BE1014127A3 - Inrichting voor het scheiden van kettinggarens op een dubbelstukweefmachine. - Google Patents

Inrichting voor het scheiden van kettinggarens op een dubbelstukweefmachine. Download PDF

Info

Publication number
BE1014127A3
BE1014127A3 BE2001/0266A BE200100266A BE1014127A3 BE 1014127 A3 BE1014127 A3 BE 1014127A3 BE 2001/0266 A BE2001/0266 A BE 2001/0266A BE 200100266 A BE200100266 A BE 200100266A BE 1014127 A3 BE1014127 A3 BE 1014127A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
separating
warp yarns
holding
height
separating means
Prior art date
Application number
BE2001/0266A
Other languages
English (en)
Inventor
Johny Debaes
Dominique Maes
Original Assignee
Wiele Michel Van De Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Wiele Michel Van De Nv filed Critical Wiele Michel Van De Nv
Priority to BE2001/0266A priority Critical patent/BE1014127A3/nl
Priority to DE60207002T priority patent/DE60207002T2/de
Priority to EP02076298A priority patent/EP1260621B1/en
Priority to US10/126,955 priority patent/US6769456B2/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1014127A3 publication Critical patent/BE1014127A3/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D39/00Pile-fabric looms
    • D03D39/16Double-plush looms, i.e. for weaving two pile fabrics face-to-face

Abstract

Een inrichting voor het scheiden van kettinggarens (16),(17) op een dubbelstukweefmachine (13), omvattende een scheidingsmiddel (1), (2) en een houdinrichting (3,7,9,11),(4,8,9,12) die een instelmiddel (11), (12) met schroefdraad omvat, waarbij het instelmiddel (11),(12) zo voorzien is dat een verdraaiing ervan een verplaatsing van het scheidingsmiddel (1), (2) veroorzaakt waardoor de houdhoogte gewijzigd en ingesteld wordt, en waarbij het instelmiddel (11),(12) het scheidingsmiddel (1),(2) op een ingestelde houdhoogte kan houden. De houdinrichting (3,7,9,11) kan bovendien ook een instelling in kettinginrichting toelaten. Met een dergelijke inrichting kan de instelling van de houdhoogte zeer eenvoudig en precies uitgevoerd worden, en zal het scheidingsmiddel (1),(2) gedurende zijn instelling geen ongewenste en gevaarlijke bewegingen kunnen uitvoeren.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



    Inrichting voor het scheiden van kettinggarens op een dubbelstukweefmachine   Deze uitvinding betreft een inrichting voor het scheiden van kettinggarens op een dubbelstukweefmachine, omvattende minstens   een   scheidingsmiddel en een houdinrichting die voorzien is om het scheidingsmiddel op een houdhoogte te houden en om deze houdhoogte in te stellen. 



  Op een dubbelstukweefmachine worden terzelfdertijd twee grondweefsels boven elkaar geweven. Daarvoor worden grondkettinggarens (bv. spankettinggarens en bindkettinggarens) op de weefmachine voorzien. Gedurende opeenvolgende inslaginbrengcycli wordt tussen een aantal grondkettinggarens een bovenste gaap gevormd, en wordt tussen een aantal andere grondkettinggarens een onderste gaap gevormd. Deze   gaapvorming   gebeurt door middel van gaapvormingsmiddelen die de kettinggarens in twee verschillende posities kunnen brengen. In deze gapen wordt in de opeenvolgende cycli telkens een inslaggaren ingebracht. 



  De grondkettinggarenvoorraad wordt voorzien op kettinggarenbomen, bv. een spankettinggarenboom en een bindkettinggarenboom. Vanop deze bomen worden de grondkettinggarens naar de weefmachine geleid. Vooraleer de garens de gaapvonningsmiddelen bereiken worden ze verdeeld in twee boven elkaar gelegen lagen. Een bovenste laag met de grondkettinggarens die nodig zijn om het bovenste grondweefsel te weven, en een onderste laag met de grondkettinggarens die nodig zijn om het onderste grondweefsel te weven. 



  Het is algemeen bekend om deze twee lagen grondkettinggarens van elkaar gescheiden te houden door middel van twee garenscheidingsrollen. Deze rollen bevinden zich daarbij boven elkaar tussen de twee garenlagen, waarbij de kettinggarens van de bovenste laag over de bovenkant van de bovenste garenscheidingsrol lopen, en de kettinggarens van de onderste laag de onderzijde van de onderste garenscheidingsrol raken. De kettinggarens van de twee lagen worden op die manier op een vertikale afstand van elkaar verwijderd en goed uit elkaar gehouden. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 Om te vermijden dat grondkettinggarens in   een   van hun twee standen slap zouden worden moet men elke garenscheidingsrol nauwkeuring in het bissectrice-vlak van een respectievelijke gaap opstellen.

   Het is gekend om deze garenscheidingsrollen aan de weefmachine te bevestigen door middel van een houdinrichting die een instelling van de houdhoogte en een instelling in kettingrichting toelaat. 



  In een gekende instelbare inrichting voor het scheiden van garens op een dubbelstukweefmachine zijn de scheidingsrollen verbonden met respectievelijke houders die zich horizontaal uitstrekken in kettingrichting, naar de garenbomen toe. Deze houders zijn voorzien van een aantal in kettingrichting van elkaar verwijderde houdboringen. Een vertikale cylindrische staaf, dewelke vast verbonden is met het frame van de weefmachine, steekt doorheen een houdboring van beide houders. De houders zijn op die manier verschuifbaar op de staaf voorzien en kunnen op een hoogte naar keuze op deze staaf bevestigd worden door middel van een klemverbinding. Deze klemverbindingen worden vastgezet door middel van een boutverbinding. De positie van de scheidingsrollen is instelbaar in kettingrichting, door een andere houdboring te gebruiken. 



  Deze gekende inrichting heeft echter een aantal belangrijke nadelen. Bij het instellen van een nieuwe houdhoogte van de scheidingsrollen blijft de houder na het lossen van de klemverbinding door zelfklemming in zijn oorspronkelijke stand op de vertikale cilindrische staaf zitten. Pas wanneer men een wig in de klemopening indrijft, raakt de klemverbinding ineens los en beweegt de scheidingsrol naar beneden of naar boven toe onder invloed van zijn eigen gewicht en/of onder invloed van de trekkracht die door het kettinggaren wordt uitgeoefend op de scheidingsrol. Daarbij gaat de oorspronkelijke instelling geheel verloren. Bij het instellen van een scheidingsrol op een nieuwe houdhoogte is het echter wenselijk dat men de de oorspronkelijke houdhoogte als referentie kan gebruiken.

   Daarom moet men bij deze inrichting, vooraleer men de klemverbinding losmaakt, eerst de oorspronkelijke positie van de klemverbinding aftekenen of opmeten. De nieuwe positie kan dan vergeleken worden 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 met de oorspronkelijke positie, hetzij door referentie naar deze aftekening, hetzij door de nieuwe positie opnieuw op te meten en de nieuwe meetwaarde met de meetwaarde van de oorspronkelijke positie te vergelijken. Het instellen van de scheidingsrollen is dus een vrij omslachtig en tijdrovend werk en kan bovendien niet bijzonder precies uitgevoerd worden. 



  Bovendien bestaat bij het vrijmaken van de klemverbinding, door het indrijven van een wig, steeds het risico dat de scheidingsrollen onder invloed van hun eigen gewicht en/of onder invloed van de trekkracht die door de grondkettinggarens op de scheidingsrol wordt uitgeoefend, gaan vallen of omhoog bewegen. Deze beweging van de scheidingsrollen kan gevaarlijk zijn, zodat de persoon die dit werk uitvoert bij het indrijven van de wig moet bedacht zijn op een tijdelijk onveilige toestand. 



  Het doel van deze uitvinding is te voorzien in een inrichting voor het scheiden van kettinggarens op een dubbelstukweefmachine waarmee verholpen wordt aan de hierboven aangeduide nadelen, en die dus een eenvoudige en preciese instelling van de houdhoogte mogelijk maakt in veiliger omstandigheden. 



  Deze doelstelling wordt volgens deze uitvinding bereikt door te voorzien in een inrichting voor het scheiden van kettinggarens op een dubbelstukweefmachine, dewelke de in de eerste paragraaf van deze beschrijving genoemde kenmerken heeft, en waarvan de houdinrichting een instelmiddel met schroefdraad omvat, terwijl het instelmiddel zo voorzien is dat een verdraaiing ervan een verplaatsing van het scheidingsmiddel veroorzaakt waardoor de houdhoogte gewijzigd wordt, en terwijl het instelmiddel het scheidingsmiddel op een ingestelde houdhoogte kan houden. 



  Bij deze inrichting kan de houdhoogte van het scheidingsmiddel gewijzigd worden door het verdraaien van een instelmiddel met schroefdraad. Een dergelijke instelling is bijzonder eenvoudig en kan met zeer grote precisie uitgevoerd worden. Doordat het instelmiddel ook voorzien is om het scheidingsmiddel op de ingestelde hoogte te houden, wordt gedurende deze instelling voorkomen dat het scheidingsmiddel 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 ongewenste en gevaarlijke opwaartse of neerwaartse bewegingen uitvoert onder invloed van zijn gewicht   en/of de   trekkracht van de kettinggarens. Het instellen van de houdhoogte kan bij de inrichting volgens deze uitvinding dus veel precieser, eenvoudiger, en in veel veiliger omstandigheden uitgevoerd worden dan bij de gekende inrichtingen. 



  In een voorkeursuitvoering van deze uitvinding is het instelelement verdraaibaar bevestigd op een vaste hoogte, en is dit instelelement voorzien om het scheidingselement door middel van zijn schroefdraad te verplaatsen. 



  Het instelelement kan bijvoorbeeld uitgevoerd zijn als een op een vaste hoogte bevestigd instelelement (bv. een stelspindel) met een zich vertikaal uitstrekkende steel met schroefdraad die aangrijpt in een boring van het scheidingselement of van een ermee verbonden onderdeel, zodat het verdraaien van de stelspindel in de boring als gevolg heeft dat het scheidingsmiddel omhoog of omlaag (naargelang de draaizin) verplaatst wordt op de steel. 



  De houdinrichting is bij voorkeur ook voorzien om de positie van het scheidingselement in kettingrichting in te stellen. 



  De houdinrichting kan ook uitgevoerd zijn met een beweegbaar tussenstuk waarmee het scheidingsmiddel verbonden is, waarbij de positie van het scheidingsmiddel ten opzichte van het tussenstuk in kettingrichting instelbaar is, en waarbij het instelmiddel voorzien is om het tussenstuk te verplaatsen om de houdhoogte in te stellen. Zo bekomt men een eenvoudige houdinrichting waarbij de instelling in de hoogte en de instelling in kettingrichting op eenzelfde instelpunt kan gebeuren. 



  In een bijzondere uitvoeringsvorm omvat de houdinrichting ook een vast bevestigde drager, terwijl het instelmiddel een verbinding maakt tussen enerzijds de drager en anderzijds het scheidingsmiddel of een met dit scheidingsmiddel verbonden onderdeel. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 



  Als het tussenstuk verschuifbaar bevestigd is op een zieh nagenoeg vertikaal uitstrekkend gedeelte van de drager bekomt men een inrichting met een zeer gemakkelijk en precies in te stellen houdhoogte. 



  Bij een zeer voordelige uitvoeringsvorm van deze uitvinding zijn op een vast te bevestigen onderdeel van de houdinrichting referentietekens, zoals bv. een schaalverdeling, voorzien om de positie van het tussenstuk ten opzichte van de drager te bepalen of af te lezen. Door deze referentietekens (bv. punten, streepjes, cijfers, letters) of schaalverdeling kan voor verschillende houdhoogtes gemakkelijk bepaald worden of afgelezen worden welke de ermee overeenkomende stand van het tussenstuk is. Deze positie kan bijvoorbeeld zeer eenvoudig afgelezen worden op een schaalverdeling met maatcijfers. Hierdoor wordt het zeer eenvoudig om, zonder metingen of andere hulpmiddelen, een houdhoogte in te stellen waarbij   een   of meerdere andere houdhoogtes als referentie gebruikt worden.

   Als de afstand tussen de referentietekens voldoende klein genomen wordt kan de houdhoogte hierdoor ook veel precieser ingesteld worden dan bij de thans bekende inrichtingen. 



  De houdinrichting omvat bij voorkeur een met het scheidingsmiddel verbonden houder die verschuifbaar in kettingrichting met het genoemde tussenstuk verbonden is. De instelling in kettingrichting kan hierdoor ook eenvoudiger en met een groter aantal verschillende posities uitgevoerd worden dan bij de hoger beschreven bekende inrichtingen. 



  Voorts is het ook zeer voordelig en nuttig als op de houder referentietekens, zoals bijvoorbeeld een schaalverdeling, voorzien zijn om de positie van de houder ten opzichte van het tussenstuk te bepalen of af te lezen. Dit maakt het mogelijk om ook voor verschillende posities in kettingrichting de ermee overeenstemmende stand van de houder te bepalen of af te lezen. de instelling in kettingrichting kan hierdoor met meer precisie en eenvoudiger verwezenlijkt worden. Ook een instelling waarbij   een   

 <Desc/Clms Page number 6> 

 of meerdere andere posities in kettingrichting als referentie gebruikt moeten worden wordt hierdoor zeer gemakkelijk uit te voeren zonder metingen of hulpmiddelen. 



  De houdinrichting omvat voorts bij voorkeur ook klemmiddelen om het tussenstuk in een ingestelde positie ten opzichte van de drager te houden en om de houder in een ingestelde positie ten opzichte van het tussenstuk te houden. Deze klemmiddelen zijn bij voorkeur bouten die in eenzelfde klemblok met deksel voorzien zijn. 



  In een zeer voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt het tussenstuk gedwarst door een zich nagenoeg vertikaal uitstrekkend gedeelte van de drager en door een zich in kettingrichting uitstrekkend gedeelte van de houder. De genoemde klemmiddelen zijn bij voorkeur voorzien op het kruispunt tussen deze twee gedeelten die het tussenstuk dwarsen. 



  De inrichting volgens deze uitvinding wordt bij voorkeur uitgevoerd met twee scheidingsmiddelen en voor elk scheidingsmiddel een houdinrichting met een of meerdere van de hoger aangeduide bijzondere kenmerken. Hierdoor kan de houdhoogte van elk scheidingsmiddel eenvoudig, precies en zonder enig veiligheidsrisico ingesteld worden, zodat elke garenlaag op de ideale hoogte over een respectievelijk scheidingsmiddel naar de weefmachine kan geleid worden. Beide houdinrichtingen kunnen dan het best uitgevoerd worden met respectievelijke instelmiddelen en tussenstukken in samenwerking met een gemeenschappelijke drager. 



  Een dubbelstukweefmachine voorzien van een inrichting voor het scheiden van kettinggarens volgens deze uitvinding valt uiteraard ook binnen het kader van deze uitvinding. 



  De kenmerken, voordelen en bijzonderheden van deze uitvinding worden verder verduidelijkt in de hiema volgende meer gedetailleerde beschrijving van een mogelijke uitvoeringsvorm ervan. Deze beschrijving heeft enkel als doel de uitvinding te 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 verduidelijken aan de hand van een voorbeeld en kan dus geenszins beschouwd worden als een beperking van de draagwijdte van deze octrooiaanvraag. 



  In deze beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde figuren, waarvan - figuur 1 op schematische wijze een zijaanzicht voorstelt van een dubbelstukweef-machine met een inrichting met instelbare garenscheidingsrollen volgens deze uitvinding, en figuur 2 een op het frame van een weefmachine bevestigde garenscheidingsinrichting volgens deze uitvinding in perspectief voorstelt. 



  Bij een dubbelstukweefmachine wordt een voorraad spankettinggaren en een voorraad bindkettinggaren op een respectievelijke kettinggarenboom (14), (15) voorzien. Deze grondkettinggarens worden in twee boven elkaar liggende lagen (16), (17) naar de weefmachine geleid. In de bovenste laag (16) bevinden zich de span-en bindkettinggarens voor het weven van een bovenste grondweefsel. In de onderste laag (17) bevinden zich de span-en bindkettinggarens voor het weven van een onderste grondweefsel. Door middel van gaapvormingsmiddelen wordt een bovenste gaap (18) gevormd tussen de kettinggarens van de bovenste laag (16), en wordt een onderste gaap (19) gevormd tussen de kettinggarens van de onderste laag (17). In deze gapen (18), (19) worden inslagdraden ingebracht zodat deze samen met de kettinggarens van elke laag (16), (17) een respectievelijk grondweefsel vormen. 



  Op de weefmachine zijn twee scheidingsrollen (1), (2) boven elkaar voorzien om de kettinggarens van de bovenste laag (16) te scheiden van de kettinggarens van de onderste laag (17), vooraleer deze garens de gaapvormingsmiddelen bereiken. Daarbij wordt een bovenste laag kettinggarens (16) bekomen waarvan de garens over de bovenkant van de bovenste scheidingrol   (1)   lopen, en wordt een onderste laag kettinggarens (17) bekomen waarvan de garens over de onderzijde van de onderste scheidingsrol (2) lopen. Om de garens (16), (17) in elke positie in hun respectievelijke 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 gaap strak te kunnen houden is het van belang dat elke garenscheidingsrol (1), (2) nauwkeurig ingesteld is op een houdhoogte die samenvalt met het bissectricevlak van een respectievelijke gaap (18), (19).

   De positie van de garenscheidingsrollen (1), (2) moet voorts ook in kettingrichting instelbaar zijn. 



  Daarvoor is er, in de mogelijke uitvoeringsvorm die op de figuren is voorgesteld, een instelbare houdinrichting voorzien. Deze houdinrichting omvat een houdbeugel (9) die aan het hoofdframe (13) van een dubbelstukweefmachine bevestigd wordt. Deze houdbeugel (9) heeft een langwerpig vertikaal middenstuk (10) met een hoofdzakelijk rechthoekige dwarsdoorsnede en een bovenste en een onderste dwarslopend eindstuk waarin boringen voor bevestigingsmiddelen voorzien zijn. 



  Twee schuivers (7), (8) met een vertikale dwarsende opening en een zieh in kettingrichting uitstrekkende dwarsende opening zijn verschuifbaar op het vertikale middenstuk (10) voorzien. Het middenstuk (10) steekt daarbij doorheen de vertikale opening. Deze opening heeft een rechthoekige vorm die overeenkomt met de dwarsdoorsnede van het middenstuk (10). De schuivers (7), (8) zijn verschuifbaar op het middenstuk (10) van de houdbeugel (9) voorzien en kunnen in een bepaalde stand in de hoogte verplaatst worden met behulp van een respectievelijke stelspindel   (11), (12).    



  De bovenste stelspindel (11) is op een vaste hoogte verdraaibaar verbonden aan het bovenste uiteinde van de houdbeugel (9) en heeft een zieh vertikaal neerwaarts uitstrekkende steel die voorzien is van schroefdraad. Deze steel zit doorheen een vertikale boring van de bovenste schuiver (7). De onderste stelspindel (12) is op een vaste hoogte verdraaibaar verbonden aan het onderste uiteinde van de houdbeugel (9) en heeft een zieh vertikaal naar boven toe uitstrekkende steel die voorzien is van schroefdraad. De steel van de onderste stelspindel (12) zit doorheen een vertikale boring van de onderste schuiver (8).

   De bovenste (7) en de onderste schuiver (8) kunnen door het verdraaien van hun respectievelijke stelspindel   (11), (12),   door de werking van de schroefdraad, opwaarts of neerwaarts bewogen worden, waarbij ze 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 over het middenstuk (10) van de houdbeugel (9) schuiven. De stand van de schuivers (7), (8) kan afgelezen worden op een schaalverdeling (niet op de figuren voorgesteld) die op de vertikale beugel (9) is aangebracht. 



  De boven elkaar voorziene scheidingsrollen (1), (2) zijn verbonden met een respectievelijke houder (3), (4) waaraan een langwerpige lat (5), (6) met rechthoekige dwarsdoorsnede voorzien is. In elke schuiver (7), (8) is ook een opening met rechthoekige vorm voorzien die de schuiver in kettingrichting dwarst. De genoemde latten (5), (6) steken verschuifbaar in kettingrichting doorheen de laatstgenoemde opening van een respectievelijke schuiver (7), (8). Op deze latten (5), (6) van de scheidingsrollenhouders (3), (4) is een schaalverdeling (niet op de figuren voorgesteld) voorzien om de horizontale instelling af te lezen. 



  Op het kruispunt van het vertikaal middenstuk (10) van de houdbeugel (9) en de zieh in kettingrichting uitstrekkende lat (5), (6) is aan elke schuiver (7), (8) een klemblok met deksel voorzien om de ingestelde stand vast te zetten door het aanspannen van klembouten (niet op de figuren getoond). 



  Met deze inrichting is de instelling van de scheidingsrollen (1), (2) heel wat eenvoudiger. Men maakt de klembouten los. De scheidingsrollen (1), (2) kunnen niet vallen of omhoog bewegen doordat de stelspindels   (11), (12)   de schuivers (7), (8) op hun plaats houden. De vertikale instelling wordt bereikt door verdraaiing van de stelspindels   (11), (12)   en men leest op de schaalverdeling de bereikte instelling af. De instelling in kettingrichting wordt uitgevoerd door de latten (5), (6) te verschuiven in de schuivers (7), (8) tewijl men de instelling op de schaalverdeling afleest. Men schroeft tenslotte de klembouten terug vast. De instelling is bijzonder precies uit te voeren en levert geen tijdelijke onveilige toestanden op.

Claims (13)

  1. CONCLUSIES 1. Inrichting voor het scheiden van kettinggarens (16), (17) op een dubbelstuk- weefmachine (13), omvattende een scheidingsmiddel (1), (2) en een houd- inrichting (3, 7, 9, 11), (4, 8, 9, 12) die voorzien is om het scheidingsmiddel (1), (2) op een houdhoogte te houden en om deze houdhoogte in te stellen met het kenmerk dat de houdinrichting (3, 7, 9, 11), (4, 8, 9, 12) een instelmiddel (11), (12) met schroefdraad omvat, dat het instelmiddel (11), (12) zo voorzien is dat een verdraaiing ervan een verplaatsing van het scheidingsmiddel (1), (2) veroorzaakt waardoor de houdhoogte gewijzigd wordt, en dat het instelmiddel (11), (12) het scheidingsmiddel (1), (2) op een ingestelde houdhoogte kan houden.
  2. 2. Inrichting voor het scheiden van kettinggarens (16), (17) volgens conclusie 1 met het kenmerk dat het instelelement (11), (12) verdraaibaar bevestigd is op een vaste hoogte en het scheidingselement (1), (2) door middel van zijn schroefdraad kan verplaatsen.
  3. 3. Inrichting voor het scheiden van kettinggarens (16), (17) op een dubbelstuk- weefmachine, volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de houdinrichting (3, 7, 9, 11), (4, 8, 9, 12) ook voorzien is om de positie van het scheidingselement (1), (2) in kettingrichting in te stellen.
  4. 4. Inrichting voor het scheiden van kettinggarens (16), (17) volgens conclusie 3 met het kenmerk dat de houdinrichting (3, 7, 9, 11), (4, 8, 9, 12) een beweegbaar tussenstuk (7), (8) omvat, dat het scheidingsmiddel (1), (2) verbonden is met dit tussenstuk (7), (8), dat de positie van het scheidingsmiddel (1), (2) ten opzichte van het tussenstuk (7), (8) in kettingrichting instelbaar is, en dat het instelmiddel (11), (12) voorzien is om het tussenstuk (7), (8) te verplaatsen om de houdhoogte in te stellen. <Desc/Clms Page number 11>
  5. 5. Inrichting voor het scheiden van kettinggarens (16), (17) volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat de houdinrichting (3, 7, 9, 11), (4, 8, 9, 12) een vast bevestigde drager (9) omvat, en dat het instelmiddel (11), (12) een verbinding maakt tussen enerzijds de drager (9) en anderzijds het scheidingsmiddel (1), (2) of een met dit scheidingsmiddel (1), (2) verbonden onderdeel (7), (8).
  6. 6. Inrichting voor het scheiden van kettinggarens (16), (17) volgens conclusies 4 en 5 met het kenmerk dat het tussenstuk (7), (8) verschuifbaar bevestigd is op een zich nagenoeg vertikaal uitstrekkend gedeelte (10) van de drager (9).
  7. 7. Inrichting voor het scheiden van kettinggarens (16), (17) volgens conclusies 6 met het kenmerk dat op een vast te bevestigen onderdeel (7), (8) van de houdinrichting (3, 7, 9, 11), (4, 8, 9, 12) referentietekens, zoals bijvoorbeeld een schaalverdeling, voorzien zijn om de positie van het tussenstuk (7), (8) ten opzichte van de drager (9) te bepalen of af te lezen.
  8. 8. Inrichting voor het scheiden van kettinggarens (16),(17) volgens een van de conclusies 3 tot 7 met het kenmerk dat de houdinrichting (3, 7, 9, 11), (4, 8, 9, 12) een houder (3), (4) omvat die met het scheidingsmiddel (1), (2) verbonden is en verschuifbaar in kettingrichting met het genoemde tussenstuk (7), (8) verbonden EMI11.1 is.
  9. 9. Inrichting voor het scheiden van kettinggarens (16), 8 met het kenmerk dat op de houder (3), (4) referentietekens, zoals bijvoorbeeld een schaalverdeling, voorzien zijn om de positie van de houder (3), (4) ten opzichte van het tussenstuk (7), (8) te bepalen of af te lezen.
  10. 10. Inrichting voor het scheiden van kettinggarens (16), (17) volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat de houdinrichting (3, 7, 9, 11), (4, 8, 9, 12) klemmiddelen omvat om het tussenstuk (7), (8) in een ingestelde <Desc/Clms Page number 12> positie ten opzichte van de drager (9) te houden en om de houder (3), (4) in een ingestelde positie ten opzichte van het tussenstuk (7), (8) te houden.
  11. 11. Inrichting voor het scheiden van kettinggarens (16), (17) volgens de conclusies 4, 5 en 8, met het kenmerk dat het tussenstuk (7), (8) gedwarst wordt door een zich nagenoeg vertikaal uitstrekkend gedeelte (10) van de drager (9) en door een zich in kettingrichting uitstrekkend gedeelte (5), (6) van de houder (3), (4).
  12. 12. Inrichting voor het scheiden van kettinggarens (16), (17) op een dubbelstukweefmachine volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat de inrichting twee scheidingsmiddelen (1), (2) omvat en voor elk scheidingsmiddel (1), (2) een houdinrichting (3, 7, 9, 11), (4, 8, 9, 12).
  13. 13. Een dubbelstukweefmachine voorzien van een inrichting voor het scheiden van kettinggarens (16), (17) volgens een van de voorgaande conclusies.
BE2001/0266A 2001-04-20 2001-04-20 Inrichting voor het scheiden van kettinggarens op een dubbelstukweefmachine. BE1014127A3 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2001/0266A BE1014127A3 (nl) 2001-04-20 2001-04-20 Inrichting voor het scheiden van kettinggarens op een dubbelstukweefmachine.
DE60207002T DE60207002T2 (de) 2001-04-20 2002-04-02 Vorrichtung zur Trennung der Kettfäden in einer Doppelstück-Webmaschine
EP02076298A EP1260621B1 (en) 2001-04-20 2002-04-02 Device for separating warp yarns on a face-to-face weaving machine
US10/126,955 US6769456B2 (en) 2001-04-20 2002-04-22 Device for separating warp yarns on a face-to-face weaving machine

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2001/0266A BE1014127A3 (nl) 2001-04-20 2001-04-20 Inrichting voor het scheiden van kettinggarens op een dubbelstukweefmachine.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1014127A3 true BE1014127A3 (nl) 2003-05-06

Family

ID=3896944

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2001/0266A BE1014127A3 (nl) 2001-04-20 2001-04-20 Inrichting voor het scheiden van kettinggarens op een dubbelstukweefmachine.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US6769456B2 (nl)
EP (1) EP1260621B1 (nl)
BE (1) BE1014127A3 (nl)
DE (1) DE60207002T2 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1015103A3 (nl) * 2002-09-11 2004-10-05 Wiele Michel Van De Nv Werkwijze voor het weven van een poolweefsel.
CN104032439A (zh) * 2014-05-26 2014-09-10 苏州潮盛印花制版实业有限公司 一种电磁经线调节装置

Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0671494A1 (de) * 1994-03-11 1995-09-13 N.V. Michel Van de Wiele Grundkettfaden-Trenn- und Spannvorrichtung für Doppelstück-Webmaschinen, insbesondere für Teppich- und Samtwebmaschinen

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2460512A (en) * 1944-06-26 1949-02-01 Baumwoll Spinnerei & Weberei W Variable warp tensioning means
US2649864A (en) * 1951-04-24 1953-08-25 Jr Mayer Mayer Attachment for weaving high density fabrics
US3394739A (en) * 1966-03-31 1968-07-30 Riegel Textile Corp Apparatus for making plush fabrics
ES343795A1 (es) * 1967-07-22 1968-09-16 Balaguer Golobart Perfeccionamientos en los dispositivos tensores de los hi- los de urdimbre llamados de pelo en telares de terciopelo.
DE3307301A1 (de) * 1983-03-02 1984-09-06 Hergeth Hollingsworth GmbH, 4408 Dülmen Vorrichtung zur herstellung von kurzketten, insbesondere fuer gewebemuster in der buntweberei

Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0671494A1 (de) * 1994-03-11 1995-09-13 N.V. Michel Van de Wiele Grundkettfaden-Trenn- und Spannvorrichtung für Doppelstück-Webmaschinen, insbesondere für Teppich- und Samtwebmaschinen

Also Published As

Publication number Publication date
DE60207002D1 (de) 2005-12-08
US6769456B2 (en) 2004-08-03
DE60207002T2 (de) 2006-06-01
EP1260621A1 (en) 2002-11-27
US20020166596A1 (en) 2002-11-14
EP1260621B1 (en) 2005-11-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1014127A3 (nl) Inrichting voor het scheiden van kettinggarens op een dubbelstukweefmachine.
BE1016032A6 (nl) Werkwijze en inrichting voor het weven van poolweefsels met afstandhouder en dubbele houderelementen.
BE1002819A3 (nl) Werkwijze voor het weven van een weefsel met een weefselpatroon, en weefmachines die deze werkwijze toepassen.
BE1008130A4 (nl) Grondkettinggarenscheidings- en spanningsinrichting voor dubbelstukweefmachine, in het bijzonder voor tapijt- en fluweelweefmachines.
BE1022811B1 (nl) Klemming van de positie van de breedtestukken van een weefgeleidingsinrichting
BE902865A (nl) Werkwijze voor het regelen bij weefmachines van de plaats van de zogenaamde doeklijn en borstboom en borstboomsturing hierbij aangewend
US3961649A (en) Heddle frame arrangement for a weaving machine
KR100382041B1 (ko) 경사의 순서잡는 기계
US4088158A (en) Heddle rod hanger assembly
US5988055A (en) Calendar for paper and similar web material
BE1012321A5 (nl) Jacquardhevel.
US2113557A (en) Loom temple
CN210438948U (zh) 一种刺绣机的悬挂式辅料安装结构
US1214449A (en) Jacquard mechanism for looms.
BE1010848A6 (nl) Weefmachine met twee onderling verplaatsbare weefmachinegedeelten.
BE1022813B1 (nl) Regeling van de onderlinge positie van de breedtestukken van een weefselgeleidingsinrichting
US1052417A (en) Loom.
US88322A (en) Improvement in stop-motions for looms
SE448440B (sv) Hydraulisk press innefattande en anordning for att under drift bibehalla fasta och rorliga verktyg parallella med varandra
US72879A (en) mitchell
BE904266A (nl) Doekopwikkelinrichting voor weefmachines.
BE1014134A3 (nl) Inrichting voor het bevestigen van tempels op een dubbelstukweefmachine.
US6845A (en) -peters
US2700203A (en) Apparatus for sizing threads
US10241A (en) William townshend

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20200430