BE1010012A3 - Bouwwerk met schuin dak. - Google Patents

Abstract

Een muizenschroot ter verhindering van het binnendringen van muizen en vogels in de ruimte tussen het dakbeschot en de pannen van een schuin dak bestaat uit een in dwarsdoorsnede in hoofdzaak Z-vormige strip met een lijf 11, aan de ene zijde van dat lijf een bevestigingsflens 10 en aan de andere zijde van dat lijf een aangrijpflens 18. Zowel de aangrijpflens 18 als het lijf 11 zijn enigzins plooibaar . De muizenschroot kan zowel aan de onderrand van een schuin dak als aan de zijkanten van een schuin dak worden gebruikt.

Description

   <Desc/Clms Page number 1> 
 
 EMI1.1 
 



  Titel .. 



  De uitvinding heeft betrekking op een bouwwerk met schuin dak dat voorzien van een dakbeschot, met onderlinge afstand op dat dakbeschot bevestigde schuine tengels. op de tengels met onderlinge abstand bevestigde horizontale panlatten en op de panlatten afgesteunde pannen. 



  De ruimte tussen het bovenvlak van een dakbeschot en het ondervlak van op de panlatten ondersteunde pannen dient ontoegankelijk te zijn voor vogels en muizen. Deze   beestjes   zouden kunnen binnendringen via de onderzijde en via de zijkant van het schuine dak. On net binnendringen van vogels aan de onderkant van bet dakbeschot te verhinderen i8 in EP-A-0230670 voorgesteld om op de onderste panlat een kamvormige vogelschroot aan te brengen, waarvan de tanden op het ondervlak van de pannen aangrijpen. Het probleem van het binnendringen van muizen en kleine vogeltjes is daarmee niet   opgelost, omdat   deze diertjes zo klein zijn dat zij onder de panlatten tussen de tengels kunnen binnendringen.

   Weliswaar is in NL-A-9300164 een   4fsluitorgaan   getoond   dit vowel   een eerste kam omvat die als vogelschroot dient als een tweede kam die als muizenschroot dient en aan de onderzijde van het dak aangrijpt op het bovenvlak van het dakbeschot en de tengels, echter maakt deze muizenschroot deel uit van een   gecombineerd     afsluitorgaan, dat   niet kan worden gebruikt indien   gootbeugels   ter ondersteuning van een dakgoot op de panlatten worden bevestigd. 



  Bovendien is dit bekende afsluitorgaan ook niet geschikt om de   zijkanten   van een schuindak tegen binnendringen van muizen en vogels te beschermen. 



  Met de uitvinding wordt beoogd bovengenoemde nadelen te   vermijden   en een bouwwerk van hat in de aanhef   genoejnde type   te verschaffen dat effectief beschermd is tegen het binnendringen van muizen en kleine vogels. 



  Volgens de uitvinding wordt hiertoe   gebruik   gemaakt van een in dwarsdooranede in hoofdzaak Z-vormige strip, voorzien van een lijf. een   aeves'tir1ngsflens   en een aangrijpflens, die enerzijds   op het   ondereinde van de tengels is bevestigd ter verhindering van het 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 binnendringen van de muizen en kleine vogels via de ruimtes tussen de tengels in de ruimte tussen dakbeschot en pannen en die anderzijds, als het dak aan de zijgevel voorzien is van gevelpannen. is bevestigd op ten minste een uiteinde van de panlatten, waarbij de aangrijpflens flexibel is en aangrijpt op de binnenzijde van de zijvlakken van de gevelpannen. Tenminste het lijf van de Z-vormige strip is voorzien van   ventilatie-openingen.   



  De uitvinding heeft tevens betrekking op een muizen-of vogelschroot bestemd voor bovengenoemde bouwwerken. 



  De schroot volgens de uitvinding is bij voorkeur door spuitgieten uit kunststof vervaardigd. echter ook andere materialen zouden kunnen worden gebruikt. 



  Op zichzelf is uit AU-B-520380 een voor een schuin dak   bedoelde - Z-   vormige strip bekend. welke strip wordt aangebracht tussen een dakgoot en een speciaal dakbekledingselement dat water in de dakgoot leidt. 



  Deze bekende strip wordt niet op een plaats toegepast om te verhinderen dat muizen en kleine vogels hetzij via de ruimtes tussen de tengels hetzij via de ruimtes tussen de panlatten in de ruimte tussen dakbeschot kunnen binnendringen. Voorts ontbreken ventilatieopeningen in het lijf van de Z-vormige strip. 



  Verder is uit AT-A-393855 een L-vormige muizenschroot bekend die de ruimte tussen de tengels onder de pannen en onder de panlatten tegen muizen afschermt. doch deze muizenschroot is ongeschikt om aan de zijkanten van een schuin dak te worden toegepast. 



  De uitvinding zal nu aan de hand van de figuren nader worden toegelicht. 



  Figuur 1 toont een dwarsdoorsnede van de onderzijde van een schuin dak met muizenschroot. 



  Figuur 2 toont een perspectivisch aanzicht van de zijkant van een schuin dak met muizenschroot. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



  Figuur 3 toont perspectivisch een eerste uitvoering van de muizenschroot volgens de uitvinding. 



  Figuur 4 toont perspectivisch een tweede uitvoering van de muizenschroot volgens de uitvinding. 



  Het in figuur 1 weergegeven dakbeschot omvat een isolatielaag 1 die aan weerszijden is afgedekt door platen 2 en 3. Op de bovenste afdekplaat zijn met onderlinge afstand de tengels 4 bevestigd. Om dakpannen 5 met hun uitstekende rand 6 te ondersteunen zijn op de tengels 4 panlatten 7 vastgezet. 



  Het dakbeschot is door middel van een muurplaat 8 op een spouwmuur 9 ondersteund. 



  Op de onderrand van de schuine tengels is de bevestigingsflens 10 van een in figuur 3 weergegeven in hoofdzaak Z-vormige muizenschroot bevestigd. De muizenschroot heeft een bevestigingsflens 10. een lijf 11 en een aangrijpflens 18. Het lijf 11 strekt zich uit langs de kopse kant van de tengels en grijpt op de onderrand 12 van het dakbeschot aan. In de bevestigingsflens 10 zijn ventilatie-openingen 13 aangebracht. De hoek tussen de flens 10 en het lijf 11 bedraagt circa   80. zodat   ook bij niet te grote verspringingen aan de onderrand van het dakbeschot de afsluiting tegen muizen gehandhaafd blijft. 



  Op het bovenvlak van de bevestigingsflens 10 van de muizenschroot en het bovenvlak van de tengels 3 is een zogenaamde gootplank 14 bevestigd waarop gootbeugels 15 met onderlinge afstand zijn vastgezet. 



  Deze beugels 15 ondersteunen een dakgoot 15a. 



  Op de onderste panlat steunt een in EP-A-203670 beschreven kunststoforgaan bestaande uit een kamvormige vogelschroot 16a, een panlatverhoging 16b en een golfplaat 16c. 



  Figuur 2 toont hoe de zijgevel van het schuine dak ter plaatse van de gevelpannen 17 wordt beschermd tegen het binnendringen van muizen en vogels in de ruimte tussen het ondervlak van de dakpannen en het bovenvlak van het dakbeschot. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 



  Op een einde van de panlatten 7 is de bevestigingsflens 10 van de Zvormige gevelschroot bevestigd die - zoals boven vermeld-een kamvormige aangrijpflens 18 en en zieh tussen de flenzen 10 en 18 uitstrekkend lijf 11 omvat. 



  De tanden van de aangrijpflens 18 grijpen op de binnenzijde van de zijvlakken 17a van de gevelpannen 17 aan. Zowel de ruimte tussen de gevel en de gevelpannen als de ruimte tussen de op elkaar volgende gevelpannen is tegen muizen en vogels afgedieht. 



  De uitvoering volgens figuur 4 verschilt van die volgens figuur 3 doordat de aangrijpflens 18 is uitgevoerd als harmonicaconstructie. De vouwlijnen van de harmonica kunnen ook dwars op de lengterichting van de muizenschroot lopen. 



  De plooibaarheid van het lijf 11 is in het bijzonder van belang voor toepassing aan de onderzijde van het dak terwijl de plooibaarheid van de flens 18 in het bijzonder van belang is voor toepassing aan een zijkant van het schuine dak. Het lijf 11 hoeft niet getand te zijn maar kan ook dicht en eventueel harmonicavormig zijn.

Claims (6)

1. Conclusies 1. Bouwwerk met schuin dak dat is voorzien van een dakbeschot (1, 2, 3), met onderlinge afstand op dat dakbeschot bevestigde schuine tengels (4), op de tengels (4) met onderlinge afstand bevestigde horizontale panlatten (7) en op de panlatten afgesteunde pannen (5), met het kenmerk, dat een in dwarsdoorsnede in hoofdzaak Z-vormige strip, voorzien van een lijf (11), een bevestigingsflens (10) en een aangrijpflens (18), op het ondereinde van de tengels (4) is bevestigd ter verhindering van het binnendringen van muizen en kleine vogels via de ruimtes tussen de tengels in de ruimte tussen het dakbeschot en de pannen. EMI5.1
2. 2. Bouwwerk met schuin dak dat is voorzien van een dakbeschot (1, 2, 3), met onderlinge afstand op dat dakbeschot bevestigde schuine tengels (4), op de tengels (4) met onderlinge afstand bevestigde horizontale panlatten (7) en op de panlatten afgesteunde pannen (5), en bij de zijgevel aangebrachte gevelpannen, met het kenmerk, dat een in dwarsdoorsnede in hoofdzaak Z-vormige strip, voorzien van een lijf, en bevestigingsflens (10) en een aangrijpflens (18) op ten minste één uiteinde van de panlatten is bevestigd ter verhindering van het binnendringen van muizen en kleine vogels via de ruimtes tussen de panlatten in de ruimte tussen dakbeschot en pannen, waarbij de aangrijpflens (18) flexibel is en aangrijpt op de binnenzijde van de zijvlakken (17a) van de gevelpannen (17).
3. 3. Bouwwerk volgens conclusie 1 of 2. met het kenmerk, dat tenminste het lijf (11) van de Z-vormige strip van ventilatie-openingen is voorzien.
4. 4. Muizen- en vogelschroot bestemd voor een bouwwerk volgens conclusie 1 of 2. gekenmerkt door een in dwarsdoorsnede in hoofdzaak Z-vormige strip met een lijf (11), een bevestigingsflens (10) en een aangrijpflens (18) waarbij zowel de aangrijpflens (18) als het lijf (11) plooibaar is en tenminste het lijf van ventilatie-openingen is voorzien.
5. 5. Muizenschroot volgens conclusie 4, met het kenmerk. dat de <Desc/Clms Page number 6> aangrijpflens (18) bestaat uit een harmonica-constructie.
6. 6. Muizenschroot volgens conclusie 3, met het kenmerk. dat zowel het lijf (11) als de aangrijpflens (18) bestaan uit een kam.