BE1019437A3 - Gemotoriseerd opvouwbaar paneelsysteem. - Google Patents

Abstract

De huidige uitvinding beschrijft een gemotoriseerd opvouwbaar paneelsysteem (11) met minstens twee panelen (1, 10) voor het afschermen van een raam of deuropening, waarbij de panelen draaibaar en/of verplaatsbaar zijn tussen een opgevouwen en een uitgevouwen stand, in welke uitgevouwen stand de panelen in eenzelfde vlak gelegen zijn en onderling een hoek vertonen van nagenoeg 180°, waarbij het paneelsysteem (11) een motor (4) en overbrengingsmiddelen bevat voor het uitoefenen van een kracht op het tweede paneel (10), welke kracht een draaimoment veroorzaakt op het tweede paneel (10) wanneer het zich in de uitgevouwen stand bevindt, waardoor vastzitten wordt vermeden.

Description

GEMOTORISEERD OPVOUWBAAR PANEELSYSTEEM

DOMEIN VAN DE UITVINDING

De uitvinding betreft een gemotoriseerd opvouwbaar paneelsysteem voor het minstens gedeeltelijk afschermen of onthullen van een raam of een deur opening, dat panelen omvat die door middel van een motor tussen een opgevouwen en een uitgevouwen stand kunnen bewegen, en waarbij de panelen in de uitgevouwen stand nagenoeg in eenzelfde vlak liggen.

STAND VAN DE TECHNIEK

Opvouwbare paneelsystemen met twee of vier panelen die op een harmonica-achtige wijze met elkaar verbonden zijn, en handmatig bediend worden, zijn gekend. Ook gemotoriseerde paneelsystemen zijn gekend. Vaak bevatten zulke paneelsystemen twee of meer geleiders, voor het ophangen van de panelen, en voor het bepalen van de posities waarin de panelen zich kunnen bevinden. Een probleem met dergelijke systemen is echter dat de panelen in de uitgevouwen stand doorgaans niet in eenzelfde vlak liggen, maar onderling een bepaalde hoek van bv 170° ten opzichte van elkaar vertonen, om blokkering van de panelen te voorkomen bij het openen van de panelen vanuit de uitgevouwen stand.

EP1816298 beschrijft een paneelsysteem met minstens vier panelen waarbij de panelen in de uitgevouwen stand wel in eenzelfde vlak gelegen zijn. Een nadeel van deze oplossing is echter dat er minstens twee motoren nodig zijn, hetgeen het systeem duur maakt.

ONTHULLING VAN DE UITVINDING

Het is een doel van de huidige uitvinding om een alternatief gemotoriseerd opvouwbaar paneelsysteem te verschaffen met één enkele motor, voor het minstens gedeeltelijk afschermen of onthullen van een raam of een deur opening, waarbij de panelen tussen een opgevouwen en een uitgevouwen stand kunnen bewogen worden zonder te blokkeren, en waarbij de panelen in de uitgevouwen stand nagenoeg in eenzelfde vlak liggen.

Dit doel wordt bereikt door een paneelsysteem met de kenmerken van de eerste conclusie.

Daartoe verschaft de huidige uitvinding een gemotoriseerd opvouwbaar paneelsysteem voor het minstens gedeeltelijk afschermen of onthullen van een raam of een deur opening, welk paneelsysteem minstens twee panelen omvat die draaibaar en/of verplaatsbaar zijn tussen een opgevouwen stand en een uitgevouwen stand, in welke uitgevouwen stand de minstens twee panelen nagenoeg in eenzelfde vlak gelegen zijn, het paneelsysteem omvattende: - een eerste paneel draaibaar verbonden aan een onderste en een bovenste vast punt; - een tweede paneel waarvan een eerste opstaande zijde scharnierend verbonden is met het eerste paneel en waarvan een tweede opstaande zijde verplaatsbaar en draaibaar verbonden is met een geleidingssysteem aan een onderste en een bovenste bevestigingspositie; - een motor en overbrengingsmiddelen voor het uitoefenen van een kracht dit aangrijpt op een meeneempunt van het tweede paneel, waarbij het meeneempunt gelegen is op minstens een vooraf bepaalde afstand d1 ten opzichte van de onderste en de bovenste bevestigingspositie gemeten in een richting loodrecht op het tweede paneel, en waarbij de kracht nagenoeg evenwijdig gericht is aan een lengterichting van het geleidingssysteem, zodanig dat door de kracht een draaimoment wordt uitgeoefend op het tweede paneel wanneer het zich in de uitgevouwen stand bevindt.

Door het verschaffen van een motor en overbrengingsmiddelen die een kracht kunnen uitoefenen op het tweede paneel, welke kracht nagenoeg evenwijdig is aan het geleidingssysteem en die aangrijpt op een meeneempunt dat gelegen is op een vooraf bepaalde afstand d1 ten opzichte van de bevestigingsposities van het tweede paneel, wordt bij het activeren van de motor, op het tweede paneel, wanneer het zich in de uitgevouwen stand bevindt, een draaimoment uitgeoefend waardoor het tweede paneel zal roteren t.o.v. een opstaande as (bv zijn opstaande symmetrie-as). Hierdoor wordt de gekende blokkade van panelen die in eenzelfde vlak liggen, zoals gekend in de stand der techniek, opgeheven.

De uitvinder heeft vastgesteld dat voor het paneelsysteem volgens de uitvinding één motor (met een draaimoment van bv 80 Nm) kan,volstaan om vastzitten van de panelen vanuit de uitgevouwen stand op te heffen. Aangezien de motor een niet verwaarloosbaar onderdeel van de totale kostprijs van het paneelsysteem uitmaakt, is dit een belangrijke kostenbesparing ten opzichte van systemen waarbij twee motoren nodig zijn. Tevens is er minder kans op defecten.

Door de kracht uit te oefenen in een lengterichting van het geleidingssysteem kan bovendien een overbrengingsmechanisme (bv een hefboom) gebruikt worden met een vaste lengte, waardoor een uitschuifbare hefboom vermeden kan worden. Bij gekende systemen vertonen zulke uitschuifbare hefbomen immers vaak problemen, omdat ze kunnen blokkeren, of zelfs breken.

Bij voorkeur hebben het eerste en tweede paneel een vooraf bepaalde breedte B, en is de verhouding van de vooraf bepaalde afstand d1 tot de breedte B een verhouding van 10%-30%, bij voorkeur een verhouding van 15% - 25%.

De uitvinder heeft vastgesteld dat zulke verhouding een optimale verhouding is, omdat een te kleine verhouding (bv <10%) de kans op blokkeren van het paneelsysteem doet toenemen, tenzij een motor met een groter koppel wordt gebruikt (bv > 80Nm) wat het systeem duurder maakt. Bij een te grote verhouding (bv >30%) kan het paneelsysteem niet meer eenvoudig bevestigd worden aan de gevel van een gebouw zonder dat het zou uitsteken buiten de gevel.

Bij voorkeur omvatten de overbrengingsmiddelen een rechte aandrijfrail evenwijdig gemonteerd met het geleidingssysteem voor het geleiden van een aandrijfwagen die ingrijpt op het meeneempunt, waarbij de aandrijfwagen wordt verplaatst door een tandriem of een ketting of een kabel die zich in de aandrijfrail bevindt, en die wordt aangedreven door de motor.

Een rechte aandrijfrail is veel eenvoudiger te vervaardigen en te plaatsen, en dus goedkoper dan een gebogen aandrijfrail, zoals soms gebruikt wordt in gekende paneelsystemen.

Bij voorkeur is aan de aandrijfwagen een hefboom bevestigd, en is op het meeneempunt een meeneemwiel draaibaar bevestigd aan het tweede paneel, waarbij de hefboom ingrijpt op het meeneemwiel voor het uitoefenen van de kracht op het tweede paneel.

De uitvinder heeft vastgesteld dat een aandrijfwagen die zich kan verplaatsen in de aandrijfrail, en die ingrijpt op het meeneempunt, waar bij voorkeur een meeneemwiel is geplaatst, een zeer praktische, robuuste en goedkope manier is om de kracht en bijhorend draaimoment te verschaffen, Bovendien is dit systeem eenvoudig te produceren en te plaatsen. Door een draaibaar meeneemwiel te voorzien, is de wrijving met de hefboom minimaal, zodat deze nagenoeg geen slijtage ondervindt, en dus onderhoudsvrij is.

Bij voorkeur omvat het geleidingssysteem een onderste en een bovenste geleidingsrail, evenwijdig met elkaar en op een afstand H boven elkaar gemonteerd, voor het bevestigen van de minstens twee panelen aan de bevestigingsposities.

Op deze manier worden de panelen zowel onderaan als bovenaan in positie gehouden, waardoor een rechtopstaande positie van de panelen kan worden verkregen, met een minimaal risico voor buiging van het paneel.

Bij voorkeur omvatten de onderste en bovenste geleidingsrail een U-vormig profiel, en is het tweede paneel draaibaar en verplaatsbaar gekoppeld aan de onderste geleiderail door middel van een loopwiel, en aan de bovenste geleidingsrail door middel van een loopwagen.

Op deze manier wordt het gewicht van de panelen gedragen door de bovenste geleiderail, waardoor stof of vuil in de onderste geleiderail geen belemmering zal opleveren. Door een loopwagen te voorzien bovenaan kan het gewicht van het paneel verdeeld worden over meerdere wielen, waardoor de wrijving afneemt, en de verplaatsing soepeler verloopt.

In een uitvoeringsvorm van het paneelsysteem omvat het paneelsysteem volgens de uitvinding verder minstens een derde en een vierde paneel, waarbij het derde paneel scharnierend verbonden is tussen het eerste paneel en het vierde paneel, en waarbij het vierde paneel scharnierend verbonden is tussen het derde paneel en het tweede paneel, en waarbij het derde en vierde paneel verplaatsbaar en draaibaar bevestigd zijn aan het geleidingssysteem aan een tweede onderste bevestigingspositie en een tweede bovenste bevestigingspositie, en waarbij het tweede resp. derde paneel een eerste resp. tweede stootprofiel omvatten voor het uitoefenen van de kracht op het derde paneel, waarbij het eerste en tweede stootprofiel gelegen is op een voorafbepaalde afstand d2 ten opzichte van de tweede onderste en de tweede bovenste bevestigingspositie gemeten in een richting loodrecht op het derde paneel, zodanig dat door de kracht een draaimoment wordt uitgeoefend op het derde paneel wanneer het eerste en derde paneel zich in de uitgevouwen stand bevinden en het vierde en tweede paneel zich in de opgevouwen stand bevinden.

Op deze manier wordt blokkering van een paneelsysteem met vier panelen vermeden op een gelijkaardige manier als voor een paneelsysteem met twee panelen, namelijk door het uitoefenen van een kracht nagenoeg evenwijdig met maar op een afstand d2 van het vlak van het paneel, waardoor een draaimoment wordt uitgeoefend op een paneel, zodat het paneel zal draaien, waardoor blokkering wordt vermeden.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

De uitvinding wordt verder verduidelijkt aan de hand van de onderstaande beschrijving en de bijhorende figuren. Merk op dat de figuren niet noodzakelijk op schaal zijn getekend. De figuren dienen om de principes van de uitvinding te beschrijven. Alle figuren behalve Figuur 11 zijn doorzichtig weergegeven. Figuur 11 is ondoorzichtig weergegeven. Dezelfde elementen worden gelijk genummerd over de verschillende tekeningen.

Fig. 1 toont een vooraanzicht van een voorkeursuitvoeringsvorm van een paneelsysteem met twee panelen, volgens de uitvinding, in uitgevouwen stand.

Fig. 2 toont een vooraanzicht van het paneelsysteem van Fig. 1 in opgevouwen stand.

Fig. 3 toont een zijaanzicht van het paneelsysteem van Fig. 2 in opgevouwen stand.

Fig. 4 toont een zijaanzicht van het paneelsysteem van Fig. 1 in uitgevouwen stand.

Fig. 5 toont in detail en in vooraanzicht een bovenste deel van het paneelsysteem van Fig. 1, in uitgevouwen stand.

Fig. 6 toont in detail en in vooraanzicht een bovenste deel van het paneelsysteem van Fig. 2, in opgevouwen stand.

Fig. 7 toont in detail en in zijaanzicht een bovenste deel van het paneelsysteem van Fig. 3, in opgevouwen stand.

Fig. 8 toont in detail en in zijaanzicht een bovenste deel van het paneelsysteem van Fig. 4, in uitgevouwen stand.

Fig. 9 toont een bovenaanzicht van het paneelsysteem van Fig. 1 in uitgevouwen stand.

Fig. 10 toont een bovenaanzicht van het paneelsysteem van Fig. 2 in opgevouwen stand.

Fig. 11 toont in perspectiefaanzicht het paneelsysteem van Fig. 9 in de kijkrichting A.

Fig. 12 toont in detail een bovenaanzicht van het paneelsysteem van Fig. 9.

Fig. 13 toont in detail een bovenaanzicht van het paneelsysteem van Fig. 10.

Fig. 14 toont een vooraanzicht van een voorkeursuitvoeringsvorm van een paneelsysteem met vier panelen volgens de uitvinding, in uitgevouwen stand.

Fig. 15 toont in detail een gedeelte van het paneelsysteem in de linker bovenhoek van Fig 14.

Fig 16 toont in detail een gedeelte van het paneelsysteem in het midden bovenaan van Fig 14.

Fig 17 toont in detail een gedeelte van het paneelsysteem in de rechter bovenhoek van Fig 14.

Fig 18 toont in detail een gedeelte van het paneelsysteem in de linker onderhoek van Fig 14.

Fig 19 toont in detail een gedeelte van het paneelsysteem in het midden onderaan van Fig 14.

Fig 20 toont in detail een gedeelte van het paneelsysteem in de rechter onderhoek van Fig 14.

Fig. 21 toont een bovenaanzicht van het paneelsysteem van Fig. 14, in uitgevouwen stand.

Fig 22 toont in detail de verbinding tussen het derde en vierde paneel van Fig 21.

Fig 23 toont in detail een gedeelte van het tweede paneel van Fig 21.

Fig. 24 toont een bovenaanzicht van het paneelsysteem van Fig. 14, in opgevouwen stand.

Fig 25 toont in detail een gedeelte van Fig 24.

Fig 26A-26E toont schematisch en in bovenaanzicht hoe de panelen van Fig 14 zich kunnen bewegen tussen de uitgevouwen stand van Fig 21 en de opgevouwen stand van Fig 24.

Fig 27 toont in zijaanzicht het paneelsysteem van Fig 14 in opgevouwen stand.

Fig 28 toont in zijaanzicht het paneelsysteem van Fig 14 in uitgevouwen stand.

Fig. 29 toont een vooraanzicht van een paneelsysteem met zes panelen, in uitgevouwen stand, volgens de uitvinding.

Fig. 30 toont een bovenaanzicht van het paneelsysteem van Fig. 29, in uitgevouwen stand.

Fig. 31 toont een bovenaanzicht van het paneelsysteem van Fig. 30, in opgevouwen stand.

Fig 32 toont in detail een gedeelte van Fig 31.

Fig 33 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van een paneelsysteem volgens de uitvinding met vier panelen, in een configuratie van twee maal twee panelen.

Fig 34 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van een paneelsysteem volgens de uitvinding met vier panelen, in een configuratie van twee maal twee panelen.

Fig 35 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van een paneelsysteem volgens de uitvinding met zes panelen, in een configuratie van drie maal twee panelen.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN VOORKEURSUITVOERINGSVORMEN VAN DE UITVINDING

REFERENTIES: 1 eerste paneel 2 onderste vast steunpunt 3 bovenste vast steunpunt 4 motor 5 omkeerrol 6 riem of ketting of kabel 7 stootprofiel 8 aandrijfwagen 10 tweede paneel 11 gemotoriseerd opvouwbaar paneelsysteem 12 hefboom 13 meenemer 15 scharnier 17 loopwiel 18 schuifblok 19 loopwagen, slede 20 derde paneel 21 bovenste geleidingsrail 22 aandrijfrail 23 onderste geleidingsrail 24 meeneempunt 25 meeneemwiel 26 console 27 raamwerk 30 vierde paneel 40 vijfde paneel 50 zesde paneel

De uitvinding betreft een opvouwbaar paneelsysteem (ook scherm genaamd) dat kan gebruikt worden voor het afschermen van een raam of een deuropening, zoals bv een zonnewering of een windafscherming. In de stand der techniek worden zulke paneelsystemen doorgaans aan een gevel van een gebouw gemonteerd, en bevatten vaak een even aantal panelen, bijvoorbeeld twee of vier of zes panelen, en kunnen eventueel voorzien zijn van een motor voor het openen en het sluiten van de panelen. De motor dient ervoor te zorgen dat de panelen kunnen bewegen tussen een opgevouwen (open) stand en een uitgevouwen (gesloten) stand. Systemen waarbij de panelen in de uitgevouwen stand in eenzelfde vlak liggen, en dus een hoek van 180° ten opzichte van elkaar vertonen, hebben een mooier esthetisch effect, en zijn wellicht ook minder gevoelig aan krachten uitgeoefend door de wind. Wanneer zulke schermen handmatig geopend worden, wordt meestal eerst een duwtje gegeven in een richting loodrecht op het vlak van de panelen, zodat de panelen open knikken en niet meer in eenzelfde vlak liggen, en daarna worden de panelen verschoven. Wanneer dergelijke klassieke systemen, waarbij de panelen zich in de uitgevouwen stand in eenzelfde vlak bevinden gemotoriseerd worden, kan echter een blokkering ontstaan wanneer de motor de panelen wil verschuiven uit de uitgeschoven toestand. Om dit probleem te vermijden zijn bestaande systemen vaak zo ontworpen dat de panelen in de uitgevouwen stand een hoek merkelijk minder dan 180° vertonen, bv 170° of minder.

De huidige uitvinding verschaft een gemotoriseerd paneelsysteem 11 met twee of vier of zes of meer panelen, waarbij de panelen 1,10, 20, 30, 40, 50 in de uitgevouwen toestand wel in eenzelfde vlak liggen, dus wel een onderlinge hoek ß van nagenoeg 180° vertonen, (op speling na), zonder dat genoemde blokkering optreedt. Aan de hand van Figuren 1 tot 13 zal de uitvinding eerst beschreven worden voor een paneelsysteem 11 met slechts twee panelen 1, 10, maar de uitvinding is daartoe niet beperkt.

Dezelfde principes kunnen namelijk ook gebruikt worden voor paneelsystemen 11 met vier of zes of zelfs meer panelen, zoals verder zal toegelicht worden bij de bespreking van de Figuren 14 tot 32.

In vergelijking met andere paneelsystemen waarbij de panelen in de gesloten stand niet in eenzelfde vlak gelegen zijn, kunnen als voordelen genoemd worden: - dat de panelen een volledig vlak uitzicht vertonen, zodat het paneelsysteem geïntegreerd kan worden in de gevel van een gebouw, wat esthetisch mooier is, - dat volledige verduistering mogelijk is van de achterliggende gedeelten (wanneer de panelen volledig dicht zijn), - en dat dit paneelsysteem als inbraakbeveiliging kan gebruikt worden, aangezien de panelen niet handmatig kunnen bewogen worden dankzij de overbrenging, zonder dat de motor draait. Bijkomende vergrendeling van de panelen is uiteraard ook mogelijk.

Figuur 1 toont een voorkeursuitvoeringsvorm van een gemotoriseerd opvouwbaar paneelsysteem 11 volgens de uitvinding, in vooraanzicht en in uitgevouwen stand. Dit paneelsysteem 11 bevat twee panelen 1, 10. Fig 2 toont een vooraanzicht van dit paneelsysteem in opgevouwen stand. Het principe van de uitvinding wordt geïllustreerd aan de hand van Fig. 10 en meer in detail in Fig. 13, waar een bovenaanzicht wordt getoond van het paneelsysteem van Fig 2, in opgevouwen stand. Figuur 10 toont een eerste paneel 1 dat draaibaar maar onverplaatsbaar verbonden is in de nabijheid van een eerste opstaande zijde ervan, bijvoorbeeld aan een onderste vast punt 2 en een bovenste vast punt 3. Alternatief kan deze draaibare verbinding bv ook gerealiseerd worden door middel van één of meerdere scharnieren die geplaatst zijn tegen het eerste paneel 1 en bijvoorbeeld bevestigd worden aan een wand van een gebouw, bv. een zijwand van een raamopening (niet getoond). Het eerste paneel 1 is in de nabijheid van haar tweede opstaande zijde scharnierend verbonden met een eerste opstaande zijde van een tweede paneel 10, bij voorkeur door middel van scharnieren 15. Het tweede paneel 10 is in de nabijheid van haar andere opstaande zijde onderaan gekoppeld met een onderste geleidingsrail 23 en bovenaan opgehangen aan een bovenste geleidingsrail 21, welke geleidingsrails 21, 23 evenwijdig met elkaar en op een afstand H (Fig 2) boven elkaar gemonteerd zijn. Typische afmetingen voor de afstand H zijn 2,00 m of 2,20 m of 2,40m, maar andere afmetingen zijn eveneens mogelijk. Volgens de uitvinding is er aan het tweede paneel 10 een uitsteeksel 13 voorzien (Fig 13), verder meenemer 13 genaamd, die zich uitstrekt in een dwarsrichting t.o.v. het paneel 10, bij voorkeur loodrecht erop over een vooraf bepaalde afstand d1, welke positie het meeneempunt 24 wordt genoemd en waarop in een voorkeursuitvoeringsvorm van het paneelsysteem 11 volgens de uitvinding een draaibaar meeneemwiel 25 bevestigd is. In tegenstelling tot sommige klassieke systemen waar één enkele rail wordt gebruikt voor de geleiding én voor de aandrijving van de panelen, is bij deze uitvinding evenwijdig met en op een afstand van de bovenste geleidingsrail 21 een separate aandrijfrail 22 geplaatst, bv tegen een bovenwand van de raamopening. Aan één uiteinde van deze aandrijfrail 22 (bv links in Fig 13) bevindt zich een motor 4, aan het andere uiteinde ervan (bv rechts in Fig 13) een omkeerrol 5, en tussen de motor 4 en de omkeerrol 5 is een lusvormige riem of ketting of kabel 6 voorzien, waaraan een aandrijfwagen 8 is bevestigd, die door de motor 4 kan verplaatst worden in de langsrichting van de aandrijfrail 22. Aan deze aandrijfwagen 8 is een hefboom 12, bijvoorbeeld een U-vormig hefboomprofiel bevestigd, dat zich uitstrekt in een richting dwars ten opzichte van de aandrijfrail 22 met de opening naar beneden gekeerd, en zodanige afmetingen heeft dat het aandrijfwiel 25 erin past. Wanneer de motor 4 de aandrijfwagen 8 in de langsrichting van de aandrijfrail 22 voortbeweegt, zal de hefboom 12 die aan de aandrijfwagen 8 bevestigd is, het meeneemwiel 25 meenemen door er een kracht op uit te oefenen in de richting van de aandrijfrail 22, waardoor het tweede paneel 10 zich zal verplaatsen en zal draaien t.o.v. haar eigen verticale as. Aangezien het tweede paneel 10 scharnierend verbonden is met het eerste paneel 1, zal dit laatste eveneens draaien.

Fig. 9 en Fig. 12 tonen in bovenaanzicht de situatie waarbij de aandrijfwagen 8 in een positie is die het verst verwijderd is van de motor 4. Dit is de zogenaamde uitgevouwen stand van het paneelsysteem 11. Zoals getoond (Fig 9) vertonen de panelen 1, 10 een onderlinge hoek ß van nagenoeg 180°, m.a.w. ze liggen in éénzelfde vlak. In de praktijk kan dit vanwege toleranties bv een hoek zijn van 178° of 179°. Bij de overgang van

Fig. 10 naar Fig. 9, met andere woorden, bij het sluiten van de panelen, zal het meeneemwiel 25 in de hefboom 12 verschuiven van een positie nabij de bovenste geleidingsrail 21 naar een positie nabij de aandrijfrail 22. Dit is beter zichtbaar in Fig 13 en Fig 12. In de uitgevouwen stand van het scherm (Fig 12) zal een kleine verplaatsing van de aandrijfwagen 8 met de daaraan verbonden hefboom 12 een kracht uitoefenen op het meeneemwiel 25 in een richting evenwijdig met de aandrijfrail 22, en zal daardoor zowel een kracht als een draaimoment uitoefenen op het tweede paneel 10. Het is met name dankzij dit draaimoment dat blokkering van het paneel 10 vanuit de uitgevouwen toestand verhinderd wordt. Wanneer de aandrijfwagen 8 terug bij zijn beginpositie is gekomen nabij de motor 4, is het paneelsysteem 11 terug in de opgevouwen toestand gebracht, zoals afgebeeld in Fig. 10 en Fig 13.

Merk op dat genoemde kracht dus niet alleen zorgt voor een rotatie van het tweede paneel 10, maar ook voor een verplaatsing van de panelen 1, 10 zodat ze zich bewegen naar de opvouwstand. Naarmate het tweede paneel 10 zich meer naar de opgevouwen stand begeeft, zal het door de kracht uitgeoefende draaimoment op het tweede paneel 10 afnemen, maar in posities waarbij de panelen niet in hetzelfde vlak liggen is het risico op blokkering zoals hoger beschreven onbestaande.

Fig. 11 toont in perspectiefaanzicht het paneelsysteem 11 van Fig. 9 in de uitgevouwen stand, vanuit de kijkrichting A. Duidelijk zichtbaar zijn het uitsteeksel 13, ook "meenemer" genaamd, waaraan het meeneemwiel 25 is bevestigd, dat zich kan verplaatsen in de hefboom 12, bij voorkeur een U-vormig profiel, dat op zijn beurt bevestigd is aan de aandrijfwagen 8 die zich kan verplaatsen in de aandrijfrail 22, welke aangestuurd wordt door de motor 4 (niet getoond) via een ketting of getande riem of een kabel. In deze figuur (Fig 11) is ook zichtbaar hoe het tweede paneel 10 kan worden opgehangen aan een loopwagen 19 (zelf niet zichtbaar) die zich in de bovenste geleidingsrail 21 kan verplaatsen. Bij voorkeur omvatten de panelen 1,10 een metalen raamwerk 27, bijvoorbeeld gemaakt uit buizen met een vierkante doorsnede, waartegen een geplooide metalen plaat is bevestigd, maar een ander kader 27, bv vat buizen met een rechthoekige doorsnede of vervaardigd uit een ander materiaal, bv kunststof, of bedekt of bekleed met een ander materiaal, bv een houten plaat of kunststof platen of glas, zijn eveneens mogelijk. De platen kunnen bv volle platen zijn of openingen bevatten of geperforeerd zijn, ze kunnen doorzichtig of ondoorzichtig zijn, en ze kunnen op diverse gekende manieren bevestigd zijn aan het kader 27. Bij voorkeur zijn de scharnieren 15 bevestigd tegen dit metalen kader 27.

Fig. 1 toont een vooraanzicht van het paneelsysteem 11 met de twee panelen 1, 10 in de uitgevouwen toestand, overeenkomstig Fig. 9. Het eerste paneel 1 is draaibaar bevestigd tussen een onderste en een bovenste vast steunpunt 2, 3. Zoals getoond kan het bovenste vast steunpunt 3 bijvoorbeeld gemonteerd zijn in een console 26, welke bv bevestigd kan worden tegen een plafond of tegen een zijmuur. De figuur toont dat de twee panelen 1,10 met drie scharnieren 15 aan elkaar bevestigd zijn, maar dat kan ook met twee of vier of meer scharnieren. Bij voorkeur bevinden de scharnieren 15 zich aan de zijde van de panelen 1, 10, die naar elkaar toe gevouwen worden, bv achteraan Fig 1, maar ze zijn zichtbaar in de figuur omdat alle figuren behalve Fig 11 doorzichtig zijn weergegeven. De vorm van de scharnieren 15 is niet essentieel voor de uitvinding, en de scharnierende werking kan ook op andere klassieke manieren uitgevoerd worden, bv gebruik makend van een opstaande as (niet getoond) aan het eerste paneel 1 bevestigd op een afstand ervan, om welke as buisjes geschoven zijn, die vast bevestigd zijn aan het tweede paneel 10. Het tweede paneel 10 heeft onderaan een loopwiel 17 dat zich kan verplaatsen in de U-vormige onderste geleidingsrail 23. In plaats van een loopwiel 17 kan bv. ook een stangetje (niet getoond) of een schuifblok 18 (ook slede genaamd, d.w.z. een blokvormig element dan kan schuiven of glijden in de geleidingsrail) gebruikt worden dat in het U-profiel steekt, maar een loopwiel 17 vertoont doorgaans minder wrijving. Een detailweergave van de aandrijfrail 22 (bovenaan Fig 1) met de motor 4 en de aandrijfwagen 8 zal getoond en besproken worden in Fig. 5.

Figuur 2 toont een vooraanzicht van het paneelsysteem 11 met de twee panelen 1, 10 in de opgevouwen toestand, overeenkomstig Fig. 10. Dezelfde onderdelen als genoemd in Fig. 1 worden weergegeven, en een vergrote weergave van de aandrijfrail 22 met de motor 4 en de aandrijfwagen 8 wordt getoond in Fig. 6.

Fig. 3 toont een zijaanzicht van het paneelsysteem 11 met de twee panelen 1, 10 in de opgevouwen stand, overeenkomstig Fig. 2 en Fig. 10. Een detailweergave van de bovenste geleidingsrail 21 en de aandrijfrail 22 en de overbrengingsmiddelen zal getoond en besproken worden in Fig. 7.

Fig. 4 toont een zijaanzicht van het paneelsysteem 11 met de twee panelen 1, 10 in de uitgevouwen stand, overeenkomstig Fig. 1 en Fig. 9. Een detailweergave van de bovenste geleidingsrail 21 en de aandrijfrail 22 en de overbrengingsmiddelen 6, 8, 12, 22 zal getoond en besproken worden in Fig. 8.

Fig. 5 en Fig 12 geven respectievelijk in vooraanzicht en in bovenaanzicht in detail een bovenste gedeelte van Fig. 1 weer. Aan de linkerkant van Fig. 5 wordt de console 26 weergegeven die het bovenste vast punt 3 verschaft voor het houden van het eerste paneel 1, en toont de bovenste geleidingsrail 21 voor het geleiden van het tweede paneel 10. De bovenste geleidingsrail 21 kan bevestigd zijn aan de console 26 of niet. Achter de console 26 bevindt zich de motor 4. Achter de bovenste geleidingsrail 21 bevindt zich de aandrijfrail 22, waarin zich een aandrijfwagen 8 kan verplaatsen, aan dewelke de hefboom 12 bevestigd is, die in de voorkeursuitvoeringsvorm een U-vormig profiel is, waarvan de opstaande wanden naar beneden gekeerd zijn, en tussen dewelke het meeneemwiel 25 zich kan verplaatsen. De kracht wordt uitgeoefend door contact tussen de wanden en het meeneemwiel 25. Het meeneemwiel 25 is draaibaar bevestigd op de meenemer 13 van het tweede paneel 10 (zie Fig 12). In deze uitgevouwen stand bevindt het meeneemwiel 25 zich in de nabijheid van de aandrijfrail 22 op een grote afstand (nagenoeg d1), van de bovenste geleidingsrail 21. In deze stand is het draaimoment uitgeoefend op het tweede paneel 10 bij verplaatsing van de aandrijfwagen 8 het grootst. Dit is eveneens zichtbaar in het zijaanzicht van Fig. 8.

Fig. 6 en Fig 13 geven resp. in vooraanzicht en in bovenaanzicht in detail een bovenste gedeelte van Fig. 2 weer. De beschrijving is zeer gelijkaardig aan die van Fig. 5, behalve dat de aandrijfwagen 8 zich nu dichtbij de motor 4 bevindt, en het meeneemwiel 25 zich in de nabijheid van het geleidingsprofiel 21 bevindt. In deze opgevouwen stand is het draaimoment overeenkomstig de kracht die door de hefboom 12 wordt uitgeoefend op het meeneemwiel 25 bij het activeren van de motor 4 minimaal, maar in deze stand is het hoger genoemde risico op blokkering niet van toepassing.

Fig. 8 geeft in detail een bovenste gedeelte van Fig. 4 weer. Goed zichtbaar in deze figuur is dat het meeneemwiel 25 ver verwijderd is van de bovenste aandrijfrail 21 (nagenoeg een afstand d1), zodat een verplaatsing van de hefboom 12 onder invloed van de motor 4 in de diepterichting van de figuur een groot draaimoment veroorzaakt op het tweede paneel 10, om het hoger genoemde risico op blokkering tegen te gaan.

Fig. 7 geeft in detail een bovenste gedeelte van Fig. 3 weer. Deze figuur 7 toont de draaibare bevestiging van het eerste paneel 1 door middel van het bovenste vast steunpunt 3, dat in een voorkeursuitvoeringsvorm in een console 26 ingewerkt is. Alternatief kan dit vast steunpunt 3 bv ook rechtstreeks in een zijwand of bovenste wand van de raamopening gemonteerd worden door gekende middelen zoals bv pluggen of bouten, of bv met een chemische verankering. Bovenaan rechts in Fig 7 bevindt zich de motor 4, die via een ketting of getande riem of kabel 6 verbonden is met de aandrijfwagen 8, waaraan een hefboom 12, in de vorm van een omgekeerd U-profiel is gemonteerd, die mee beweegt met de aandrijfwagen 8 in de langsrichting van de aandrijfrail 22. In dit hefboomprofiel 12 bevindt zich het meeneemwiel 25 dat draaibaar bevestigd is aan het tweede paneel 10, op een vooraf bepaalde positie, het meeneempunt 24 genaamd, beter zichtbaar in Fig. 10 en Fig. 13., Het tweede paneel 10 is draaibaar opgehangen aan een loopwagen 19 die zich kan verplaatsen in de bovenste geleidingsrail 21 wanneer er een kracht wordt uitgeoefend op het meeneemwiel 25 in de richting van de geleidingsrail 22.

Figuren 1 tot 13 tonen een voorkeursuitvoeringsvorm van een paneelsysteem 11 met twee panelen 1, 10 volgens de uitvinding, maar diverse wijzigingen zijn mogelijk. Zo kan in een alternatieve uitvoeringsvorm de motor zich bv rechts in plaats van links in Fig 1 bevinden, en de omkeerrol 5 links in plaats van rechts. En in een andere uitvoeringsvorm worden de panelen 1, 10 bv niet opgehangen aan de bovenste geleidingsrail 21, maar worden ze gesteund door de onderste geleidingsrail 23, en dient de bovenste geleidingsrail 21 om het paneel te geleiden.

De uitvinding is echter niet beperkt tot gemotoriseerde paneelsystemen met slechts twee panelen. Figuren 14 tot 28 tonen een voorkeursuitvoeringsvorm van een paneelsysteem 11 met vier panelen 1,20,30,10 volgens de uitvinding. Dit paneelsysteem is zeer gelijkaardig aan het paneelsysteem 11 dat slechts twee panelen 1,10 heeft, behalve dat er nu bijkomend ook stootprofielen 7 zijn aangebracht, zoals verder zal worden beschreven. Deze stootprofielen 7 zijn niet nodig bij een paneelsysteem 11 met slechts twee panelen.

Fig. 14 toont een vooraanzicht van een paneelsysteem 11 met vier panelen 1, 20, 30, 10 volgens de uitvinding, in uitgevouwen stand. Hetgeen beschreven werd in relatie met Fig. 1 is ook hiervan toepassing,

Merk bv op dat dit systeem met vier panelen 1,10, 20, 30 slechts één enkele motor 4 bevat voor het openen en sluiten van de vier panelen, en dat enkel het tweede paneel 10 dat het verst verwijderd is van het eerste paneel 1 voorzien is van een meenemer 13 en een meeneemwiel 25. Een verschil met Fig 1 is wel dat het eerste paneel 1 niet rechtstreeks met het tweede paneel 10 is verbonden, maar via een derde paneel 20 dat scharnierend verbonden is het met eerste paneel 1, en via een vierde paneel 30 dat scharnierend verbonden is met het tweede paneel 10, waarbij het derde en vierde paneel 20, 30 eveneens scharnierend verbonden zijn t.o.v. elkaar, maar niet noodzakelijk aan elkaar. Verder is er een tweede loopwagen 19b voor het dragen en geleiden van het derde en vierde paneel 20, 30 toegevoegd, welke loopwagen 19b zich kan bewegen in de bovenste geleidingsrail 21. Dit is in meer detail weergegeven in Fig 16, waar deze loopwagen 19b zowel bevestigd is aan het derde paneel 20 als aan het vierde paneel 30, zodat scharnieren 15 tussen het derde en het vierde paneel 20, 30 kunnen vermeden worden. Maar andere verbindingen zijn eveneens mogelijk. Zo kan in een alternatieve uitvoeringsvorm bv enkel het derde paneel 20 opgehangen zijn aan de loopwagen 19b, en zijn er wel scharnieren 15 aangebracht tussen het derde en vierde paneel 20, 30 voor het dragen van het vierde paneel 30.

Fig. 15 en Fig 17 geven in detail de linker en de rechter bovenhoek van Fig 14 weer. Fig 15 en 17 zijn zeer gelijkaardig aan het linkergedeelte en het rechtergedeelte van Fig 5, met dat verschil dat het tweede paneel 10 nu een stootprofiel 7a omvat voor het aanstoten van het derde paneel 20, dat eveneens een stootprofiel 7b omvat. De functie van de stootprofielen 7 zal worden toegelicht in Fig 26. De stootprofielen 7 zijn bij voorkeur L-vormige profielen, maar andere vormen geschikt geacht door de vakman kunnen eveneens gebruikt worden. In Fig 28 wordt dit stootprofiel 7 in een zijaanzicht getoond. Belangrijk daarbij is dat het stootprofiel 7 aangestoten kan worden op een afstand d2 t.o.v. de bevestigingsposities 17, 19 van het paneel 20, gemeten in een richting loodrecht op het vlak van het paneel 20, zodat de stootkracht een draaimoment veroorzaakt die het blokkeren van het paneel voorkomt. De afstand d2 is bij voorkeur zodanig gekozen dat de verhouding d2/d1 een verhouding is van 80%-120%, bij voorkeur 90%-110%, met meer voorkeur nagenoeg 100%.

Fig 18 geeft in detail de linker onderhoek van Fig 14 weer. Hierin is het vaste onderste punt 2 getoond, waaraan het eerste paneel 1 draaibaar verbonden is.

Fig 19 geeft in detail een gedeelte in het midden onderaan van Fig 14 weer. Hierin is zichtbaar dat het derde paneel 20 en het vierde paneel 30 bij voorkeur scharnierend verbonden zijn met een slede 18 dat zich in het onderste geleidingsprofiel 23 kan verplaatsen.

Fig 20 geeft in meer detail de rechter onderhoek van Fig 14 weer. Zoals getoond wordt het eerste paneel 10 onderaan bij voorkeur bevestigd aan het onderste geleidingsprofiel 23 door middel van een loopwiel 17 dat zich kan verplaatsen in het geleidingsprofiel 23, maar een schuifblok (of slede) 18 zou eveneens werken.

Fig21 toont een bovenaanzicht van het paneelsysteem 11 van Fig 14 met vier panelen, in uitgevouwen stand. Merk op dat de panelen 1, 20, 30, 10 in deze stand allen in eenzelfde vlak gelegen zijn, en dus een onderlinge hoek van 180° ten opzichte van elkaar vertonen. Deze figuur is zeer gelijkaardig aan Fig 9 met dat verschil dat er nu vier panelen zijn in plaats van twee, dat het tweede paneel 10 en het derde paneel 20 elk een stootprofiel 7 omvatten, zoals in detail weergegeven in Fig 23 en Fig 22, en dat het derde en vierde paneel 20, 30 bevestigd zijn aan de onderste en bovenste geleidingsrail 23, 21 door middel van loopwiel of slede 17 onderaan, en door middel van een loopwagen 19 bovenaan. De werking van de stootprofielen 7 zal toegelicht worden aan de hand van Fig 26.

Fig24 toont het paneelsysteem 11 van Fig 21 in opgevouwen stand. Deze figuur is zeer gelijkaardig aan Fig 10, behalve dat het paneelsysteem in dit geval vier panelen omvat in plaats van twee, en dat het tweede paneel 10 en het derde paneel 20 elk een stootprofiel 7 omvatten. Fig 25 toont dit in meer detail.

Figuren 26A-26E geven schematisch een mogelijke overgang weer van een paneelsysteem 11 · met vier panelen van de uitgevouwen stand naar de opgevouwen stand. Deze figuren 26A-26E zijn met name bedoeld om de werking van de stootprofielen 7a, 7b weer te geven, vandaar dat andere details in deze figuren zijn weggelaten. In Fig 26A bevinden alle panelen 1, 20, 30, 10 zich in eenzelfde vlak. Bij verplaatsing van de aandrijfwagen 8 (niet getekend) met de hefboom 12 onder invloed van de motor 4 zal een kracht worden uitgeoefend op het meeneemwiel 25, die een draaimoment veroorzaakt van het tweede paneel 10, zoals reeds eerder werd beschreven in Fig 12. Hierdoor wordt een blokkade van de panelen 10 en 30 voorkomen, en zullen de panelen roteren en zich vervolgens naar elkaar toe bewegen (Fig 26B). In Fig 26C wordt de stand weergegeven van het paneelsysteem 11 net voordat het stootprofiel 7a van het tweede paneel 10 in contact zal komen met het stootprofiel 7b van het derde paneel 20. Deze stootprofielen dienen om een mogelijke blokkade van het eerste en derde paneel 1, 20 te voorkomen wanneer die zich nog steeds in de uitgevouwen stand bevinden, d.w.z. onder een hoek van 180° ten opzichte van elkaar. Fig 26D toont namelijk dat, wanneer de aandrijfwagen 8 (niet getekend) met de hefboom 12 zich verder naar links op de tekening verplaatst, door de hefboom 12 een kracht wordt uitgeoefend op het tweede paneel 10 in de richting van de aandrijfrail 22, welke kracht wordt doorgegeven aan het derde paneel 20 door middel van de contacterende stoofprofielen 7a en 7b. Hierdoor ontstaat eveneens een draaimoment op het derde paneel 20 dat zal roteren t.o.v. haar eigen opstaande as. Bij verdere verplaatsing van de aandrijfwagen 8 en de hefboom 12 (Fig 26E) zullen het eerste en het derde paneel 1, 20 eveneens naar elkaar toe vouwen. Wanneer de aandrijfwagen 8 met de hefboom 12 in zijn uiterst linkse positie is aangekomen, bevindt het paneelsysteem 11 zich in de opgevouwen stand, reeds eerder weergegeven in Fig 24 en 25.

Fig 28 toont het paneelsysteem van Fig 14 in zijaanzicht. Deze figuur is zeer gelijkaardig aan Fig 4, behalve dat er nu vier panelen zijn in plaats van twee, en dat er bijkomend twee stootprofielen 7a, 7b zijn, zoals hoger beschreven, alsook een tweede loopwagen 19b en een slede 18, hoewel niet goed zichtbaar in deze figuur.

Fig27 toont het paneelsysteem van Fig 27 in de opgevouwen stand. Deze figuur 27 is zeer gelijkaardig aan Fig 3, afgezien van de reeds genoemde verschillen tussen een paneelsysteem 11 met vier panelen ten opzicht van een paneelsysteem 11 met twee panelen.

Fig. 29 toont een vooraanzicht van een paneelsysteem 11 met zes panelen 1, 20, 30, 40, 50, 10, in uitgevouwen stand, volgens de uitvinding. Hetgeen beschreven werd in verband met Fig. 14 is ook hier van toepassing, met dat verschil dat het paneelsysteem nog een vijfde en een zesde paneel 40, 50 bevat, scharnierend verbonden tussen het vierde paneel 30 en het tweede paneel 10, en twee schuifblokken 18a en 18b bevat voor het geleiden van de panelen ten opzichte van de onderste geleidingsrail 23, en twee loopwagens 19b en 19c voor het dragen en geleiden van de panelen in de bovenste geleidingsrail 21. Dezelfde detailaanzichten van Fig 15 tot Fig 20 zijn ook hier van toepassing.

Fig. 30 toont een bovenaanzicht van het paneelsysteem van Fig 29 met zes panelen. Dit paneelsysteem 11 bevat één enkele motor 4, en alle panelen bevinden zich in eenzelfde vlak. Zoals getoond heeft het tweede paneel 10, het derde paneel 20, en het vijfde paneel 40 elk een stootprofiel 7 voor het voorkomen van een mogelijke blokkering, door het uitoefenen van een draaimoment op deze panelen 10, 20, 40. De werking van de stootprofielen is gelijkaardig aan die van het paneelsysteem met vier panelen, zoals reeds beschreven in Fig 26.

Fig 31 toont het paneelsysteem 1 van Fig 30 in gesloten stand. Deze figuur is zeer gelijkaardig aan die Fig 24, behalve dat er nu zes panelen zijn in plaats van vier, en drie stootprofielen 7 in plaats van twee. Fig 32 geeft dit meer in detail weer.

Fig. 33 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van een paneelsysteem 11 volgens de uitvinding met vier panelen 1a, 10a, 1b, 10b, in een configuratie van twee paren met elk twee panelen. Deze configuratie kan gezien worden als twee maal het paneelsysteem 11 volgens Figuur 10, maar dan met één enkele motor 4. Merk op dat zowel het paneel 1a als het paneel 1b een vast punt hebben, resp. aangegeven door 3a en 3b. De aandrijfwagens 8a en 8b bevinden zich op een vaste afstand van elkaar. De panelen 1a en 1b zullen in in alle standen en tussenstanden (nagenoeg) evenwijdig aan elkaar blijven. Hetzelfde geldt voor de panelen 10a en 10b. In de uitgevouwen stand van het paneelsysteem 11 bevinden alle panelen zich in eenzelfde vlak, en vertonen dus een onderlinge hoek van 180°. Bij het verplaatsen van de aandrijfwagens 8a en 8b vanuit de uitgevouwen stand, zal er een draaimoment worden uitgeoefend worden op zowel het paneel 10a als 10b, waardoor blokkering wordt voorkomen. Merk op dat dit paneelsysteem 11 geen stootprofielen 7 bevat, wel twee loopwagens 8a, 8b.

Fig. 34 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van een paneelsysteem 11 volgens de uitvinding met vier panelen, in een configuratie van twee paren van elk twee panelen. Deze configuratie is zeer gelijkaardig aan die van Fig 33, en het paneelsysteem 11 bevat eveneens slechts één enkele motor 4. Een verschil met de configuratie van Fig 33 is dat de aandrijfwagens 8a en 8b in deze uitvoeringsvorm in tegengestelde richting bewegen, d.w.z. naar elkaar toe bewegen bij het uitvouwen (sluiten) van het paneelsysteem 11, en van elkaar weg bij het opvouwen (openen) van het paneelsysteem 11. Bij voorkeur zijn de aandrijfwagens 8a, 8b daartoe verbonden aan tegenover elkaar liggende delen van de tandriem of ketting of kabel 6, die in tegengestelde richting ten opzichte van elkaar bewegen bij het draaien van de motor 4, zoals schematisch weergegeven in de detail- tekeningen in Fig 34. Merk op dat dit paneelsysteem 11 geen stootprofielen 7 bevat, wel twee loopwagens 8a, 8b.

Fig. 35 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van een paneelsysteem 11 volgens de uitvinding met zes panelen, in een configuratie van drie paren van elk twee panelen. Dit paneelsysteem 11 kan gezien worden als de combinatie van het paneelsysteem van Fig 34 (linker gedeelte), waarbij twee paren panelen naar elkaar toe bewegen, en een derde paar panelen dat zich verplaatst zoals het eerste paar panelen (conform Fig 33). Wederom heeft dit paneelsysteem slechts één motor 4, en zijn alle panelen in de uitgevouwen stand in eenzelfde vlak, zonder dat er blokkering kan optreden. Merk op dat dit paneelsysteem 11 geen stootprofielen 7 bevat, wel drie loopwagens 8a, 8b, 8c. In de figuur 35 is door middel van pijlen de richting aangegeven waarin de loopwagens 8a, 8b, 8c zich verplaatsen bij het uitvouwen van het paneelsysteem 11.

Andere varianten of combinaties, zoals bv een variant van Fig 33 waarbij het vast punt 3a zich aan de rechterkant van de figuur bevindt, of verdere uitbreidingen naar acht of meer panelen, zijn uiteraard ook mogelijk.

Bij voorkeur bevat het paneelsysteem 11 een intelligente motorsturing die ervoor zorgt dat het vermogen (stroom en/of spanning) naar de motor 4 wordt uitgeschakeld wanneer de motor 4 om welke reden dan ook geblokkeerd zou raken, bv omdat er een voorwerp uit de raamopening steekt, waardoor de panelen zich niet tot de uitgevouwen stand kunnen bewegen. Bij zulke blokkering beweegt de motor bij voorkeur na de blokkering eventjes terug in de omgekeerde richting, uit veiligheidsoverwegingen. Optioneel zorgt deze motorsturing er ook voor dat de aandrijfwagen 8 een lagere snelheid heeft wanneer het paneelsysteem 11 bijna helemaal uitgevouwen is, t.o.v. de stand waarin de panelen bijna helemaal opgevouwen zijn, zodat de panelen langzaam sluiten en schokken worden voorkomen.

Bij voorkeur is de hefboom 12 nagenoeg loodrecht gepositioneerd ten opzichte van de aandrijfrail 22. Dit biedt het voordeel ten opzichte van een schuin geplaatst hefboom dat het hefboomprofiel 12 korter is, en dat het draaimoment voor een gegeven motorvermogen groter is.

Bij voorkeur heeft de aandrijfwagen 8 meerdere wielen, zodat hij soepel kan lopen in het aandrijfprofiel 12.

De onderste geleidingsrail 23 is niet strikt noodzakelijk voor de werking van de uitvinding, en kan bv weggelaten worden wanneer het paneelsysteem 11 zich binnen in een gebouw bevindt.

In de figuren zijn de panelen 1,10, 20, 30, 40, 50 allen even groot getekend, maar dit is niet strikt noodzakelijk voor de uitvinding. In een systeem met vier panelen 1, 20, 30, 10 is het bv mogelijk dat de panelen 1 en 20 een eerste breedte van bv 100 cm hebben, en de panelen 30 en 10 een tweede breedte hebben van bv 80 cm. Maar andere afmetingen zijn ook mogelijk.

Wanneer het paneelsysteem 11 gebruikt wordt voor inbraakbeveiliging, kunnen op één of beide geleidingsprofielen 21, 23 en op één of meerdere panelen samenwerkende vergrendelingsmiddelen worden voorzien, om te voorkomen dat de panelen langs de buitenkant zouden geopend kunnen worden, of om dat alleszins te bemoeilijken. Zo kunnen bv klassieke verschuifbare grendels worden aangebracht op de panelen (niet getoond), die ingrijpen in bijhorende grendelhouders aangebracht op één of beide geleidingsprofielen 21, 23. Zulke extra beveiliging is met name zinvol bij een paneelsysteem 11 waarbij de panelen allen in eenzelfde vlak gelegen zijn.

Hoewel de onderhavige uitvinding is beschreven aan de hand van specifieke uitvoeringsvormen, zal het duidelijk zijn dat diverse wijzigingen kunnen worden aangebracht aan deze uitvoeringsvormen zonder af te wijken van de bredere reikwijdte van de uitvinding zoals uiteengezet in de conclusies. Bijgevolg zijn de beschrijving en tekeningen te beschouwen in een illustratieve zin in plaats van een beperkende zin.

Claims (12)

1. Een gemotoriseerd opvouwbaar paneelsysteem (11) voor het minstens gedeeltelijk afschermen of onthullen van een raam of een deur opening, welk paneelsysteem (11) minstens twee panelen (1, 10) omvat die draaibaar en/of verplaatsbaar zijn tussen een opgevouwen stand en een uitgevouwen stand, in welke uitgevouwen stand de minstens twee panelen (1, 10) nagenoeg in eenzelfde vlak gelegen zijn, het paneelsysteem (11) omvattende: - een eerste paneel (1) draaibaar verbonden aan een onderste en een bovenste vast punt (2, 3); - een tweede paneel (10) waarvan een eerste opstaande zijde scharnierend verbonden is met het eerste paneel (1) en waarvan een tweede opstaande zijde verplaatsbaar en draaibaar verbonden is met een geleidingssysteem (21, 23) aan een onderste en een bovenste bevestigingspositie (17, 19); - een motor (4) en overbrengingsmiddelen (6, 8, 12, 22) voor het uitoefenen van een kracht dit aangrijpt op een meeneempunt (24) van het tweede paneel (10), waarbij het meeneempunt (24) gelegen is op minstens een vooraf bepaalde afstand (d1) ten opzichte van de onderste en de bovenste bevestigingspositie (17, 19) gemeten in een richting loodrecht op het tweede paneel (10), en waarbij de kracht nagenoeg evenwijdig gericht is aan een lengterichting van het geleidingssysteem (21, 23), zodanig dat door de kracht een draaimoment wordt uitgeoefend op het tweede paneel (10) wanneer het zich in de uitgevouwen stand bevindt.

2. Het gemotoriseerd opvouwbaar paneelsysteem (11) volgens conclusie 1, waarbij het eerste en tweede paneel (1, 10) een vooraf bepaalde breedte (B) hebben, en de verhouding van de vooraf bepaalde afstand (d1) tot de breedte (B) een verhouding is van 10%-30%, bij voorkeur een verhouding van 15% - 25%.

3. Het gemotoriseerd opvouwbaar paneelsysteem (11) volgens conclusie 1 of 2, waarbij de overbrengingsmiddelen (6, 8, 12, 22) een rechte aandrijfrail (22) omvatten, evenwijdig gemonteerd met het geleidingssysteem (21, 23) voor het geleiden van een aandrijfwagen (8) die ingrijpt op het meeneempunt (24), waarbij de aandrijfwagen (8) wordt verplaatst door een tandriem of een ketting of een kabel (6) die zich in de aandrijfrail (22) bevindt, en die wordt aangedreven door de motor (4).

4. Het gemotoriseerd opvouwbaar paneelsysteem (11) volgens conclusie 3, waarbij aan de aandrijfwagen (8) een hefboom (12) bevestigd is, en waarbij op het meeneempunt (24) een meeneemwiel (25) draaibaar bevestigd is aan het tweede paneel (10), waarbij de hefboom (12) ingrijpt op het meeneemwiel (25) voor het uitoefenen van de kracht op het tweede paneel (10).

5. Het gemotoriseerd opvouwbaar paneelsysteem (11) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het geleidingssysteem (21, 23) een onderste geleidingsrail (23) en een bovenste geleidingsrail (21) omvat, evenwijdig met elkaar en op een afstand (H) boven elkaar gemonteerd, voor het bevestigen van de minstens twee panelen (1, 10) aan de bevestigingsposities (17, 19).

6. Het gemotoriseerd opvouwbaar paneelsysteem (11) volgens conclusie 5r waarbij de onderste en de bovenste geleidingsrail (23, 21) een U-vormig profiel omvatten, en waarbij het tweede paneel (10) draaibaar en verplaatsbaar gekoppeld is aan de onderste geleidingsrail (23) door middel van een loopwiel (17) en aan de bovenste geleidingsrail (21) door middel van een loopwagen (19).

7. Het paneelsysteem (11) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het eerste en tweede paneel (1, 10) rechthoekige panelen zijn.

8. Het paneelsysteem (11) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het paneelsysteem (11) verder minstens een derde (20) en een vierde (30) paneel omvat, waarbij het derde paneel (20) scharnierend verbonden is tussen het eerste paneel (1) en het vierde paneel (30), en waarbij het vierde paneel (30) scharnierend verbonden is tussen het derde paneel (20) en het tweede paneel (10), en waarbij het derde en vierde paneel (20, 30) verplaatsbaar en draaibaar bevestigd zijn aan het geleidingssysteem (21, 23) aan een tweede onderste bevestigingspositie (17b) en een tweede bovenste bevestigingspositie (19b), en waarbij het tweede resp. derde paneel (10, 20) een eerste resp. tweede stootprofiel (7a, 7b) omvatten voor het uitoefenen van de kracht op het derde paneel (20), waarbij het eerste en tweede stootprofiel (7a, 7b) gelegen is op een voorafbepaalde afstand (d2) ten opzichte van de tweede onderste en de tweede bovenste bevestigingspositie (17b, 19b) gemeten in een richting loodrecht op het derde paneel (20), zodanig dat door de kracht een draaimoment wordt uitgeoefend op het derde paneel (20) wanneer het eerste en derde paneel (1, 20) zich in de uitgevouwen stand bevinden en het vierde en tweede paneel (30, 10) zich in de opgevouwen stand bevinden.

9. Het gemotoriseerd opvouwbaar paneelsysteem (11) volgens conclusie 8, waarbij de verhouding van de tweede vooraf bepaalde afstand (d2) tot de eerste vooraf bepaalde afstand (d1) een verhouding is van 80%-120%, bij voorkeur 90%-110%, met meer voorkeur nagenoeg 100%.

10. Het gemotoriseerd opvouwbaar paneelsysteem (11) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het systeem slechts één enkele motor (4) bevat.

11. Het paneelsysteem (11) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het paneelsysteem (11) zich aan een buitenzijde van een gebouw bevindt.

12. Het paneelsysteem (11) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het paneelsysteem (11) een zonneweringssysteem is.