BE1018157A3 - Wekwijze en inrichting voor het vervaardigen van weefsels met gesneden pool met variabele poolhoogte. - Google Patents

Wekwijze en inrichting voor het vervaardigen van weefsels met gesneden pool met variabele poolhoogte. Download PDF

Info

Publication number
BE1018157A3
BE1018157A3 BE2008/0287A BE200800287A BE1018157A3 BE 1018157 A3 BE1018157 A3 BE 1018157A3 BE 2008/0287 A BE2008/0287 A BE 2008/0287A BE 200800287 A BE200800287 A BE 200800287A BE 1018157 A3 BE1018157 A3 BE 1018157A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
cutting
double
height
weaving machine
piece
Prior art date
Application number
BE2008/0287A
Other languages
English (en)
Inventor
Johny Debaes
Original Assignee
Wiele Michel Van De Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Wiele Michel Van De Nv filed Critical Wiele Michel Van De Nv
Priority to BE2008/0287A priority Critical patent/BE1018157A3/nl
Priority to EP09160527.9A priority patent/EP2135983B1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1018157A3 publication Critical patent/BE1018157A3/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D39/00Pile-fabric looms
    • D03D39/16Double-plush looms, i.e. for weaving two pile fabrics face-to-face
    • D03D39/18Separating the two plush layers, e.g. by cutting

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Treatment Of Fiber Materials (AREA)
  • Looms (AREA)

Abstract

Deze uitvinding betreft enerzijds een dubbelstukweefmachine omvattende een over de breedte van de weefmachine heen en weer beweegbare snijdinrichting (1) voorzien voor het doorsnijden van een dubbelstukweefsel, waarbij de snijdinrichting één of meerdere snijdmessen (2,3) omvat die voorzien zijn om het dubbelstukweefsel op minstens een eerste en/of een tweede snijdhoogte door te snijden. Anderzijds betreft deze uitvinding een werkwijze voor het weven van poolweefsels met minstens twee verschillende poolhoogtes op een dergelijke dubbelstukweefmachine.

Description

WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR HET VERVAARDIGEN VAN WEEFSELS MET GESNEDEN POOL MET VARIABELE POOLHOOGTE
Deze uitvinding betreft enerzijds een dubbelstukweefmachine omvattende een over de breedte van de weefmachine heen en weer beweegbare snijdinrichting voorzien voor het doorsnijden van een dubbelstukweefsel, waarbij de snijdinrichting één of meerdere snijdmessen omvat die voorzien zijn om het dubbelstukweefsel op minstens een eerste en/of een tweede snijdhoogte door te snijden. Anderzijds betreft deze uitvinding een werkwijze voor het weven van poolweefsels met minstens twee verschillende poolhoogtes op een dergelijke dubbelstukweefmachine.
Er valt een sterke tendens waar te nemen om poolweefsels te realiseren met verschillende structuren binnen hetzelfde weefsel. Zo beschrijft de Europese octrooipublicatie EP 1 347 087 een werkwijze en een inrichting om in dubbelstukweeftechniek weefsels te vervaardigen die een grote variëteit in structuur bevatten. Zo kunnen quasi onbeperkt combinaties gemaakt worden van gesneden pool met lussen en met figuurvormende kettinggarens die over één of meerdere inslagen vlotten alvorens afgebonden te worden (zogenaamde “flat weave”). Een andere werkwijze wordt beschreven in de Britse octrooipublicatie GB 346 107. De beschreven werkwijze laat toe om met dubbelstukweven, pool van verschillende hoogte in een weefsel in te brengen door poolgarens voor de langere pool over een aantal inslagen aan de poolzijde te laten vlotten en dan over een inslag aan de poolzijde af te binden alvorens naar het andere grondweefsel te bewegen, zodat na doorsnijden van de pool deze laatstgenoemde pool met een beperkte kracht door een krasbewerking op het tapijt kan losgemaakt worden van deze inslag aan de poolzijde waardoor een langer poolgaren ontstaat dan het geval is met de normale poolweefselvorming. Dergelijke techniek kan gezien het belangrijk aantal inslagen waarover men moet afbinden maar hoge pool in een beperkte dichtheid afleveren. Bovendien is er een extra krasbewerking nodig.
De Amerikaanse octrooipublicatie US 3 406 725 op zijn beurt beschrijft hoe op een dubbelstukweefmachine cyclus na cyclus de poolhoogte kan gewijzigd worden door het snijmes op een verschillende hoogte te laten werken waardoor in beide weefsels van het dubbelstukweefsel hoogteverschillen in pool ontstaan die complementair zijn: waar in het onderste weefsel een rij met korte pool wordt gerealiseerd komt in het bovenste weefsel een poolrij met langere pool voor. Hiervoor kunnen ofwel verschillende snijmessen in het snijbereik ingebracht worden, kan de snijmesgeleiding in hoogte versteld worden of kunnen boven — en/of onderlineaal ten opzichte van het snijmes verplaatst worden. Gezien de hoge massa van een boven -of onderlineaal en snijmesgeleiding zijn de oplossingen met beweging van boven -of onderlineaal of snijmesgeleiding te mijden om bij hoge werkingssnelheden deze verplaatsingen uit te voeren. Het verstellen van het snijmes in zijn houder of het wisselen tussen snijmessen op verschillende werkingshoogtes is een beter haalbare oplossing.
Snijmessen op verschillende hoogte stellen een probleem voor het naslijpen. Eén van de voordelen van het dubbelstukweven bestaat er juist in dat het snijmes na elke snijbeweging geslepen wordt door het in zijn uitloopstrook langs een slijpinrichting te bewegen. US 3 406 725 biedt geen oplossing om op efficiënte wijze de snijmessen die op variërende hoogtes het dubbelstukweefsel doorsnijden in elke bewegingscyclus van het snijmes na te slijpen.
Deze uitvinding heeft daartoe tot doel een werkwijze en inrichting te verschaffen die toelaat om op een dubbelstukweefmachines waarop weefsels gerealiseerd worden met gesneden pool in verschillende poolhoogtes door één of meerdere snijmessen in te zetten, deze snijmessen tijdens het weefproces te kunnen naslijpen.
Het doel van uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een dubbelstukweefmachine omvattende een over de breedte van de weefmachine heen en weer beweegbare snijdinrichting voorzien voor het doorsnijden van een dubbelstukweefsel, waarbij de snijdinrichting één of meerdere snijdmessen omvat die voorzien zijn om het dubbelstukweefsel op minstens een eerste en/of een tweede snijdhoogte door te snijden, waarbij de weefmachine minstens twee slijpinrichtingen voor een snijdmes omvat, waarbij de genoemde slijpinrichtingen zich elk op een verschillende werkingshoogte bevinden om het snijdmes te slijpen. Dergelijke weefmachine heeft het voordeel dat zowel het snijdmes dat voorzien is om het dubbelstukweefsel op een eerste snijdhoogte door te snijden, als het snijdmes dat voorzien is om het dubbelstukweefsel op een tweede snijdhoogte door te snijden, tijdens het weefproces nageslepen kunnen worden.
Binnen het kader van deze octrooibeschrijving wordt met de term werkingshoogte van de slijpinrichting, de opstelling van de slijpinrichting bedoeld waarbij de slijpinrichting in staat is om een snijdmes dat op een bepaalde snijdhoogte snijdt te kunnen slijpen.
De dubbelstukweefmachine volgens deze uitvinding omvat in een eerste voorkeursuivoering drie slijpinrichtingen, waarbij minstens twee slijpinrichtingen zich elk op een verschillende werkingshoogte bevinden.
De dubbelstukweefmachine volgens deze uitvinding omvat in een tweede voorkeursuitvoering vier slijpinrichtingen, waarbij minstens twee slijpinrichtingen zich elk op een verschillende werkingshoogte bevinden. In het bijzonder bevinden de vier slijpinrichtingen zich elk op een verschillende werkingshoogte.
Overeenkomstig een voorkeursuitvoering van de dubbelstukweefmachine volgens de uitvinding zijn minstens twee slijpinrichtingen aan tegenover elkaar liggende zijden van de weefmachine voorzien.
Bij een meer voorkeurdragende uitvoering van de dubbelstukweefmachine volgens deze uitvinding wordt de snijdinrichting voor de uitvoering van zijn heen en weer gaande beweging aangestuurd door een baangestuurde actuator. Dergelijke actuator dient om afhankelijk van de hoogte van het actieve snijdmes en de positie van de slijpinrichting met de overeenstemmende werkingshoogte de verschillende bewegingstrajecten van de snijdinrichting te definiëren. Een baangestuurde actuator biedt de mogelijkheid om in elke snijcyclus het traject te definiëren dat afgelegd dient te worden vanaf de actuele positie op basis van de hoogte van het actieve snijdmes en de opstelling van de verschillende slijpinrichtingen.
Met definiëren van traject wordt minstens bedoeld het eindpunt van dit traject, maar de definitie van het traject bevat doorgaans ook informatie over het tijdstip waarop tussenliggende posities dienen te worden bereikt en/of de snelheid en/of de versnelling waarmee de beweging op elk van deze posities dient te worden uitgevoerd.
In een meer bijzondere uitvoering van de dubbelstukweefmachine omvat de snijdinrichting een snijdkop met een roteerbaar deel, waarbij het genoemde deel voorzien is van een eerste snijdmes om het dubbelstukweefsel op een eerste snijdhoogte door te snijden en een tweede snijdmes om het dubbelstukweefsel op een tweede snijdhoogte door te snijden en waarbij het genoemde deel voorzien is om door rotatie een snijdmes in een positie te brengen waarin het het dubbelstukweefsel doorsnijdt. Omschakeling van de ene snijdhoogte naar de andere snijdhoogte gebeurt door een rotatiebeweging van een deel van de meshouder.
In een andere bijzondere uitvoering van de dubbelstukweefmachine omvat de snijdinrichting een in de hoogte verstelbaar snijdmes.
Een ander onderwerp van deze uitvinding betreft een werkwijze voor het weven van poolweefsels met minstens twee verschillende poolhoogtes op een dubbelstukweefmachine, waarbij, in opeenvolgende inbrengcycli, inslagdraden tussen grondkettingdraden en poolkettingdraden ingebracht worden, zodat twee grondweefsels boven elkaar geweven worden, waarbij de weefmachine verder een over de breedte van de weefmachine heen en weer beweegbare snijdinrichting met één of meerdere snijdmessen omvat voorzien om het gevormde dubbelstukweefsel op minstens een eerste en/of een tweede snijdhoogte door te snijden, en waarbij het snijdmes voor het doorsnijden op een eerste snijdhoogte wordt geslepen op een eerste slijpinrichting en dat het snijdmes voor het doorsnijden op een tweede snijdhoogte wordt geslepen op een tweede slijpinrichting, waarbij de genoemde slijpinrichtingen zich elk op een verschillende werkingshoogte bevinden.
Volgens een voorkeurdragende werkwijze is gedurende een weefcyclus op minstens één positie tussen het weefsel en één van de slijpinrichtingen de snijdhoogte wijzigbaar.
Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een dubbelstukweefmachine volgens de uitvinding en een werkwijze voor het weven van poolweefsels met minstens twee verschillende poolhoogtes op een dergelijke dubbelstukweefmachine. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend een verduidelijkend voorbeeld te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze uitvinding aan te duiden, en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.
In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij: - figuur len 2 schematisch de snijdinrichting van een dubbelstukweefmachine tonen met aan weerszijden een slijpinrichting, waarbij de slijpinrichting aan de linkerzijde is ingesteld voor het slijpen van het snijdmes op de hoogste (tweedej positie en de slijpinrichting aan de rechterzijde is ingesteld voor het slijpen van het snijdmes op de laagste (eerste) positie; - figuur 3 een detailvoorstelling is van een snijdmes dat voorzien is voor het snijden van een dubbelstukweefsel op een tweede snijdhoogte; - figuur 4 een detailvoorstelling is van een snijdmes dat voorzien is voor het snijden van een dubbelstukweefsel op een eerste snijdhoogte; - figuur 5 een voorstelling is van een heen en weer beweegbare meshouder omvattende een eerste en een tweede snijdmes.
Op een dubbelstukweefinachine worden twee grondweefsels boven elkaar geweven waarbij één of meer inslagen terzelfdertijd ingebracht worden in boven elkaar gelegen gapen. Deze grondweefsels worden door poolkettingdraden verbonden. Op de weefmachine worden deze poolkettingdraden doorgesneden met een over de breedte van de weefmachine heen en weer beweegbare snijdinrichting (1) zodat uiteindelijk een boven - en onderweefsel bekomen wordt. De snijdinrichting (1) van een dubbelstukweefmachine bestaat uit een zogenaamde meswagen of snijwagen met daarop gemonteerd één of meerdere snijdmessen waarbij de meswagen of snijdwagen over een geleiding op een snijbank, in de inslagrichting heen en weer beweegt op de dubbelstukweefinachine en een aandrijving voor het aandrijven van de beweging van de mes- of snijwagen.
Om nu poolweefsels met minstens twee verschillende poolhoogtes te bekomen omvat de snijdinrichting (1) één of meerdere snijdmessen (2,3) die voorzien zijn om het dubbelstukweefsel op minstens een eerste en/of een tweede snijdhoogte door te snijden. Het doorsnijden op een eerste of een tweede snijdhoogte kan gebeuren met een snijdmes (2,3) dat in de hoogte verstelbaar is of door het wisselen tussen snijdmessen die snijden op ofwel een eerste snijdhoogte of op een tweede snijdhoogte in het snijbereik. Figuur 5 is een voorstelling van een meshouder (6) die een eerste (2) en een tweede (3) snijmes omvat die voorzien zijn om een dubbelstukweefsel op respectievelijk een eerste en een tweede snijdhoogte door te snijden. De omschakeling van de ene snijdhoogte naar de andere gebeurt door een rotatiebeweging van een deel van de meshouder (6).
Om nu de bovengenoemde snijdmessen (2 en 3) tijdens het weefproces te kunnen naslijpen omvat de weefmachine minstens twee slijpinrichtingen (4,5) voor een snijdmes, waarbij de genoemde slijpinrichtingen (4,5) zich elk op een verschillende werkingshoogte bevinden om het snijdmes (2,3) te slijpen. De slijpinrichtingen (4,5) worden zoals voorgesteld op figuur 1 en 2, voorzien ter hoogte van de uitloopzijden van de snijdbeweging. De snijdbeweging wordt uitgevoerd door de snijdinrichting (1), de uitloopzijden worden beschouwd als het deel van de snijdbeweging waarover het snijdmes beweegt vanaf de positie waar het aan één van de zijdes van het gevormde dubbelstukweefsel (7) dit weefsel verlaat tot aan zijn uiteinde.
Het slijpen kan gebeuren door enerzijds de drager van het snijdmes aan te sturen zodat deze enkel aan de uitloopzijde waar de slijpinrichting (4,5) op de gepaste werkingshoogte volgens het actieve snijdmes staat langs de slijpinrichting (4,5) te bewegen en aan de uitloopzijde waar de slijpinrichting (4,5) niet op de gepaste werkingshoogte staat volgens het actieve snijdmes zijn beweging te beperken tot voor de slijpinrichting (4,5) of anderzijds de hoogteverstelling van het snijdmes aan te sturen zodat het actieve snijdmes bij zijn passage aan één van de slij pinrichtingen (4,5) op de juiste hoogte staat ingesteld of een combinatie van beide werkwijzen.
De werkwijze overeenkomstig deze uitvinding wordt toegelicht a.d.h.v figuur 1 en 2, waarbij op figuur 1 de bewegingstrook (A) staat afgebeeld voor de meswagen met het snijdmes (3) ingesteld voor het doorsnijden van een dubbelstukweefsel op de tweede snijdhoogte. Deze bewegingstrook (A) start rechts tussen het weefsel (7) en een eerste slijpinrichting (4) voor het slijpen van het snijdmes (2) voor het doorsnijden van het dubbelstukweefsel op de eerste snijdhoogte en strekt zich uit tot over een tweede slijpinrichting (5) die voorzien is voor het slijpen van het snijdmes (3) voor het doorsnijden van het dubbelstukweefsel op de tweede snijdhoogte. Over dit traject (A) heeft het snijdmes (3) het dubbelstukweefsel doorgesneden op de tweede (hoogste) snijdhoogte en is ook het betreffende tweede snijdmes (3) op deze snijdhoogte nageslepen.
Wanneer het snijdmes in de volgende cyclus terug op dezelfde hoogte dient te snijden kan het vanuit deze positie vertrekken en zich bewegen tot op de positie aan de rechterzijde zoals voorgesteld in figuur 1 (tussen de eerste slijpinrichting (4) en het weefsel (7)). Aan deze zijde kan het in deze toestand niet geslepen worden. Wel kan tijdens de volgende weefcyclus over de periode waarop niet gesneden dient te worden (gaapvorming en inslaginbreng) de snijmeshoogte veranderd worden naar de eerste (laagste) positie en vervolgens het snijdmes (2) voorzien voor het doorsnijden van het dubbelstukweefsel op de eerste snijdhoogte langs de eerste slijpinrichting (4) bewegen en: wanneer bij de volgende beweging de snijdinrichting op de eerste snijdhoogte dient te snijden vanuit deze positie vertrekken voor de volgende snijdbeweging; wanneer daarentegen bij de volgende beweging de snijdinrichting op de tweede snijdhoogte dient te snijden, het snijdmes eerst terug beweegt langs de eerste slijpinrichting (4) tot in een positie tussen deze slijpinrichting (4) en het dubbelstukweefsel (7) en zich daar terugstelt naar de hoogste positie (tweede snijdhoogte van het snijdmes); ook wanneer de snijdinrichting op de eerste snijdhoogte dient te snijden kan het de snijdinrichting reeds terugbewegen langs de eerste slijpinrichting (4) en in een positie tussen de slijpinrichting (4) en het dubbelstukweefsel (7) tot stilstand komen om het tijdstip af te wachten om zijn snijdbeweging met het snijdmes (2) voor het doorsnijden van het dubbelstukweefsel op de eerste snijdhoogte te starten.
Figuur 2 toont de bewegingstrook (B) voor de meswagen met het snijdmes (2) ingesteld voor het doorsnijden van een dubbelstukweefsel op de eerste snijdhoogte. Deze bewegingstrook (B) start links tussen het weefsel (7) en de tweede slijpinrichting (5) voor het slijpen van het snijdmes (3) voor het doorsnijden van het dubbelstukweefsel op de tweede snijdhoogte en strekt zich uit tot over de eerste slijpinrichting (4). Over dit traject (B) heeft het snijdmes (2) het dubbelstukweefsel doorgesneden op de eerste (laagste) snijdhoogte en is ook het betreffende eerste snijdmes (2) op deze snijdhoogte nageslepen.
Wanneer het snijdmes in de volgende cyclus terug op dezelfde hoogte dient te snijden kan het vanuit deze positie vertrekken en zich bewegen tot op de positie aan de linkerzijde zoals voorgesteld in figuur 2 (tussen de tweede slijpinrichting (5) en het weefsel (7)). Aan deze zijde kan het in deze toestand niet geslepen worden. Wel kan tijdens de volgende periode in de weefcyclus waarop niet gesneden dient te worden (gaapvorming en inslaginbreng) de snijmeshoogte veranderd worden naar de tweede (hoogste) positie en vervolgens het snijdmes (3) voorzien voor het doorsnijden van het dubbelstukweefsel op de tweede snijdhoogte langs de tweede slijpinrichting (5) bewegen en: wanneer bij de volgende beweging de snijdinrichting op de tweede snijdhoogte dient te snijden vanuit deze positie vertrekken voor de volgende snijdbeweging; wanneer bij de volgende beweging de snijdinrichting op de eerste snijdhoogte dient te snijden, het snijdmes (3) eerst terug beweegt langs de tweede slijpinrichting (5) tot in een positie tussen deze slijpinrichting en het dubbelstukweefsel en zich daar terugstelt naar de laagste positie (eerste snijdhoogte van het snijdmes); ook wanneer de snijdinrichting op de tweede snijdhoogte dient te snijden kan de snijdinrichting reeds terugbewegen langs de tweede slijpinrichting en in een positie tussen de slijpinrichting en het dubbelstukweefsel tot stilstand komen om het tijdstip af te wachten om zijn snijdbeweging met het snijdmes voor het doorsnijden van het dubbelstukweefsel op de tweede snijdhoogte te starten.
Met deze werkwijze kan de beweging van het snijdmes binnen een weefcyclus dus samengesteld worden uit een combinatie van bewegingen uit volgende reeks: 1) beweging vanuit een positie tussen een eerste slijpinrichting (4) en het dubbelstukweefsel (7) waar het snijmes kan wisselen van snijhoogte, langs deze eerste slijpinrichting (4) tot het uiteinde van de bewegingsweg; 2) beweging van dit uiteinde van bewegingsweg, langs de eerste slijpinrichting (4) op de eerste hoogte tot een positie waar het snijmes zich tussen de slijpinrichting en het dubbelstukweefsel bevindt en waar het kan wisselen van snijhoogte; 3) beweging langs het dubbelstukweefsel (7) waarbij het dubbelstukweefsel doorgesneden wordt op de hoogte bepaald door de hoogtepositie van het actieve snijmes van een positie tussen de ene slijpinrichting en het dubbelstukweefsel en een positie tussen de andere slijpinrichting en het dubbelstukweefsel, waarbij beide posities toelaten dat het snijmes wisselt van snijhoogte 3’) de omgekeerde beweging zoals beschreven onder punt 3 4) beweging langs een tweede slijpinrichting (5) van een positie waar het snijmes zich tussen de slijpinrichting (5) en het dubbelstukweefsel (7) bevindt en waar het kan wisselen van snij hoogte en het uiteinde van de bewegingsweg 5) beweging vanuit deze posite op het uiteinde van de bewegingsweg, langs deze tweede slijpinrichting tot een positie tussen deze tweede slijpinrichting en het dubbelstukweefsel waar het snijmes kan wisselen van snijhoogte
De uitvinding behelst alle werkwijzen: waarbij de eerste (4) en de tweede (5) slijpinrichting zijn ingesteld om elk op een verschillende werkingshoogte het snijmes na te slijpen; en waarbij de inrichting is voorzien om op minstens één positie tussen het weefsel (7) en één van de slijpinrichtingen (4,5) de hoogte van het snijmes te wijzigen tijdens een weefcyclus; en waarbij in een eerste weefcyclus minstens de bewegingen 1, 2 en 3 worden uitgevoerd en in een verdere weefcyclus minstens de bewegingen 3, 4 en 5 worden uitgevoerd; en waarbij gezien over opeenvolgende weefcycli een snijdinrichting langs beide slijpinrichtingen beweegt om snijmessen na te slijpen; en waarbij de aansturing van de bewegingen voorzien is zodat een beweging langs een slijpinrichting (beweging 1, 2, 4 en 5) enkel mogelijk is wanneer het snijmes met de juiste snijdhoogte in de werkingspositie is gebracht.
Typische opeenvolgende weefcycli volgens de uitvinding zijn :
Beweging : 1 - 2- 3- 4- 5-3’-1-2-3-4-5 -3’
Volgens deze bewegingsvolgorde wordt alternerend een poolrij op een eerste snijdhoogte gesneden en een poolrij op een tweede snijdhoogte. Het wijzigen van de snijdhoogte van het snijmes kan hierbij gebeuren juist voor de bewegingen 3 of juist na de bewegingen 3, vanzelfsprekend moet de snijdhoogte van het actieve snijmes tijdens de bewegingen 1, 2,4 of 5 hierbij overeenstemmen met de hoogte waarop de slij pinrichting waaraan wordt voorbij gereden is ingesteld.
Wanneer meerdere opeenvolgende poolrijen op dezelfde snijdhoogte dienen gesneden te worden kunnen de bewegingen in deze opeenvolgende weefcycli beperkt worden tot 1-2-3 -3’- 1-2-3.
Gedurende deze weefcycli dient het snijdmes niet in hoogte versteld te worden of gewisseld te worden, doch wordt het snijdmes slechts om de 2 snijdbewegingen (eenmaal heen en eenmaal terug) nageslepen.
Om voor meerdere poolrijen op dezelfde snijdhoogte toch iedere snijdbeweging met een nageslepen snijmes te kunnen snijden kan, wanneer eenzelfde snijdmes op verschillende hoogtes kan gebracht worden, de bewegingsvolgorde : 1 - 2-3-4-5- 3’ — 1-2-3-4-5-3’ toegepast worden mits in deze bewegingsvolgorde telkens tussen beweging 3 en 4 en tussen beweging 5 en 1 het snijmes in hoogte te verstellen of van snijdmes te wisselen.
Gezien zoals uit voomoemde gevallen blijkt de bewegingsvolgorde 1 - 2- 3- 4- 5-3’-1-2-3-4-5 -3’ universeel toepasbaar is in elke weefcyclus wanneer het snijdmes in hoogte kan versteld worden, kan in plaats van een baangestuurde actuator ook een vaste bewegingskoppeling voorzien worden met de hoofdas bvb door middel van een nokgestuurde koppeling maar dan in combinatie met een vrij selecteerbare aansturing voor het wijzigen van de hoogte van het snijdmes. Met vrij selecteerbaar wordt hierbij bedoeld dat op een beperkt aantal posities van het snijdmes al dan niet een wissel in snijdhoogte kan worden doorgevoerd. Hiervoor kan echter evenzeer een onafhankelijke stuurbare actuator ingezet worden die tijdsynchroon, hoeksynchroon met de hoofdas of positiesynchroon met het snijdmes een hoogte wijziging van het snijdmes doorvoert.
Deze bewegingsvolgordes gelden enkel als voorbeeld. Het spreekt voor zich dat nog andere combinaties mogelijk zijn die ook deel uitmaken van de beschermingsomvang van deze uitvinding.
De baangestuurde actuator voor de aandrijving van het snijmes is bij voorkeur een Servomotor. Dergelijke motoren zijn voorzien van een positie feedback systeem dat toelaat het vooropgestelde bewegingstraject met een ingestelde nauwkeurigheid aan te houden.
De baangestuurde actuator is met de snijmesdrager gekoppeld. Voorkeursuitvoeringen van dergelijke koppelingen zijn in de stand van de techniek gekend bvb heen en weer draaiende aandrijftrommels die een snoer of een tandriem aandrijven dat aan weerszijden met de snijmesdrager is verbonden, kogelomloopvijzen die met de snijmesdrager zijn verbonden of de baangestuurde actuator kan een lineaire motor zijn waarvan één of meer elementen verbonden zijn met of deel uitmaken van de snijmesdrager..
Voor het geval de snijdinrichting uitgerust is met snijmessen op meer dan twee werkingshoogtes kan men de slijpinrichting voorzien van een elektromechanische, pneumatische, magnetische of hydraulische inrichting om deze in hoogte te verstellen ten einde bij het voorkomen van een actief snijdmes op een bepaalde werkingshoogte één van de slijpinrichtingen aan een zijde van de weefmachine op de juiste hoogte af te stellen.
Een voorkeurs werkwijze bestaat er tevens in om bij het opmaken van het programma voor de aansturing van de gaapvorming (dobby of jacquard) voor elke inslaginbreng ook het bewegingstraject voor de snijmesdrager te definiëren en/of de hoogteinstelling van de slijpinrichtingen in functie van het te weven patroon.
Deze informatie laat de sturing van de weefmachine toe de aandrijfmotor voor de snijbeweging op de gewenste wijze aan te sturen alsook aandrijving voor de hoogteverstelling van de slijpinrichtingen indien aanwezig.

Claims (10)

1. Dubbelstukweefmachine omvattende een over de breedte van de weefmachine heen en weer beweegbare snijdinrichting (1) voorzien voor het doorsnijden van een dubbelstukweefsel, waarbij de snijdinrichting één of meerdere snijdmessen (2,3) omvat die voorzien zijn om het dubbelstukweefsel op minstens een eerste en/of een tweede snijdhoogte door te snijden, met het kenmerk dat de weefmachine minstens twee slijpinrichtingen (4,5) voor een snijdmes omvat, waarbij de genoemde slijpinrichtingen (4,5) zich elk op een verschillende werkingshoogte bevinden om het snijdmes te slijpen.
2. Dubbelstukweefmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de weefmachine drie slijpinrichtingen omvat, waarbij er minstens twee slijpinrichtingen zich elk op een verschillende werkingshoogte bevinden.
3. Dubbelstukweefmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de weefmachine vier slijpinrichtingen omvat, waarbij er minstens twee slijpinrichtingen zich elk op een verschillende werkingshoogte bevinden.
4. Dubbelstukweefmachine volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de vier slijpinrichtingen zich elk op een verschillende werkingshoogte bevinden.
5. Dubbelstukweefmachine volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat minstens twee slijpinrichtingen aan tegenover elkaar liggende zijden van de weefmachine voorzien zijn.
6. Dubbelstukweefmachine volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de snijdinrichting (1) voor de uitvoering van zijn heen en weer gaande beweging wordt aangestuurd door een baangestuurde actuator.
7. Dubbelstukweefmachine volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de snijdinrichting (1) een snijdkop (6) met een roteerbaar deel (8) omvat, waarbij het genoemde deel (8) voorzien is van een eerste snijdmes (2) om het dubbelstukweefsel op een eerste snijdhoogte door te snijden en een tweede snijdmes (3) om het dubbelstukweefsel op een tweede snijdhoogte door te snijden en waarbij het genoemde deel (8) voorzien is om door rotatie een snijdmes (2,3) in een positie te brengen waarin het het dubbelstukweefsel doorsnijdt.
8. Dubbelstukweefmachine volgens één van de conclusies 1 t/m 6, met het kenmerk dat de snijdinrichting (1) een in de hoogte verstelbaar snijdmes omvat.
9. Werkwijze voor het weven van poolweefsels met minstens twee verschillende poolhoogtes op een dubbelstukweefmachine, waarbij, in opeenvolgende inbrengcycli, inslagdraden tussen grondkettingdraden en poolkettingdraden ingebracht worden, zodat twee grondweefsels boven elkaar geweven worden, waarbij de weefmachine verder een over de breedte van de weefmachine heen en weer beweegbare snijdinrichting (1) met één of meerdere snijdmessen (2,3) omvat voorzien om het gevormde dubbelstukweefsel op minstens een eerste en/of een tweede snijdhoogte door te snijden, met het kenmerk dat het snijdmes (2) voor het doorsnijden op een eerste snijdhoogte wordt geslepen op een eerste slijpinrichting (4) en dat het snijdmes (3) voor het doorsnijden op een tweede snijdhoogte wordt geslepen op een tweede slijpinrichting (5), waarbij de genoemde slijpinrichtingen (4,5) zich elk op een verschillende werkingshoogte bevinden.
10. Werkwijze volgens conclusie 9, met het kenmerk dat gedurende een weefcyclus op minstens één positie tussen het weefsel en één van de slijpinrichtingen de snijdhoogte wijzigbaar is.
BE2008/0287A 2008-05-22 2008-05-22 Wekwijze en inrichting voor het vervaardigen van weefsels met gesneden pool met variabele poolhoogte. BE1018157A3 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2008/0287A BE1018157A3 (nl) 2008-05-22 2008-05-22 Wekwijze en inrichting voor het vervaardigen van weefsels met gesneden pool met variabele poolhoogte.
EP09160527.9A EP2135983B1 (en) 2008-05-22 2009-05-18 Method and device for producing fabrics with cut pile with variable pile height

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2008/0287A BE1018157A3 (nl) 2008-05-22 2008-05-22 Wekwijze en inrichting voor het vervaardigen van weefsels met gesneden pool met variabele poolhoogte.
BE200800287 2008-05-22

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1018157A3 true BE1018157A3 (nl) 2010-06-01

Family

ID=40513995

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2008/0287A BE1018157A3 (nl) 2008-05-22 2008-05-22 Wekwijze en inrichting voor het vervaardigen van weefsels met gesneden pool met variabele poolhoogte.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP2135983B1 (nl)
BE (1) BE1018157A3 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
KR101138812B1 (ko) 2009-11-03 2012-05-10 주식회사 영도벨벳 직물 절단장치
BE1019155A3 (nl) 2010-01-15 2012-04-03 Wiele Michel Van De Nv Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van weefsels met minstens twee verschillende poolhoogtes in een zelfde poolrij.
CN112981672B (zh) * 2021-01-24 2022-03-25 常州市锦铄源纺织机械有限公司 一种机上割绒装置
CN115198427B (zh) * 2022-09-13 2023-01-06 苏州力致高性能纤维预制体产业研究院有限公司 一种机上花式割绒装置、割绒方法及三维特种织机

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3406725A (en) * 1966-01-18 1968-10-22 G H Norton & Company Ltd Variable height pile cutting means for double pile fabric looms and the method therefor
EP1394301A1 (de) * 2002-08-24 2004-03-03 SCHÖNHERR Textilmaschinenbau GmbH Verfahren und Vorrichtung zum Steuern des Antriebes für den Messerschlitten einer Doppelflorwebmaschine

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3406725A (en) * 1966-01-18 1968-10-22 G H Norton & Company Ltd Variable height pile cutting means for double pile fabric looms and the method therefor
EP1394301A1 (de) * 2002-08-24 2004-03-03 SCHÖNHERR Textilmaschinenbau GmbH Verfahren und Vorrichtung zum Steuern des Antriebes für den Messerschlitten einer Doppelflorwebmaschine

Also Published As

Publication number Publication date
EP2135983A1 (en) 2009-12-23
EP2135983B1 (en) 2015-07-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP1568809B1 (en) Weaving machine and method for weaving pile fabrics and spacer for such a weaving machine
BE1018157A3 (nl) Wekwijze en inrichting voor het vervaardigen van weefsels met gesneden pool met variabele poolhoogte.
CN1022497C (zh) 织机
MX2011010844A (es) Dispositivo para producir una estera de fibras por tejeduria.
EP0925395B1 (en) A device for controlling warp threads for the production of leno fabrics on a textile machine
BE1017094A3 (nl) Werkwijze voor het weven van poolweefsels met variabele poolhoogte.
DE69919471T2 (de) Verfahren und Vorrichtung zum Eintragen von Schussfäden für eine Mehrfarbenwebmaschine
EP1411161B1 (en) Method for manufacturing a fabric and an apparatus for manufacturing a fabric
US6328076B1 (en) Thread controlling device with control element supported independently from the lifting device
CN102912527B (zh) 切割绒头经纱的方法和适于实现该方法的双层地毯织机
CN201103032Y (zh) 一种带有纬纱切割装置的缝编机
BE1013285A3 (nl) Werkwijze en inrichting voor het steunen van een schaar kettingdraden bij een weefmachine.
EP1394301B1 (de) Verfahren und Vorrichtung zum Steuern des Antriebes für den Messerschlitten einer Doppelflorwebmaschine
CN1912218A (zh) 一种高速无梭双面绒带织机
BE1019379A3 (nl) Inrichting en werkwijze voor het afsnijden van de in te weven poolgarens in een axminster weefmachine.
CN101113548B (zh) 一种带有纬纱切割装置的缝编机
KR102306897B1 (ko) 날개사 제조 장치와 방법
BE1007897A3 (nl) Zelfkantinrichting voor weefmachines.
JP2668669B2 (ja) 給糸カッターの駆動装置
CN109385734A (zh) 一种剑杆织机纬纱剪刀
DE2738478A1 (de) Querfadenschneidvorrichtung in einer webmaschine
KR20080057249A (ko) 공압식 씨실 삽입부를 갖춘 직조기
JP4098166B2 (ja) パイル用無杼織機の捨て耳カッターの駆動方法
CN117822190A (zh) 适于在针织横机中进行衬经编织的导纱组件
CN109537146A (zh) 一种可自动改变纬浮长线剪花间距的织物自动剪花织造一体机

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20170531