BE1017274A6

BE1017274A6 - Weefselsteun voor een weefmachine.

Info

Publication number: BE1017274A6
Application number: BE2006/0465A
Authority: BE
Original assignee: Picanol Nv
Priority date: 2006-09-13
Filing date: 2006-09-13
Publication date: 2008-05-06
Also published as: CN101405447A; CN101405447B; WO2008031519A1; EP2064378A1; EP2064378B1; US7770605B2; US20090218001A1

Abstract

Weefselsteun voor een weefmachine, waarbij de weefselsteun (1) meerdere naast elkaar opstelbare steunelementen (10,11,12,13,14,15,16,17,18,19) bevat en een door de steunelementen (10,11,12,13,14,15,16,17,18,19) bevat en een door de steunelementen (10,11,12,13,14,15,16,17,18,19) ondersteund profiel (20,30,40,50,60) dat een geleidingsoppervlak (22) voor een weefsel (3) bevat. Weefmachine die gebruik maakt van een dergelijke weefselsteun (1).

Description

Weefselsteun voor een weefmachine.

De uitvinding betreft een weefselsteun voor een weefmachine.

Weefmachines zijn gekend waarbij een langwerpige weefselsteun aan het gestel van de weefmachine wordt aangebracht. Het is gekend afhankelijk van de breedte van het te weven weefsel een weefselsteun met gepaste lengte op het gestel van de weefmachine te voorzien. Dergelijke weefselsteun heeft als nadeel dat die in hoofdzaak alleen geschikt is om een weefsel met een welbepaalde breedte te weven en dat voor het weven van een weefsel met een andere breedte meestal de ganse weefselsteun dient vervangen te worden door een weefselsteun met een andere lengte. Bovendien kan het gebeuren dat voor het weven van bepaalde weefsels op een weefmachine bepaalde modules in het bereik van de weefselsteun dienen aangebracht te worden. Hierdoor kan het ook vereist zijn de weefselsteun te vervangen door een weefselsteun met een andere lengte of een andere vorm of de weefselsteun te verwijderen. Een dergelijke module is bijvoorbeeld een kanteninlegapparaat, een inslagwachter, een strekblazer, een inslagschaar of nog een andere aanbrengbare module.

Een doel van de uitvinding is een weefselsteun die eenvoudig aan de breedte van het te weven weefsel kan aangepast worden en die eenvoudig kan aangepast worden in functie van de benodigde modules voor het weven van een bepaald weefsel.

Tot dit doel bevat een weefselsteun volgens de uitvinding meerdere naast elkaar opstelbare steunelementen en een door de steunelementen ondersteund profiel dat een geleidingsoppervlak vertoont.

De weefselsteun volgens de uitvinding laat toe door het aanpassen van het aantal steunelementen en door het aanpassen en/of vervangen van het profiel, een weefselsteun met een gepaste lengte te vormen.

Volgens een uitvoeringsvorm bevat de weefselsteun een ééndelig langwerpig profiel dat zich minstens over de breedte van het te weven weefsel uitstrekt. Volgens een variante bevat de weefselsteun een langwerpig profiel dat gevormd wordt door meerdere langwerpige profieldelen die zich samen minstens over de breedte van het te weven weefsel uitstrekken.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm vertoont het profiel een nagenoeg U-vormige dwarsdoorsnede.

De uitvinding betreft tevens een weefmachine die gebruik maakt van een weefselsteun volgens de uitvinding.

Verdere kenmerken en voordelen van de uitvinding vloeien voort uit de hierna volgende beschrijving van de in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeelden en uit de volgconclusies, waarbij :

Figuur 1 schematisch een zijzicht van een gedeelte van een weefmachine voorzien van een weefselsteun volgens een uitvinding weergeeft;

Figuur 2 een perspectief weergeeft van een weefselsteun volgens de uitvinding;

Figuur 3 een zij zicht van de weefselsteun van figuur 1 weergeeft;

Figuur 4 een perspectief van een weefselsteun volgens figuur 2 met een andere lengte weergeeft; Figuur 5 een perspectief van een weefselsteun volgens figuur 2 met nog een andere lengte weergeeft;

Figuur 6 een variante van figuur 2 weergeeft;

Figuur 7 in bovenaanzicht een variante in niet gemonteerde toestand weergeeft;

Figuur 8 de variante van figuur 7 in gemonteerde toestand weergeeft;

Figuur 9 nog een variante van figuur 2 weergeeft.

In figuur 1 wordt een weefselsteun 1 volgens de uitvinding schematisch weergegeven. De weefselsteun 1 wordt op het gestel 2 van een weefmachine aangebracht om een weefsel 3 te ondersteunen. De weefselsteun 1 strekt zich minstens uit over de breedte van het weefsel 3, bijvoorbeeld over een lengte in de orde van grootte van enkele meter. Tevens worden een riet 4, een rietbalk 5, een klemlat 6, ladebenen 7 en een ladeas 8 weergegeven. Het riet 4 wordt door middel van bouten 25 en de klemlat 6 in de rietbalk 5 geklemd. Nabij de weefselsteun 1 kunnen op een gekende wijze schematisch weergegeven breedhouders 23 en geleidingen 24 voor het weefsel 3 aangebracht worden. Op de rietbalk 5 worden tevens bijblazers 9 op gekende wijze aangebracht. Tevens wordt een steunelement 10 weergegeven dat een profiel 20 ondersteunt en dat met schroef elementen 21 aan het gestel 2 wordt bevestigd.

Een perspectief van de weefselsteun 1 van figuur 1 is weergegeven in figuur 2. Hierbij bevat de langwerpige weefselsteun 1 een aantal naast elkaar opgestelde steunelementen 10 tot 19 en een ééndelig langwerpig profiel 20 dat ondersteund wordt door de steunelementen 10 tot 19. Het profiel 20 strekt zich minstens over de breedte van het schematisch aangeduid te weven weefsel 3 uit. De steunelementen 10 tot 19 worden elk met schroefelementen 21 vast aan het gestel 2 bevestigd.

Zoals vergroot weergegeven in figuur 3 bevat het profiel 20 een geleidingsoppervlak 22 voor het ondersteunen en geleiden van een weefsel 3. Het profiel 20 wordt aangebracht op de steunelementen 10 tot 19 door het profiel 20 op de steunelementen 10 tot 19 te klemmen, te lijmen, te klikken en/of vast te maken. Het profiel 20 vertoont hierbij een nagenoeg U-vormige dwarsdoorsnede. De dwarsdoorsnede van het profiel 20 met een iets dichtgeplooide U-vorm zoals weergegeven in figuur 3 laat toe het profiel 20 op de steunelementen te clipsen.

De uitvoeringsvorm van figuur 4 bevat slechts de steunelementen 10, 11, 12, 13, 14 en 19 en een profiel 30 dat een kleinere lengte vertoont dan het profiel 20 van figuur 2. Die opstelling kan bekomen worden door bij de uitvoeringsvorm van figuur 2 de steunelementen 15, 16, 17 en 18 te verwijderen en het profiel 20 door een profiel 30 met een andere lengte te vervangen. Dergelijke weefselsteun 1 wordt bijvoorbeeld aangewend om een weefsel te ondersteunen dat minder breed is dan het weefsel 3 van figuur 2.

In figuur 5 wordt nog een variante weergegeven waarbij slechts de steunelementen 10, 11, 13, 14, 15, 16, 17, 18 en 19 worden voorzien, waarbij de steunelementen 10 en 11 ten opzichte van de uitvoeringsvorm van figuur 2 zijdelings verplaatst werden. Een profiel 40 met gepaste lengte wordt hierbij voorzien. Uiteraard zijn ook andere opstellingen van steunelementen en profielen mogelijk. Een voordeel van een weefselsteun 1 volgens de uitvinding is dat de positionering van de randen van het te weven weefsel zowel aan de linkerzijde als aan de rechterzijde van de weefmachine naar keuze kan gekozen en/of ingesteld worden.

In figuur 6 wordt een variante weergegeven waarbij een langwerpig profiel 50 samengesteld is uit een aantal langwerpige profieldelen 51, 52 en 53 die in het verlengde van elkaar op bijhorende steunelementen worden voorzien. Die profieldelen 51, 52 en 53 vormen samen een geheel dat toelaat een weefsel over zijn breedte te ondersteunen. De uiteinden van de profieldelen 51 en 52 maken ter hoogte van hun zijkanten 54 een hoek met de lengterichting van het samengesteld profiel 50, zodat het weefsel steeds door minstens één van die profieldelen 51, 52 wordt ondersteund. Analoog maken de uiteinden van de profieldelen 52 en 53 ter hoogte van hun zijkanten 55 een hoek met de lengterichting van het samengesteld profiel 50, zodat het weefsel steeds door minstens één van die profieldelen 52, 53 wordt ondersteund. Hierbij kan een kettingdraad ook moeilijk in de spleet tussen twee profieldelen geraken, daar de spleet en de kettingdraden niet parallel met elkaar verlopen.

Zoals zichtbaar kunnen de steunelementen 10 tot 19 volgens een mogelijkheid nagenoeg tegen elkaar of op een bepaalde tussenafstand van elkaar opgesteld worden. Daar het profiel 20, 30, 40, 50 het weefsel nagenoeg ononderbroken ondersteunt, is het niet nodig dat de steunelementen tegen elkaar opgesteld worden. Hierbij kunnen de verschillende steunelementen met een tussenafstand ten opzichte van elkaar opgesteld worden. Normalerwijze vertoont het profiel een voldoende stijfheid om die relatief beperkte tussenafstand te overbruggen. Een mogelijke tussenafstand is in de orde van grootte van tien millimeter. Een stalen U-vormig profiel met een dikte in de orde van grootte van ongeveer een halve millimeter is ruim voldoende stijf om dergelijke afstand te overbruggen.

In figuur 7 wordt een uitvoeringsvorm weergegeven waarbij enkele steunelementen 16, 17, 18 respectievelijk met een bijhorend profieldeel 61, 62, 63 zijn voorzien. De steunelementen 16, 17 zijn naast elkaar opgesteld en werden zodanig naar elkaar toe geschoven dat de profieldelen 61, 62 elkaar raken met de respectievelijke zijkanten 64. De respectievelijke zijkanten 65 van de steunelementen 17 en 18 zijn in deze stand op een afstand van elkaar opgesteld. Qm de stand van figuur 8 te bekomen, wordt het steunelement 18 naar het steunelement 17 toe verplaatst tot de profieldelen 62 en 63 elkaar raken. Hierbij vormen de profieldelen 61, 62, 63 samen een doorlopend profiel 60. De steunelementen 16, 17 en 18 kunnen hierbij samen met hun respectievelijke profieldelen 61, 62 en 63 eenvoudig aangebracht worden in of verwijderd worden van het gestel 2. Het is duidelijk dat bij deze uitvoeringsvorm het mogelijk is de profieldelen 61, 62 en 63 permanent te verbinden, bijvoorbeeld door lijmen of solderen, met een bijhorend steunelement 16, 17 of 18. Dit laat onder meer toe de profieldelen 61, 62 en 63 zodanig te bevestigen dat de gewenste onderlinge tussenafstand tussen de bijhorende steunelementen 16, 17 en 18 wordt gegarandeerd. Deze tussenafstand kan bijvoorbeeld voldoende zijn om tussen de steunelementen een module op de weefmachine te bevestigen, zoals bijvoorbeeld een bijblazer, een strekblazer, een inslagwachter, of zelfs een inslagschaar of een kanteninlegapparaat.

Bij de uitvoeringsvorm van figuur 9 worden twee weefselsteunen 1 met een zekere tussenruimte 37 naast elkaar opgesteld. De tussenruimte 37 kan hierbij bijvoorbeeld benut worden voor het voorzien van een kanteninlegapparaat, bijvoorbeeld een mechanische en/of pneumatische kanteninlegger, of enig andere aanbrengbare module. Bij het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 9 wordt een weefselsteun 1 gevormd door steunelementen 10 en 11 waarop een profiel 70 is aangebracht en een weefselsteun 1 gevormd door steunelementen 12 tot 19 waarop een profiel 80 is aangebracht. Bij dit uitvoeringsvoorbeeld strekken de profielen 70 en 80 zich respectievelijk uit over de breedte van een weefsel 3 en 33. De weefsels 3 en 33 worden naast elkaar op eenzelfde weefmachine geweven. De tussenruimte 37 laat hierbij toe een kanteninlegapparaat, in het bijzonder een zogenaamde middenkanteninlegger aan te wenden die kan samenwerken met beide weefsels 3 en 33 en die kan werken in combinatie met een riet dat zich uitstrekt over nagenoeg de breedte van de weefmachine, meer in het bijzonder over beide weefsels 3 en 33.

Het is duidelijk dat een weefselsteun 1 volgens de uitvinding eveneens kan gevormd worden door andere combinaties dan de weergegeven combinaties van meerdere steunelementen en een profiel bestaande uit al dan niet meerdere profieldelen. Het aantal steunelementen en/of het aantal profieldelen kan volgens de uitvinding afhankelijk van het te weven weefsel gekozen worden. De weefselsteun 1 volgens de uitvinding kan een lip 26 bevatten, die tijdens het aanslaan van een inslagdraad door het riet 4 tot in het geleidingskanaal van het riet 4 dringt, maar kan volgens een andere mogelijkheid bijvoorbeeld ook zonder lip uitgevoerd worden.

Zoals zichtbaar in figuren 1 en 3 bevat het steunelement 10 een kraag 27 die toelaat het steunelement 10 nauwkeurig op het gestel 2 te bevestigen. Het voorzien van een kraag 27 bij de steunelementen 10 tot 19, meer in het bijzonder bij de steunelementen 13 tot 19 die slechts met één enkel stel schroefelementen 21 worden bevestigd, biedt als voordeel dat de steunelementen 10 tot 19 nauwkeurig uitgelijnd ten opzichte van het gestel 2 kunnen aangebracht worden.

Bij de uitvoeringsvorm van figuur 2 vertonen de steunelementen 10 en 11 bijvoorbeeld een lengte van '600' millimeter, het steunelement 12 een lengte van '300' millimeter, de steunelementen 13 tot 18 een lengte van '60' millimeter en het steunelement 19 een lengte van '12' millimeter.

De weefselsteun volgens de uitvinding kan uiteraard bij meerdere types weefmachines aangewend worden, zoals bij een luchtweefmachine, een grijperweefmachine of nog een ander type weefmachine.

De weefmachine en de weefsteun volgens de uitvinding beperken zich uiteraard niet tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, maar kunnen binnen de termen van de conclusies volgens verschillende varianten en volgens verschillende combinaties van de voornoemde weergegeven uitvoeringsvormen uitgevoerd worden.

Claims

1. Weefselsteun (1) voor een weefmachine die een profiel (20,30,40,50,60,70,80) bevat dat een geleidingsoppervlak (22) voor een weefsel (3) bevat, daardoor gekenmerkt dat de weefselsteun (1) meerdere naast elkaar opstelbare steunelementen (10,11,12,13,14,15,16,17,18,19) bevat en een door de steunelementen (10,11,12,13,14,15,16,17,18,19) ondersteund profiel (20,30,40,50,60,70,80) bevat dat een geleidingsoppervlak (22) voor een weefsel (3) bevat.

2. Weefselsteun volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de weefselsteun (1) een ééndelig langwerpig profiel (20,30,40,70,80) bevat, dat zich minstens over de breedte van een te weven weefsel (3,33) uitstrekt.

3. Weefselsteun volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de weefselsteun (1) een langwerpig profiel (50,60) bevat dat samengesteld is door meerdere langwerpige profieldelen (51,52,53,61,62,63), die zich samen minstens over de breedte van het te weven weefsel (3) uitstrekken.

4. Weefselsteun volgens één van de conclusies 1 tot 3, daardoor gekenmerkt dat het minstens één profiel (20,30,40,50,60,70,80) een nagenoeg U-vormige dwarsdoorsnede vertoont.

5. Weefmachine voorzien van een weefselsteun (1), daardoor gekenmerkt dat de weefmachine gebruik maakt van een weefselsteun (1) volgens één van de conclusies 1 tot 4.