BE1018656A3 - Een hakselaar met een blazer. - Google Patents

Een hakselaar met een blazer. Download PDF

Info

Publication number
BE1018656A3
BE1018656A3 BE2009/0082A BE200900082A BE1018656A3 BE 1018656 A3 BE1018656 A3 BE 1018656A3 BE 2009/0082 A BE2009/0082 A BE 2009/0082A BE 200900082 A BE200900082 A BE 200900082A BE 1018656 A3 BE1018656 A3 BE 1018656A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
crop
blower
deflector plate
conditioner
chopper
Prior art date
Application number
BE2009/0082A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Cnh Belgium Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cnh Belgium Nv filed Critical Cnh Belgium Nv
Priority to BE2009/0082A priority Critical patent/BE1018656A3/nl
Priority to EP10153301A priority patent/EP2218321B1/en
Priority to AT10153301T priority patent/ATE539602T1/de
Priority to US12/658,652 priority patent/US7874133B2/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1018656A3 publication Critical patent/BE1018656A3/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D43/00Mowers combined with apparatus performing additional operations while mowing
    • A01D43/08Mowers combined with apparatus performing additional operations while mowing with means for cutting up the mown crop, e.g. forage harvesters
    • A01D43/086Mowers combined with apparatus performing additional operations while mowing with means for cutting up the mown crop, e.g. forage harvesters and means for collecting, gathering or loading mown material
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D43/00Mowers combined with apparatus performing additional operations while mowing
    • A01D43/10Mowers combined with apparatus performing additional operations while mowing with means for crushing or bruising the mown crop
    • A01D43/107Mounting means

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Harvester Elements (AREA)
  • Structures Of Non-Positive Displacement Pumps (AREA)

Abstract

De uitvinding betreft een hakselaar met een voorzetstuk voor het oogsten van gewas van een veld, een snijtrommel voor het verhakselen van het gewas geoogst door het voorzetstuk, een lospijp waaruit het verhakseld gewas wordt gelost en een roterende blazer (10) voor het werpen van het verhakseld gewas van de snijtrommel langs een toevoergoot (18) die leidt naar de lospijp. Er is een deflectorplaat (14a) aangebracht ter hoogte van de ingang van de blazer (10). De deflectorplaat (14a) is beweegbaar tussen een eerste positie waarin het gewas geleid wordt om volgens een nagenoeg tangentiële richting ten opzichte van het traject van de schoepen (10a) van de blazer (10) te stromen en een tweede positie waarin het gewas radiaal inwaarts ten opzichte van de tangentiële richting wordt omgebogen om te botsen met de schoepen (10a) van de blazer (10) op een punt langs hun lengte.

Description

Een hakselaar met een blazer
Deze uitvinding heeft betrekking op een hakselaar en in het bijzonder op een blazer voor het ontvangen van verhakseld gewas en het uitwerpen daarvan door een lospijp.
Hakselaars zijn machines die gewas verzameld van een veld in kleine stukjes hakken om voeder voor dieren te produceren. In het geval van gewassen zoals gras of luzerne, zullen deze afgemaaid zijn en achtergelaten om te drogen in de zon, zodat het gewas alleen nog moet verzameld worden door de hakselaar. Bij andere gewassen , zoals mais, kan het van de hakselaar ook vereist worden om het gewas af te maaien. Aldus kan de hakselaar met verschillende voorzetstukken uitgerust worden in overeenstemming met het gewas dat wordt geoogst.
Het gewas, of het nu afgesneden mais of verzameld gras is, wordt gevoed in een roterende méssentrommel of snijtrommel of chopper die het product verhakseld. Bij grasachtige gewassen kan dit op zichzelf volstaan om het gewenste veevoer te produceren.
Als echter mais geoogst wordt voor silage, volstaat het snijden alleen niet door de aanwezigheid van de korrels in het gewas. De korrels moeten gekraakt worden om de voedingsstof vrij te geven, want niet gekraakte korrels worden moeilijk door dieren verteerd. Aangezien snijden door de messentrommel alleen onvoldoende is om de korrels te kraken wordt het gewas bijkomend door een gewaskneuzer geleid die twee dicht bij elkaar opgestelde rollen bevat, typisch met gekartelde oppervlakken, die draaien zodat er slip optreedt tussen de nabijgelegen oppervlakken. De opening tussen de rollen is ingesteld in overeenstemming met de grootte van het graan dat erdoor passeert en de snelheid, inertie van de rollen, relatieve beweging en de karteling van de oppervlakken samen verzekeren het kraken van alle korrels die nog steeds intact zijn na het verhakselen door de snijtrommel. ,
De bewegingsenergie van de mais uit de gewaskneuzer of respectievelijk van het gras uit de snijtrommel voert het gewas in de versneller of blazer die het dan omhoog werpt in een toren naar een lospijp waarlangs het wordt gelost in een wagen of kar getrokken door een afzonderlijk voertuig dat naast de hakselaar rijdt.
Als korrelvrije gewassen zoals gras of luzerne verhakseld worden is de gewaskneuzer niet vereist en het op zijn plaats in de gewasstroom laten heeft als resultaat dat zijn rollen onnodig worden onderworpen aan sleet. Om dergelijke sleet te vermijden is het gekend de gewaskneuzer volledig te verwijderen uit de hakselaar of hem zodanig te bevestigen dat hij naar keuze in het pad van de gewasstroom kan worden geïntroduceerd of eruit worden teruggetrokken.
In de stand van de techniek zijn blazers gekend die een geleidingsplaat hebben aan hun ingang om de stroom van het verhakseld gewas (mais, gras, ...) onder een vaste hoek in de blazerbehuizing te leiden. In sommige gevallen, zoals bijvoorbeeld beschreven in EP1380204, is de richting van de gewasstroom aan de ingang tangentieel ten opzichte van de baan van de rotorschoepen van de blazer. Bij andere configuraties, zoals bijvoorbeeld beschreven in DE10018825 en WO91/11901, is de richting van de gewasstroom aan de ingang onder een hoek met de tangentiële richting verder naar de rotatieas van de blazer, de rotorschoepen van de blazer rakend op een punt langs hun lengte.
Gewasstroom tangentieel aan de baan van de blazerschoepen is voordelig met het oog op energiebesparing. Als de gewasstroom anders gericht is dan tangentieel, dan gaat een deel van de snelheid van de stroom verloren doordat een deel van de stroom terugbotst tegen de wand van de blazer of de blazerschoepen.
Een tangentiële stroom is echter alleen de optimale configuratie als de gewasstroom stabiel is. Bij condities met lage belasting, in het bijzonder bij het oogsten van minder dicht gewas, zoals gedroogd gewas, wordt het materiaal niet zo goed gegrepen door de schoepen. Dit is in het bijzonder het geval wanneer de speling tussen de wand van de blazerbehuizing en het traject van de schoep is toegenomen door sleet.
Omdat deze speling kritisch is, is het aanbevolen de blazerafstand te controleren zodra de prestaties van de blazer afnemen, zoals bepaald door de afstand waarover het gewas uit de lospijp wordt geworpen. Om de prestaties onder zulke omstandigheden te verhogen, werd voorheen geopperd om verstelbare platen te voorzien om de afstand van de blazerrotor tot de wand van de behuizing te wijzigen.
De huidige uitvinding heeft als doel een hakselaar te voorzien waarbij de prestaties van de blazer geoptimaliseerd kunnen worden in functie van verschillende gewassen en als compensatie voor sleet in de blazer.
Tot dit doel voorziet de huidige uitvinding in een hakselaar met een voorzetstuk voor het oogsten van gewas van een veld, een snijtrommel voor het verhakselen van het gewas geoogst door het voorzetstuk, een lospijp waaruit het verhakseld gewas wordt gelost en een roterende blazer voor het werpen van het verhakseld gewas van de snijtrommel langs een toevoergoot die leidt naar de lospijp, daardoor gekenmerkt dat een deflectorplaat is aangebracht ter hoogte van de ingang van de blazer, de deflectorplaat beweegbaar zijnde tussen: een eerste positie waarin het gewas geleid wordt om volgens een nagenoeg tangentiële richting ten opzichte van het traject van de schoepen van de blazer te stromen; en een tweede positie waarin het gewas radiaal inwaarts ten opzichte van de tangentiële richting wordt omgebogen om met de blazerschoepen te raken op een punt langs hun lengte.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de deflectorplaat gekoppeld aan de blazerbehuizing door middel van een stangensysteem dat beweging toelaat tussen de eerste en tweede positie. Bij voorkeur bevat het stangensysteem een stangenvierzijde. Het stangensysteem kan een hefboomarm bevatten die verbonden is met een draaias wat het mogelijk maakt de deflectorplaat te verstellen door een enkele operator.
De verstelbare deflectorplaat van de huidige uitvinding is enkel bedoeld om gebruikt te worden bij het oogsten van gewassen zoals gras die geen gewaskneuzer in het pad van de gewasstroom vereisen om de korrels te kneuzen nadat het gewas de snijtrommel heeft verlaten en voordat het de blazer bereikt. Bij een hakselaar met een gewaskneuzer die selectief kan geïntroduceerd worden in of teruggetrokken worden uit het pad van de gewasstroom, vormt de deflectorplaat bij voorkeur een deel van een eenheid die weg van de ingang naar de blazer wordt bewogen als de gewaskneuzer in het pad van de gewasstroom wordt geïntroduceerd.
Zoals gebruikelijk, konden gewaskneuzers volledig verwijderd worden uit de hakselaar als ze niet vereist waren, maar hun montage en demontage was een complexe taak die verschillende operatoren vereiste en zwaar hefmateriaal. Bovendien moest de volledige hakselaar zodanig ontworpen worden om te voorzien in een onderhoudsboei om personeel toegang te verschaffen tot de gewaskneuzer.
Een verbetering voorgesteld in EP1600050 laat de gewaskneuzer permanent in de hakselaar maar hierbij worden zowel de gewaskneuzer als de blazer beweegbaar op het chassis van de hakselaar bevestigd. Als de gewaskneuzer nodig is, wordt de blazer opgetild om een opening te creëren tussen zichzelf en de snijtrommel en de gewaskneuzer wordt in de aldus gecreëerde opening bewogen. Systemen met kantelpunten en bedieningshendels werden verder ontworpen om een enkele operator toe te laten de blazer omhoog te kantelen en de gewaskneuzer in de ruimte gecreëerd tussen de blazer en de snijtrommel te zwaaien.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de uitvinding is de deflectorplaateenheid mechanisch gekoppeld aan de blazer zodat wanneer de blazer wordt opgetild om ruimte te maken voor de gewaskneuzer de eenheid weg wordt bewogen van de ingang van de blazer om toe te laten dat de uitvoer van de gewaskneuzer in de blazer stroomt zonder langs de deflectorplaat te stromen.
De uitvinding zal nu verder worden beschreven, bij wijze van voorbeeld, met verwijzing naar de bijhorende tekeningen waarin:
Figuren IA en 1B respectievelijk een sectie en een aanzicht van de tegenovergestelde zijde van een blazer en een gewaskneuzer van een hakselaar zijn met de gewaskneuzer in de inactieve positie geplaatst en met de deflectorplaat in een positie geschikt voor dicht gewas zoals mais;
Figuren 2A en 2B aanzichten zijn gelijkaardig aan figuren IA en 1B met de gewaskneuzer opnieuw in een inactieve positie, maar met de deflectorplaat geplaatst in een positie geschikt voor licht gewas zoals gedroogd gras; en Figuren 3A en 3B gelijkaardige aanzichten zijn met de gewaskneuzer in het pad van de gewasstroom die naar de blazer loopt geplaatst om maïskorrels te kraken en met een eenheid waarvan de deflectorplaat een onderdeel vormt in een inactieve opbergpositie geplaatst.
De blazer en de gewaskneuzereenheid in de bijhorende tekeningen zijn een gewijzigde versie van diegene beschreven in EP1600050. Om onnodige herhaling te vermijden wordt het voorgaande octrooi hierbij volledig ingevoegd door middel van verwijzing. EP1600050 beschrijft een hakselaar in detail en toont een accelerator (ook aangeduid als blazer) die volledig met zijn behuizing kan bewogen worden ten opzichte van de snijtrommel en een gewaskneuzer die in en uit de gewasstroom, die loopt van de snijtrommel naar de blazer, kan gekanteld worden. In de verdere beschrijving zal worden aangenomen dat de lezer vertrouwd is met de constructie van een hakselaar, de functie uitgeoefend door de blazer en de gewaskneuzer en notie heeft van hoe ze in de hakselaar zijn aangebracht ten opzichte van de overige componenten van de hakselaar, namelijk het voorzetstuk voor het afmaaien of verzamelen van het gewas, de snijtrommel voor het verhakselen van het gewas in kleine stukjes en de toevoergoot en de lospijp waardoor het verhakselde gewas wordt gelost.
De bijhorende figuren vormen drie paren, elk paar toont een blazer 10 en een gewaskneuzer 12 gepositioneerd in functie van een bepaald gewastype. Binnen elk paar van figuren laat figuur "A" een sectie die het pad van de gewasstroom en de positie van een deflectorplaateenheid 14 zien, terwijl figuur "B" een handmatig bedienbaar stangensysteem 16 laat zien gebruikt door de operator om de deflectorplaateenheid 14 en zo mogelijk ook de blazer 10 en de gewaskneuzer 12 in de positie te plaatsen die het best overeenstemt met het gewas dat wordt geoogst. Figuur 2A toont bijkomend een fragment dat de deflectorplaateenheid 14 toont op een grotere schaal.
De blazer 10 met inbegrip van zijn behuizing kan verplaatst worden tussen twee posities. In de eerste positie, zoals weergegeven in figuren IA en 2A, ligt de ingang van de blazer 10 nabij een toevoergoot 18 die het gewas dat reeds door de snijtrommel (niet weergegeven) is verhakseld naar de blazer 10 geleidt. In de tweede positie, zoals weergegeven in figuur 3A, is de blazer 10 opgetild om ruimte te maken tussen zichzelf en de toevoergoot 18 voor de gewaskneuzer 12 die in het pad van de gewasstroom moet worden ingebracht.
Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding kantelt het stangensysteem 16 de blazer 10 en de gewaskneuzer 12 samen zodat een enkele operator de hele operatie uit kan voeren. Als alternatief kan een afzonderlijke hydraulische actuator worden gebruikt om de blazer 10 en de gewaskneuzer 12 te verplaatsen na het gebruik van het stangensysteem 16 om enkel de positie van de deflectorplaateenheid 14 te wijzigen.
Voor zover beschreven zijn de blazer 10 en de gewaskneuzer 12 gekend uit en beschreven in EP1600050. De verbetering geleverd door de uitvinding is gesitueerd in de deflectorplaateenheid 14 waarvan de werking het duidelijkst is weergegeven in figuren IA en 2A. De deflectorplaateenheid 14 wordt enkel gebruikt in de eerste positie van de blazer waarin het gewas direct van de toevoergoot 18 in de blazer 10 stroomt. De blazer functioneert adequaat bij gewassen die de aanwezigheid van de gewaskneuzer 12 vereisen en daardoor vervult de deflectorplaateenheid 14 in figuren 3A en 3B geen bruikbaar doel en is enkel in een veilige opbergpositie geplaatst.
Zoals best weergegeven in het uitvergrote fragment van figuur 2A bevat de deflectorplaateenheid 14 een deflectorplaat 14a die in contact komt met het gewas wanneer het de blazer 10 binnenkomt. De deflectorplaat 14a is gekoppeld met het stangensysteem 16 door middel van een paar steunen 14e en heeft een rugplaat 14b die dient om de behuizing van de blazer 10 in alle posities van de deflectorplaat 14a te sluiten. Hiertoe draagt de rugplaat 14b aan zijn einde een elastische en flexibele flap 14c die in contact komt met de onderste rand van de achterwand 10b van de blazerbehuizing waarin de deflectorplaateenheid 14 is aangebracht.
Het stangensysteem 16 bevat een lange hefboomarm 16a die een dwarse as roteert rond een draaias 16b. Zoals beschreven in EP1600050 kan de hefboomarm 16a gebruikt worden om de blazer 10 op te tillen vanuit zijn eerste hierboven beschreven positie naar zijn tweede positie en om de gewaskneuzer 12 in de ruimte gecreëerd door het optillen van de blazer te kantelen. De hefboomarm 16a is verbonden met de deflectorplaat 14a door middel van andere stangen van het stangensysteem 16 aan weerszijden daarvan. Deze stangen van het stangensysteem 16 vormen een stangenvierzijde die een eerste korte arm 16c bevat die draaibaar is verbonden met de blazerbehuizing en de steun 14e van de deflectorplaat 14a. Het stangensysteem 16 bevat verder een tweede korte arm 16d draaibaar verbonden met de steun 14e van de deflectorplaat 14a en vastgemaakt aan de dwarse as ter hoogte van draaias 16b. Dit heeft als gevolg dat wanneer het stangensysteem 16 wordt verplaatst van de positie weergegeven in figuur 1B naar die weergegeven in figuur 2B, de deflectorplaateenheid 14 wordt verplaatst van de positie weergegeven in figuur IA naar de positie weergegeven in figuur 2A.
Het is duidelijk uit figuren IA en 2A dat ten gevolge van sleet een opening kan ontstaan tussen de schoepen 10a van de blazer 10 en de achterwand 10b van de blazerbehuizing. Voor bepaalde gewastypes, zoals mais, is er geen ongewenste invloed van deze opening op de snelheid van het gewas ter hoogte van de lospijp wanneer het pad van de gewasstroom tangentieel is tot het traject of de lokus van de schoepen 10a. Aangezien een dergelijke tangentiële stroom het meest energie-efficiënt is en de kleinste hoeveelheid vermogen vereist om de blazer 10 aan te drijven, omdat de kinetische energie die het gewas bezit wordt behouden, wordt de deflectorplaat 14a voor dergelijke gewassen gepositioneerd op de manier weergegeven in figuur IA teneinde de richting van de gewasstroom niet te veranderen.
Bij minder dichte gewassen echter, zoals bij gedroogd gras, veroorzaakt turbulentie ter hoogte van de opening tussen de schoepen 10a van de blazer 10 en de achterwand 10b van de blazerbehuizing een aanzienlijke vermindering in de snelheid waarmee het gewas uit de lospijp wordt geworpen en de afstand die het gewas aflegt.
In plaats van te pogen de opening tussen de tip van de schoepen 10a en de blazerbehuizing aan te passen stelt de huidige uitvinding een eenvoudigere oplossing voor, namelijk het verplaatsen van de deflectorplaat 14a in de positie weergegeven in figuur 2A zodat het gewas afgebogen wordt naar de as van van de blazer 10 om de schoepen 10a te raken op een punt langs hun lengte dat radiaal inwaarts ligt van hun tippen.
In bedrijf zal de ruimte onmiddellijk boven het bovenste kant van de deflectorplaat 14a, die niet door de schoepen 10a van de blazer wordt schoongeveegd, zich nu opvullen met een stationaire massa van het gewas. Dit heeft voor gevolg dat de opening tussen de bewegende tippen van de schoepen 10a en het nabijgelegen stationaire oppervlak vernauwt. Op deze manier wordt de snelheid van het gewas in de toevoergoot verhoogd, weliswaar ten koste van meer vermogen voor het aandrijven van de blazer 10.
Als de blazer 10 omhoog geplaatst is en de gewaskneuzer 12 ingebracht is, wordt het stangensysteem 16 verplaatst naar zijn derde positie om de deflectorplaateenheid 14 door de korte armen 16c en 16d tegen wijzerzin in te kantelen, zoals weergegeven in figuur 3B. Het stangensysteem 16 trekt de deflectorplaateenheid 14 terug in een veilige opbergpositie waarin hij de gewasstroom naar de blazer 10 niet beïnvloedt.

Claims (8)

1. Een hakselaar met een voorzetstuk voor het oogsten van gewas van een veld, een snijtrommel voor het verhakselen van het gewas geoogst door het voorzetstuk, een lospijp waaruit het verhakseld gewas wordt gelost en een roterende blazer (10) voor het werpen van het verhakseld gewas van de snijtrommel langs . een toevoergoot (18) die leidt naar de lospijp, daardoor gekenmerkt dat een deflectorplaat (14a) is aangebracht ter hoogte van de ingang van de blazer (10), de deflectorplaat (14a) beweegbaar zijnde tussen een eerste positie waarin het gewas geleid wordt om volgens een nagenoeg tangentiële richting ten opzichte van de baan van de schoepen (10a) van de blazer (10) te stromen; en een tweede positie waarin het gewas radiaal inwaarts ten opzichte van de tangentiële richting wordt omgebogen om de schoepen (10a) van de blazer (10) te raken op een punt langs hun lengte.
2. Een hakselaar volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de deflectorplaat (14a) gekoppeld is aan de blazerbehuizing door middel van een stangensysteem (16) dat beweging toelaat tussen de eerste en tweede positie.
3. Een hakselaar volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat het stangensysteem (16) een stangenvierzijde (16c, 16d, 14e) bevat.
4. Een hakselaar volgens conclusie 2 of 3, daardoor gekenmerkt dat het stangensysteem (16) een hefboomarm (16a) bevat die verbonden is met een draaias (16b) wat het mogelijk maakt de deflectorplaat (14a) te verstellen door een enkele operator.
5. Een hakselaar volgens één van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat de hakselaar verder een gewaskneuzer (12) bevat die die selectief kan geïntroduceerd worden in of teruggetrokken worden uit het pad van de gewasstroom, waarbij de deflectorplaat (14a) een deel vormt van een eenheid (14) die van de ingang naar de blazer (10) weg wordt bewogen wanneer de gewaskneuzer (12) in het pad van de gewasstroom wordt geïntroduceerd. , I ' 5
6. Een hakselaar volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat zowel de gewaskneuzer (12) als de blazer (10) beweegbaar op het chassis van de hakselaar worden bevestigd.
7. Een hakselaar volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat een stangensysteem (16) is voorzien om een erjkele operator toe te laten de blazer (10) omhoog te kantelen en de gewaskneuzer (12) in de ruimte gecreëerd tussen de blazer (10) en de snijtrommel te zwaaien.
8. Een hakselaar volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de deflectorplaateenheid (14) bedienbaar is door het stangensysteem (16) voor het verplaatsen van de blazer (10) en de gewaskneuzer (12), waarbij de deflectorplaateenheid (14) van de ingang van de blazer (lQ). weg, woMt .bewogen om toe te laten dat de gewasuitvoer van de gewaskneuzer (12) in de blazer (10) stroomt zonder langs de deflectorplaat (12) te stromen wanneer de blazer (10) opgetild wordt.
BE2009/0082A 2009-02-13 2009-02-13 Een hakselaar met een blazer. BE1018656A3 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2009/0082A BE1018656A3 (nl) 2009-02-13 2009-02-13 Een hakselaar met een blazer.
EP10153301A EP2218321B1 (en) 2009-02-13 2010-02-11 A forage harvester having a blower
AT10153301T ATE539602T1 (de) 2009-02-13 2010-02-11 Feldhäcksler mit gebläse
US12/658,652 US7874133B2 (en) 2009-02-13 2010-02-12 Forage harvester having a blower

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2009/0082A BE1018656A3 (nl) 2009-02-13 2009-02-13 Een hakselaar met een blazer.
BE200900082 2009-02-13

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1018656A3 true BE1018656A3 (nl) 2011-06-07

Family

ID=41077629

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2009/0082A BE1018656A3 (nl) 2009-02-13 2009-02-13 Een hakselaar met een blazer.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US7874133B2 (nl)
EP (1) EP2218321B1 (nl)
AT (1) ATE539602T1 (nl)
BE (1) BE1018656A3 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1028227B1 (de) * 2020-05-06 2022-04-29 Claas Saulgau Gmbh Landwirtschaftliches Erntefahrzeug

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102011106141A1 (de) * 2011-06-10 2012-12-13 Claas Selbstfahrende Erntemaschinen Gmbh Konditioniereinrichtung
US20120325947A1 (en) * 2011-06-22 2012-12-27 Frank Levy Apparatus and process for separating carpet fibers
DE102014106696A1 (de) * 2014-05-13 2015-11-19 Claas Selbstfahrende Erntemaschinen Gmbh Feldhäcksler
US9433149B2 (en) * 2014-05-15 2016-09-06 Deere & Company Chopper drum module for sugarcane harvester
DE102014108026A1 (de) * 2014-06-06 2015-12-17 Claas Selbstfahrende Erntemaschinen Gmbh Antriebssystem für eine selbstfahrende Erntemaschine
BE1025072B1 (nl) * 2017-03-21 2018-10-22 Cnh Industrial Belgium Nv Controller voor een landbouwmachine
US10426090B2 (en) 2018-01-23 2019-10-01 Great Lakes Forage Systems, Llc Forage harvester material applicator system and related method
US11641802B2 (en) 2020-08-18 2023-05-09 Great Lakes Forage Systems, Llc Forage harvester material applicator system and related method
US11997949B2 (en) 2020-08-18 2024-06-04 Great Lakes Forage Systems, Llc Forage harvester material applicator system and related method

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3415488A1 (de) * 1984-04-26 1985-10-31 Georg-Fr. 3030 Walsrode Grünhagen Vorrichtung zum ernten von feldfruechten, insbesondere von silofutter
DE19532669A1 (de) * 1995-09-05 1997-03-06 Fortschritt Erntemaschinen Häckselaggregat und Auswurfschacht für einen Feldhäcksler
WO2005009109A1 (en) * 2003-07-25 2005-02-03 Bcs S.P.A. Machine for cutting an triturating grass and other vegetable products

Family Cites Families (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3528638C2 (de) * 1985-08-09 1997-04-30 Claas Ohg Vorrichtung zur Herstellung von Kraftfutter
DE3933779A1 (de) * 1989-10-10 1991-04-18 Claas Ohg Haecksler zum zerkleinern von halmfoermigem erntegut
WO1991011901A1 (en) 1990-02-18 1991-08-22 Proizv Ob Gomselmash Discharging device for fodder harvester
EP0656172B1 (en) * 1993-12-04 2000-01-26 New Holland Belgium N.V. Front unit for a forage harvester
DE19603928C5 (de) * 1996-02-03 2004-09-02 Deere & Company, Moline Häckselmaschine
GB9926580D0 (en) * 1999-11-11 2000-01-12 Medicine Crop processor and blower arrangement for a forage harvester
GB9930743D0 (en) * 1999-12-29 2000-02-16 Ford New Holland Nv Crop processor roll arrangement for a forage harvester
DE10018825A1 (de) 2000-04-15 2001-10-31 Same Deutz Fahr Spa Auswurfbeschleuniger für eine fahrbare Erntemaschine
DE10021657C2 (de) * 2000-05-04 2002-08-01 Krone Bernhard Gmbh Maschf Erntemaschine, insbesondere selbstfahrender Feldhäcksler
DE10158953A1 (de) * 2001-12-03 2003-07-10 Claas Selbstfahr Erntemasch Selbstfahrender Feldhäcksler
DE10231316A1 (de) 2002-07-10 2004-01-29 Claas Selbstfahrende Erntemaschinen Gmbh Verfahren und Vorrichtung zur automatischen Positionsveränderung des Nachbeschleunigungsorgans in einer landwirtschaftlichen Erntemaschine
GB2411568A (en) * 2004-03-05 2005-09-07 Cnh Belgium Nv Forage harvester blower
GB2414373A (en) * 2004-05-27 2005-11-30 Cnh Belgium Nv Accelerator and crop processor movement
DE102007009587A1 (de) * 2007-02-26 2008-08-28 Claas Selbstfahrende Erntemaschinen Gmbh Vorrichtung zur Einstellung der Position des Nachbeschleunigungsorgans in einer landwirtschaftlichen Erntemaschine
DE102007013715A1 (de) * 2007-03-20 2008-09-25 Claas Selbstfahrende Erntemaschinen Gmbh Landwirtschaftliche Erntemaschine

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3415488A1 (de) * 1984-04-26 1985-10-31 Georg-Fr. 3030 Walsrode Grünhagen Vorrichtung zum ernten von feldfruechten, insbesondere von silofutter
DE19532669A1 (de) * 1995-09-05 1997-03-06 Fortschritt Erntemaschinen Häckselaggregat und Auswurfschacht für einen Feldhäcksler
WO2005009109A1 (en) * 2003-07-25 2005-02-03 Bcs S.P.A. Machine for cutting an triturating grass and other vegetable products

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1028227B1 (de) * 2020-05-06 2022-04-29 Claas Saulgau Gmbh Landwirtschaftliches Erntefahrzeug

Also Published As

Publication number Publication date
EP2218321B1 (en) 2012-01-04
US7874133B2 (en) 2011-01-25
US20100205923A1 (en) 2010-08-19
ATE539602T1 (de) 2012-01-15
EP2218321A1 (en) 2010-08-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1018656A3 (nl) Een hakselaar met een blazer.
EP2138025B1 (en) A crop guide arrangement for the rear of a harvesting machine
EP3300577B1 (en) Apparatus for chopping and discharging straw from a combine harvester
US6988352B2 (en) Accelerator and crop processor movement
BE1021145B1 (nl) Maaidorser met verbeterde hakselaar-en strooieropstelling
EP3459336B1 (en) System to reduce material accumulation on top of a power residue spreader on an agricultural combine
US11744177B2 (en) Cross vented residue disposal system for an enclosed combine body
US8146336B2 (en) Harvested crop residue chopping and distribution arrangement for a combine with an impeller blower
US6910321B2 (en) Air-assisted, topper/shredder for sugar cane harvester
EP2374347A1 (en) Device for shredding, cutting and discharging of straw material
US8147303B2 (en) Harvested crop chopper remains and distribution arrangement for a combine
EP3414990B1 (en) Cleaning shoe venting through chopper rotor assembly
US10398081B2 (en) Straw spreader and chaff spreader for a combine harvester
US20120264493A1 (en) Twin Straw Chopper
US20230210057A1 (en) Weed seed destruction on a combine harvester
US20230240184A1 (en) Weed seed destruction on a combine harvester
US20230337588A1 (en) Weed seed destruction
US20230240191A1 (en) Weed seed destruction on a combine harvester
AU2023200889A1 (en) Weed seed destruction on a combine harvester
BR102018069153B1 (pt) Combinada com um espalhador para transportar resíduos de cultivo para trás a partir de um conjunto de rotor de picador