BE1010130A4 - Toestel en werkwijze voor grondverluchting. - Google Patents

Abstract

Toestel (1) bestemd voor grondverluchting, dat bestaat uit een hoefijzerachtig portiek (2), steunend op banden, bij voorkeur rupsbanden (3), de portiek voorzien zijnde van bijna aangrenzende en nagenoeg vertikaal gemonteerde rotoren (4). De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze om met een dergelijk toestel grond te bewerken waarbij aarde op een langwerpig hoop (12) of dijk behandeld wordt door deze met de portiek (2) te overbruggen en door middel van de banden (3) te verplaatsen doorheen de hoop (12).

Description

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



   TOESTEL EN WERKWIJZE VOOR GRONDVERLUCHTING 
De uitvinding heeft betrekking op een   z. g.   grondverluchter, m. a. w. een toestel dat grond kan verwerken om deze te biosaneren en de toepassing van een dergelijk toestel om de grond te saneren door verluchting. 



   Er zijn vele gevallen waarbij vervuilde grond een verluchting moet ondergaan om deze te kunnen saneren. De grond die vervuild werd, bv. door koolwaterstoffen, meststoffen, chemicaliën etc., dient een verwerking te ondergaan waardoor de fijn verdeelde aarde in kontakt wordt gebracht met steeds vernieuwde lucht om een uitdamping en/of oxydatie van de verontreiniging te veroorzaken. 



   Aangezien de verontreiniging in vele gevallen tot zeer diep in de grond doordringt, moet men vaak tamelijk diep graven. Men heeft dus getracht de grond ter plaatse tijdens het graven te behandelen door deze te verplaatsen en zo ver mogelijk te verstuiven en nadien weer terug te leggen. 



  Tijdens dit terugleggen worden ook verluchtingsbuizen begraven, waarin lucht wordt gepompt. 



   Tot nu toe werden door deze methode geen tevredenstellende resultaten geboekt, heel waarschijnlijk omdat er geen efficiënte toestellen voor het verwerken van de grond bestaan en er geen doelmatige methoden worden voorgesteld voor het behandelen van de grond. 



   Deze uitvinding heeft tot doel een toestel te ontwikkelen om de bezoedeling van de grond te bestrijden en 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 heeft tevens tot doel een werkwijze te ontwikkelen, gebruikmakend van een dergelijk toestel om een grondverluchting te bekomen. 



   Volgens de uitvinding wordt een toestel voorgesteld bestaande uit een hoefijzerachtig portiek, steunend op banden, bij voorkeur rupsbanden, waarbij de portiek wordt voorzien van bijna aangrenzende en nagenoeg vertikaal gemonteerde rotoren. 



   Bij voorkeur werken de rotoren als een frees met ingezette tanden of schoppen die de grond opheffen en verspreiden. 
 EMI2.1 
 



  De uitdrukking"nagenoeg vertikaal gemonteerde rotoren" naar het feit dat de rotoren niet horizontaal of bijna horizontaal zijn gemonteerd, aangezien horizontaal gemonteerde rotoren niet efficiënt werken. De rotoren dienen vertikaal of bijna vertikaal te worden gemonteerd met dien verstande dat bij voorkeur de rotoren loodrecht of bijna loodrecht ten opzichte van de as van de wielen zijn gemonteerd. 



   De gunstigste werkwijze om met een dergelijk toestel de grond te bewerken en meer in het bijzonder te verluchten voor biosaneringsdoeleinden, bestaat erin dat men aarde op een langwerpige hoop of dijk behandelt door deze met de portiek te overbruggen en door middel van de banden te verplaatsen doorheen de hoop. 



   Tijdens deze verplaatsing zullen de rotoren in de massa van de hoop doordringen en de aarde zal door middel van de rotoren worden opgeheven en verspreid aan de achterkant van het toestel, waardoor er een nieuwe goed verluchte hoop achter het toestel wordt hervormd. 



   Volgens de uitvinding kan het toestel worden voorzien van bijkomende gereedschappen die aanvullende 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 operaties uitvoeren, b. v. nivelleren of verspreiden van de behandelde aarde. 



   Andere eigenschappen en kenmerken van de uitvinding zullen blijken uit de volgende beschrijving en uit de conclusies. 



   Hieronder zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeelden van het toestel volgens de uitvinding. 



  Hierbij toont respectievelijk :
Figuur 1 een vooraanzicht van het toestel volgens de uitvinding ;
Figuur 2 een zijaanzicht van het toestel ; 
 EMI3.1 
 Figuur 3 een achteraanzicht van het toestel; Figuur 4 een detail volgens A-A in figuur 1 
Figuren 5A en SB een detailaanzicht van twee posities van een freeshefsysteem. 



   Het toestel   1,   zoals getoond, bestaat hoofdzakelijk uit een hoefijzerachtig portiek 2 die op banden in caso op rupsbanden 3 steunt. 



   In deze portiek 2 worden een aantal rotoren 4 vertikaal gemonteerd. De rotoren 4 zijn voorzien van ingezette tanden 6 (zie Figuur 4) of van schoppen zodat de rotoren die worden aangedreven, b. v. door een hydraulische aandrijfgreep 7, als een frees fungeren. 



   Op de portiek 2 bevindt zich een kabine 8. 



   Die tanden 6 of de schoppen op de rotoren zorgen er voor dat de aarde wordt opgeheven en belucht en nadien naar de achterkant van het toestel 1 wordt verspreid. Geleidingsplaten 10 worden aan de achterkant van de portiek 1 gemonteerd zodat de beluchte grond in een hoop, waarvan de stippellijn 12 de vorm aantoont, op de bodem valt. 



   Met een dergelijk toestel 1 wordt de grond bewerkt 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 en meer in het bijzonder verlucht voor biosaneringsdoeleinden. De aarde op een langwerpige hoop of dijk wordt behandeld door deze met de portiek 2 te overbruggen en door middel van de rupsbanden 3 te verplaatsen doorheen de hoop met aandrijving van de rotoren 4. 



   Tijdens deze verplaatsing zullen de rotoren in de massa van de hoop doordringen en de aarde wordt door middel van de rotoren 4 opgeheven en verspreid aan de achterkant van het toestel, waardoor er een nieuwe goed verluchte hoop achter het toestel 1 wordt hervormd. 



   Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding, getoond in de Figuren SA en 5B, wordt een freeshefsysteem voorzien dat de rotoren kan heffen om zich aan de werkomstandigheden te kunnen aanpassen. 



   Om de penetratie van de frees in de te behandelen grond te verbeteren kan, zoals getoond, een breekschop 14 op de frees worden voorzien. 



   De tanden 6 op de rotoren hebben een geschikte vorm gekregen waardoor de gefreesde grond naar boven en achteruit wordt verplaatst. 



   De rotoren zijn bijna aangrenzend en nagenoeg vertikaal gemonteerd. Zoals getoond zijn ze bij voorkeur echter wat naar voren getild om een verbeterd effekt uit te oefenen. 



   Hoewel in het voorgaande de uitvinding is toegelicht aan de hand van de tekeningen, dient te worden vastgesteld dat de uitvinding geenszins tot de in te tekeningen getoonde uitvoeringsvormen is beperkt. De uitvinding strekt zieh mede uit tot alle van de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm afwijkende uitvoeringsvormen binnen het door de conclusies gedefinieerde kader.

Claims (8)

1. CONCLUSIES 1. Toestel (1) bestemd voor grondverluchting, met het kenmerk dat het bestaat uit een hoefijzerachtig portiek (2), steunend op banden, de portiek (2) voorzien zijnde van bijna aangrenzende en nagenoeg vertikaal gemonteerde rotoren (4). EMI5.1
2. 2. Toestel volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het toestel (1) op rupsbanden (3) steunt.
3. 3. Toestel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de rotoren als een frees met ingezette tanden of schoppen fungeren die de grond opheffen en verspreiden.
4. 4. Toestel volgens de conclusies 1 t/m 3, met het kenmerk dat geleidingsplaten (10) aan de achterkant van de portiek (2) de behandelde grond in een hoop (12) omvormen.
5. 5. Toestel volgens de conclusies 1 t/m 4, met het kenmerk dat de freesrotoren (4) voorien zijn van een hefsysteem.
6. 6. Toestel volgens de conclusies 1 t/m 5, met het kenmerk dat de rotoren wat naar voren getild zijn.
7. 7. Werkwijze om met een toestel volgens conclusies <Desc/Clms Page number 6> 1 t/m 6 grond te bewerken en meer in het bijzonder te verluchten voor biosaneringsdoeleinden, met het kenmerk dat aarde op een langwerpige hoop (12) of dijk behandeld wordt door deze met de portiek (2) te overbruggen en door middel van de banden (3) te verplaatsen doorheen de hoop.
8. 8. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk dat tijdens deze verplaatsing de rotoren (4) in de massa van de hoop doordringen en dat de aarde door middel van de rotoren wordt opgeheven en verspreid aan de achterkant van het toestel (1), waardoor er een nieuwe goed verluchte hoop (12) achter het toestel wordt hervormd.