BE1018763A3 - Een methode voor het aansturen van een draadreminrichting van een rechhoekige balenpers. - Google Patents

Een methode voor het aansturen van een draadreminrichting van een rechhoekige balenpers. Download PDF

Info

Publication number
BE1018763A3
BE1018763A3 BE2009/0326A BE200900326A BE1018763A3 BE 1018763 A3 BE1018763 A3 BE 1018763A3 BE 2009/0326 A BE2009/0326 A BE 2009/0326A BE 200900326 A BE200900326 A BE 200900326A BE 1018763 A3 BE1018763 A3 BE 1018763A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
rope
wire
bale
wire brake
bale chamber
Prior art date
Application number
BE2009/0326A
Other languages
English (en)
Inventor
Groenigen Jan C Van
Original Assignee
Cnh Belgium Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cnh Belgium Nv filed Critical Cnh Belgium Nv
Priority to BE2009/0326A priority Critical patent/BE1018763A3/nl
Priority to PCT/EP2010/057271 priority patent/WO2010136501A1/en
Priority to CN201080018964.9A priority patent/CN102413679B/zh
Priority to EP10722339A priority patent/EP2434866A1/en
Priority to US13/322,126 priority patent/US8770101B2/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1018763A3 publication Critical patent/BE1018763A3/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F15/00Baling presses for straw, hay or the like
    • A01F15/08Details
    • A01F15/12Feeding devices for the ties
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F15/00Baling presses for straw, hay or the like
    • A01F15/08Details
    • A01F15/0825Regulating or controlling density or shape of the bale

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Basic Packing Technique (AREA)
  • Binders And Loading Units For Sheaves (AREA)
  • Auxiliary Devices For And Details Of Packaging Control (AREA)
  • Harvester Elements (AREA)

Abstract

Werkwijze voor het inbrengen van een inslagdraad(4,5) in een weefvak van een luchtweefmachine die een hoofdblazerinrichting (70) en minstens één stel bijblzers (11 tot 19) bevat, waarbij een standaardinstelling voor een toevoer van perslucht aan de hoofdblazerinrichting (70) en/of aan het minstens één stel bijblazers (11 tot 19) is bepaald en wordt aangepast tot een inslaginsertie instabiel wordt. Een luchtweefmachine die eenvernoemde werwijze toepast.

Description

Een methode voor het aansturen van een draadreminrichting van een rechthoekige balenpers.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een methode voor het aansturen van een draadreminrichting van een rechthoekige balenpers, meer in het bijzonder bij het vormen van een baal wanneer de balenkamer nog niet volledig gevuld is met oogstmateriaal.
Een gekende rechthoekige balenpers bevat een balenkamer; een in de balenkamer oscillerende plunjer; touw, draad of koord voor het omwikkelen van de gevormde baal; een knoopinrichting voor het knopen van het touw, draad of koord; een draadreminrichting voor het bepalen van de spanning in het touw.
Het is een gekend probleem dat bij het aanvangen van het persen van balen met een rechthoekige balenpers waarvan de balenkamer leeg is eerst een baal geproduceerd wordt waarvan de dichtheid onvoldoende is. Deze situatie doet zich bijvoorbeeld voor bij een loonwerker bij het starten van het vormen van balen op een veld van een nieuwe klant nadat de balenkamer werd leeggemaakt na het afwerken van een veld van een vorige klant. Dit probleem ontstaat omdat er nog geen of onvoldoende oogstmateriaal in de balenkamer aanwezig is om voldoende tegendruk te leveren. De operator moet na het vormen en uitwerpen van deze eerste baal zijn werkzaamheden onderbreken, de touwen van deze eerste baal doorsnijden en het gewas een tweede maal verwerken met de balenpers. Dit is oncomfortabel en tijdrovend.
Het is ook gekend uit bijvoorbeeld DE4433587 om een extra element in de balenkamer te introduceren om voldoende tegendruk te genereren voor het oogstmateriaal dat in de lege balenkamer wordt geïntroduceerd. Deze elementen zijn echter onpraktisch, tijdrovend en onderhevig aan sleet in het geval van bijvoorbeeld het opblaasbare lichaam of vereist een krachtige aandrijving en grote aanpassingen aan de balenkamer en is omvangrijk in het geval van de draaiarmen.
De huidige uitvinding heeft tot doel een antwoord te bieden op de voorgaande nadelen door te voorzien in een methode en een balenpers volgens de uitvinding die met minimale aanpassingen aan een bestaand balenpers het mogelijk maakt om een baal met een aanvaardbare dichtheid te produceren zelfs als de balenkamer nog niet volledig gevuld is met oogstmateriaal.
Volgens een eerste aspect van de huidige uitvinding wordt er voorzien in een methode voor het aansturen van een draadreminrichting van een rechthoekige balenpers, daardoor gekenmerkt dat de draadreminrichting zo wordt aangestuurd dat tijdens een eerste periode waarbij de balenkamer niet volledig gevuld is met oogstmateriaal, de gemiddelde spanning in het touw, draad of koord hoger is dan tijdens een tweede periode waarbij de balenkamer volledig gevuld is met oogstmateriaal.
Dit biedt het voordeel dat voldoende tegendruk kan gegenereerd worden door de reeds in de balenkamer aanwezige touwen. Hierdoor kan op een eenvoudige manier en met minimale wijzigingen aan een gekende balenpers toch een baal geproduceerd worden met een aanvaardbare dichtheid zelfs als de balenkamer nog niet volledig gevuld is met oogstmateriaal.
Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding start de eerste periode bij het starten van het vormen van de eerste baal in een lege balenkamer.
Dit biedt het voordeel dat het ogenblik waarop de touwspanning wordt verhoogd eenvoudig te bepalen is. Dit is vooral voordelig bij een manueel activeerbaar systeem. De operator schakelt het dan in als hij start met het vormen van balen met een lege balenkamer.
Volgens een volgende uitvoeringsvorm van de uitvinding start de eerste periode na het vormen van een vooraf bepaalde lengte van samengeperst oogstmateriaal in een lege balenkamer.
Dit biedt het voordeel dat de verhoogde touwspanning pas wordt toegepast als er voldoende oogstmateriaal in de lege balenkamer werd geïntroduceerd zodat het verhoogde risico voor het terugwerpen van oogstmateriaal in de pre-compressie kamer vermeden wordt. De lengte van het samengeperste oogstmateriaal kan op eenvoudige manier bepaald worden aan de hand van een gekende balenlengtesensor van de balenpers.
Volgens een volgende uitvoeringsvorm van de uitvinding start de eerste periode na het introduceren van een vooraf bepaalde hoeveelheid oogstmateriaal in een lege balenkamer.
Dit biedt eveneens het voordeel dat de verhoogde touwspanning pas wordt toegepast als er voldoende oogstmateriaal in de lege balenkamer werd geïntroduceerd zodat het verhoogde risico voor het terugwerpen van oogstmateriaal in de pre-compressie kamer vermeden wordt. De hoeveelheid oogstmateriaal kan op een eenvoudige manier afgeleid worden uit bijvoorbeeld het aantal plakjes oogstmateriaal dat uit de pre-compressie kamer in de lege balenkamer werd geïntroduceerd.
Volgens een volgende uitvoeringsvorm van de uitvinding stopt de eerste periode bij het afbinden van de eerste baal gevormd in een lege balenkamer.
Dit biedt het voordeel dat het knoopproces niet of nagenoeg niet wordt beïnvloed door de verhoogde spanning in de touwen. Verder biedt dit ook een eenvoudig te bepalen eindpunt wat voordelig is bij een systeem dat manueel moet worden geactiveerd of gedeactiveerd wordt op basis van bijvoorbeeld mechanische koppeling aan het knoopmechanisme.
Volgens een volgende uitvoeringsvorm van de uitvinding stopt de eerste periode na het introduceren van een vooraf bepaalde lengte van samengeperst oogstmateriaal in een lege balenkamer.
Volgens een volgende uitvoeringsvorm van de uitvinding stopt de eerste periode na het introduceren van een vooraf bepaalde hoeveelheid oogstmateriaal in een lege balenkamer.
Volgens een tweede aspect van de uitvinding wordt er voorzien in een rechthoekige balenpers voor het uitvoeren van de methode volgens het eerste aspect van de uitvinding, bevattende: - een balenkamer; - een in de balenkamer oscillerende plunjer; - minstens één touw, draad of koord voor het omwikkelen van de gevormde baal; - een knoopinrichting voor het knopen van het touw, draad of koord; - minstens één aanstuurbare draadreminrichting voor het verhogen van de spanning in minstens één touw, draad of koord; en - een stuureenheid voor het aansturen van de minstens één aanstuurbare draadreminrichting.
Dit biedt het voordeel dat zonder het toevoegen van omvangrijke elementen voldoende tegendruk kan gegenereerd worden door de reeds in de balenkamer aanwezige touwen.
Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat de aanstuurbare draadreminrichting een aandrijving die is uitgevoerd als nokkenaandrijving, excenteraandrijving, elektrische aandrijving of hydraulische aandrijving.
Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat de rechthoekige balenpers minstens twee aanstuurbare draadreminrichtingen en worden de minstens twee aanstuurbare draadreminrichtingen aangedreven door een gemeenschappelijke aandrijving.
Dit biedt het voordeel dat slechts één aandrijving noodzakelijk is voor het aandrijving van meerdere draadreminrichtingen.
Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding is de knoopinrichting een dubbele knoopinrichting; wordt het touw, draad of koord voor het omwikkelen van de gevormde baal gevormd met een bovenste touw, draad of koord en een onderste touw, draad of koord; en bevat de rechthoekige balenpers minstens twee aanstuurbare draadreminrichtingen, één voor het verhogen van de spanning in het bovenste touw, draad of koord en één voor het verhogen van de spanning in het onderste touw, draad of koord.
Dit maakt het mogelijk om de methode volgens de uitvinding op eenvoudige wijze toe te passen bij een dubbele knoopinrichting.
De uitvinding zal nu verder worden beschreven, bij wijze van voorbeeld, met verwijzing naarde bijhorende figuren, waarin:
Figuur 1 een schematische weergave is van een zijaanzicht van een rechthoekige balenpers volgens de uitvinding;
Figuur 2 een schematische weergave is van een enkele knoopinrichting van een rechthoekige balenpers volgens de uitvinding;
Figuur 3 een schematische weergave is van een dubbele knoopinrichting van een rechthoekige balenpers volgens de uitvinding;
Figuur 4 een schematische weergave is van een draadreminrichting voor een rechthoekige balenpers volgens de uitvinding in een gedeactiveerde positie;
Figuur 5 een schematische weergave gelijkaardig aan Figuur 4 met de draadreminrichting in een geactiveerde positie.
De termen "voor", "achter", "voorwaarts", "achterwaarts", "links" en "rechts" zoals gebruikt in deze beschrijving worden bepaald ten opzichte van de normale bewegingsrichting van de balenpers tijdens zijn bedrijf.
Figuur 1 is een schematische weergave van een rechthoekige balenpers 10 die is uitgerust met een zich voorwaarts uitstrekkende stang 12 met niet weergegeven aankoppelingsmiddelen voor het koppelen van de balenpers 10 aan een niet weergegeven tractor. Een opraper 14 raapt het oogstmateriaal dat in een zwad op het veld ligt op wanneer de balenpers 10 daar over rijdt en levert dit oogstmateriaal af aan de ingang van een achterwaarts en opwaarts gekromde pre-compressie kamer 16. Deze pre-compressie kamer 16 staat aan zijn bovenste einde in verbinding met een zich daarboven van voor naar achter uitstrekkende balenkamer 18. De balenkamer 18 is licht hellend ten opzichte van de horizontale, lager zijnde aan de achterkant dan aan de voorkant. Aan de onderzijde van de pre-compressie kamer 16 wordt het gewas dat van de opraper 14 komt door een pakker 22 in de pre-compressie kamer 16 gevoerd totdat de pre-compressie kamer 16 gevuld is met een gewenste densiteit, daarmee een plakje vormend. Volgens een niet weergegeven variant is het ook mogelijk om bijvoorbeeld de pakker 22 achterwege te laten of om in plaats van een pakker 22, bijvoorbeeld een messentrommel aan te brengen. De bovenwand van de pre-compressie kamer heeft sleuven die door de tanden van een vork 20, die deel vormt van het laadmechanisme vollediger beschreven in bijvoorbeeld EP0636308, kunnen worden binnengedrongen. Wanneer een plakje gevormd werd in de pre-compressie kamer 16, wordt gesynchroniseerd met de beweging van de plunjer 30 een laadcyclus gestart gedurende dewelke de tanden van de vork 20 de pre-compressie kamer 16 binnendringen. Tijdens het vervolg van de laadcyclus wordt het plakje naar boven in de balenkamer 18 bewogen, waar de plunjer 30 die heen en weer beweegt in de balenkamer 18 de plakjes verder samenperst om een baal te vormen die door de plunjer 30 stapsgewijs naar de achterste uitwerpopening 24 van de balenkamer 18 wordt bewogen.
Zoals gekend heeft de balenpers ook een mechanisme voor het omwikkelen van de balen en soms individuele plakjes binnenin de baal, met een bepaalde lengte van touw en een knoopinrichting 40 voor het vormen van knopen in dit touw. De knoopinrichting 40 kan een serie van periodiek geactiveerde naalden 44 bevatten die normaalgezien gestationeerd worden onder de balenkamer 18, maar die opwaarts zwaaien doorheen de balenkamer 18 als ze geactiveerd worden om touw te presenteren aan een overeenkomstige serie knopers 42 die gepositioneerd zijn boven de balenkamer 18 en verdeeld zijn over de breedte daarvan. Het aantal naalden 44 en overeenkomstige knopers hangt af van de dwarse breedte van de balenkamer. Een typische grote rechthoekige balenpers kan 4 tot 6 naalden 44 en knopers 42 voor het aanbrengen van 4 tot 6 parallelle lussen van touw rond de balen bevatten.
De gekende knoopinrichtingen voor rechthoekige balenpersen kunnen opgedeeld worden in twee grote groepen. Het betreft enkele knoopinrichtingen zoals schematisch weergegeven in Figuur 2 en bijvoorbeeld gekend uit en meer in detail beschreven in EP0392627 en dubbele knoopinrichtingen zoals schematisch weergegeven in Figuur 3 en bijvoorbeeld gekend uit en meer in detail beschreven in US4142746.
Bij enkele knoopinrichtingen zoals weergegeven in Figuur 2 wordt het touw 48 afgenomen uit een touwvoorraad 70 en via een draadreminrichting 100 en de naald 44 door de balenkamer 18 tussen het oogstmateriaal van een zich vormende baal 60 en een reeds vervolledigde baal 58 naar een knoper 42 geleid die in dit geval ook een touwklem bevat. Als er nieuw oogstmateriaal in de balenkamer 18 geïntroduceerd wordt bewegen de reeds vervolledigde baal 58 en de zich vormende baal 60 in de richting van de pijl en wordt er, aangezien het touw 48 aan zijn einde wordt vastgeklemd in de knoper 42, nieuw touw afgenomen uit de touwvoorraad 70. Het touw 48 wordt op de gewenste spanning gehouden door middel van een draadreminrichting 100. Als de zich vormende baal 60 een vooraf bepaald lengte heeft bereikt wordt de knoopinrichting 40 geactiveerd om het touw rond de baal te wikkelen en vast te binden. Een einde van het touw 48 blijft in de knoper 42 geklemd voor het vormen van de volgende baal.
Bij dubbele knoopinrichtingen zoals weergegeven in Figuur 3 wordt de lus rond de reeds vervolledigde baal 58 gevormd door een bovenste touw 46 en een onderste touw 48 die door middel van twee knopen 50, 52 met elkaar verbonden worden. Het onderste touw 48 wordt afgenomen uit een touwvoorraad 70 en via een draadreminrichting 100 en de naald 44 door de balenkamer tussen het oogstmateriaal van een zich vormende baal 60 en een reeds vervolledigde baal 58 naar het bovenste touw 48 geleid, waarmee het verbonden is door middel van een knoop 52. Dit bovenste touw 46 wordt afgenomen uit een touwvoorraad 72 en via een draadreminrichting 102 naar het onderste touw 48 geleid. Als er nieuw oogstmateriaal in de balenkamer 18 geïntroduceerd wordt bewegen de reeds vervolledigde baal 58 en de zich vormende baal 60 in de richting van de uitwerpopening 24 en wordt er nieuw touw afgenomen uit de respectievelijke touwvoorraden 70 en 72 voor het onderste touw 48 en het bovenste touw 46. Het is duidelijk dat twee draadreminrichtingen 100 en 102 noodzakelijk zijn om zowel het bovenste touw 46 als het onderste touw 48 op de gewenste spanning te houden. Als de zich vormende baal 60 een vooraf bepaald lengte heeft bereikt wordt de knoopinrichting 40 geactiveerd om het onderste touw 48 rond de baal te wikkelen en vast te binden aan het bovenste touw 46 door middel van een eerste knoop 50. Er wordt vervolgens ook een tweede knoop 52 gevormd tussen het bovenste touw 46 en het onderste touw 48 voor het omwikkelen van een volgende baal. De eindjes touw 54 en 56 tussen de eerste knoop 50 en de tweede knoop 52 worden meestal tijdens dit proces afgesneden en verwijderd.
Een draadreminrichting 100 zoals schematisch weergegeven in Figuren 2 en 3 wordt meer in detail weergegeven in Figuren 4 en 5. Er zal worden gerefereerd naar de draadreminrichting 100 voor een enkele knoopinrichting of voor het onderste touw 48 van een dubbele knoopinrichting. Het is duidelijk dat een draadreminrichting 102 voor de bovenste touw 46 voor een dubbele knoopinrichting gelijkaardig kan worden uitgevoerd. De draadreminrichting 100 bevat een eerste draadrem 110, een compensator arm 120 en een tweede draadrem 130.
Het touw 48 afkomstig uit de onderste touwvoorraad 70 wordt naar de eerste draadrem 110 geleid doorheen een draadoog 112. Een dergelijke draadrem is bijvoorbeeld gekend uit EP0856248 en bevat een paar tegenover elkaar liggende, geribde rollen 114 en 116 die door middel van een veer 118 tegen elkaar worden gedrukt om het touw 48 te klemmen. De eerste draadrem 110 is bevestigd op een bevestigingsplaat 128 die op zijn beurt weer bevestigd is aan het frame van de balenpers 10.
Vervolgens wordt het touw 48 naar de compensator arm 120 geleid waar het touw omgebogen wordt rond een rolletje 122 dat bevestigd is op een arm 124 die kantelbaar rond scharnierpunt 123 is aangebracht aan een bevestigingsarm 125 die op zijn beurt op de bevestigingsplaat 128 is bevestigd. Aan de arm 124 is een veer 126 aangebracht die aan zijn tegenoverliggende einde aan de bevestigingsplaat 128 is aangebracht. Hierdoor kan, zoals bijvoorbeeld gekend uit EP0856246, de compensator arm 120 een bepaalde lengte van touw dat bijvoorbeeld tijdens het knoopproces wordt vrijgegeven opnemen om de gewenste spanning in het touw 48 te behouden.
Daarna wordt het touw 48 naar een tweede draadrem 130 geleid. Zoals schematisch weergegeven in Figuur 4 bevat de tweede draadrem drie dwarse assen 136, 138 en 142. Het touw 48 wordt geleid tussen de eerste dwarse as 136 die bevestigd is aan het frame van de balenpers 10 en een tweede dwarse as 138 die aangebracht is op een arm 134 die kantelbaar rond een rotatie-as 140, aangeduid met een assenkruis, aan het frame van de balenpers 10 is bevestigd. Om de arm 134 te laten kantelen rond rotatie-as 140 is aan de arm 134 een actuator 132 bevestigd die is uitgevoerd als een hydraulische cilinder die aan zijn tegenoverliggende einde aan het frame van de balenpers 10 is aangebracht. Tot slot wordt het touw langs een derde dwarse as 142 geleid die gelijkaardig als de eerste dwarse as 136 bevestigd is aan het frame van de balenpers 10.
De toestand van de draadreminrichting 100 zoals weergegeven in Figuur 4 wordt aangeduid als de gedeactiveerde positie. Hierbij zorgen de eerste draadrem 110 en de compensator-arm 120 voor de gewenste spanning in het touw 42. De tweede draadrem 130 beïnvloedt de spanning in het touw 42 nagenoeg niet. Dit is de toestand tijdens het normale bedrijf van de balenpers 10, dit wil zeggen wanneer er voldoende oogstmateriaal in de balenkamer 18 aanwezig is om de vereiste tegendruk te genereren.
Is de balenkamer 18 leeg of bevat ze onvoldoende oogstmateriaal om de vereiste tegendruk te genereren dan wordt volgens de methode volgens de uitvinding de draadreminrichting 100 zo aangestuurd dat tijdens deze periode waarbij de balenkamer 18 niet volledig gevuld is met oogstmateriaal, de gemiddelde spanning in het touw 48 hoger is dan tijdens de daaropvolgende periode waarbij de balenkamer 18 volledig gevuld is met oogstmateriaal. In Figuur 5 wordt de toestand van de draadreminrichting 100 weergegeven die wordt aangeduid als de geactiveerde positie om de spanning in het touw 48 te verhogen om met het touw 48 voldoende tegendruk te kunnen genereren in een onvoldoende gevulde balenkamer 18. Hiervoor wordt de arm 134 ongeveer 90° volgens wijzerzin gekanteld rond rotatie-as 140 door middel van actuator 132. Hierdoor wordt de op de arm 134 aangebrachte tweede dwarse as 138 in lijn gebracht met de eerste dwarse as 136 en de derde dwarse as 142. Hierdoor ontstaat een labyrint voor het touw 48 dat rond het oppervlak van de dwarse assen 136, 138 en 142 wordt omgebogen. De tweede reminrichting 130 oefent hierdoor een extra remkracht uit op het touw 48 en er bouwt zich op basis van deze extra remkracht een hogere spanning op in het touw. Deze extra spanning ligt bijvoorbeeld in het bereik van 500N tot 1500N, bijvoorbeeld 750N. Op basis van experimenten werd vastgesteld dat een extra spanning van 750N in de touwen aanleiding gaf tot een verhoging van de densiteit van de eerste baal geproduceerd in een lege balenkamer 18 van 20% tot 40%. Een baal met een dergelijke verhoogde densiteit was in de meeste gevallen van een aanvaardbare kwaliteit en moest niet opengesneden worden om opnieuw te worden verwerkt door de balenpers 10.
Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt de draadreminrichting 100 geactiveerd bij het starten van het vormen van de eerste baal in een lege balenkamer en wordt de draadreminrichting 100 gedeactiveerd bij het afbinden van de eerste baal in een lege balenkamer. Dit biedt het voordeel dat het ogenblik waarop de touwspanning wordt verhoogd eenvoudig te bepalen is. Dit is vooral voordelig bij een manueel activeerbaar systeem. De operator schakelt het dan in als hij start met het vormen van balen met een lege balenkamer. Ook wordt het knoopproces niet of nagenoeg niet beïnvloed door de verhoogde spanning in de touwen. Verder biedt dit ook een eenvoudig te bepalen eindpunt wat voordelig is bij een systeem dat manueel moet worden gedeactiveerd of gedeactiveerd wordt op basis van bijvoorbeeld mechanische koppeling aan het knoopmechanisme.
Volgens een volgende uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt de draadreminrichting 100 geactiveerd na het vormen van een eerste vooraf bepaalde lengte van samengeperst oogstmateriaal in een lege balenkamer 18 en wordt de draadreminrichting 100 gedeactiveerd na het introduceren van een tweede vooraf bepaalde lengte van samengeperst oogstmateriaal in een lege balenkamer 18. Dit biedt het voordeel dat de verhoogde touwspanning pas wordt toegepast als er voldoende oogstmateriaal in de lege balenkamer 18 werd geïntroduceerd zodat het verhoogde risico voor het terugwerpen van oogstmateriaal door de touwen 48 in de pre-compressie kamer 16 vermeden wordt. De lengte van het samengeperste oogstmateriaal kan op eenvoudige manier bepaald worden aan de hand van een gekende balenlengtesensor van de balenpers 10 of op basis van een sensor voor de lengte van het afgegeven touw 48, zoals bijvoorbeeld gekend uit EP0856248. De vooraf bepaalde lengtes van samengeperst oogstmateriaal waarbij de draadreminrichting 100 moet worden geactiveerd en gedeactiveerd kunnen bijvoorbeeld door de operator vooraf ingegeven worden in de stuureenheid 150 van de balenpers die dan op zijn beurt op gepaste wijze de draadreminrichting 100 aanstuurt.
Volgens een volgende uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt de draadreminrichting 100 geactiveerd na het introduceren van een eerste vooraf bepaalde hoeveelheid oogstmateriaal in een lege balenkamer 18 en wordt de draadreminrichting 100 gedeactiveerd na het introduceren van een vooraf bepaalde hoeveelheid oogstmateriaal in een lege balenkamer 18. Dit biedt eveneens het voordeel dat de verhoogde touwspanning pas wordt toegepast als er voldoende oogstmateriaal in de lege balenkamer 18 werd geïntroduceerd zodat het verhoogde risico voor het terugwerpen van oogstmateriaal in de pre-compressie kamer 16 vermeden wordt. De hoeveelheid oogstmateriaal die in de balenkamer 18 werd geïntroduceerd kan op een eenvoudige manier afgeleid worden van bijvoorbeeld het aantal plakjes oogstmateriaal dat uit de pre-compressie kamer in de lege balenkamer werd geïntroduceerd.
Het is duidelijk dat eender welke combinatie van de hierboven vermelde mogelijkheden voor het activeren en deactiveren van de draadreminrichting 100 mogelijk is.
Het is duidelijk dat om de methode volgens de uitvinding uit te voeren de spanning in minstens één touw moet worden verhoogd door middel van minstens één draadreminrichting 100. De activatie en deactivatie van de draadreminrichting 100 kan manueel gebeuren of door door middel van een stuureenheid 150 van de balenpers 10. Om voldoende tegendruk te genereren is het echter voordelig om de spanning in alle aanwezige touwen in de balenkamer te verhogen bij een onvoldoende gevulde balenkamer 18.
Volgens een niet weergegeven uitvoeringsvorm kan de actuator 132 van de draadreminrichting 100 , die is weergegeven in Figuren 4 en 5 als een hydraulische aandrijving, eveneens uitgevoerd worden als een nokkenaandrijving, excenteraandrijving, elektrische aandrijving of een andere geschikte aandrijving.
Volgens een volgende uitvoeringsvorm van de uitvinding lopen de dwarse assen 136, 138 en 142, of toch minstens de tweede dwarse as 138 door over nagenoeg de volledige breedte van de balenpers 10. De derde reminrichting 130 van meerdere draadreminrichtingen 100 kan dan bediend worden door middel van één enkele gemeenschappelijke actuator 132. Dit biedt het voordeel dat slechts één aandrijving noodzakelijk is voor het aandrijving van meerdere draadreminrichtingen 100.
Het is duidelijk dat voor het uitvoeren van de methode volgens de uitvinding bij een dubbele knoopinrichting twee aanstuurbare draadreminrichtingen 100, 102, één voor het verhogen van de spanning in het bovenste touw 46 en één voor het verhogen van de spanning in het onderste touw 46 noodzakelijk zijn. Beide draadreminrichtingen 100, 102 kunnen gelijkaardig worden uitgevoerd als de draadreminrichting 100 weergegeven in Figuren 4 en 5 en kunnen bijvoorbeeld samen geactiveerd en gedeactiveerd worden door de stuureenheid 150 van de balenpers.
Bij de draadreminrichting 100 weergegeven in Figuren 4 en 5 is het voordelig om de diameters van de dwarse assen 136, 138 en 142 voldoende groot te kiezen zodat het touw niet plots wordt omgebogen aangezien dit bij het aanbrengen van een verhoogde spanning in het touw 48 een breuk zou kunnen veroorzaken.
Volgens niet weergegeven uitvoeringsvormen is het ook mogelijk de methode volgens de uitvinding uit te voeren met alternatieve uitvoeringsvormen van de draadreminrichting 100, 102. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om de draadreminrichting 100 uit te voeren met enkel één draadrem en een compensator arm. Deze draadrem staat dan in voor de verhoogde spanning alsook voor het verzekeren van de gewone spanning in het touw als de balenkamer voldoende gevuld is met oogstmateriaal. Het is duidelijk dat de draadreminrichting 100 kan worden uitgevoerd als eender welke andere geschikte draadrem, zoals bijvoorbeeld aanstuurbare schotelremmen of de gekende draadreminrichtingen uit DD282837, DD280303, DE1103067 en US6634284.
De in de conclusies weergegeven uitvinding beperkt zich uiteraard niet tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, maar kan eveneens combinaties en varianten bevatten die onder de beschermingsomvang van de conclusies vallen.

Claims (11)

1. Een methode voor het aansturen van een draadreminrichting (100, 102) van een rechthoekige balenpers (10), daardoor gekenmerkt dat de draadreminrichting (100, 102) zo wordt aangestuurd dat tijdens een eerste periode waarbij de balenkamer (18) niet volledig gevuld is met oogstmateriaal, de gemiddelde spanning in het touw (46, 48), draad of koord hoger is dan tijdens een tweede periode waarbij de balenkamer (18) volledig gevuld is met oogstmateriaal.
2. Een methode volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de eerste periode start bij het starten van het vormen van de eerste baal in een lege balenkamer (18).
3. Een methode volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de eerste periode start na het vormen van een vooraf bepaalde lengte van samengeperst oogstmateriaal in een lege balenkamer (18).
4. Een methode volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de eerste periode start na het introduceren van een vooraf bepaalde hoeveelheid oogstmateriaal in een lege balenkamer (18).
5. Een methode volgens één van de conclusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat de eerste periode stopt bij het afbinden van de eerste baal gevormd in een lege balenkamer (18).
6. Een methode volgens één van de conclusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat de eerste periode stopt na het introduceren van een vooraf bepaalde lengte van samengeperst oogstmateriaal in een lege balenkamer (18).
7. Een methode volgens één van de conclusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat de eerste periode stopt na het introduceren van een vooraf bepaalde hoeveelheid oogstmateriaal in een lege balenkamer(18).
8. Een rechthoekige balenpers (10) voor het uitvoeren van de methode volgens één van de conclusies 1 tot 7, bevattende: - een balenkamer (18); - een in de balenkamer (18) oscillerende plunjer (30); - minstens één touw (46, 48), draad of koord voor het omwikkelen van de gevormde baal; - een knoopinrichting (40) voor het knopen van het touw (46, 48), draad of koord; - minstens één aanstuurbare draadreminrichting (100, 102) voor het verhogen van de spanning in minstens één touw (46, 48), draad of koord; en - een stuureenheid (150) voor het aansturen van de minstens één aanstuurbare draadreminrichting (100, 102).
9. Een rechthoekige balenpers volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat de aanstuurbare draadreminrichting (100, 102) een aandrijving (132) bevat die is uitgevoerd als nokkenaandrijving, excenteraandrijving, elektrische aandrijving of hydraulische aandrijving.
10. Een rechthoekige balenpers volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat de rechthoekige balenpers (10) minstens twee aanstuurbare draadreminrichtingen (100, 102) bevat en dat de minstens twee aanstuurbare draadreminrichtingen (100, 102) aangedreven worden door een gemeenschappelijke aandrijving (132).
11. Een rechthoekige balenpers volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat -de knoopinrichting (40) een dubbele knoopinrichting is ; -het touw (46, 48), draad of koord voor het omwikkelen van de gevormde baal gevormd wordt met een bovenste touw (46), draad of koord en een onderste touw (48), draad of koord; en -dat de rechthoekige balenpers (10) minstens twee aanstuurbare draadreminrichtingen (100, 102) bevat, één draadreminrichting (102) voor het verhogen van de spanning in het bovenste touw (46), draad of koord en één draadreminrichting (100) voor het verhogen van de spanning in het onderste touw (48), draad of koord.
BE2009/0326A 2009-05-27 2009-05-27 Een methode voor het aansturen van een draadreminrichting van een rechhoekige balenpers. BE1018763A3 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2009/0326A BE1018763A3 (nl) 2009-05-27 2009-05-27 Een methode voor het aansturen van een draadreminrichting van een rechhoekige balenpers.
PCT/EP2010/057271 WO2010136501A1 (en) 2009-05-27 2010-05-26 A method for controlling a twine brake device of a square baler.
CN201080018964.9A CN102413679B (zh) 2009-05-27 2010-05-26 用于控制方包打包机的麻线制动装置的方法
EP10722339A EP2434866A1 (en) 2009-05-27 2010-05-26 A method for controlling a twine brake device of a square baler.
US13/322,126 US8770101B2 (en) 2009-05-27 2010-05-26 Method for controlling a twine brake device of a square baler

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE200900326 2009-05-27
BE2009/0326A BE1018763A3 (nl) 2009-05-27 2009-05-27 Een methode voor het aansturen van een draadreminrichting van een rechhoekige balenpers.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1018763A3 true BE1018763A3 (nl) 2011-08-02

Family

ID=41467131

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2009/0326A BE1018763A3 (nl) 2009-05-27 2009-05-27 Een methode voor het aansturen van een draadreminrichting van een rechhoekige balenpers.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US8770101B2 (nl)
EP (1) EP2434866A1 (nl)
CN (1) CN102413679B (nl)
BE (1) BE1018763A3 (nl)
WO (1) WO2010136501A1 (nl)

Families Citing this family (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB201113420D0 (en) 2011-08-03 2011-09-21 Kuhn Geldrop Bv Baler and method of baling
BE1021162B1 (nl) * 2013-08-27 2016-01-12 Cnh Industrial Belgium Nv Systeem voor het activeren van de vuller van een balenpers voor gebruik in de landbouw
WO2015153299A1 (en) 2014-03-31 2015-10-08 Cnh Industrial America Llc Strap gripper for an agricultural baler
US10440895B2 (en) * 2015-08-17 2019-10-15 Deere & Company Motor-drive for application of wrap material to crop packages
DE102016117755B4 (de) 2016-04-12 2022-12-08 Hermann Schwelling Verfahren zum Steuern der Ballen-Länge sowie Ballenpresse zur Anwendung dieses Verfahrens
BR112019017397B1 (pt) * 2017-03-08 2023-02-23 Agco Corporation Montagem para identificação de fardo para ligação de uma etiqueta de identificação a um fardo de ma-terial de colheita agrícola
BE1026480B1 (nl) * 2018-07-19 2020-02-19 Cnh Ind Belgium Nv Opstelling van twijnspanners voor een landbouwbalenpers
US11382278B2 (en) * 2019-12-30 2022-07-12 Agco Corporation Twine severing blade for protecting against baler needle over-tension conditions
EP3932183A1 (en) 2020-07-01 2022-01-05 AGCO Corporation Twine tension assembly
EP3932181A1 (en) * 2020-07-01 2022-01-05 AGCO Corporation Twine tension control assembly
US20230131556A1 (en) * 2021-10-26 2023-04-27 Agco Corporation Twine tension monitoring apparatus
CN115152437B (zh) * 2022-07-12 2023-11-17 河南新电信息科技有限公司 打捆机自动控制系统

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE270283C (nl) *
DD282837A5 (de) * 1989-05-08 1990-09-26 Mechanisierung & Energie Bindevorrichtung fuer ballenpressen
EP0857414A1 (en) * 1997-02-11 1998-08-12 New Holland Belgium N.V. Bale density control system for agricultural balers.

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3080811A (en) * 1958-10-11 1963-03-12 Knotex Maschb G M B H Process and device for the automatic tying of parcels
US3400959A (en) * 1966-10-26 1968-09-10 Int Harvester Co Tying mechanism
US3498213A (en) * 1968-03-18 1970-03-03 Sperry Rand Corp Twine tensioning attachment
US4074623A (en) * 1976-11-16 1978-02-21 Hesston Corporation Method for binding a crop bale
DE4227194A1 (de) * 1992-08-17 1994-02-24 Claas Ohg Selbstfahrende Ballenpresse für auf dem Feld angebaute Pflanzen
US5377477A (en) * 1993-12-09 1995-01-03 Signode Corporation Method and apparatus for a power strapping machine
DE4433587A1 (de) 1994-09-21 1996-03-28 Claas Ohg Landwirtschaftliche Wagenkolbenpresse
DE19851021A1 (de) * 1998-11-05 2000-05-11 Claas Usines France Einrichtung zum Betätigen einer Kupplung für die Bindeeinrichtung einer Großballenpresse
JP3832571B2 (ja) * 2001-10-03 2006-10-11 株式会社アテックス ロールベーラ
GB0407858D0 (en) * 2004-04-07 2004-05-12 Cnh Belgium Nv Double knotting system for an agricultural baler
GB2424850A (en) * 2005-04-04 2006-10-11 Cnh Belgium Nv Twine tensioning device for a baler
JP4184393B2 (ja) * 2006-06-29 2008-11-19 株式会社タカキタ ロールベーラにおけるフィルム繰出装置

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE270283C (nl) *
DD282837A5 (de) * 1989-05-08 1990-09-26 Mechanisierung & Energie Bindevorrichtung fuer ballenpressen
EP0857414A1 (en) * 1997-02-11 1998-08-12 New Holland Belgium N.V. Bale density control system for agricultural balers.

Also Published As

Publication number Publication date
CN102413679A (zh) 2012-04-11
EP2434866A1 (en) 2012-04-04
US8770101B2 (en) 2014-07-08
US20120137901A1 (en) 2012-06-07
WO2010136501A1 (en) 2010-12-02
CN102413679B (zh) 2014-11-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1018763A3 (nl) Een methode voor het aansturen van een draadreminrichting van een rechhoekige balenpers.
BE1018706A3 (nl) Een methode voor het aansturen van een reminrichting en een ronde balenpers met een reminrichting.
BE1021120B1 (nl) Dichtheidsbesturingssysteem
BE1021102B1 (nl) Knopersysteem met een verbeterde twijndraadopnermer
US8281713B2 (en) Round baler
US11425864B2 (en) Knotter system for a baler
BE1022128B1 (nl) Vuleenheid voor een balenpers voor gebruik in de landbouw met een automatische densiteitsregeling
US5347920A (en) Twine force sensing apparatus for use on a rectangular baler
EP0974259A1 (en) Bale discharge indicator for an agricultural baler
US20200084972A1 (en) Improvements in a Knotter System for a Baler
BE1018204A3 (nl) Verbeteringen in vierkantebalenpersen.
BE1020446A3 (nl) Een veilige knoper voor een agrarische balenpers.
BE1026480B1 (nl) Opstelling van twijnspanners voor een landbouwbalenpers
EP0857414B1 (en) Bale density control system for agricultural balers.
BE1026244B1 (nl) Intelligente baalvorming
US5829346A (en) Bale twine tensioner
BE1024103B1 (nl) Balenpers voor landbouwtoepassingen met verlengd baaluitstootsysteem
US6769353B1 (en) Four twine tube round baler twine system
BE1023141B1 (nl) Knopenleggersysteem voor landbouwbalenpers
EP0856248B1 (en) Mistie detector system for agricultural balers.
CA2410080C (en) Round baler binding arrangement including twine tension control
US20160374272A1 (en) Round baler with apparatus for guiding a pressing belt
EP0235787A2 (en) Machine for forming cylindrical bales of crop
US20230345880A1 (en) Billhook for Baler Knotter
GB2159762A (en) Round bale baler

Legal Events

Date Code Title Description
HC Change of name of the owners

Owner name: CNH INDUSTRIAL BELGIUM NV; BE

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), CHANGEMENT NOM PROPRIETAIRE; FORMER OWNER NAME: CNH BELGIUM N.V.

Effective date: 20150312

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20170531