<Desc/Clms Page number 1>
Dakvenster. De uitvinding heeft betrekking op een dakvenster dat een vast opstaand kader bevat en een opengaande koepel die aan een zijde, de scharnierzijde genoemd, scharnierend aan dit kader is bevestigd.
Dergelijke dakvensters worden onder meer gebruikt in caravans, mobilhomes en dergelijke voor de verluchting.
Deze dakvensters worden dan ook zoveel mogelijk open gelaten, ook bij regenweer.
Meestal en in het bijzonder bij regenweer wordt de koepel in gedeeltelijk open stand geplaatst. Bij een relatief grote opening van de koepel zou het door de dakopening binnen kunnen regenen, maar wanneer de koepel slechts gedeeltelijk open is, belet de koepel dat er regen rechtstreeks door de dakopening naar binnen valt.
Door de koepelvorm stroomt bij deze gedeeltelijk openstaande koepel de regen langs alle kanten van de koepel af.
Bij de bekende dakvensters komt het afstromende water rechtstreekts op het dak terecht, onmiddellijk naast het vaste kader. Bij sterke regenval zal dit neerstromende water van het dak opspatten en zal door dit spatten toch water via de dakopening binnendringen.
Dit zou kunnen vermeden worden door de koepel veel groter te maken dan het vaste kader, maar dit is een dure en niet estetische oplossing.
<Desc/Clms Page number 2>
De uitvinding heeft een dakvenster als doel waarbij voornoemde en andere nadelen op een eenvoudige manier worden uitgesloten.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de koepel voorzien is van een goot die zieh aan de bodem onderaan uitstrekt, aan de buitenkant en tenminste langs alle andere randen dan de rand aan voornoemde scharnierzijde, waarbij de goot nabij voornoemde scharnierzijde afvoeropeningen bezit, zodanig dat de goot het afstromende water kan opvangen en in de nabijheid van deze scharnierende zijde laten wegstromen.
De scharnierende zijde is uiteraard dicht bij het dak gelegen zodat aan deze zijde water dat van de koepel afstroomt en dus ook water dat uit beide uiteinden van de goot stroomt niet zal opspatten.
De goot kan zieh langs alle randen uitstrekken met uitzondering van de rand aan de scharnierzijde en op beide uiteinden van afvoeropeningen zijn voorzien die bij voorkeur gevormd zijn door de volledig open uiteinden van de goot.
Bij voorkeur zijn het kader en de koepel vierhoekig, en is de koepel van een goot voorzien op de randen van drie zijden.
In het bijzonder is het dakvenster in het dak van een caravan, mobilhome of dergelijke ingewerkt.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een
<Desc/Clms Page number 3>
dakvenster volgens de uitvinding beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een zijaanzicht weergeeft van een dakvenster volgens de uitvinding, met de koepel in half-open stand ; figuur 2 een zieht weergeeft volgens de pijl F2 aangeduid in figuur 1.
In de figuren 1 en 2 is een dakvenster weergegeven dat op het dak 1 van een caravan of dergelijke gemonteerd is en dat op de gebruikelijke manier bestaat uit een vierhoekig opstaand kader 2 dat in een opening 3 in dit dak 1 is gemonteerd en uit een koepel 4 van doorschijnende kunststof die met een rand 5, langs een zijde, scharnierzijde genoemd, door middel van een of meer scharnieren 6 aan het kader 2 is vastgemaakt.
Middelen, waaronder een afstandhouder 7, zijn voorzien om de koepel 4 in een of meer open standen te houden en eventueel om mechanisch de koepel te openen of te sluiten.
Kenmerkend voor de uitvinding is dat de koepel 4 van een goot 8 voorzien is die zieh ononderbroken uitstrekt over drie randen 8,9 en 10, dit zijn alle randen met uitzondering van de rand 5 aan de scharnierzijde. Deze goot 8 is met haar bodem onderaan gelegen en kan dus het van de koepel 8 afstromende water opvangen.
De goot 8 eindigt met beide uiteinden 12 die open zijn en dus afvoeropeningen vormen, in de onmiddellijke nabijheid van deze rand 5 en dus dicht bij het dak 1, welke stand de koepel 4 ook inneemt.
<Desc/Clms Page number 4>
In feite is de goot 8 gevormd doordat voornoemde randen 8, 9 en 10 een naar buiten en vervolgens naar omhoog omgeplooid gedeelte bezitten, waardoor tussen deze geplooide gedeelten en het meer naar het midden gelegen gedeelte van de koepel 4 een goot ontstaat.
Water dat van de koepel 4 afvloeit wordt door de goot 8 opgevangen.
Wanneer de koepel 4 dicht is, kan het in de goot opgevangen water via de open uiteinden 12 nabij de rand 5 wegstromen. Bij sterke regenval kan er misschien water over de rand van de goot 8 stromen, maar dit heeft geen nadelige gevolgen aangezien de koepel 4 toch dicht is.
Wanneer de koepel 4 open is, zoals weergegeven in de figuren, zal het in de goot 8 opgevangen water zeer snel naar de scharnierzijde en dus naar de open uiteinden 12 van de goot 8 worden geleid waar het water uitstroomt op het dak 1. Deze uiteinden zijn evenwel zeer dicht bij het dak 1 gelegen zodat het water niet zal opspatten. Overigens is daar de opening tussen de koepel 4 en het kader 2 nul of minimaal zodat zelfs bij opspatten er weinig of geen water door de opening 3 binnen kan.
De goot 8 belet dat water dat van de koepel 4 vloeit van relatief grote hoogte naast het kader 2 op het dak terecht komt en opspatten veroorzaakt. Het opspattende water zou dan door de grote opening tussen de koepel 4 en het kader 2 kunnen binnendringen.
De goot 8 vergroot slechts in heel beperkte mate de grootte van de koepel 4. Doordat de goot bij het vormen van de koepel 4 mee kan gevormd worden is een koepel met goot niet veel duurder dan zonder goot.
<Desc/Clms Page number 5>
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijk dakvenster kan in verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.