BE1018892A5 - Ventilatie voor een deur. - Google Patents

Abstract

Ventilatie voor een deur (1) bestaande uit een kader (2) met een aanslag (4) waarin een deurblad (3) scharnierbaar aangebracht is, waarbij zij gevormd wordt door een profilering (5) langs een rand (6) van het deurblad (3) en een tegenover deze rand (6) aangebrachte profilering (7) aan de binnenzijde van het kader (2), waarbij, in gesloten toestand van de deur (1), de profileringen (5-7) zich op een afstand van elkaar bevinden teneinde een luchtspleet te creëren tussen het deurblad (3) en het kader (2) en waarbij de profileringen (5-7) gevormde worden door verdiepte gedeelten (8) die met hun opening naar elkaar toe gericht zijn en die elkaar in de dikterichting van het deurblad (3).

Description

Deur met ventilatie.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een deur met ventilatie.

Meer speciaal, heeft de uitvinding betrekking op een deur met ventilatie die bestaat uit een kader met een aanslag waarin een deurblad scharnierbaar aangebracht is.

Voor het bekomen en behouden van een gezond leefklimaat in een woning, een kantoor of dergelijke moet de lucht in de verschillende ruimten ervan op regelmatige basis ververst worden.

Het verversen van lucht, ook ventilatie genaamd, kan verwezenlijkt worden door op natuurlijke wijze een luchtstroming tot stand te brengen en dit door bijvoorbeeld het openen van een rooster, een raam, een deur of dergelijke waardoor verse buitenlucht in de woning, het kantoor of dergelijke aangevoerd wordt.

Het spreekt voor zich dat voorgaande enkel toegepast kan worden indien de ruimten voorzien zijn van een rooster, een raam of een deur die in rechtstreeks contact staat met de buitenlucht.

Het verversen van de lucht kan eveneens gerealiseerd worden door het al dan niet gedwongen afvoeren van vervuilde lucht en door de al dan niet gedwongen aanvoer van verse buitenlucht. In dit geval spreekt men over gedwongen ventilatie.

Door het aanwenden van gedwongen ventilatie, kunnen ook ruimten die niet in rechtstreeks contact staan met de buitenlucht optimaal geventileerd worden.

Gedwongen ventilatie is evenwel een relatief dure aangelegenheid, waardoor het aantal ruimten waarop zulk systeem toegepast wordt eerder beperkt wordt gehouden.

Om een goede ventilatie tussen aanliggende ruimten mogelijk te maken, wordt traditioneel een deurrooster in de deur geplaatst die voornoemde ruimten van elkaar scheidt. Langsheen dit deurrooster kan verse lucht van de ene ruimte in de andere stromen en/of vervuilde lucht afgevoerd worden. Op die manier is het niet noodzakelijk om in elke ruimte een rooster, een raam en/of gedwongen ventilatiesysteem te voorzien.

Het plaatsen van een deurrooster heeft als nadeel dat een opening voor het plaatsen van voornoemd rooster voorzien moet worden in de deur. Dit maakt extra manipulaties tijdens of na fabricage, of na plaatsing noodzakelijk.

Een ander nadeel is dat de deur structureel verzwakt wordt door het maken van een opening in de deur.

Nog een nadeel is dat een deurrooster het esthetisch karakter van de deur aantast ook omdat een deurrooster duidelijk zichtbaar is. In veel gevallen heeft men een (ongewenste) doorkijk van de ene ruimte naar de andere.

Een deurrooster kan relatief eenvoudig uit de deur verwijderd worden. Het is duidelijk dat een deurrooster kan aanzetten tot inbraak.

Ventilatie tussen aanliggende ruimten kan eveneens verwezenlijkt worden door het voorzien van één of meerdere openingen tussen het deurblad en het betreffend kader of een sleuf onderaan de deur.

Een nadeel hierbij is dat zulke openingen lichtinval van de ene naar de andere ruimten toelaten wat storend kan zijn wanneer de lichtintensiteit in beide ruimten sterk verschilt van elkaar.

De huidige uitvinding heeft tot doel aan de voornoemde en/of andere nadelen een oplossing te bieden, doordat zij voorziet in een deur met ventilatie die bestaat uit een kader met een aanslag waarin een deurblad scharnierbaar aangebracht is, waarbij de ventilatie gevormd wordt door een profilering langs een rand van het deurblad en een tegenover deze rand aangebrachte profilering aan de binnenzijde van het kader, waarbij, in gesloten toestand van de deur, de profileringen zich op een afstand van elkaar bevinden teneinde een luchtspleet te creëren tussen het deurblad en het kader en waarbij de profileringen gevormd worden door verdiepte gedeelten met opstaande wanden die met hun opening naar elkaar toe gericht zijn en die elkaar in de dikte van het deurblad overlappen teneinde een voor de ventilatie labyrintvormige doorgang te creëren.

Een voordeel van een ventilatie volgens de uitvinding is dat geen opening in de deur voorzien moet worden, waardoor tijd en geld bespaard kan worden.

Een ander voordeel is dat de deur structureel intact blijft, vermits geen opening in voornoemde deur aangebracht moet worden.

Nog een voordeel bestaat erin dat een ventilatie volgens de uitvinding minder of niet zichtbaar is in vergelijking met een deurrooster. Dit komt enerzijds het esthetisch karakter van de deur ten goede en zal, anderzijds, de aandacht van inbrekers niet trekken.

Volgens een voorkeurdragend kenmerk overlappen de opstaande benen elkaar minstens gedeeltelijk in de richting loodrecht op de voornoemde rand van de deur teneinde een rechtstreekse lichtdoorgang te voorkomen tussen beide zijden van de deur.

Een voordeel hiervan is dat een duistere ruimte aan één zijde van de deur duister kan gehouden worden, zelfs als de ruimte aan de andere zijde van de deur verlicht is. Dit is bijvoorbeeld belangrijk voor een slaapkamer, zodat een persoon die in de kamer aan het slapen is niet gestoord of wakker gemaakt wordt door een lichtinval vanuit de aanpalende ruimte aan de andere zijde van de deur.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt de profilering gevormd door hoofdzakelijk U-vormige profielen met benen die met elkaar verbonden zijn door een rug en waarbij deze profielen met hun benen naar elkaar toe zijn gepositioneerd en met hun rug bevestigd zijn op de voornoemde rand van de deur en tegen de binnenzijde van het kader.

Een andere voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt gekenmerkt doordat het profiel van het kader aanleunt tegen de aanslag van het kader terwijl het andere profiel voorzien is in een sponning die uitgespaard is aan de betreffende rand van het deurblad waarbij het profiel op het deurblad smaller is dan de dikte van de deur en dit profiel voor montage in de voornoemde sponning verschuifbaar is in de richting loodrecht op het deurblad.

Een voordeel is dat de afstand tussen beide profielen, gemeten volgens de richting loodrecht op het deurblad, op eenvoudige wijze ingesteld kan worden. Hierdoor kan het debiet aan lucht doorheen de doorgang variabel ingesteld worden.

Volgens een andere voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt de profilering minstens gedeeltelijk gevormd door een akoestisch isolerend materiaal.

In het geval de profilering gevormd wordt door hoofdzakelijk U-vormige profielen, kan het akoestisch isolerend materiaal op eenvoudige wijze in de voornoemde profielen aangebracht worden.

Door gebruik te maken van een akoestisch isolerend materiaal, wordt het geluid dat mee doorheen de luchtspleet komt gedempt. Op die manier wordt het comfort in de aangrenzende ruimten gewaarborgd.

In nog een andere voorkeurdragende uitvoeringsvorm worden de uiteinden van de profilering afgewerkt met een eindstuk.

Het plaatsen van een eindstuk op de uiteinden van de profilering verhoogt de algemene afwerkingskwaliteit van de deur en het kader en maakt het mogelijk de uiteinden van de profileringen te verstoppen achter de eindstukken.

In een nog andere voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt de profilering gevormd door een profiel met borstelharen om een nog betere akoestische demping te bekomen evenals om de doorgang van licht te belemmeren.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een aantal voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven van een ventilatie volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 schematisch en in perspectief een deur toont voorzien van een ventilatie volgens de uitvinding met partiële weglating; figuur 2 in detail het gedeelte weergeeft dat in figuur 1 door F2 is aangeduid en gezien volgens pijl F2; en, figuren 3 tot 5 varianten tonen van de uitvoeringsvorm getoond in figuur 2.

De deur 1, getoond in de figuren 1 en 2, bestaat uit een kader 2 waarin een deurblad 3 scharnierbaar aangebracht is en waarin een aanslag 4 voorzien is voor het deurblad 3 wanneer dit gesloten wordt.

De ventilatie volgens de uitvinding wordt gevormd door een profilering 5 die langsheen een rand 6 van het deurblad 3 voorzien wordt en door een tegenover deze rand 6 aangebrachte profilering 7 aan de binnenzijde van het kader 2.

In dit geval is de profilering 5-7 voorzien aan de bovenzijde van de deur 1 en strekt de profilering 5-7 zich uit over de volledige breedte van het deurblad 3. De profilering 5-7 wordt hierbij gevormd door een ü-vormig profiel 8, bijvoorbeeld uit aluminium, met benen 9 die door een rug 10 met elkaar verbonden zijn.

De profielen 5-7 zijn, zoals getoond in figuur 2, met hun benen 9 naar elkaar toe gepositioneerd waarbij het profiel 5 van het deurblad in een sponning 11 aan de betreffende rand 6 van het deurblad 3 bevestigd is en het profiel 7 van het kader 2 aanleunt tegen de aanslag 4 van het kader 2.

In dit geval, bezitten de U-vormige profielen 5-7 benen 9 van ongelijke lengte, meer speciaal met een kort been 9A en een lang been 9B, en zijn de profielen 5-7 zodanig georiënteerd dat zij, in gesloten toestand van de deur 1, met hun kort been 9A tegenover de opening van het andere profiel gesitueerd zijn. Het betreft hier in dit geval twee identieke profielen 5-7.

Het is duidelijk dat er een zekere minimale afstand in de richting loodrecht op de voornoemde rand 6 van het deurblad 3 tussen de korte benen 9A van voornoemde profielen 5-7 bewaard moet blijven, zodat het openen van de deur 1 gewaarborgd blijft.

In de uitvoeringsvorm getoond in figuur 2 bevinden de korte benen 9A zich in het midden van de opening van het andere profiel.

De lange benen 9B van de profielen 5-7 zijn voldoende lang uitgevoerd zodat zij in de richting loodrecht op de voornoemde rand 6 van het deurblad 3 het korte been 9A van het andere profiel overlappen.

De werking van de ventilatie voor een deur volgens de uitvinding is zeer eenvoudig en als volgt.

De profielen 5-7 worden met hun rug 10 op het deurblad 3 en op het kader 2 gemonteerd op de manier zoals getoond in figuur 2, waardoor een labyrintvormige doorgang 12 tussen het deurblad 3 en het kader 2 gecreëerd wordt.

In gesloten toestand van de deur 1 blijft er met andere woorden een luchtspleet aanwezig die een luchtstroming van de ene naar de andere ruimte langsheen de ventilatie van de deur mogelijk maakt, waarbij de lucht een zigzag beweging doorheen de labyrintvormige doorgang 12 aflegt zoals weergegeven met de pijl P.

Doordat de lange benen 9B van de profielen 5-7 een zekere overlapping vertonen met de korte benen 9A van het andere profiel, wordt een rechtstreekse lichtdoorgang alsook een doorkijk doorheen de ventilatie vermeden.

Om voornoemde montage te vergemakkelijken, kan de rug 10 van het profiel 5-7 voorzien worden van een aantal voorgeponste gaten 13.

Alternatief kunnen de profielen 8 zodanig gevormd zijn dat zij voor hun bevestiging ingeklemd kunnen worden in een op voorhand aangebrachte infrezing in het kader 2 en/of deurblad 3.

Gezien het profiel 5 van het deurblad 3 smaller uitgevoerd is dan de dikte van de deur 1 en de sponning 11 voldoende ruim bemeten is, kan, bij montage, voornoemd profiel 5 in de sponning 11 in de richting loodrecht op het deurblad 3 verschuiven.

Op die manier kan bijvoorbeeld de uitvoeringsvorm van figuur 3 worden bekomen waarbij de afstand tussen overlappende benen 9A-9B, gemeten volgens de richting loodrecht op het deurblad 3, aanzienlijk verkleind wordt en zodoende de doorstroomoppervlakte voor de lucht verminderd wordt.

Voorgaande heeft als gevolg dat het luchtdebiet doorheen de luchtspleet eerder beperkt is in vergelijking met het luchtdebiet doorheen de luchtspleet getoond in figuur 2.

De doorstroomoppervlakte voor de lucht en zodoende het debiet kan ook verminderd of vermeerderd worden door de afstand tussen het deurkader 2 en het deurblad 3, meer speciaal de loodrechte afstand tussen de binnenzijde van het kader 2 waarop één profiel 8 is bevestigd en de rand 6 van het deurblad 3 waarop het tweede profiel 8 is bevestigd, zonder dat aan de vorm van de profilering of aan de plaatsing geraakt wordt.

Het instellen van voornoemde afstand kan uitgevoerd worden tijdens montage van de profielen 5-7 of kan eventueel tijdens gebruik ingesteld worden, bijvoorbeeld op basis van berekeningen of tabellen die het luchtdebiet geven in functie van de onderlinge positie van de profielen 5-7.

In de uitvoeringsvorm getoond in figuur 4 worden twee U-profielen 14-15 gebruikt met benen 16 van gelijke lengte. Om zowel de rechtstreekse als onrechtstreekse lichtdoorgang te voorkomen strekt elk van de profielen 14-15 zich met één been 17-18 uit in de opening van het andere profiel.

Bij het openen en sluiten van de deur 1 maken de twee overlappende benen 17-18 contact met elkaar waarbij hiertoe één of beide van deze benen 17-18 flexibel of kantelbaar uitgevoerd zijn teneinde het openen en sluiten van de deur 1 niet te verhinderen.

Figuur 5 toont een uitvoeringsvorm van een ventilatie voor een deur volgens de uitvinding waarbij voor elk profiel 19-20 het been 21-22, dat zich tegenover de opening van het overstaand profiel bevindt, een inwaarts gebogen vorm aanneemt.

Voornoemde inwaarts gebogen benen 21-22 bieden het voordeel dat de luchtstroming beter doorheen de luchtspleet geleid wordt in vergelijking met de hierboven besproken uitvoeringsvormen.

Door het plaatsen van een akoestisch isolerend materiaal 23 in de profielen 19-20 wordt het geluid dat doorheen de ventilatie van de ene kamer naar de andere kamer passeert, gereduceerd.

Volgens de uitvoeringsvorm van figuur 5 wordt het zichtbaar oppervlak 24 van het akoestisch isolerend materiaal 23 hol gebogen uitgevoerd. Het zichtbaar oppervlak 24 van het akoestisch isolerend materiaal 23 is hierbij op zulke wijze uitgevoerd dat de luchtstroom gedurende gans het traject doorheen de ventilatie goed geleid wordt. Hierdoor wordt minder turbulentie gegenereerd wat een positief effect heeft op de luchtdoorstroming en de geluidsisolatie.

Het isolerend materiaal 23 kan eventueel gespoten worden als een schuim of kan gerealiseerd worden door een voorgevormde strip van dit materiaal die axiaal of radiaal in het profiel 19-20 ingeschoven wordt en die vastgehouden wordt door middel van naar binnen gerichte ribben 25 aan de vrije uiteinden van de benen van de profielen 19-20 en door eindstukken 26 die de uiteinden van de profielen 19-20 afdekken.

Door de specifieke vorm en de opstelling van de profielen 5-7, 14-15, 19-20 kan een ventilatie volgens de uitvinding geïnstalleerd worden op deuren 1 van verschillende dikten. De ventilatie kan probleemloos toegepast worden op deuren 1 met een dikte tussen 35 en 45 mm. Andere deurdikten worden hierbij niet uitgesloten.

Het profiel 5, 14, 19 op het deurblad 3 kan, conform de uitvoeringsvormen in de figuren 2, 3 en 4, in een daarvoor voorziene sponning 11 worden bevestigd of kan, conform de uitvoeringsvorm getoond in figuur 5, gelijk met de voorzijde van het deurblad 3 worden geplaatst wat eventueel kan bijdragen tot het esthetisch uitzicht van de deur 1 en wat de plaatsing ervan mogelijkerwijze gemakkelijker maakt aangezien geen sponning 11 gerealiseerd moet worden in een rand 6 van het deurblad 3.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een ventilatie voor een deur volgens de uitvinding kan in allerlei vormen en afmetingen verwezenlijkt worden, zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (15)

1. Deur met ventilatie die bestaat uit een kader (2) met een aanslag (4) waarin een deurblad (3) scharnierbaar aangebracht is, daardoor gekenmerkt dat de ventilatie gevormd wordt door een profilering (5) langs een rand (6) van het deurblad (3) en een tegenover deze rand (6) aangebrachte profilering (7) aan de binnenzijde van het kader (2), waarbij, in gesloten toestand van de deur (1), de profileringen (5-7) zich op een afstand van elkaar bevinden teneinde een luchtspleet te creëren tussen het deurblad (3) en het kader (2) en waarbij de profileringen (5-7) gevormd worden door verdiepte gedeelten (8) met opstaande wanden (9) die met hun opening naar elkaar toe gericht zijn en die elkaar in de dikterichting van het deurblad in de dikte van het deurblad (3) overlappen teneinde een voor de ventilatie labyrintvormige doorgang (12) te creëren.

2. Deur met ventilatie volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de opstaande wanden (9) elkaar in de richting loodrecht op de voornoemde rand (6) van het deurblad (1) minstens gedeeltelijk overlappen teneinde een rechtstreekse lichtdoorgang te voorkomen tussen beide zijden van de deur (1).

3. Deur met ventilatie volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de profileringen (5-7) gevormd worden door hoofdzakelijk U-vormige profielen met benen (9) die met elkaar verbonden zijn door een rug (10) en waarbij deze profielen (5-7) met hun benen (9) naar elkaar toe gepositioneerd zijn en met hun rug (10) bevestigd zijn op de voornoemde rand (6) van de deur (1) en tegen de binnenzijde van het kader (2).

4. Deur met ventilatie volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat het profiel (7) van het kader (2) aanleunt tegen de aanslag (4) van het kader (2) terwijl het andere profiel (5) voorzien is in een sponning (11) die uitgespaard is aan de betreffende rand (6) van het deurblad (3) .

5. Deur met ventilatie volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat het profiel (5) op het deurblad (3) smaller is dan de dikte van de deur (1) en dat dit profiel (5) in de voornoemde sponning (11) verschuifbaar is in de richting loodrecht op het deurblad (3).

6. Deur met ventilatie volgens één van de conclusies 3 tot 5, daardoor gekenmerkt dat de U-vormige profielen (5-7) benen (9) bezitten van ongelijke lengte en waarbij de profielen (5-7) zodanig georiënteerd zijn dat zij met hun kort been (9Ά) gesitueerd zijn tegenover de opening van het andere profiel.

7. Deur met ventilatie volgens één van de conclusies 3 tot 5, daardoor gekenmerkt dat elk van de profielen (14-15) zich met één been (17-18) gedeeltelijk uitstrekt in de opening van het andere profiel.

8. Deur met ventilatie volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat het been (17-18) dat zich gedeeltelijk uitstrekt in de opening van het andere profiel flexibel of roteerbaar is uitgevoerd.

9. Deur met ventilatie volgens één van de conclusies 3 tot 8, daardoor gekenmerkt dat het been (21-22) dat zich tegenover de opening van het overstaand profiel bevindt, een inwaarts gebogen vorm aanneemt.

10. Deur met ventilatie volgens één van de conclusies 3 tot 9, daardoor gekenmerkt dat de profielen (5-7, 14-15, 19-20) identiek zijn.

11. Deur met ventilatie volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de profilering voorzien is aan de bovenzijde van de deur (1) en dat zij zich uitstrekt over de volledige breedte van het deurblad (3).

12. Deur met ventilatie volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de profilering minstens gedeeltelijk gevormd wordt door een akoestisch isolerend materiaal (23).

13. Deur met ventilatie volgens conclusie 12 en één van de conclusie 3 tot 10, daardoor gekenmerkt dat het akoestisch isolerend materiaal (23) in de voornoemde profielen aangebracht is.

14. Deur met ventilatie volgens conclusie 13, daardoor gekenmerkt dat het zichtbare oppervlak (24) van dit akoestisch isolerend materiaal hol gebogen uitgevoerd is.

15. Deur met ventilatie volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de uiteinden van de profilering afgewerkt zijn met een eindstuk (26).