BE1016847A6 - Weefsel in hoofdzaak bestaande uit polyester microvezel garen. - Google Patents

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een weefsel dat in hoofdzaak uit garen van polyester microvezels bestaat, met het kenmerk, dat het aantal vezels in een garen groter is dan het garennummer van het garen. Het weefsel wordat gekenmerkt in dat bij voorkeur meer dan 85% en bij grotere voorkeur meer dan 95% van het weefsel uit garen van polyester microveels bestaat. Het onderhavige weefsel kan een plat of een poolweefsel omvattend dat geweven of gebreid is. De uitvinding heeft ook betrekking op het gebruik van onderhavig weefsel als vaatdoek en/of handdoek.

Description

  d

Weefsel in hoofdzaak bestaande uit polyester microvezel garen

  
Technisch veld

  
De huidige uitvinding heeft betrekking op een weefsel, meer in het bijzonder een weefsel dat in hoofdzaak bestaat uit garen van polyester microvezels. Tevens heeft de uitvinding betrekking op het gebruik van een dergelijk weefsel in diverse toepassingen, onder meer als handdoek of vaatdoek.

  
Achtergrond

  
Volgens de huidige stand der techniek bestaan vaatdoeken en/of handdoeken over het algemeen uit natuurlijke vezels, zoals katoen, linnen, of dergelijke. Echter natuurlijke vezels hebben als nadeel dat ze relatief dik zijn en als gevolg daarvan verwijderen ze niet alle water van af te drogen oppervlakten. Een deel van het water wordt slechts vooruitgeschoven en over de oppervlakte verspreid.

  
Bovendien gedijen bacteriën gemakkelijk in doeken gemaakt uit natuurlijke vezels, omdat zij zich voeden op het materiaal zelf, bijv. katoen. Dit is waarom katoenen doeken al gauw een onaangename geur krijgen. Bovendien zijn natuurlijke vezels donzig, waardoor ze als nadeel hebben pluisjes of dergelijke achter te laten op af te drogen oppervlakken, wat bijvoorbeeld bij het afdrogen van glazen of dergelijke een belangrijk minpunt is.

  
De huidige vaatdoeken, en meer in het bijzonder katoenen vaatdoeken, hebben bovendien als nadeel dat ze door het wassen aanzienlijk krimpen. De mate waarin de vaatdoek krimpt, hangt af van de constructie van deze doeken, de gebruikte garens en de industriële afwerking ervan. Vaak leidt veelvuldig gebruik tot vervorming en kan één van de gevolgen zijn dat de stof kapot getrokken wordt.

  
Een ander nadeel is dat sommige vaatdoeken over het algemeen minder snel en minder goed water opnemen. Daarbij is een ander nadeel dat bepaalde doeken een beperkt droogvermogen hebben. Eens ze aan water verzadigd zijn drogen dergelijke doeken vrij traag.

  
De onderhavige uitvinding heeft tot doel een verbeterd weefsel, meer in het' bijzonder verbeterde doeken, te verschaffen dat bovengenoemde problemen althans gedeeltelijk oplost.

  
De onderhavige uitvinding heeft in het bijzonder tot doel een weefsel te verschaffen met een efficiëntere waterabsorptie capaciteit en een groter droogvermogen. 

  
Samenvatting

  
Hiertoe verschaft de uitvinding in een eerste aspect een weefsel dat in hoofdzaak uit garen van polyester microvezels bestaat. Het weefsel wordt hierin gekenmerkt dat het aantal polyester microvezels in een garen groter is dan het garennummer van het garen.

  
In een tweede aspect voorziet de huidige uitvinding in een doek, bij voorkeur een vaatdoek en/of handdoek, die gevormd wordt uit een weefsel volgens de huidige uitvinding.

  
De huidige uitvinding, in het bijzonder het feit dat het weefsel in hoofdzaak uit garen van polyester microvezels bestaat, biedt verschillende voordelen in vergelijking met in de stand der techniek gekende weefsels.

  
In het bijzonder, het gebruik van polyester microvezels verschaft een grotere waterabsorberende capaciteit aan het weefsel en hieruit vervaardigde doeken. Weefsels en hieruit vervaardigde doeken hebben als voordeel dat de ruimtes tussen de polyester microvezels zo smal zijn dat water en andere vloeistoffen gemakkelijk tussen de vezels worden opgezogen door capillaire kracht. Deze capillaire kracht stelt microvezel doeken in staat om water op te zuigen in tegenstelling tot natuurlijke vezels. Het wateropnemende vermogen van de weefsels en hieruit vervaardigde doeken is tot 50 % beter dan het vermogen van weefsels en gekende doeken die uit katoen vervaardigd zijn. Het weefsel heeft in het bijzonder de bijkomende eigenschap onmiddellijk water te kunnen opnemen.

   Bij droog gebruik, heeft de toepassing van polyester microvezel het voordeel dat weefsels of doeken hieruit vervaardigd statische elektriciteit opladen door een wrijvende beweging over een oppervlak. De positief geladen weefsels of doeken trekken aldus water en eventuele stofdeeltjes naar zich toe.

  
Daarbij komt dat weefsels volgens de huidige uitvinding een bijzonder groot droogvermogen hebben. Onderhavige weefsels kunnen een voldoende hoeveelheid water opnemen om functioneel te zijn en snel weer te drogen als ze water opgenomen hebben. Zwieren of uitwringen van het weefsel of de doeken hieruit vervaardigd kan reeds voldoende zijn om voldoende droge doeken te bekomen. Gebruik van dergelijke weefsels en doeken heeft ook als voordeel dat na het afvegen de gereinigde oppervlakten snel droog worden, in tegenstelling tot gewone natuurvezel doeken. Dit maakt de onderhavige weefsels en doeken hieruit vervaardigd uitermate geschikt voor het reinigen van' bijvoorbeeld glazen. De zeer fijne waas zal snel opdrogen zonder vlekken achter te laten.

  
Een ander belangrijk voordeel van de onderhavige weefsels en hieruit vervaardigde doeken is dat de weefsels en doeken ultra dun, compact en licht van gewicht zijn. 

  
Microvezels voelen zacht aan en 'ademen' twee keer zo goed als nylon. Weefsels en hieruit vervaardigde doeken volgens de uitvinding pluizen niet en voelen bovendien zacht aan. Hoewel de zachtheid van een weefsel een zeer subjectief en moeilijk te staven technisch kenmerk is, voelt het weefsel volgens de uitvinding zachter aan dan gekende overeenkomstige weefsels.

  
Een ander belangrijk voordeel van weefsels en hieruit vervaardigde doeken volgens de uitvinding is dat door het waterabsorberende vermogen de groei van bacteriën op de door de weefsels of doeken afgedroogde oppervlakken, wordt beperkt en vertraagd met als gevolg een meer hygiënische reiniging en droging. Het gebruik van polyester microvezels in weefsels en aldus in doeken is bijgevolg zeer voordelig vanuit het standpunt van een dagelijkse hygiëne. Weefsels en hieruit vervaardigde doeken volgens de uitvinding kunnen gewassen worden bij temperaturen tussen 90 [deg.]C en 100 [deg.]C en kunnen zelfs gekookt worden. Weefsels en hieruit vervaardigde doeken volgens de uitvinding kunnen gewassen worden bij temperaturen die gewoonlijk bij kookwas onder druk in ziekenhuizen gebruikt worden (gewoonlijk tot 120 [deg.]C). Bij dergelijke hoge temperaturen worden bacteriën gedood.

   Dit is mede een reden waarom weefsels en hieruit vervaardigde doeken volgens de uitvinding hygiënisch zijn. Gezien deze hygiënische eigenschappen kan een weefsel volgens de huidige uitvinding ook voordelig aangewend worden voor het vervaardigen van (medische) kledij, (medische) verbanden,
(medische) vullingen, gaas, en dergelijke.

  
Weefsels en hieruit vervaardigde doeken volgens de uitvinding kunnen honderden keren gewassen worden zonder nadelige effecten. Dit betekent dat de bruikbare levensduur van de weefsels en hieruit vervaardigde doeken volgens de uitvinding tot enkele jaren kan reiken. Bovendien hebben weefsels en hieruit vervaardigde doeken volgens de uitvinding een glad oppervlak waardoor ze minder vuil aantrekken en aldus gemakkelijker te reinigen zijn. Daarbij dient ook vermeld te worden dat polyester (PES) een uitermate sterk materiaal is met een uitstekende weerstand tegen slijtage.

  
Het weefsel volgens de huidige uitvinding wordt gekarakteriseerd aan de hand van een aantal technische parameters, waaronder dichtheden (inslagdraden en kettingdraden per cm), gebruikte garennummers (dikte van de draden), gewicht, type garen etc... Dergelijke parameters worden zo gekozen en samengesteld dat een aangenaam doek' bekomen wordt dewelke voldoet aan bovenstaande kenmerken. De technische parameters van een weefsel volgens de huidige uitvinding worden hieronder meer in detail besproken.

  
Verdere kenmerken en voorbeelden van weefsels volgens de onderhavige uitvinding worden hieronder op niet-limitatieve wijze weergegeven. 

  
Gedetailleerde beschrijving

  
De huidige uitvinding heeft betrekking op een verbeterd weefsel dat in hoofdzaak uit garen van polyester bestaat. Meer in het bijzonder heeft de huidige uitvinding betrekking op een verbeterd weefsel dat in hoofdzaak uit garen van polyester microvezels bestaat.

  
In een eerste uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding in een weefsel dat in hoofdzaak uit garen van polyester microvezels bestaat, met het kenmerk, dat het aantal vezels in een garen groter is dan het garennummer van het garen.

  
In een andere uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding in een weefsel dat in hoofdzaak uit filamentgaren van polyester microvezels bestaat. De huidige uitvinding voorziet dus ook in een weefsel dat in hoofdzaak bestaat uit (micro)polyester gemaakt van filamentgaren.

  
De termen "vezel" of "garen" of "draden" of "filament" worden hierin in bepaalde uitvoeringsvormen als synoniemen aangewend. De term garennummer verwijst naar de dikte van de draden of garen.

  
De termen "polyester microvezels" of "micropolyester" worden hierin als synoniem gebruikt ter aanduiding van een vezel bestaande uit polyester met een doorsnede van minder dan 1 dtex en bij voorkeur minder dan 0.7 dtex.

  
De term "polyester filamentgaren" zoals hierin aangewend verwijst naar garen bestaande uit oneindig lange continue en ononderbroken synthetische vezels gemaakt uit polyester, en bijvoorbeeld micropolyester vezels zoals hierin gedefinieerd. Dergelijke filamentgaren worden gewoonlijk vervaardigd door extrusie, waarbij ze gewoonlijk onmiddellijk in gewenste afmetingen (lengte, dikte, etc...) ge-extrudeerd worden.

  
In een voorkeursuitvoeringsvorm heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een weefsel, met het kenmerk, dat meer dan 75%, en bij voorkeur meer dan 85 %, en bij grotere voorkeur meer dan 95 %, en bij nog grotere voorkeur meer dan 99% van het weefsel uit garen van polyester microvezels bestaat.

  
Het weefsel volgens de uitvinding wordt verder in het bijzonder gekenmerkt in dat het garen van polyester microvezels enkelgaren of getwijnde garen kunnen omvatten. De term filamentgaren kan hierin dus zowel verwijzen naar mono-filamentgaren als multifilamentgaren. Het woord "getwijnd" moet hier in zijn ruimste betekenis worden begrepen en omvat bijvoorbeeld ook een eenvoudig twisten van de garens. Het garen kan in de Sof Z-richting worden getwijnd. Het garen van polyester microvezels kan een enkel of getwijnd garen zijn. 

  
In een ander gewenste uitvoeringsvorm zijn de polyester microvezels geheel of gedeeltelijk vermengd met andere vezels of garen, bijvoorbeeld geselecteerd uit de groep omvattende katoen, polyamide, viscose, etc... Het vermengen met andere vezels of garen kan zowel bij enkelgaren als getwijnd garen gebeuren.

  
De onderhavige uitvinding voorziet in een weefsel, met het kenmerk, dat het weefsel een geweven of gebreid weefsel is.

  
In bijzonder gewenste uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding weefsel, met het kenmerk, dat het aantal vezels in een garen begrepen is tussen 80 en 400, en bij voorkeur tussen 175 en 300.

  
In een uitvoeringsvorm, voorziet de uitvinding in een weefsel, met het kenmerk, dat het weefsel een poolweefsel is. De termen "poolweefsel", "sponsweefsel" of "lussenweefsel" worden hierin als synoniem gebruikt en verwijzen naar een weefsel dat hoofdzakelijk bestaat uit een grondweefsel van waaruit zich lussen uitstrekken aan één of twee zijden van het grondweefsel. Dergelijke weefsels bestaan over het algemeen uit een grondinslag en een grondketting die het grondweefsel uitmaken en een lussenketting. Hierbij kan het weefsel voorzien zijn van een grondinslag bestaande uit katoen, micropolyester en/of andere vezels, in combinatie met een grondketting bestaande uit in katoen, micropolyester en/of andere vezels. De lussen, bij toepassing van een poolweelsel, kunnen bestaan uit micropolyester, eventueel in combinatie met andere vezels zoals bijvoorbeeld katoen.

  
In een voorbeeld waarin het weefsel een poolweefsel omvat is het weefsel bij voorkeur gekenmerkt in dat het garennummer in de grondketting van het weefsel begrepen is tussen Nm 10 en Nm 34 voor enkelgaren en tussen Nm 10 en Nm 26 voor getwijnde garen. In dergelijk geval is bij voorkeur het garennummer in de grondinslag van het weefsel begrepen is tussen Nm 16 en Nm 41 voor enkelgaren en bijvoorbeeld tussen Nm 16 en Nm 40 voor enkelgaren. Bovendien is bij voorkeur het garennummer in de lusketting van dergelijk weefsel begrepen tussen 60 dtex en 150 dtex voor enkelgaren en tussen 120/2 dtex en 300/2 dtex voor getwijnde garen.

  
In een voorkeursuitvoeringsvorm kan een poolweefsel voorzien worden waarin ofwel grondinslag, grondketting of lusketting hoofdzakelijk uit polyester microvezel, bestaan en bij voorkeur uit 50 tot 100% polyester microvezel. In nog een andere uitvoeringsvorm kan ook een poolweefsel voorzien worden waarin zowel grondketting als grondinslag hoofdzakelijk uit polyester microvezel bestaan en bij voorkeur uit 50 tot 100% polyester microvezel. In nog een andere uitvoeringsvorm wordt een weefsel voorzien waarin zowel grondketting als lusketting hoofdzakelijk uit polyester microvezel bestaan en bij voorkeur uit 50 tot 100% polyester microvezel. In nog een andere uitvoeringsvorm wordt een weefsel voorzien waarin zowel grondinslag als lusketting hoofdzakelijk uit polyester microvezel bestaan en bij voorkeur uit 50 tot 100% polyester microvezel.

   Optioneel kan de polyester microvezel aangewend in de grondinslag, grondketting en/of lusketting eventueel geheel of gedeeltelijk vermengd zijn met andere vezels. In de grondinslag, grondketting en/of lusketting kunnen zowel enkelvoudige garen als getwijnde garen uit polyester microvezel aangewend worden. In een gewenste uitvoeringsvorm is het poolweefsel gekenmerkt in dat de lussen gevormd zijn aan de beide zijden van het grondweefsel. Voor speciale toepassingen kan men overwegen de lussen slechts aan één kant van het grondweefsel te voorzien. In nog een andere uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding in een poolweefsel omvattende een grondketting en een lusketting dewelke effen of draad per draad geschoren zijn; en een grondinslag bestaande uit enkeldraad of getwijnd garen.

  
In een verdere uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding in een poolweefsel waarvan de luslengte per lus (en dus ook de hoogte H van een lus) in hoofdzaak bepaald wordt door de verhouding van het aantal cm lusketting per cm grondweefsel en het aantal lussen per cm. Het aantal lussen per cm wordt bij voorkeur bepaald door het aantal inslagdraden per cm te delen door 3 (bij een drieschottechniek) of door 4 (bij een vierschottechniek). In een voorkeur uitvoeringsvorm is het aantal lussen per cm poolweefsel volgens de uitvinding begrepen tussen 3 en 9, en bij voorkeur tussen 4 en 7. In een andere uitvoeringsvorm is het poolweefsel gekenmerkt in dat het een luslengte per cm weefsel aan één zijde van het weefsel omvat die begrepen is tussen 0.5 en 1.7 cm, en bij voorkeur tussen 0.7 en 1.5 cm.

   In een andere uitvoeringsvorm is het poolweefsel gekenmerkt in dat de lussen zich vanaf het grondweefsel uitstrekken tot op een hoogte H

  
 <EMI ID=1.1> 

  
kunnen een zelfde luslengte/lushoogte vertonen. Het is ook mogelijk om verschillende luslengtes/lushoogtes aan te wenden in het weefsel. Zo ook kunnen de lussen aan één zijde van het weefsel andere eigenschappen en met name een andere luslengte/lushoogte vertonen dan lussen aan de andere zijde van het weefsel. Ook kunnen aan één zijde van het weefsel lussen met verschillende luslengte/lushoogte , aangewend worden. Zo kan bijvoorbeeld een tweede lushoogte toegepast worden.

  
In een verdere uitvoeringsvorm is het poolweefsel gekenmerkt in dat meer dan
30% en bijvoorbeeld meer dan 50%, bijvoorbeeld meer dan 75%, bijvoorbeeld meer dan
85%, bijvoorbeeld meer dan 95% van het oppervlak van het poolweefsel bedekt is met lussen die bestaan uit garen van polyester microvezels. In een andere uitvoeringsvorm is het poolweefsel gekenmerkt in dat tussen 30 en 90 %, en bij voorkeur 60% van het totale gewicht van het poolweefsel uit lussen bestaat die bestaan uit garen van polyester microvezels.

  
In een voorbeeld van een poolweefsel bestaat de lussenketting uit micropolyester van 176/2 dtex, de grondketting uit Nm 20/1 en de grondinslag uit Nm 27/1.

  
In nog een andere voorkeursuitvoeringsvorm voorziet de uitvinding in een poolweefsel dat geweven of gebreid is.

  
Bijvoorbeeld, in een uitvoeringsvorm wordt het weefsel gebreid. In een voorbeeld van een breisel wordt het breisel voorzien van twee stelsels draden die gebruikt worden om het basisbreisel te vormen. Bij voorkeur worden hierbij draden aangewend dewelke in hoofdzaak bestaan uit polyester garen, en bij voorkeur micropolyester garen. In een voorbeeld is dit 75 dtex (micro)polyester. In onderhavig voorbeeld waarin het weefsel wordt gebreid is het breisel bij voorkeur gekenmerkt in dat het garennummer van de poolof lusketting langs beide kanten gelijk of verschillend kan zijn, en waarden kan aannemen zoals hierboven gedefinieerd bij de beschrijving van het poolweefsel.

  
In een andere uitvoeringsvorm, voorziet de uitvinding in een weefsel, met het kenmerk, dat het weefsel een plat weefsel is. De term "plat weefsel" verwijst hierin naar een weefsel dat hoofdzakelijk bestaat uit een grondweefsel, en dat niet voorzien is van lussen die zich hieruit uitstrekken. Dergelijke weefsels bestaan over het algemeen dus uit een grondinslag en een grondketting die het grondweefsel uitmaken. Hierbij kan dergelijk plat weefsel voorzien zijn van een grondinslag bestaande uit katoen, micropolyester en/of andere vezels in combinaite met een grondketting bestaande uit katoen, micropolyester en/of andere vezels. In voorkeursuitvoeringsvorm kan het plat weefsel volgens de onderhavige uitvinding voorzien zijn van bijvoorbeeld een linnen-, panama-, keper- of wafelbinding.

  
In een voorbeeld waarin het weefsel een plat weefsel omvat wordt een weefsel voorzien dat bij voorkeur gekenmerkt is in dat het garennummer in de grondketting van het weefsel begrepen is tussen Nm 10 of 60/1 dtex en Nm 34/1 of 150/1 dtex voor enkelgaren en tussen Nm 20/2 of 120/2 dtex en Nm 70/2 of 300/2 dtex voor getwijnde garen. In dergelijk plat weefsel is bij voorkeur het garennummer in de grondinslag van het weefsel begrepen tussen Nm 16/1 en Nm 40/1 voor enkelgaren.

  
In een voorkeursuitvoeringsvorm kan een plat weefsel voorzien worden waarin grondinslag of grondketting hoofdzakelijk uit polyester microvezel bestaan en bij voorkeur uit 50 tot 100% polyester microvezel. In nog een andere uitvoeringsvorm kan ook een plat weefsel voorzien worden waarin zowel grondketting als grondinslag hoofdzakelijk uit polyester microvezel bestaan en bij voorkeur uit 50 tot 100% polyester microvezel. 

  
Optioneel kan de polyester microvezel aangewend in de grondinslag en/of grondketting eventueel geheel of gedeeltelijk vermengd zijn met andere vezels. In de grondinslag en/of grondketting kunnen zowel enkelvoudige garen als getwijnde garen uit polyester microvezel aangewend worden. In nog een andere uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding in een plat weefsel omvattende een grondketting dewelke effen of draad per draad geschoren is; en een grondinslag bestaande uit enkeldraad of getwijnd garen.

  
In nog een andere voorkeursuitvoeringsvorm voorziet de uitvinding in een plat weefsel dat geweven of gebreid is.

  
Bijvoorbeeld, in een uitvoeringsvorm wordt het weefsel gebreid. In een voorbeeld van een breisel wordt het breisel voorzien van twee stelsels draden die gebruikt worden om het basisbreisel te vormen. Bij voorkeur worden hierbij draden aangewend dewelke in hoofdzaak bestaan uit polyester garen, en bij voorkeur micropolyester garen. In een voorbeeld is dit 75 dtex (micro)polyester.

  
In een andere uitvoeringsvorm kunnen kleuren van inslagdraden, grondketting en lusketting gelijk of verschillend zijn. De weefsels volgens de uitvinding kunnen in sterkte geoptimaliseerd worden, zowel in lengte- als in breedterichting. Hiertoe kunnnen micropolyester garen gecombineerd worden met andere garens.

  
Het weefsel volgens de uitvinding wordt verder gekenmerkt door onderstaande technische eigenschappen.

  
In een voorbeeld wordt een plat weefsel voorzien dat bij voorkeur een gewicht heeft dat begrepen is tussen 100 en 300 gram/m<2> en bij voorkeur tussen 225 en 275 gram/m<2>. In een ander voorbeeld wordt een poolweefsel voorzien dat bij voorkeur een gewicht heeft dat begrepen is tussen 300 en 650 gram/m<2> en bij voorkeur tussen 425 en
600 gram/m<2>.

  
Het weefsel volgens de huidige uitvinding bevat bij voorkeur een aantal draden per cm weefsel in de kettingrichting begrepen tussen 21 en 34 en bij voorkeur tussen 21 en

  
29. In een andere uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding in een weefsel waarin het aantal draden per cm weefsel in de inslagrichting dat begrepen is tussen 10 en 28 en bij voorkeur tussen 14 en 22.

  
De huidige uitvinding voorziet verder in een doek dat gevormd wordt uit een weefsel volgens de huidige uitvinding. Het weefsel volgens de huidige uitvinding kan aangewend worden voor verschillende toepassingen, bijvoorbeeld voor vaatdoeken, poetsdoeken, handdoeken, badjassen, badcapes, washandjes, slaapzakken, etc.... Andere toepassingsmogelijkheden van het weefsel volgens de uitvinding omvatten gebruik in verbanden, gazen, (baby)kledij, hospitaalkledij, sport en vrijetijdskledij, tafelkleden, beddengoed, dekens, matten, tapijten, meubelstoffen, en dergelijke. Hiervoor kan men een gebreid weefsel gebruiken of een geweven uitvoering.

  
In een voorkeursuitvoeringsvorm voorziet de uitvinding in een weefsel of een doek hieruit vervaardigd, dat bij voorkeur tevens voorzien is van één of meerdere afwerkingsboorden. Dergelijke boorden kunnen maar hoeven niet voorzien te zijn aan de randen van het weefsel of doek. Ze kunnen ook centraal in weefsel of doek voorzien zijn. Dergelijke boorden kunnen optioneel voorzien zijn van een fantasie-inslag. Ook dergelijke afwerkingsboorden kunnen in hoofdzaak uit polyester microvezel vervaardigd zijn optioneel vermengd met andere vezels, en bij voorkeur uit 50% tot 100% polyester microvezel bestaan. In een gewenste uitvoeringsvorm heeft in dergelijk weefsel de afwerkingsboord een breedte begrepen tussen 1 en 15 cm, en bij voorkeur tussen 5 en 10 cm. De afwerkingsboorden kunnen in een bepaalde uitvoeringsvormen tevens geheel of gedeeltelijk uit katoen bestaan.

  
Voorbeeld

  
In een voorbeeld heeft een plat weefsel met wafelbinding volgens de uitvinding 20 draden per cm in de inslagrichting en 28.5 draden per cm in de kettingrichting. Bij voorkeur zijn de gebruikte garens in de grondinslag en grondketting garen uit 100% polyester microvezels. In de grondketting en grondinslag worden getwijnde garen gebruikt met een garennummer van 167/2 dtex en waarin het aantal polyester microvezels in een garen 288 filamenten bedraagt. Het gewicht van het doek is gelegen tussen 200 en 400 gram/m<2>, en bedraagt bij voorkeur ongeveer 262 gram/m<2>. Hierdoor wordt een voorkeursdoek verkregen met uitstekende eigenschappen voor wat betreft wateropname en droogvermogen.

Claims (19)

Conclusies

1. Weefsel dat in hoofdzaak uit garen van polyester microvezels bestaat, met het

kenmerk, dat het aantal vezels in een garen groter is dan het garennummer van het garen.

2. Weefsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het weefsel in hoofdzaak uit

filamentgaren van polyester microvezels bestaat.

3. Weefsel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat meer dan 85 %, en bij

voorkeur meer dan 95 % van het weefsel uit garen van polyester microvezels bestaat.

4. Weefsel volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat het

garen van polyester microvezels enkelgaren of getwijnde garen omvatten.

5. Weefsel volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat het

aantal vezels in een garen begrepen is tussen 80 en 400, en bij voorkeur tussen 175 en 300.

6. Weefsel volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 5, met het kenmerk, dat het

weefsel een geweven of gebreid weefsel is.

7. Weefsel volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 6, met het kenmerk, dat het

weefsel een poolweefsel is.

8. Weefsel volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het garennummer in de

grondketting van het poolweefsel begrepen is tussen Nm 10 en Nm 34 voor enkelgaren en tussen Nm 10 en Nm 26 voor getwijnde garen.

9. Weefsel volgens conclusies 7 of 8, met het kenmerk, dat het garennummer in de

grondinslag van het poolweefsel begrepen is tussen Nm 16 en Nm 41 voor enkelgaren.

10. Weefsel volgens één der voorgaande conclusies 7 tot 9, met het kenmerk, dat het

garennummer in de lusketting van het poolweefsel begrepen is tussen 60 dtex en 150 dtex voor enkelgaren en tussen 120/2 dtex en 300/2 dtex voor getwijnde garen.

11. Weefsel volgens één der voorgaande conclusies 7 tot 10, waarin het poolweefsel een

gewicht heeft dat begrepen is tussen 300 en 650 gram per m<2> en bij voorkeur tussen <EMI ID=2.1>

12. Weefsel volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 6, met het kenmerk, dat het

weefsel een plat weefsel is.

13. Weefsel volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het garennummer in de

grondketting van het plat weefsel begrepen is tussen Nm 10 en Nm 34 voor enkelgaren en tussen Nm 20/2 en Nm 70/2 voor getwijnde garen.

14. Weefsel volgens conclusies 12 of 13, met het kenmerk, dat het garennummer in de

grondinslag van het plat weefsel begrepen is tussen Nm 16/1 en Nm 40/1 voor enkelgaren.

15. Weefsel volgens één der voorgaande conclusies 12 tot 14, waarin het plat weefsel

<EMI ID=3.1>

tussen 225 en 275 gram per m<2>.

16. Weefsel volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 15, met het kenmerk, dat de

polyester microvezels geheel of gedeeltelijk vermengd zijn met andere vezels geselecteerd uit de groep omvattende katoen, polyamide en/of viscose.

17. Weefsel volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 16, met het kenmerk, dat het

aantal draden per cm weefsel in de kettingrichting begrepen is tussen 21 en 34.

18. Weefsel volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 17, met het kenmerk, dat het

aantal draden per cm weefsel in de inslagrichting begrepen is tussen 10 en 28.

19. Gebruik van een weefsel volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 18 als'

vaatdoek en/of handdoek.