbare, een baal transporterende transportorganen.

Nadat de voorlaatste baal is gevormd en afgevoerd kunnen de transportorganen in bedrijf worden gesteld, zodat , 8 8 0127 f * -2- ' * de hoeveelheid materiaal in de persruimte wordt afgevoerd. Alle materiaal dat verzameld is op het land van een opdrachtgever komt dus daadwerkelijk die opdrachtgever ten goede.

De transportorganen zijn bij voorkeur zwenkbaar 05 tussen een werkzame vanaf de wand uitstekende en een onwerkzame in de wand verzonken stand. In de buiten-bedrijfstand is de wand derhalve vlak en vormt geen obstakel voor het afvoeren van de gevormde baal.

Bij voorkeur bestaan de transportorganen uit met 10 elkaar gekoppelde steekorganen. De steekorganen steken in de samengeperste hoeveelheid materiaal en bewegen deze naar de afvoerzijde.

Bij een balenpers met een bodemwand uit in langsrichting naast elkaar geplaatste kokerbalken, vertonen koker-15 balken in de naar de persruimte gerichte zijde bij voorkeur een gleuf, zijn er in de kokerbalken lagers aangebracht waarover steunorganen voor de transportorganen in langsrichting beweegbaar zijn, een en ander zodanig dat de transportorganen in hun werkzame stand door de gleuf tot buiten het bovenvlak 20 van de kokerbalk steken.

De transportorganen staan onder veerspanning.

Voor de aandrijving van de steunorganen kan gebruik worden gemaakt van een hydraulische plunjer-cilinderinrich-ting.

25 De uitvinding kan gemakkelijk toepassing vinden op reeds bestaande balenpersen door het aanbrengen in de kokerbalken van een gleuf en het vervolgens daarin plaatsen van een transporteenheid bestaande uit evenwijdig aan elkaar opgestelde balkvormige steunorganen, voorzien van ten opzichte 30 van die steunorganen zwenkbare in langsrichting op afstand van elkaar geplaatste transportorganen, en middelen voor het onder voorspanning brengen van de transportorganen.

De steunorganen zijn voorzien van koppelmiddelen voor aansluiting op aandrijfmiddelen, bijvoorbeeld in de vorm 35 van een plunjer-cilindereenheid.

De uitvinding wordt aan de hand van de tekeningen van een uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt.

In de tekeningen toont: .8801271 Λ *= -3-

Fig. 1 een doorsnedeaanzicht van een balenpers volgens de uitvinding, fig. 2 een doorsnedeaanzicht van de bodemwand van de balenpers volgens de uitvinding, en 05 fig. 3 een perspectivisch aanzicht van een deel van de persruimte van de balenpers volgens fig. 1.

De balenpers l is op de gebruikelijke wijze voorzien van een verrijdbaar gestel 2. In de richting van de pijl in fig. 1 wordt de balenpers door bijvoorbeeld een trekker 10 over het land voortgetrokken. De persruimte 3 wordt door middel van de toevoermiddelen 4 in de vorm van een transportband al rijdend gevuld met samen te persen materiaal, bijvoorbeeld hooi. In de persruimte is de persplunjer 5 beweegbaar, die op gezette tijden intermitterend het verzamelde materiaal samen-15 perst. Het samengeperste materiaal wordt met behulp van de omwikkelmiddêlen 6 verenigd tot een baal. Vervolgens kan met behulp van de bedieningsmiddelen 7, bijvoorbeeld een hydraulische plunjer-cilinder, een achterklep 8 omlaag bewogen en de gevormde baal afgelegd worden.

20 Balenpersen zoals die in het voorgaande zijn be schreven, zijn in algemeen bekend.

Volgens de uitvinding zijn de kokerbalken 12, 12', 12'* ... die de wanden vormen aan de bodemwandzijde voorzien van een gleuf 13. In de kokerbalk is een transporteenheid be-25 staande uit een tweetal evenwijdig aan elkaar opgestelde kokervormige steunorganen 15, 16 beweegbaar over een glijlager 14. Ten opzichte van de steunorganen 15, 16 is telkens een transportorgaan 10, 10', 10'' ... zwenkbaar rond een zwenk-punt, bijvoorbeeld 11 (zie fig. 2). De transportorganen 10, 30 10', 101 r ... zijn zwenkbaar tussen de vanuit de bodemwand 9 uitstekende, in de figuren 2 en 3 getekende werkzame stand en een omlaaggeklapte in fig. 1 getekende onwerkaame stand. Elk transportorgaan 10, 10', 1011 ... staat onder voorspanning van een veer bijvoorbeeld 19. De steunorganen 15, 16 worden 35 in langsrichting aangedreven door de plunjer-cilindercombina-tie 17. Deze is door middel van de koppeling 18 met de steunorganen 15, 16 verbonden.

De werking is als volgt. Wanneer de steunorganen .880f171 -4- 15, 16 in beweging worden gebracht door de plunjer-cilinder-eenheid 17 bewegen deze in de richting van de pijl in fig.

2. Dit heeft tot gevolg dat de steunorganen 15, 16 in de koker balk 12 bewegen en onder invloed van de veer 19 de steun-05 organen 10 respectieveljk 10', 10'' ... omhoog zwenken naar de in de figuren 2 en 3 getekende stand. Bij het verdere transport wordt daardoor het aanwezige materiaal in de persruimte 3 in een aan de rijrichting tegengestelde richting bewogen naar de achterzijde toe. Vervolgens bewegen de steunor-10 ganen 15, 16 in tegengestelde richting waarbij doordat de transportorganen 10, 10', 10'' aanslaan tegen de rand van de gleuf, bijvoorbeeld 20, 20', 201' ... weer omlaag worden gedrukt naar de onwerkzame in fig. 1 getekende stand. Daarmede is de transportcyclus voltooid. Deze transportcyclus wordt op 15 de beschreven reciproke wijze herhaald tot al het materiaal is uitgeworpen.

.Θ 8 0 1271

Claims (8)

1. Balenpers (1), voorzien van een verrijdbaar gestel (2), een persruimte (3), toevoermiddelen (4) voor het toevoeren van te persen materiaal, bijvoorbeeld hooi en dergelijke aan de persruimte (3), een in de persruimte (3) be- 05 weegbaar persorgaan (5) voor het intermitterend samenpersen van het materiaal en middelen (6) voor het omwikkelen van een geperste baal, gekenmerkt door langs een langswand (9) van de persruimte (3) beweegbare, een baal transporterende trans-portorganen (10, 10', 101' .,.).

2. Balenpers (l) volgens conclusie 1, met het ken merk, dat de transportorganen (10, 10', 10'' ...) zwenkbaar (11) zijn tussen een werkzame vanaf de wand (9) uitstekende en een onwerkzame, in de wand verzonken stand.

3. Balenpers (1) volgens conclusie 1-2, met het 15 kenmerk, dat de transportorganen (10, 10', 10·1 ...) bestaan uit met elkaar gekoppelde steekorganen.

4. Balenpers (1) volgens conclusie 1-3, met een bo-demwand uit in langsrichting naast elkaar geplaatste koker-balken (12, 12’, 12*' ...), met het kenmerk, dat kokerbalken 20 (12, 121, 12'' ...) in de naar de persruimte (3) gerichte zijde een gleuf (bv. 13) vertonen, in die kokerbalken een lager (14) is aangebracht, waarover steunorganen (15, 16) voor de transportorganen (10, 10', 10'' —) in langsrichting beweegbaar zijn, zodanig dat de transportorganen in hun werkza- 25 me stand door de gleuf (13) tot buiten het bovenvlak (9) van de kokerbalk steken.

5. Balenpers (1) volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat elk transportorgaan (10) onder veerspanning (19) staat.

6. Balenpers (1) volgens conclusie 4, met het ken merk, dat de steunorganen (15, 16) aandrijfbaar verbonden zijn met een hydraulische plunjer-cilinderinrichting (17).

7. Transporteenheid ten gebruike bij een balenpers (1) volgens conclusie 1-6, gekenmerkt door evenwijdig aan el- 35 kaar opgestelde balkvormige steunorganen (15, 16), ten opzichte van die steunorganen zwenkbare, in langsrichting op ^ 880 1271 -6- 4 afstand van elkaar geplaatste, transportorganen (10, 10', 10'' ...) en middelen (19) voor het onder voorspanning brengen van de transportorganen.

8. Transporteenheid volgens conclusie 7, gekenmerkt 05 door met de steunorganen verbonden koppelmiddelen (18) voor aansluiting op aandrijfmiddelen. .8801271