BE1009770A6 - Laadinrichting voor vrachtvoertuigen. - Google Patents

Laadinrichting voor vrachtvoertuigen. Download PDF

Info

Publication number
BE1009770A6
BE1009770A6 BE9500954A BE9500954A BE1009770A6 BE 1009770 A6 BE1009770 A6 BE 1009770A6 BE 9500954 A BE9500954 A BE 9500954A BE 9500954 A BE9500954 A BE 9500954A BE 1009770 A6 BE1009770 A6 BE 1009770A6
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
loading device
cylinder
pressure
piston rod
cylinders
Prior art date
Application number
BE9500954A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Dhollandia Naamloze Vennootsch
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Dhollandia Naamloze Vennootsch filed Critical Dhollandia Naamloze Vennootsch
Priority to BE9500954A priority Critical patent/BE1009770A6/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1009770A6 publication Critical patent/BE1009770A6/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60PVEHICLES ADAPTED FOR LOAD TRANSPORTATION OR TO TRANSPORT, TO CARRY, OR TO COMPRISE SPECIAL LOADS OR OBJECTS
    • B60P1/00Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading
    • B60P1/44Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading having a loading platform thereon raising the load to the level of the load-transporting element
    • B60P1/4414Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading having a loading platform thereon raising the load to the level of the load-transporting element and keeping the loading platform parallel to the ground when raising the load
    • B60P1/4421Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading having a loading platform thereon raising the load to the level of the load-transporting element and keeping the loading platform parallel to the ground when raising the load the loading platform being carried in at least one vertical guide

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Loading Or Unloading Of Vehicles (AREA)

Abstract

Laadinrichting voor vrachtvoertuigen bestaande uit twee vast met het voertuig verbonden gedeelten (3) die zich respektievelijk aan weerszijden van de laadopening (4) van het vrachtvoertuig (2) bevinden; beweegbare gedeelten (5) waaraan een schanierbare laadklep (6) kan bevestigd worden; en twee hydraulische of pneumatische aandrijfmiddelen (7) die zich eveneens aan weerszijden van de laadopening (4) van het vrachtvoertuig (2) bevinden en waarop toevoerleidingen (36) zijn aangesloten, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde aandrijfmiddelen (7) hoofdzakelijk bestaan uit drie naast elkaar gelegen drukcilinders waarvan de cilinderhuizen vast met elkaar verbonden zijn zodat de vrije uiteinden van de zuigerstangen van twee drukcilinders tegenover het vrije uiteinde van de zuigerstang van de derde drukcilinder gelegen zijn, en waarbij het vrije uiteinde van de zuigerstang van de derde drukcilinder verbonden is met ofwel een vast gedeelte (3) ofwel een beweegbaar gedeelte (5) van de laadinrichting (1) terwijl de vrije uiteinden van de zuigerstangen van de eerstgenoemde twee drukcilinders verbonden zijn aan respektievelijk een beweegbaar (5) gedeelte of een vast ...

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Laadinrichting voor vrachtvoertuigen. 



  Deze uitvinding heeft betrekking op een laadinrichting voor vrachtvoertuigen, meer speciaal van het type dat bestaat uit twee vast met het voertuig verbonden gedeelten die zich respektievelijk aan weerszijden van de laadopening van het vrachtvoertuig bevinden, beweegbare gedeelten waaraan een scharnierbare laadklep kan bevestigd worden en hydraulische of pneumatische aandrijfcilinders om de voornoemde beweegbare gedeelten op en neer te bewegen in een geleiding van de voornoemde vaste gedeelten. 



  Bij de bestaande laadinrichtingen van voornoemde type zijn de toevoerleidingen, indien ze de beweging van de aandrijfcilinders tijdens het aandrijven van de laadinrichting moeten volgen, noodzakelijkerwijze flexibel uitgevoerd. 



  Hierbij heeft men als voornaamste nadelen dat zulke flexibele leidingen, doordat ze loshangen, onderhevig zijn aan beschadiging door gereedschappen, wagens en dergelijke die deze flexibele leidingen bovendien kunnen afrukken. 



  De voornoemde nadelen kunnen opgevangen worden door de aandrijfcilinders zodanig uit te voeren dat hun koppelstuk, waaraan de toevoerleiding aangesloten is, bevestigd is aan dat gedeelte van de aandrijfcilinder dat met een vast gedeelte van de laadinrichting verbonden is. 



  Deze laatste uitvoeringsvorm heeft als voordeel dat de toevoerleiding tijdens het aandrijven van de laadinrichting onbeweegbaar blijft en ze zodoende als een vaste, stijve leiding kan uitgevoerd worden. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 



  De maximale hefhoogte van laadinrichtingen die gebruik maken van drukcilinders is afhankelijk van de slaglengte van deze drukcilinders. 



  Bij het gebruik van drukcilinders met een zuigerstang wordt de slaglengte bepaald door de lengte van de kamer in het cilinderhuis waarin de zuiger kan bewegen waarbij deze slaglengte meestal overeenkomt met de lengte van de zuigerstang. 



  Laadinrichtingen die gebruik maken van dergelijke drukcilinders als aandrijving hebben als nadeel dat hun maximale hefhoogte meestal ontoereikend is voor het laden van goederen die in de hoogte opgestapeld zijn of voor het optimaal stapelen van goederen in het vrachtvoertuig. 



  Dit nadeel zou kunnen opgevangen worden door het aanwenden van telescopische drukcilinders die als eigenschap vertonen dat hun zuigerstang bestaat uit verschillende delen met verschillende diameter en waarbij deze delen achtereenvolgens uit elkaar kunnen schuiven om zodoende de totale slaglengte te vermeerderen. 



  Dergelijke telescopische drukcilinders hebben als nadeel dat ze een zwakkere konstruktie en daardoor een kleinere krachtoverbrenging bezitten waardoor de maximale toelaatbare belasting van de laadinrichting onvoldoende wordt. 



  Een bijkomend nadeel van zulke telescopische drukcilinders is dat een konstante krachtoverbrenging moeilijk verwezenlijkbaar is daar de druk in de toevoerleiding telkens aangepast zou moeten worden op het ogenblik dat het schuiven van de zuigerstang overgedragen wordt van een deel naar een volgend deel. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



  Een andere mogelijkheid om de slaglengte te vermeerderen bekomt men door het aanwenden van aandrijfmiddelen die bestaan uit twee identieke drukcilinders die met hun cilinderhuizen naast elkaar geplaatst worden en waarbij deze cilinderhuizen vast met elkaar verbonden worden op zodanige wijze dat het vrije uiteinde van beide zuigerstangen tegenover elkaar liggen. 



  De slaglengte van het geheel is in dit laatste geval het dubbele van de slaglengte van een enkele drukcilinder en wordt meestal gegeven door tweemaal de lengte van een zuigerstang. 
 EMI3.1 
 



  . 



  Een ernstig nadeel van dergelijke uitvoeringen is het feit dat wanneer beide drukcilinders gelijktijdig aangedreven worden er twee krachten ontstaan die niet op een lijn liggen en alzo een koppel vormen waardoor het geheel de neiging vertoont van te kantelen. Dergelijke uitvoeringen zijn dan ook onbruikbaar voor laadinrichtingen waarbij de beweegbare gedeelten een strikt lineaire beweging moeten volgen. 



  Bovendien heeft deze laatste uitvoering als nadeel dat minstens een van de toevoerleidingen noodzakelijkerwijze flexibel moet zijn. 



  De uitvinding heeft een laadinrichting van het voornoemde type tot doel die de hierboven vermelde en andere nadelen totaal uitsluit. 



  Hiertoe bestaat de laadinrichting volgens de uitvinding uit twee vast met het voertuig verbonden gedeelten die zieh respektievelijk aan weerszijden van de laadopening van het vrachtvoertuig bevinden ; beweegbare gedeelten waaraan een scharnierbare laadklep kan bevestigd worden ; twee 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 hydraulische of pneumatische aandrijfmiddelen die zich eveneens aan weerszijden van de laadopening van het vrachtvoertuig bevinden en waarop toevoerleidingen zijn aangesloten, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde aandrijfmiddelen hoofdzakelijk bestaan uit drie naast elkaar gelegen drukcilinders waarvan de cilinderhuizen vast met elkaar verbonden zijn zodat de vrije uiteinden van de zuigerstangen van twee drukcilinders tegenover het vrije uiteinde van de zuigerstang van de derde drukcilinder gelegen zijn.

   en waarbij het vrije uiteinde van de zuigerstang van de derde drukcilinder verbonden is met ofwel een vast gedeelte ofwel een beweegbaar'gedeelte van de laadinrichting terwijl de vrije uiteinden van de zuigerstangen van de eerstgenoemde twee drukcilinders verbonden zijn aan respektievelijk een beweegbaar gedeelte of een vast gedeelte van de laadinrichting. 



  Door het aanwenden van drie, naast elkaar en op gelijke afstand van elkaar gelegen drukcilinders en bij het gelijktijdig aandrijven van deze drukcilinders, werken op het geheel twee koppels met tegengestelde rotatiezin in die elkaar annuleren, waardoor dergelijke aandrijfmiddelen uiterst geschikt zijn voor het aandrijven van strikt lineair verplaatsbare gedeelten. 



  Dergelijke aandrijfmiddelen hebben als bijkomend kenmerk dat hun slaglengte het dubbele is van een klassieke drukcilinder indien de lengte van de zuigerstangen in beide gevallen identiek is, waardoor de maximaal bereikbare hefhoogte van de laadinrichting bij gebruik van dergelijke aandrijfmiddelen eveneens verdubbelt. 



  Dit heeft als voordeel dat de laadinrichting hoger kan getild worden waardoor de toegankelijkheid voor het laden van in de hoogte opgestapelde goederen of het optimaal 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 stapelen van goederen in de laadruimte van het vrachtvoertuig verbeterd wordt. 



  In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de laadinrichting volgens de uitvinding bestaan de drie drukcilinders van ieder aandrijfmiddel in hoofdzaak uit een gemeenschappelijk cilinderhuis waarin geschikte boringen aangebracht zijn voor het aanbrengen van de drie zuigerstangen, waarbij deze zuigerstangen aangedreven worden door een gemeenschappelijk aandrijfkanaal en waarbij een koppelstuk bevestigd is op dat gedeelte van ieder 
 EMI5.1 
 7 aandrijfmiddel dat met een vast gedeelte van de laadinrichting verbonden is. 



  Een ander voordeel van een dergelijke uitvoering van de aandrijfmiddelen volgens de uitvinding bestaat erin dat. doordat het koppelstuk bevestigd is aan de met de vaste gedeelten van de laadinrichting verbonden gedeelten, de toevoerleidingen onbeweegbaar blijven en als vaste, stijve leidingen kunnen uitgevoerd worden. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 in perspektief, schematisch het achterste gedeelte van een vrachtvoertuig weergeeft dat is voorzien van een laadinrichting volgens de uitvinding ; figuur 2 een zijaanzicht weergeeft volgens pijl F2 in figuur   1 ;   figuur 3 een zieht weergeeft gelijkaardig aan dit van figuur 2 maar met de laadinrichting in een bovenste stand ; 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 figuur 4 een langsdoorsnede weergeeft van het aandrijfmiddel volgens de uitvinding ; figuur 5 een doorsnede weergeeft volgens lijn V-V in figuur 3. 



  Zoals weergegeven in de figuren bestaat een laadinrichting 1 voor een vrachtvoertuig 2 hoofdzakelijk uit twee vast met het voertuig verbonden gedeelten 3 die zich respektievelijk aan weerszijden van de laadopening 4 van het vrachtvoertuig 2 bevinden ; beweegbare gedeelten 5 waaraan een scharnierbare laadklep 6 bevestigd is ; en twee hydraulische of pneumatische aandrijfmiddelen 7 die zich respektievelijk aan weerszijden van de laadopening bevinden en die de voornoemde beweegbare gedeelten 5 op en neer doen bewegen in een gleuf 8 van de voornoemde vaste gedeelten 3. leder aandrijfmiddel 7 vertoont volgens de uitvinding een buitenste cilinderhuis 9, dat nagenoeg een ellipsvormige dwarsdoorsnede vertoont en waarin over de volledige lengte van dit cilinderhuis 9 drie, naast elkaar gelegen boringen zijn aangebracht, namelijk :

   een eerste boring 10 en twee boringen, 11 en 12 met een kleinere diameter, aan weerszijden en op gelijke afstand gelegen ten opzichte van de eerste boring 10. In dit cilinderhuis 9 is verder nog een verbindingskanaal 13 voorzien dat bijvoorbeeld naast de boring 11 is gelegen. 



  In de boringen 10,11, en 12 zijn respektievelijk de zuigerstangen 14,15 en 16 en de ermee verbonden zuigers 17,18 en 19, aangebracht en dit op zodanige wijze dat het vrije uiteinde 20 van de middelste zuigerstang 14 tegengesteld is opgesteld ten opzichte van het vrije uiteinde 21 en 22, van de buitense zuigerstangen, 15 respektievelijk 16. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 



  Beide uiteinden van het cilinderhuis 9 zijn afgesloten door middel van geschikte   deksels,   23 en 24 die voorzien zijn van aangepaste boringen 25 waarin de zuigerstangen passend zijn aangebracht en waarin ook afdichtingsringen zijn aangebracht. De boringen zijn verlengd door een gedeelte 26 waarvan de diameter groter is dan de diameter van de betreffende zuigerstang doch kleiner dan de aansluitende boring 10-11-12 in het cilinderhuis 9. 



  De ruimte 27, gevormd in de boring   10.   tussen de zuiger 17 en het deksel 23, staat in rechtstreekse verbinding met de ruimte 28, gevormd in de boring 11, tussen   d1   zuiger 18 en het deksel 24, via doorgangen 29 en 30, respektievelijk in deze deksels 23 en 24 die zelf uitgeven in het voornoemd kanaal 13. 



  De ruimte   31.   gevormd in de boring 12, tussen de zuiger 19 en het deksel 24, is verbonden met de voornoemde ruimte 28 via een doorgang 32 in het deksel 24. 



  De middelste zuigerstang 14 is hol uitgevoerd en de op deze wijze ontstane holte 33 eindigt aan het vrije uiteinde 20 van de voornoemde zuigerstang 14 in een koppelstuk 34 en mondt in het met de zuiger 17 verbonden uiteinde van de zuigerstang 14 uit in de ruimte 27 via een doorgang 35 in de voornoemde zuigerstang 14. 



  Met behulp van het koppelstuk 34 wordt een stijve toevoerleiding 36 bevestigd op het voornoemd uiteinde 20 van de zuigerstang 14 zodat deze toevoerleiding 36 in verbinding komt met de ruimten of drukkamers 27, 28 en 31. 



  Het vrije uiteinde 20 van de zuigerstang 14 is bevestigd met het vast gedeelte 3 van de laadinrichting   1,   terwijl de vrije uiteinden 21 en 22 van respektievelijk de 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 zuigerstangen 15 en 16 ieder verbonden zijn met een beweegbaar gedeelte 5 van de laadinrichting 1. leder vast gedeelte 3 van de laadinrichting 1 strekt zich uit vanaf de bovenkant van de laadopening 4 tot onder de laadvloer van het vrachtvoertuig 2 en vertoont een rechthoekig, hol profiel dat aan de voorkant de gleuf 8 bezit. 



  Met ieder vast gedeelte 3 is een beweegbaar gedeelte 5 gekoppeld bestaande uit een eerste deel dat eveneens hol is en dat door middel van geleidingsmiddelen 37, bevestigd in iedere hoek en over de volledige lengte van dit eerste deel, tijdens de op- en neergaande bewegingen zowel zijdelings als   voor-en   achterwaarts geleidt wordt in het vast gedeelte 3 en een tweede deel dat een T-vormig uitsteeksel 38 vormt van het voornoemde eerste deel en dat doorheen de gleuf 8 van het vast gedeelte uitsteekt. 



  De geleidingsmiddelen 37 zijn bij voorkeur verwezenlijkt uit een synthetisch materiaal met geringe wrijvingsweerstand, bijvoorbeeld teflon. 



  In ieder beweegbaar gedeelte 5 zijn de aandrijfmiddelen 7 aangebracht, waarbij zulk beweegbaar gedeelte 5 voorzien is van bevestigingselementen 39 waaraan de laadklep 6 scharnierbaar bevestigd wordt. 



  Tussen ieder beweegbaar gedeelte 5 en de laadklep 6 zijn bovendien middelen, 40-41, voorzien waarmee een drukcilinder 42 scharnierbaar is bevestigd. 



  De laadklep 6 is wentelbaar vanuit de verticale gesloten stand, naar de horizontale open stand en omgekeerd, waarbij in volledig neergelaten stand van de laadinrichting 1 en 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 bij open stand van de laadklep 6 deze laatste op de grond rust. 



  In een andere uitvoeringsvorm van de laadinrichting 1 volgens de uitvinding kan ieder aandrijfmiddel 7 bestaan uit drie aparte, naast elkaar gelegen drukcilinders die met hun cilinderhuizen vast met elkaar verbonden zijn zodanig dat het vrije uiteinde van de zuigerstang van de middelste drukcilinder tegenover het vrije uiteinde van de zuigerstangen van de buitenste drukcilinders ligt. 



  De werking van de laadinrichting is eenvoudig en als volgt. 



  Bij volledig neergelaten stand van de laadinrichting 1 is iedere zuigerstang 14,15 en 16 van ieder aandrijfmiddel 7 maximaal uitgeschoven. 



  Wanneer in deze stand de ruimten 27,28 en 31 onder druk worden gebracht zullen de zuigerstangen 14,15 en 16 gelijkmatig in het cilinderhuis 9 geschoven worden met als resultaat dat het beweegbaar gedeelte 5 en de daaraan verbonden laadklep 6 langzaam naar boven worden bewogen tot wanneer iedere zuigerstang 14,15 en 16 maximaal in het cilinderhuis 9 is geschoven wat overeenkomt met de bovenste stand van de laadinrichting. 



  Bij het aflaten van de druk zullen, omgekeerd, de zuigerstangen 14,15 en 16 gelijkmatig uit het cilinderhuis 9 schuiven waardoor het beweegbaar gedeelte 5 en de hieraan verbonden laadklep 6 terug naar beneden worden bewogen. 



  Wanneer men, op het moment dat de laadklep 6 de hoogte van de laadvloer van de laadinrichting 1 bereikt heeft, de toevoerleiding 36 afsluit, zullen de beweegbare gedeelten 5 niet verder bewegen en kan men de laadklep 6 laten wentelen 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 vanuit de horizontale naar de verticale stand door het aandrijven van de drukcilinders 42 waardoor men de laadruimte 4 kan afsluiten. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uivoeringsvorm, doch dergelijke laadinrichting voor vrachtvoertuigen kan in verschillende vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (11)

Konklusies.
1. - Laadinrichting voor vrachtvoertuigen bestaande uit twee vast met het voertuig verbonden gedeelten (3) die zich respektievelijk aan weerszijden van de laadopening (4) van het vrachtvoertuig (2) bevinden ; beweegbare gedeelten (5) waaraan een scharnierbare laadklep (6) kan bevestigd worden ;
en twee hydraulische of pneumatische aandrijfmiddelen (7) die zich eveneens aan weerszijden van de laadopening (4) van het vrachtvoertuig (2) bevinden en waarop toevoerleidingen (36) zijn aangesloten, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde aandrijfmiddelen (7) hoofdzakelijk bestaan uit drie naast elkaar gelegen drukcilinders waarvan de cilinderhuizen vast met elkaar verbonden zijn zodat de vrije uiteinden van de zuigerstangen van twee drukcilinders tegenover het vrije uiteinde van de zuigerstang van de derde drukcilinder gelegen zijn, en waarbij het vrije uiteinde van de zuigerstang van de derde drukcilinder verbonden is met ofwel een vast gedeelte (3) ofwel een beweegbaar gedeelte (5) van de laadinrichting (1) terwijl de vrije uiteinden van de zuigerstangen van de eerstgenoemde twee drukcilinders verbonden zijn aan respektievelijk een beweegbaar (5)
gedeelte of een vast gedeelte (3) van de laadinrichting (1).
2.-Laadinrichting volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat ieder aandrijfmiddel (7) bestaat uit een cilinderhuis (9) dat voorzien is van drie naast elkaar gelegen boringen (10), (11) en (12) waarin respektievelijk de zuigerstangen (14), (15) en (16) met hun corresponderende zuigers (17), (18) en (19) zijn aangebracht, en waarbij dit cilinderhuis (9) aan beide <Desc/Clms Page number 12> uiteinden wordt afgesloten door een geschikt deksel (23) en (24) waarin boringen (25) met daarin afdichtingen zijn aangebracht voor de zuigerstangen (14), (15) en (16).
3.-Laadinrichting volgens konklusie 2, daardoor gekenmerkt dat de boringen (10), (11) en (12) dezelfde dimensies hebben.
4.-Laadinrichting volgens konklusie 2 of 3, daardoor gekenmerkt dat een verbindingskanaal (13), in het cilinderhuis (9). via een doorgang (29), in het deksel (23), in verbinding staat met de drukkamer (27) van de derde cylinder en via een doorgang (30), in het deksel (24), in verbinding staat met de drukkamer (28) van één der twee andere cylinders.
5.-Laadinrichting volgens konklusie 2, 3 of 4, daardoor gekenmerkt dat de drukkamers (28) en (31) met elkaar in verbinding staan via een doorgang (32).
6.-Laadinrichting volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat het vrije uiteinde (20) van de zuigerstang (14) van de derde drukcilinder verbonden is met een vast gedeelte (3) van de laadinrichting (1).
7.-Laadinrichting volgens konklusie 6, daardoor gekenmerkt dat de zuigerstang van de derde drukcilinder hol is uitgevoerd, waarbij de aldus gevormde holte (33) aan het vrije uiteinde (20) van de zuigerstang (14) verbonden is aan een druktoevoerleiding (36) en aan het tegenovergestelde uiteinde van de zuigerstang (14) via een doorgang (35) uitmondt in de drukkamer (27) van de derde drukcilinder. <Desc/Clms Page number 13>
8.-Laadinrichting volgens konklusie 7, daardoor gekenmerkt dat de pneumatische of hydraulische toevoerleiding (36) van ieder aandrijfmiddel (7) als vaste, niet flexibele leiding uitgevoerd is.
9.-Laadinrichting volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat tussen de gedeelten (3) en (5) van de laadinrichting geleidingsmiddelen (37) zijn voorzien.
10.-Laadinrichting volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de afstanden tussen de derde drukcilinder en respektievelijk de twee andere drukcilinders gelijk zijn.
11.-Laadinrichting volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de slaglengte van de drie drukcilinders van ieder aandrijfmiddel (7) gelijk zijn.
BE9500954A 1995-11-21 1995-11-21 Laadinrichting voor vrachtvoertuigen. BE1009770A6 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9500954A BE1009770A6 (nl) 1995-11-21 1995-11-21 Laadinrichting voor vrachtvoertuigen.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9500954A BE1009770A6 (nl) 1995-11-21 1995-11-21 Laadinrichting voor vrachtvoertuigen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1009770A6 true BE1009770A6 (nl) 1997-08-05

Family

ID=3889301

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9500954A BE1009770A6 (nl) 1995-11-21 1995-11-21 Laadinrichting voor vrachtvoertuigen.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1009770A6 (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1518750A1 (en) * 2003-09-26 2005-03-30 Carrozzeria Pezzaioli S.r.l. Livestock transport vehicle
CN112829664A (zh) * 2021-03-15 2021-05-25 广东牛力物流机械科技有限公司 一种具有免排气活塞缸的尾板结构

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1518750A1 (en) * 2003-09-26 2005-03-30 Carrozzeria Pezzaioli S.r.l. Livestock transport vehicle
CN112829664A (zh) * 2021-03-15 2021-05-25 广东牛力物流机械科技有限公司 一种具有免排气活塞缸的尾板结构

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP1266847B1 (en) Reciprocating floor conveyor for conveying palletized loads or the like
US5509774A (en) Load clamping apparatus with an increased extent of vertical movement
EP0739828B1 (en) Bin hoist for lifting and tipping a bin
EP3040235A1 (en) Trailer for a route train
CA1046104A (en) Cylinder and piston assembly
US5498057A (en) Automatic vehicle load cover
BE1009770A6 (nl) Laadinrichting voor vrachtvoertuigen.
US4325464A (en) Lifting stand of a motor-driven truck
DE2648608C3 (de) Steuereinrichtung für einen Differentialzylinder
GB2059379A (en) Loading freight containers
BE1010806A3 (nl) Verbeteringen aan laadinrichtingen voor vrachtvoertuigen.
US4309141A (en) Refuse-extruder-and-compactor apparatus
EP0699557B1 (en) Loading lift device mountable to a vehicle
GB2077224A (en) Load handling mast for a truck
FR2783245A1 (fr) Dispositif pour la prise frontale d&#39;une ou plusieurs palettes de dimensions variables
BE1010002A3 (nl) Laadinrichting voor vrachtvoertuigen.
KR200424564Y1 (ko) 화물차량의 적재함 폭 가변장치
US3874529A (en) Refuse loading apparatus
BE1011346A3 (nl) Verbeterde hydraulische cilinder.
BE1013295A3 (nl) Inrichting voor het laden en lossen van vrachtvoertuigen.
DE10232261A1 (de) Ladebrücke
CN208470657U (zh) 垃圾箱
BE1008371A3 (nl) Laadinrichting bij vrachtvoertuigen.
BE1010003A3 (nl) Scharnierbare laadklep.
EP1443003B1 (en) Drive device

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: DHOLLANDIA N.V.

Effective date: 19981130