<Desc/Clms Page number 1>
Met een variabele tussenafstand verbindbare constructie-elementen uit kunststof Deze uitvinding heeft betrekking tot een paar hoofdzakelijk uit kunststof vervaardigde constructie-elementen, waarvan minstens een zijkant koppelmiddelen omvat dewelke kunnen gekoppeld worden om deze constructie-elementen met hun zijkanten tegenover elkaar te verbinden.
Dergelijke constructie-elementen zijn goed gekend en worden bijvoorbeeld uit PVC vervaardigd als panelen of profielen met vlakke zijden. Hun gebruik als bekledingsprofiel voor garagepoorten, in het bijzonder voor sectionaalpoorten, is ook goed gekend.
Deze bekledingsprofielen zijn dikwijls opgenomen in constructies die buiten opgesteld zijn. Door de zonnestraling (in het bijzonder door infrarood-opwarming) kunnen de profielen tot vrij hoge temperaturen opgewarmd worden, terwijl ze andrzijds ook aan vrieskou worden blootgesteld. Door deze vrij grote temperatuurschommelingen zijn de dimensieveranderingen van de profielen (door uitzetten en krimpen) aanzienlijk en problematisch. Bij PVC-profielen bijvoorbeeld constateert men uitzettingen per, meter lengte in de orde van 0, 7 mm per 10 C opwarming. Bij opwarming gaan de profielen door de aanzienlijke toename van hun oppervlaktetemperatuur immers zodanig uitzetten dat er in een richting dwars op de lengterichting van de profielen krachten ontstaan die vervormingen van de profielen teweegbrengen.
Bij donkerkleurige profielen is de opwarming het grootst. Ook bij afkoeling kunnen de profielen zodanig krimpen dat de gehele constructie als gevolg van de krimpkrachten gaat scheeftrekken.
EMI1.1
TT -3 1 lief deze uitvinding is te verhelpen en een paar hoofdzakelijk uit kunststof vervaardigde constructie-elementen te verschaffen met de kenmerken die in de eerste paragraaf van deze beschrijving aangeduid werden, en waarmee aan de hierboven aangeduide nadelen wordt verholpen.
<Desc/Clms Page number 2>
Dit doel wordt volgens deze uitvinding bereikt door te voorzien in een paar hoofdzakelijk uit kunststof vervaardigde constructie-elementen waarvan minstens één zijkant koppelmiddelen omvat dewelke kunnen gekoppeld worden om deze constructie-elementen met hun zijkanten tegenover elkaar te verbinden, en waarvan de koppelmiddelen voorzien zijn om in gekoppelde toestand ten opzichte van elkaar te bewegen in een richting dwars op de genoemde zijkanten zodat de afstand tussen de tegenoverliggende zijkanten varieerbaar is,
terwijl minstens een van de constructie-elementen een wandvormend gedeelte omvat dat voorzien is om zieh bij verschillende afstanden tussen de zijkanten van de verbonden constructie-elementen van de ene zijkant naar de andere zijkant uit te strekken om een begrenzing van de tussenruimte tussen deze zijkanten te vormen.
Doordat de koppelmiddelen ten opzichte van elkaar kunnen bewegen kunnen dimensieveranderingen door uitzetting en inkrimping opgevangen worden. Doordat een zieh tussen beide zijkanten uitstrekkend wandvormend gedeelte de tussenruimte begrenst wordt er volgens deze uitvinding terzelfdertijd voor gezorgd dat de varierende breedte van deze tussenruimte (tengevolge van uitzetting of inkrimping) geen storend effect heeft vanuit esthetisch oogpunt.
In het bijzonder wordt elke inkijk in deze tussenruimte onmogelijk gemaakt door de genoemde begrenzing van de tussenruimte.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat minstens een van de constructie- elementen minstens een wandvonnend gedeelte dat voorzien is om bij verschillende afstanden tussen de zijkanten van de verbonden constructie-elementen aan te sluiten tegen het andere constructie-element. Hierdoor wordt de tussenruimte tussen beide
EMI2.1
ij*ka 1, C zijkanten volledig afgesloten.
Z
<Desc/Clms Page number 3>
Bij voorkeur is elk wandvonnend gedeelte tegen een terugveerkracht in verplaatsbaar of orienteerbaar. Hierdoor kan het wandvormend gedeelte tussen de genoemde zijkanten vervormd worden en terugveren of kan in voorkomend geval de aansluiting tegen het andere constructie-element behouden blijven.
EMI3.1
De constructie-elementen omvatten bij voorkeur samen twee wandvonnende gedeelten (d. elk constructie-element omvat een wandvormend gedeelte of een constructie-element omvat twee wandvormende gedeelten), zodat de genoemde tussenruimte aan weerszijden van de koppelmiddelen wordt begrensd. Hierdoor wordt het hoger genoemde esthetisch aspect aan beide kanten van het constructieelement bewaard.
In een bijzondere uitvoeringsvorm omvat het ene constructie-element aan weerszijden van zijn koppelmiddel een elastische lip, terwijl aan de zijkant van het andere constructie-element een inkeping met twee V-vormig naar elkaar toe lopende flanken voorzien is zodat de genoemde lippen tegen een respectievelijke flank aansluiten als de constructie-elementen verbonden zijn.
De genoemde inkeping kan daarbij tevens de ingang zijn van een holte die fungeert als koppelmiddel van het constructie-element.
De constructie-elementen kunnen zo uitgevoerd worden dat het koppelmiddel van het ene constructie-element een vanaf de zijkant zijdelings gericht uitsteeksel omvat, terwijl het koppelmiddel van het andere constructie-elementen een zijdelings toegankelijke holte omvat waarin het genoemde uitsteeksel van het ene constructieelement kan weerhouden worden.
EMI3.2
In een zeer eenvoudige en doeltreffende uitvoeringsvorm is in de voorzien, terwijl het uitsteeksel een blokkeerrand omvat die voorzien is om achter de weerhoudrand te haken als het uitsteeksel zich in een blokkeerpositie in de holte
<Desc/Clms Page number 4>
bevindt, waarbij het uitsteeksel zieh vanaf deze blokkeerpositie in de holte kan verplaatsen naar een positie waarbij het uitsteeksel zieh dieper in de holte uitstrekt.
Daarbij is het door de genoemde verplaatsing van het uitsteeksel in de holte dat de uitzettingen en inkrimpingen kunnen opgevangen worden.
De koppelmiddelen worden bijvoorbeeld voorzien om gekoppeld en/of ontkoppeld te worden door een inschuifbeweging in een richting evenwijdig met de zijkanten.
Als elk constructie-element aan twee tegenoverliggende zijkanten een respectievelijk koppelmiddel omvat dat voorzien is om gekoppeld te worden met een complementair koppelmiddel van het ander constructie-element, kunnen constructies samengesteld worden bestaande uit een reeks naast elkaar aaneengekoppelde constructie-elementen, waarbij elke verbinding van deze constructie voorzien is om dimensieveranderingen op te vangen zonder enig storend effect vanuit esthetisch oogpunt.
De constructie-elementen zijn bij voorkeur paneelvormig uitgevoerd, en/of uitgevoerd als bekledingsprofielen. Ze kunnen ook uitgevoerd worden als vloerpaneel, om er een vloerbedekking mee samen te stellen.
Zeer eenvoudig te produceren constructie-elementen worden bekomen als de constructie-elementen met hun koppelmiddelen als een geheel uit kunststof vervaardigd zijn, in het bijzonder door toepasing van een extrusieprocédé.
De oppervlakte van de profielen kan uitgevoerd worden met een sleetvaste en/of een decoratieve laag, hetzij door coëxtrusie, bekleving, door spray-coating of door een andere techniek
Een constructie, zoals een poort, een deur of een wand, omvattende een aantal constructie-elementen die met elkaar verbonden zijn valt uiteraard ook binnen het
<Desc/Clms Page number 5>
kader van deze uitvinding als het minstens een paar constructie-elementen volgens deze uitvinding omvat.
In de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een uitvoeringsvoorbeeld van een paar constructie-elementen volgens deze uitvinding worden de voornoemde kenmerken en voordelen van de uitvinding verder verduidelijkt en worden bijkomende eigenschappen en voordelen ervan aangeduid. De bedoeling van deze beschrijving is enkel de algemene principes van deze uitvinding te verduidelijken.
Deze beschrijving kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding, noch van de omvang van deze octrooibescherming, zoals bepaald in de hierbij gevoegde conclusies.
In deze beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hier bijgevoegde figuur 1 die een dwarsdoorsnede voorstelt van de tegenoverliggende rand-delen van twee met elkaar verbonden constructie-elementen volgens deze uitvinding.
Op de figuur worden de tegenoverliggende randgedeelten voorgesteld van twee langwerpige profielen (1), (2) die als een respectievelijk geheel uit kunststof vervaardigd zijn en die met behulp van koppelmiddelen (5), (6) met elkaar verbonden zijn. De figuur is een dwarsdoorsnede loodrecht op de lengterichting van deze profielen (1), (2).
De profielen (1), (2) zijn uitgevoerd als paneclvormige structuren met een geringe dikte in vergelijking met hun breedte en hun lengte. Ze hebben tegenoverliggende vlakke wanden (15), (16) ; (15'), (16') die op een tussenafstand van elkaar verwijderd met elkaar verbonden zijn en inwendig hol zijn. Het buitenoppervlak van deze vlakke wanden (15), (16) is bedekt met een slijtagebestendige laag en een decoratieve laag. Deze lagen kunnen met gekende coëxtrusie-, of coatingtechnieken of door opkleven aangebracht zijn.
<Desc/Clms Page number 6>
De op de figuren voorgestelde zijkanten van deze profielen (1),(2) worden gevormd door respectievelijke zijwanden (3), (4) die de genoemde vlakke wanden (15), (16) ; (15'), (16') over de volledige lengte van de profielen (1), (2) verbinden.
Op de tegenover elkaar staande zijwanden (3), (4) van de profielen zijn de respectievelijke koppelmiddelen (5), (6) voorzien. Het op de figuur rechts voorgestelde profiel (1) heeft een centraal op de zijwand (3) staande en zijdelings gerichte vleugel (5) met een basis (17) in verbinding met de zijwand (3) en een middenstuk (18) dat via een eenzijdige verbreding overgaat in een breder eindgedeelte (19). Ter hoogte van deze verbreding wordt een blokkeerrand (14) gevormd. De vleugel (5) wordt gevormd door een wand die een inwendige holle ruimte (20) omsluit.
Het op de figuur links voorgestelde profiel (2) heeft twee identieke vanaf de zijkant (4) zijdelings uitstekende houderlichamen (21), (22) die met een tussenafstand tegenover elkaar opgesteld zijn, aan weerszijden van een tussen beide vlakke wanden (15), (16) lopend symmetrievlak. Elk houderlichaam (21), (22) is aan de naar buiten (van elkaar weg) gerichte zijde vlak uitgevoerd, waarbij zijn buitenoppervlak in het verlengde ligt van. de respectievelijke vlakke wanden (15), (16) van het profiel (2).
Aan de naar elkaar toe gerichte zijden zijn de houderlichamen zo uitgevoerd dat ze vanaf het vrije uiteinde van de houderlichamen (21), (22) eerst V-vormig naar elkaar toe lopende flanken (10), (11) hebben dewelke een zijdelingse inkeping (12) vormen, vervolgens evenwijdig lopende wanden (23), (24) hebben dewelke een doorgang vormen en tenslotte voorbij deze doorgang een holte (6) bepalen die breder is dan de doorgang. Waar de doorgang overgaat in de bredere holte (6) wordt een houdrand (13) gevormd.
De houderlichamen (21), (22) worden ook gevormd door respectievelijke wanden die een holle ruimte (25), (26) omsluiten.
<Desc/Clms Page number 7>
De vleugel (5) bevindt zieh tussen de houderlichamen (21), (22) waarbij het genoemde middenstuk (18) zieh uitstrekt door de doorgang tussen de houderlichamen (21), (22), en waarbij het bredere eindgedeelte (19) van de vleugel (5) zieh in de eveneens bredere holte (6) tussen de houderlichamen (21), (22) bevindt.
De blokkeerrand (14) van de vleugel (5) haakt daarbij achter de houdrand (13). Daardoor kan de vleugel (5) niet verder naar rechts bewegen ten opzichte van de houderlichamen (21), (22). Anderzijds, doordat er nog ruimte is tussen het zich in de holte (6) bevindend einde van de vleugel (5) en de tegenoverliggende eindwand van de holte (6) kan de vleugel (5) nog over een zekere afstand naar links bewegen, en dit is ook hetgeen zal gebeuren als de tegenoverliggende zijkanten (3), (4) van de profielen (1), (2) elkaar naderen tengevolge van een uitzetting van de profielen (1), (2) in een richting loodrecht op hun lengterichting. Deze richting, die loodrecht staat op de genoemde zijkanten (3), (4) wordt voor alle duidelijkheid aangeduid met de op de figuur onder de profielen (1), (2) getekende pijl (P).
Tussen de tegenoverliggende zijkanten (3), (4) van de profielen (1), (2) is er een open tussenruimte (9). Zonder bijkomende maatregelen zou deze tussenruimte (9) in een afgewerkte constructie zichtbaar zijn als een open groef of spleet tussen de profielen (1), (2). Vanuit esthetisch oogpunt zou dit vrij storend zijn. Om de genoemde tussenruimte (9) af te dichten, of om deze minstens minder zichtbaar te maken is het rechts op de figuur voorgestelde profiel (1) aan weerszijden van de vleugel (5) voorzien van een flexibele lip (7), (8). Deze lippen (7), (8) strekken zich uit over de volledige lengte van de profielen (1), (2) en sluiten aan tegen de schuin naar elkaar toe lopende flanken (10), (11) van de houderlichamen (21), (22).
Doordat ze buigzaam zijn blijven ze bij de verschillende mogelijke tussenafstanden tussen de zijkanten (3), (4) van de profielen (1), (2) goed aansluiten tegen deze flanken (10), (11).
EMI7.1
rn Met volgens deze uitvinding is het bijgevolg mogelijk % l 1/1 ZD ZD constructie samen te stellen die bij sterk uiteenlopende temperaturen geen vervormingen of scheeftrekkingen ondervindt, en bovendien steeds een esthetisch uitzicht behoudt.