BE1017050A3 - Geluiddempende en ventilerende muurdoorvoer. - Google Patents

Abstract

Geluiddempende en ventilerende muurdoorvoer voorzien van een kokervormig huis met geluiddempende middelen zoals een kern en/of een mantel met geluiddempend materiaal en/of één of meerdere resonatoren alsmede een regeninslag voorkomende en met geluiddempende middelen uitgeruste buitenafdekking aan een eerste uiteinde en een van een instelbare kleporgaan voorziene binnenafdekking aan een tweede uiteinde van het kokervormige huis. De binnenafdekking omvat een kokervormig deel, dat telescopisch met een schuifpassing verplaatsbaar is ten opzichte van het kokervormige huis en voorzien is van een door een dekseldeel afgesloten uiteinde waarop in het kokervormige deel geluiddempende middelen zoals geluiddempend materiaal en/of één meerdere resonatoren zijn aangebracht, waarbij het kokervormige deel althans deels tot buiten het kokervormige huis is te verplaatsen, waarmee althans een in een omtreksvlak van het kokervormige deel aangebrachte doorbreking tot buiten het kokervormige huis is te brengen.

Description

Titel: Geluiddempende en. ventilerende muurdoorvoer

De uitvinding heeft betrekking op een geluiddempende en ventilerende muurdoorvoer voorzien van een kokervormig huig met geluiddempende middelen zoals een kern en/of een mantel met geluiddempend materiaal en/of één of meerdere resonatoren, alsftaede een regeninslag voorkomende en met geluiddempende middelen uitgeruste buitenafdekking aan een eerste uiteinde en een van een instelbaar kleporgaan voorziene binnenafdekking aan een tweede uiteinde van het kokervormige buis.

Een dergelijke geluiddempende en ventilerende muurdoorvoer is bijvoorbeeld bekend uit ΕΡ-Λ-0 265 000 en voldoet in het bijzonder wat betreft de geluidwerende eigenschappen goed aan de gestelde eisen. Dit wordt bereikt met een cilindrische, concentrisch opgestelde kern die is samengesteld uit een aantal lagen schijfvormig geluiddempend materiaal en een resonator alsmede een als buitenafdekking dienst doende robuuste kap die centraal voor en over bet eerste uiteinde van het kokervormige huis op een gevelmuur wordt, bevestigd en aan de binnenzijde is bekleed m,et geluiddempend materiaal. Het tweede uiteinde van bet kokervormige buis wordt afgedekt door een rooster in de vorm van een schuifklep, dat wil zeggen twee ten opzichte van elkaar verschuifbare platen die elk- zijn. voorzien van doorbrekingen, waarbij de doorbrekingen in lijn kunnen worden gebracht, voor het volledig openzetten van de schuifklep dan wel geheel of gedeeltelijk uit lijn kunnen worden gebracht voor het volledig of deels sluiten van. de schuifldep.

Met de uitvinding wordt beoogd de geluiddempende eigenschappen van een geluiddempende en ventilerende muurdoorvoer van het in de aanhef omschreven type verder te verbeteren.

Dit, wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt, doorda t de binnen afdekking een kokervormig deel omvat, dat telescopisch, met een. schuifpassmg verplaatsbaar is ten opzichte van het kokervormige huis en voorzien is van een door een dekseldeel afgesloten uiteinde waarop in het kokervormige deel geluiddempende middelen zoals geluiddempe nd materiaal en/of één of meerdere resonatoren zijn aangebracht, waarbij het kokervormige deel althans deels tot buiten het kokervormige huis is te verplaatsen, waarmee althans een in een omtreksvlak van het kökervormige deel aangebrachte doorbreking tot buiten het kokervormige huis is te brengen. Een eerste verbetering van de geluidwerende eigenschappen is hierbij gelegen in het aanbrengen van geluiddempende middelen ter plaatse van de bi nne n afdekki ng· Deze maatregel wordt mogelijk door de gewijzigde uitvoering van de binnenafdekking. Immers, een schuif- of jaloezieënrooster is niet, of nauwelijks te bekleden met geluiddempend ma teriaal. Door nu te kiezen voor een opentrekbaar kokervormig deel met een doorbreking in het omtreksvlak is het kopse uiteinde met dekseldeel optimaal te voorzien van. geluiddempende middelen. Een bijzonder voordeel hierbij is dat in de gesloten stand van de muurdoorvoer de volledige doorlaat met geluiddempende middelen is af te dekken, zoda t een maximale geluidwering is te verkrijgen. Doch ook bij een gedeeltelijk openzetten van de muurdoorvoer is door de maatregelen volgens de uitvinding de gêluidwering verbeterd, ten opzichte van. een muurdoorvoer met een schuif- of jaloezieënrooster. Naarmate het kokervormige deel meer naar zijn afsluitende stand wordt verschoven, is er sprake van een toenemende geluiddemping als gevolg van het naar elkaar toe verplaatsen van de geluiddempende middelen in het kokervormige huis en het kokervormige deel, welk effect zich niet of in slechts zeer geringe mate voordoet bij een schuif- of jaloezieënrooster. Deze toename is i.n hoge mate proportioneel met de mate van verplaatsing van de genoemde delen ten opzichte van elkaar.

Bovendien hebben de maatregelen volgens de uitvinding nog een aanvullend voordeel. Door de aanvullende en aanzienlijk verbeterde geluidd.empmg bij de binnenafdekking wordt het mogelijk om de geluiddempende voorzieningen bij de buitenafdekking minder volumineus uit te voeren. Dit betekent niet alleen dat ten opzichte van de bekende situatie niet of nauwelijks meer geluiddempende middelen hoeven te worden gebruikt, maar tevens ook dat de constructie bij d.e buitenafdekking kleiner en minder omvangrijk kan worden uitgevoerd. Dit is niet alleen gunstig uit kostenoogpunt, maar heeft ook voordelen uit esthetisch oogpunt, dat wil zeggen de muurdoorvoer is minder bepalend aanwezig in de gevel van een gebouw.

Teneinde het geluidwerende effect verder te maximaliseren wordt er overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding een voorkeur voor uitgesproken, dat de geluiddempende middelen bii de binnen afdekking het dekseldeel over zijn gehele binnenoppervlak bekleden, waarbij dan verder bij voorkeur het kokervormige deel tot geheel in het kokervormige huis verplaatsbaar is. Aldus is niet alleen in de gesloten stand een zo volledig mogelijfc dekkende geluiddemping te realiseren, maar is het bovendien nog mogelijk de binnenafdekking niet of nagenoeg niet te laten uitsteken ten opzichte van een binnenmuurvlak.

Overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding verdient het verder de voorkeur, dat het omtreksvlak van het kokervormige deel is voorzien van een doorbreking in de vorm van een ten minste een sleuf, waarbij althans een helft van het omtreksvlak vrij blijft van onderbrekingen. Alsdan is het, mogelijk een naar keuze gerichte uitstroming van de ventilatielucht te verkrijgen. Veelal verdient het de voorkeur de een ruimte binnentredende luchtstroom naar het plafond te richten. Dit is met de voorgestel.de uitvoering eenvoudig en effectief mogelijk door alleen in de bovenzijde van bet kokervormige deel een doorbreking aan te bréngen. Uiteraard is ook elk ander gewenst uitstromingspatroon mogelijk, bijvoorbeeld ook hellend door het aanbrengen van dienovereenkomstige voorzieningen in het kokervormige deel.

Het kokervormige huis en het daar telescopisch met een schuifpassing in verplaatsbare kokervormige deel kunnen op velerlei wijzen worden vormgegeven. Er wordt evenwel een voorkeur voor uitgesproken, dat het kokervormige huis en het kokervormige deel een cirkelronde dwarsdoorsnede hebben. Aldus is relatief eenvoudige wijze een effectief werkende constructie te realiseren. Daarbij kan de verplaatsing tussen het kokervormige huis en het kokervormige deel een lineaire uitschüifbeweging zijn, waarbij desgewenst door verdraaien van het kokervormige deel de uittredende luchtstroom is te richten. Evenwel zijn voorzieningen als de onderhavige veelal op hoogte aangebracht, waardoor bediening op afstand vaak wordt gewenst. Dit kan elektrisch maar ook handmatig, waarvoor dan gebruik kan worden gemaakt van een hedieningskoord. Zeker in het laatste geval kan bet daarbij de voorkeur verdienen, dat het kokervormige deel gestuurd door nokken met een draaiende achuifbeweging beweegt bij een verplaatsing ten opzichte van het kokervormige huis, zodat met een eenvoudige trekbeweging aan een bedieningskoord de muurdoorvoer is te bedienen. Om bij een dergelijke verdraaiing van het kokervormige deel over bijvoorbeeld een kwart slag ten opzichte van het, kokervormige buis de ui.tstroomopening zoveel mogelijk constant gericht te houden, kan. er overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm in zijn voorzien., dat een sleuf zich volgens een schroeflijn uitstrekt.

Binnenroosters dienen te voorkomen dat insecten ongewenst de geventileerde ruimte kunnen binnendringen. Dit. is bij de onderhavige muuvdoorvoer op eenvoudige wijze te realiseren, als elke doorbreking wordt afgedekt door insectengaas, d,at tezamen .met het kokervormige deel verplaatsbaar is ten opzichte van het kokervormige huis.

Zoals reeds vermeld, is de buitenafdekking kleiner en minder volumineus uit te voeren. Dit nu biedt de mogelijkheid dat de buitenafdek.ki.ng een kokervormig element omvat, dat telescopisch met een schuifpassing verplaatsbaar is ten opzichte van het kokervormige huis door middel van bedieningselementen aan de zijde van de binnen,afdekking. Door deze maatregelen is desgewenst de muurdoorvoer ter plaatse van de buitenafdekking te sluiten, zodat een dubbele geluiddempende afdichting is te realiseren, bijvoorbeeld door het kokervormige element, zoals eerder besproken bij het kokervormige deel, te voorzien van een deksel bekleed met geluiddempend materiaal- Bediening van de buiten afdekking en de binnenafdekking kan afzonderlijk geschieden. Efficiënter is uiteraard een gezamenlijke bediening die is te realiseren sis verplaatsing van het kokervormige deel door middel van koppelorganen resulteert in. tegengestelde verplaatsing van het kokervormige element. Het effect van een proportioneel toenemende demping bij het naar de sluitstand brengen zoals eerder besproken bij de binne «afdekking wordt hierbij nog vergroot. Het kokervormig huis kan zodanig zijn uitgevoerd dat zowel het kokervormig element als het kokervormig deel daarbinnen verschuift en/of roteert, terwijl kokervormig element en lcokervormig deel oolc in elkaar kunnen roteren en/of verschuiven, waardoor in gesloten toestand een nog grotere wanddikte en daarmee isolatie wordt verkregen. Genoemd kokerelement biedt voorts het voordeel dat het mogelijk wordt een kokervormig huis met een gegeven lengte bij verschillende dikten muren toe te passen zonder dat genoemde lengte aangepast hoeft te worden.

Onder verwijzing naar in de tekening, zij het uitsluitend bij wijze van niet-beperkende voorbeelden, weergegeven uitvoeringsvormen zal de geluiddempende en ventilerende muurdoorvoer volgens de uitvinding thans nader worden besproken. Daarbij toont:

Fig. 1 in dwarsdoorsnede een muurdoorvoer volgens de uitvinding; en

Fig. 2 in zijaanzicht een gewijzigde uitvoeringsvorm vah een kokervormig deel.

De in Fig. 1 weergegeven geluiddempende en ventilerende muurdoorvoer is voorzien van een kokervormig huis 1 met cirkekilindrische dwarsdoorsnede. Het kokervormige huis 1 is langs zijn omtrek afgedicht geplaatst in een. soortgelijk gevormde doorbreking in een muur 2, waartoe het kokervormige huis 1 onder meer is voorzien van een flensraud 3-

Bij zijn in Fig. 1 gezien linker uiteinde steekt het kokervormige huis 1 over een zekere afstand uit de muur 2 en is aldaar afgesloten door een einddeksel 4. In het uit de muur 2 stekende deel van het kokervormige huis 1 is een sleufvormige opening 5 aan gebracht, die zich in hel ondergelegen deel over ongeveer de halve omtrek van het mantel.vlak van het kokervormige huis 1 uitstrekt. Aldus is voorzien in een buiteuafdekking voor het kokervormige huis 1. Tussen het einddeksel 4 en de opetiing 5 is een schijfvormige laag 6 van geluiddempend materiaal aangebracht.

De binnenafdekking van het kokervormige huis 1 wordt gevormd door een kokervormig deel 7, dat een. cirkelcilindrische dwarsdoorsnede heeft en met een schuifpassing telescopisch verschuifbaar is ten opzichte van het kokervormige huis 1. Het kokervorxnige deel 7 is aan zijn in Fig. 1 gezien rechter uiteinde afgesloten door een dekseldeel 8 en in zijn mantelvlak voorzien van een sleufvormige doorbreking 9, die zich net als de opening 5 over ongeveer de halve omtrek van het mantelvlak van het kokervormige deel 7 uitstrekt, maar tegengesteld gericht is aan de opening 5 in het kokervormige huis 1. De doorbreking 9 wordt afgedekt door een insectengaas 10, terwijl zich tussen die doorbreking 9 en het dekseldeel 8 een schijfvormige laag 11 van geluiddempend materiaal is aangebracht.

Centraal in het kokervorxnige huis 1 is een in dwarsdoorsnede cirkel cilindrische kern 12 met geluiddempende middelen opgesteld, die door niet nader weergegeven organen op zijn plaats wordt gehouden, waarbij de kern 12 al dan niet in axiale richting verschuifbaar kan zijn aangebracht. Aldus wordt tussen het kokervormige buis 1 en de kern 12 een ringvormig ventilatiekanaal 13 gevormd, waarbij zij opgemerkt, dat een en ander niet.

op schaal is weergegeven. In de praktijk zal gestreefd worden naar een ringvormig ventilatiekanaal 13 met een over zijn lengte zo constant mogelijke doorlaat. De in Fig. 1 weergegeven kern 12 is samengesteld uit. schijven 14 van geluiddempend materiaal en een resonator 15.

Opgemerkt zij, dat de weergegeven geluiddempende middelen slechts mogelijke voorbeelden zijn. Zo kan de kern 12 anders zijn samengesteld, hetgeen ook geldt voor de geluiddempende middelen bij het einddeksel 4 en het dekseldeel 8, die bijvoorbeeld ook kunnen worden, voorzien van resonatoren. Verder is het ook mogeljjk nog geluiddempende middelen aan te brengen rondom het kokervormige huis 1, zoals dat schematisch met een streeplijn 16 is aangeduid.

In Fig. 1 is de muurdoorvoer weergegeven in zijn volledig open stand. Wordt een lagere ventilatie stand gewenst, dan is dat te realiseren door in Fig. 1 gezien het kokervormige deel 7 naar links, dat wil zeggen het kokervormige huis 1 in te verplaatsen, waardoor de doorbreking 9 aanvankelijk deels in het kokervormige huis 1 wordt geschoven én over die afstand wordt afgedekt. Tijdens dat dichtschuiven neemt de geluiddempende invloed van de kern 12 in samenwerking met de schijfvormige laag 11 bij voorkeur proportioneel toe, bijvoorbeeld ongeveer lineair. Bij het geheel afdekken van de doorbreking 9 wordt het kokervormige huis 1 geheel afgedicht met geluiddempend materiaal, waardoor aldaar de geluidwering optimaal wordt.

In de gesloten stand zal het dekseldeel 8 met zijn omtreksrand tegen de flensrand 3 aanstuiten. Wordt het gewenst geacht het dekseldeel 8 in één vlak te brengen met de flensrand 3, dan is dat eenvoudig te realiseren door dienovereenkomstig een uitholling in de flensrand aan te brengen.

Als gevolg van de bij de binnenafdekking voorziene, effectieve gelui dwering kan de buitenafdekkmg wat geluidwering en om vang betreft relatief licht worden uitgevoerd. Dit heeft niet alleen uit kosten- en esthetisch oogpunt voordelen, maar biedt, zoals uit Fig. 1 aanstonds zal blijken, ook de verdere mogelijkheid de buitenafdekking conform de binnenafdekking uit te voeren, dat wü zeggen als een kokervormig element, dat telescopisch met schuifpassing ten opzichte van het kokervortnige huis 1 verplaatsbaar is. In dat geval is ook de buitenafdekking afsluitbaar uit te voeren met een daarmee gepaard gaande extra vergroting van hêt geluidwerende vermogen van de geluiddempende en ventilerende muurdoorvoer. Deze uitvoering is dan verder te verfijnen door de verplaatsing van het kokervormige deel te koppelen aan die van het kokervormige element. Bij het deels of geheel, sluiten van de muurdoorvoer bij de binnenafdekking zal deze dan in gelijke mate bij de buitenafdekking kunnen worden afgesloten.

De verplaatsing van het kokervormige deel 7 en/of van het kokervormige element ten opzichte van het kokervormige huis 1 kan tot stand worden, gebracht door een lineaire beweging van het betreffende deel of element. Omdat een muurdoorvoer als de onderhavige veelal op hoogte in de muur wordt aangebracht, kan een lineaire verplaatsing de bediening bemoeilijken. Dan zou gekozen kunnen worden voor een kokervotmig deel 21, zoals weergegeven in Fig. 2. In het mantelvlak van dit kokervormige deel 21 is een geleidingssleuf 22 aangebracht, waarin een met het kokervormige huis 1 verbonden nok 23 grijpt. Het kokervormige deel 21 zal bij verplaatsing een draaischuifbeweging gaan maken. Deze beweging is te initiëren door op dekseldeel 24 aangebracht nokken 25 met bedieningskoord 26. In Fig. 2 is het kokervormige deel 21 in zijn volledig open stand weergegeven, hetgeen is aangeduid door de streeplijn 27 die het binnenmuurvlak representeert. De stationaire nok 23 bevindt zich dan bij het onderuiteinde van de geleidingssleuf 22, terwijl de ene nok 25 zich in een hoge en de andere nok 25 zich in een lage stand bevindt. Door aan het bedieningskoord 26 verbonden met de hoog gelegen nok 25 te trekken zal deze het kokervormige deel 21 doen draaien waarbij tegelijkertijd door de samenwerking van de nok 23 met de geleidingssleuf 22 het kokefvormige deel 21, dat wil zeggen het kokervormige huis 1 in zal worden verschoven. Een en ander kan zodanig zijn vormgegeven en gedimensioneerd dat het kokervormige deel 21 met een kwart slag verdraaiing van de gesloten naar de volledig open stand is te brengen, en omgekeerd.

Ter vermijding van een tochtgevoel verdient het meestal de voorkeur de binnenstromende lucht bovenwaarts naar het plafond te richten. Om dit effect ook bij een verdraaiend kokervormig deel Zoveel mogelijk in stand te houden kan er zijn voorzien in een doorbreking 28 zoals getoond in Fig. 2, dat wil zeggen een zich schroefvormig uitstrekkende sleuf. In de getoonde open stand strekt d® doorbreking 28 zich naar links en rechts symmetrisch uit. Wordt het kokervormige deel 21 naar de gesloten stand gedraaid, dan zal het niet zichtbare uiteinde van de sleuf zich naar boven bewegen, terwijl het zichtbaar dan naar beneden bewegende uiteinde van de sleuf in min of meer gelijke mate afgedekt in het kokervormige buis 1 verdwijnt cn het dan open einde van. de sleuf bij verder afdekken omhoog beweegt, zodat het niet afgedelctc deel zich links en rechts symmetrisch blijft uitstrekken..

Het spreekt voor zich, dat er binnen het kader van de uitvinding zoals neergelegd in de bijgaande conclusies ten opzichte van de in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen vele wijzigingen en varianten mogelijk zijn naast die welke in het voorgaande reeds zijn besproken. Zo kunnen de in elkaar schuivende kokervormen elke ander geschikte doorsnede dan cirkelcilindrisch hebben. Daar waar gesproken wordt over rotatie wordt bedoeld relatieve rotatie. Beweging van kokervormig deel en/of kokervormig element kan ook worden verkregen door rotatie van (een deel vair) het buis, zodat opening 9 en/of 5 niet ongewenst roteert. In plaats van één doorbreking kunnen ook meerdere doorbrekingen aanwezig zijn én wel over elk gewenst deel van de omtrek van het mantelvlak.

Claims (10)

1. Geluiddempende en ventilerende rhuurdoorvoer voorzien van een kokervormig huis met geluiddempende middelen zoals een kern en/of een mantel met geluiddempend materiaal en/of'één of meerdere resonatoren alsmede een regeninslag voorkomende en niet geluiddempende middelen uitgeruste buitenafdekking aan een eerste uiteinde en een van een instelbaar kleporgaan voorziene binnenafdekking aan een tweede uiteinde van het kokervormige huis, met het kenmefk, dat de binnenafdekking een kokervormig deel omvat, dat telescopisch met een schuifpassing verplaatsbaar is ten opzichte van het kokervormige buis en voorzien is van een door een dekseldeel afgesloten uiteinde waarop in het IcokerVormige deel geluiddempende middelen zoals geluiddempend materiaal en/of één of meerdere resonatoren zijn aangebra.cht, waàrbij het kokervormige deel althans deels tot buiten het kokervotmige huis is te verplaatsen.- waarmee althans een in een omtreksvlak van het kokervormige deel aang^brachte doorbreking tot buiten het kokervormige huis is te brengen.

2. Geluiddempende en ventilerende niuurdoorvoer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de geluiddempende middelen bij de binnenafdekking het dekseldeel over zijn gehele binnenoppervlak bekleden.

3. Geluiddempende en ventilerende niuurdoorvoer volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het kokervormige deel tot geheel in hçt kokervormige huis verplaatsbaar is.

4. Geluiddempende en ventilerende niuurdoorvoer volgens- een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dait het omtreksvlak van het kokervormige deel is voorzien van een doorbreking in de vorm van een ten minste een sleuf, waarbij althans een helft Van het omtreksvlak vrij blijft van onderbrekingen.

5. Geluiddempende en ventilerende muurdoorvoer volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het .kokervormige huis en het kokervormige deel een cirkelronde dwarsdoorsnede hebben.

6. Geluiddempende en ventilerende muurdoorvoer volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het kokervormige deel gestuurd door nokken met een draaiende schuifbeweging verplaatst teh. opzichte van het kókervormige huis.

7. Geluiddempende en ventilerende riiuurdoorvoer volgens conclusies 4-6, met het kenmerk, dat een sleuf zich volgens een schroeflijn üitstrekt.

8. Geluiddempende en ventilerende muurdoorvoer volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dàt elke doorbreking wordt afgedekt, door insectengaas, dat tezamen mèt het kokervormige deel verplaatsbaar is ten opzichte van het kokerWmige huis.

9. Geluiddempende en ventilerende ihuurdoorvoer volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat, de buitenafdekking een kokervormig element omvat, dat telescopisch met een schuifpassing t verplaatsbaar is ten opzichte van het kokerkormige huis door middel van bedieningselementen aan de zijde van de brknenafdekking.

10. Geluiddempende en ventilerende muurdoorvoer volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat verplaatsing van het kokervormige deel door middel van koppelorganen resulteert in tegéngestelde verplaatsing van het kokervormige element.