BE1008854A3 - Inrichting voor het geleiden en/of verdelen van een materiaalstroom en installaties die hiermee zijn uitgerust. - Google Patents

Inrichting voor het geleiden en/of verdelen van een materiaalstroom en installaties die hiermee zijn uitgerust. Download PDF

Info

Publication number
BE1008854A3
BE1008854A3 BE9401005A BE9401005A BE1008854A3 BE 1008854 A3 BE1008854 A3 BE 1008854A3 BE 9401005 A BE9401005 A BE 9401005A BE 9401005 A BE9401005 A BE 9401005A BE 1008854 A3 BE1008854 A3 BE 1008854A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
wall
channel
branch
installation
basin
Prior art date
Application number
BE9401005A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Finhoubel Naamloze Vennootscha
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Finhoubel Naamloze Vennootscha filed Critical Finhoubel Naamloze Vennootscha
Priority to BE9401005A priority Critical patent/BE1008854A3/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1008854A3 publication Critical patent/BE1008854A3/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03BINSTALLATIONS OR METHODS FOR OBTAINING, COLLECTING, OR DISTRIBUTING WATER
    • E03B3/00Methods or installations for obtaining or collecting drinking water or tap water
    • E03B3/02Methods or installations for obtaining or collecting drinking water or tap water from rain-water
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L41/00Branching pipes; Joining pipes to walls
    • F16L41/02Branch units, e.g. made in one piece, welded, riveted
    • F16L41/021T- or cross-pieces
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L55/00Devices or appurtenances for use in, or in connection with, pipes or pipe systems
    • F16L55/10Means for stopping flow from or in pipes or hoses
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02ATECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
    • Y02A20/00Water conservation; Efficient water supply; Efficient water use
    • Y02A20/108Rainwater harvesting

Abstract

Inrichting voor het geleiden en/of verdelen van een materiaalstroom, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk bestaat uit een lichaam (3) met een doorgaande kanalisatie (4), in de doorgaande kanalisatie (4) aangebrachte opvangmiddelen (5); en minstens één met de opvangmiddelen (5) samenwerkende aftakking (6).

Description


  Inrichting voor het geleiden en/of verdelen van een materiaalstroom en installaties die hiermee zijn uitgerust.

  
Deze uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het geleiden en/of verdelen van een materiaalstroom, alsmede op installaties die hiermee zijn uitgerust.

  
Het doel van de uitvinding bestaat in een inrichting die toelaat om op een optimale wijze een gedeelte of de volledige hoeveelheid materiaal uit een materiaalstroom af te scheiden, waarbij alle materiaal automatisch zal verder doorstromen wanneer geen noodzaak meer aan een verdere afscheiding bestaat.

  
De uitvinding is in de eerste plaats bedoeld voor vloeistoffen, doch het is niet uitgesloten om ze ook voor vaste produkten aan te wenden, bijvoorbeeld voor korrels, poeders en dergelijke.

  
Ten einde het voornoemde doel te verwezenlijken bestaat de uitvinding in een inrichting met als kenmerk dat zij hoofdzakelijk gevormd is uit een lichaam met een doorgaande kanalisatie; in de doorgaande kanalisatie aangebrachte opvangmiddelen; en minstens één met de opvangmiddelen samenwerkende aftakking.

  
Wanneer materiaal door de doorgaande kanalisatie wordt gevoerd, wordt dit geheel of volledig via de opvangmiddelen naar de aftakking geleid. Bij een verzadiging van materiaal aan de aftakking, met andere woorden wanneer zich hierin materiaal ophoopt, vervolgt het een andere weg zonder dat een opstopping optreedt. Het is duidelijk dat de inrichting hierbij toelaat om op een zeer efficiënte wijze een produkt uit een materiaalstroom af te scheiden in funktie van de behoefte aan dit produkt.

  
In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm zal de inrichting volledig statisch zijn, zodat zij, door de afwezigheid van bewegende onderdelen, zeer stabiel en betrouwbaar is en bovendien aan een lage kostprijs kan worden gefabriceerd.

  
De uitvinding heeft ook betrekking op installaties die van de voornoemde inrichting gebruik maken. In een bijzondere uitvoeringsvorm betreft het een installatie voor het verzamelen van materiaal, met als kenmerk dat zij bestaat uit een leiding waar te verzamelen materiaal wordt doorheen gevoerd; een inrichting, zoals voornoemd, die met haar doorgaande kanalisatie in de leiding is opgenomen; en een recipiënt die op de voornoemde aftakking is aangesloten. Deze installatie laat toe op een zeer efficiënte wijze materiaal uit een stroom af te scheiden en te verzamelen.

  
Volgens een belangrijke toepassing, welke op grote schaal kan worden gekommercialiseerd, is het geheel opgevat als een installatie voor het verzamelen van regenwater, waarbij de voornoemde inrichting gevormd is door een element dat eenvoudig in een regenafvoerpijp van een dakgoot kan worden gemonteerd en waarbij de voornoemde recipiënt bestaat uit een regenton.

  
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeelden zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 in perspektief een inrichting volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 op grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn II-II in figuur 1; figuur 3 een zicht weergeeft volgens pijl F3 in figuur 2; figuur 4 schematisch een installatie weergeeft die gebruik maakt van de inrichting uit figuur 1.

  
Zoals weergegeven in de figuren 1 en 3 bestaat de uitvinding in een inrichting 1 voor het geleiden en/of verdelen van een materiaalstroom 2. Deze inrichting 1 is samengesteld uit een lichaam 3 met een doorgaande kanalisatie 4; in de doorgaande kanalisatie 4 aangebrachte opvangmiddelen 5; en minstens één met de opvangmiddelen 5 samenwerkende aftakking 6 via dewelke minstens een gedeelte van het materiaal, dat met pijl 7 is aangeduid, vanuit de materiaalstroom 2 kan worden afgevoerd.

  
Het lichaam 3 bestaat bij voorkeur in hoofdzaak uit een buisdeel. In het weergegeven voorbeeld vertoont dit een ronde doorsnede, doch het is duidelijk dat ook buisdelen met een andere vorm van doorsnede kunnen worden aangewend.

  
Het lichaam 3, meer speciaal het voornoemde buisdeel, kan voorzien zijn van koppeleinden 8 en 9. Zoals weergegeven in de figuren 1 tot 3 kunnen dit koppeleinden 8 en 9 zijn die toelaten dat het lichaam 3 tussen buizen kan worden gemonteerd met eenzelfde nominale doormeter als het lichaam 3 zelf. Het koppeleinde 8, dat zich aan de ingang van de doorgaande kanalisatie 4 bevindt, bestaat bij voorkeur uit een verbrede zitting, zodat een toevoerbuis met haar uiteinde hierin kan worden geschoven. Het koppeleinde 9, dat zich aan de uitgang van de kanalisatie 4 bevindt, bestaat bij voorkeur uit een vernauwde zitting, waarmee het lichaam 3 in een hierop aansluitende buis kan worden geschoven.

  
De opvangmiddelen 5 bestaan hoofdzakelijk uit een in de kanalisatie 4 aangebrachte bekkenvormige of komvormige konstruktie 10, die bovenaan open is, en waarop onderaan en/of zijdelings de voornoemde aftakking 6 aansluit. De konstruktie 10 is bij voorkeur gevormd door een schuine wand 11 die in het lichaam 3 is aangebracht en die zich uitstrekt over een gedeelte van de doortocht van het lichaam 3. De wand 11 vertoont hierbij een vrije bovenrand
12 en een zijrand 13 die aansluit tegen de binnenwand van het lichaam 3.

  
De opvangmiddelen 5 kunnen daarnaast nog een geleiding omvatten, die het materiaal van de materiaalstroom 2 naar de bekkenvormige konstruktie 10 geleidt. In het weergegeven voorbeeld bestaat deze geleiding ook uit een wand 14, die zich hoger bevindt dan de wand 11, welke uitsluitend een doorgang 15 vrij laat die boven de bekkenvormige konstruktie 10 is gelegen, zodat het materiaal van de materiaalstroom 2 in eerste instantie tot in de bekkenvormige konstruktie 10 wordt gedwongen.

  
De wand 14 is volgens de stromingsrichting bij voorkeur afhellend. Hij vertoont een vrije onderrand 16 en een zijrand 17 die aansluit tegen de binnenwand van het buisvormig lichaam 3.

  
De wanden 11 en 14 zijn bij voorkeur vlak, waardoor de konstruktie eenvoudig blijft.

  
In de normale gebruikspositie reikt de wand 14, in vertikale projektie, tot aan de wand 11 of overlapt deze over bijvoorbeeld een afstand D. 

  
De wanden 11 en 14 strekken zich elk ongeveer tot in de helft van de dwarsrichting van het lichaam 3 uit.

  
De doortocht die bestaat tussen de bovenrand 12 en de onderrand 16 is bij voorkeur groter of gelijk aan de doortocht van de doorgang 15.

  
Zoals weergegeven in de figuren is de inrichting 1 bij voorkeur zodanig opgevat dat het buisdeel in de normale gebruikspositie rechtop staat. De aftakking 6 strekt zich horizontaal uit. De diameter van de aftakking 6 is bij voorkeur aanzienlijk kleiner dan de diameter van het buisvormig lichaam 3.

  
De inrichting 1 is bij voorkeur volledig statisch, alhoewel de uitvinding niet uitsluit dat zij bewegende delen bezit, zoals bijvoorbeeld wanden 11 en 14 die onder een hoek instelbaar zijn om verschillende resultaten te bekomen.

  
De inrichting 1 is bij voorkeur eendelig, en bestaat bij voorkeur uit kunststof, bijvoorbeeld PVC.

  
De werking en het gebruik is hoofdzakelijk als volgt. Indien materiaal, bijvoorbeeld een vloeistof, doorheen de kanalisatie 4 wordt gevoerd, komt dit materiaal in eerste instantie in de bekkenvormige konstruktie 10 terecht en wordt via de aftakking 6 afgevoerd. Wanneer aan de aftakking 6 geen verdere behoefte aan materiaal is, doordat het materiaal hierlangs niet meer kan wegvloeien, vult de bekkenvormige konstruktie 10 zich tot aan de bovenrand 12, waarna verder toegevoerd materiaal over de bovenrand 12 overloopt en wordt afgevoerd via de kanalisatie 4, meer speciaal volgens pijl 18 in figuur 2. 

  
Zoals genoemd in de inleiding heeft de uitvinding ook betrekking op installaties die van de voornoemde inrichting 1 gebruik maken. In een bijzondere uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld in figuur 4 is weergegeven, betreft het een installatie 19 voor het verzamelen van materiaal, in dit geval vloeistof, meer speciaal regenwater, met als kenmerk dat zij bestaat uit een leiding 20 waar te verzamelen materiaal wordt doorheen gevoerd; een inrichting 1, zoals voornoemd, die met haar doorgaande kanalisatie 4 in de leiding 20 is opgenomen; en een recipiënt 21 die op de voornoemde aftakking 6 is aangesloten.

  
In de installatie van figuur 4 bestaat de leiding 20 uit een regenafvoerpijp van een dakgoot 22 en de recipiënt 21 uit een regenton.

  
De bovenrand 23 van de recipiënt 21 bevindt zich hoger dan het overloopniveau H van de inrichting 1, met andere woorden het niveau van de bovenrand 12.

  
Het regenwater dat door de leiding 12 stroomt wordt in de inrichting 1 onderschept en via de aftakking 6 naar de recipiënt 21 geleid tot het peil het niveau H heeft bereikt, waarna verder toegevoerd water aan de opvangmiddelen 5 overloopt en via de doorgaande kanalisatie 4 wordt afgevoerd.

  
Een bijzondere toepassing bestaat erin dat op de recipiënt een koelcircuit 24 voor het koelen van het dak 25 is aangesloten. Het koelcircuit bevat hierbij een pomp 26 om het doorgaans koele water op te pompen, alsmede een sproeielement 27 of dergelijke om het water over het dak 25 naar beneden te laten lopen. Het is duidelijk dat op deze wijze een gesloten circuit kan worden bekomen, waarbij het enige verlies kan bestaan uit water dat verdampt. Dit koelcircuit is vooral nuttig bij serres.

  
Het is duidelijk dat de inrichting in veel toepassingen kan worden aangewend. Andere voorbeelden zijn het op peil houden van een vijver door middel van regenwater, het opvangen van pieken bij waterzuiveringsinstallaties door het wegleiden van het overschot aan water dat niet onmiddellijk kan worden verwerkt, enzovoort.

  
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeelden beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke inrichting voor het geleiden en/of verdelen van een materiaalstroom en installaties die hiermee zijn uitgerust, kunnen in verschillende vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (13)

Konklusies.
1.- Inrichting voor het geleiden en/of verdelen van een materiaalstroom, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk bestaat uit een lichaam (3) met een doorgaande kanalisatie
2.- Inrichting volgens konklusie 2, daardoor gekenmerkt dat het lichaam (3) bestaat uit een rechtopstaand buisdeel.
3.- Inrichting volgens konklusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat het lichaam (3) aan de ingang en uitgang van de doorgaande kanalisatie (4) koppeleinden (8-9) vertoont, gevormd uit een verbrede en een vernauwde zitting, respektievelijk voor een ingaande en een uitgaande buis.
4.- Inrichting volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de opvangmiddelen (5) hoofdzakelijk bestaan uit een in de kanalisatie (4) aangebrachte bekkenvormige konstruktie (10), die aan de bovenzijde open is en waarop onderaan en/of zijdelings de voornoemde aftakking (6) aansluit.
(4); in de doorgaande kanalisatie (4) aangebrachte opvangmiddelen (5); en minstens één met de opvangmiddelen
5.- Inrichting volgens konklusie 4, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde konstruktie (10) is gevormd door een schuine wand (11) die in het lichaam (3) is aangebracht, die zich uitstrekt over een gedeelte van de doortocht van het lichaam (3), waarbij de wand (11) een vrije bovenrand (12) vertoont en een zijrand (13) die aansluit tegen tegen de binnenwand van het lichaam (3).
6.- Inrichting volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de opvangmiddelen (5) een geleiding omvatten die het materiaal dat door de doorgaande kanalisatie (4) stroomt tot in de bekkenvormige konstruktie
(5) samenwerkende aftakking (6).
7.- Inrichting volgens konklusie 6, daardoor gekenmerkt dat de geleiding bestaat uit een in het lichaam (3) aangebrachte wand (14), die zich uitstrekt over een gedeelte van de doortocht van het lichaam (3) en die uitsluitend een doorgang (15) vrij laat die boven de bekkenvormige konstruktie (10) is gelegen.
8.- Inrichting volgens konklusie 7, daardoor gekenmerkt dat de wand (14), die als geleiding funktioneert, volgens de stromingsrichting afhelt en een vrije onderrand (16) vertoont, evenals een zijrand (17) die aansluit tegen de binnenwand van het lichaam (3).
9.- Inrichting volgens de konklusies 5 en 7, of 5 en 8, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde wanden (11-14) elkaar, in vertikale projektie, overlappen.
10.- Inrichting volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat zij eendelig is en uit kunststof is vervaardigd.
(10) dwingt.
11.- Installatie, die is uitgerust met een inrichting volgens één der voorgaande konklusies, meer speciaal een installatie (19) voor het verzamelen van materiaal uit een materiaalstroom (2), daardoor gekenmerkt dat zij bestaat in de kombinatie van een leiding (20) waar te verzamelen materiaal wordt doorheen gevoerd; een inrichting (1), zoals voornoemd, die met haar doorgaande kanalisatie (4) in de leiding (20) is opgenomen; en een recipiënt (21) die op de voornoemde aftakking (6) is aangesloten, waarbij de rand van deze recipiënt zich hoger bevindt dan het overloopniveau (H) van de voornoemde inrichting (1).
12.- Installatie volgens konklusie 11, daardoor gekenmerkt dat de leiding (20) een regenafvoerpijp is en dat de recipiënt (21) een regenton is.
13.- Installatie volgens konklusie 11 of 12, daardoor gekenmerkt dat op de recipiënt (21) een gesloten koelcircuit (24) voor het met water uit de recipiënt (21) koelen van een dak (25) is aangesloten.
BE9401005A 1994-11-04 1994-11-04 Inrichting voor het geleiden en/of verdelen van een materiaalstroom en installaties die hiermee zijn uitgerust. BE1008854A3 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9401005A BE1008854A3 (nl) 1994-11-04 1994-11-04 Inrichting voor het geleiden en/of verdelen van een materiaalstroom en installaties die hiermee zijn uitgerust.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9401005A BE1008854A3 (nl) 1994-11-04 1994-11-04 Inrichting voor het geleiden en/of verdelen van een materiaalstroom en installaties die hiermee zijn uitgerust.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1008854A3 true BE1008854A3 (nl) 1996-08-06

Family

ID=3888461

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9401005A BE1008854A3 (nl) 1994-11-04 1994-11-04 Inrichting voor het geleiden en/of verdelen van een materiaalstroom en installaties die hiermee zijn uitgerust.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1008854A3 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE284969C (nl) * 1900-01-01
FR445872A (fr) * 1912-07-08 1912-11-21 Charles Caille Dispositif pour capter, dans un embranchement, partie de la vapeur d'échappement ou de tout autre fluide s'écoulant dans un conduit principal
DE2403979A1 (de) * 1973-02-06 1974-08-15 Johannes Bluecher Skibild Geruchsverschluss
GB2230071A (en) * 1989-04-07 1990-10-10 David Alan Rafferty Pipe connector

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE284969C (nl) * 1900-01-01
FR445872A (fr) * 1912-07-08 1912-11-21 Charles Caille Dispositif pour capter, dans un embranchement, partie de la vapeur d'échappement ou de tout autre fluide s'écoulant dans un conduit principal
DE2403979A1 (de) * 1973-02-06 1974-08-15 Johannes Bluecher Skibild Geruchsverschluss
GB2230071A (en) * 1989-04-07 1990-10-10 David Alan Rafferty Pipe connector

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US11499305B2 (en) Inline bioremediation liquid treatment system
JP3725897B2 (ja) 流動液体から固形物を分離する装置
US5849181A (en) Catch basin
US6293407B1 (en) System for debris elimination and item separation and method of use thereof
KR20100083129A (ko) 수 처리 및 우회 시스템
RU2000113191A (ru) Способ и устройство для отделения плавающих загрязняющих веществ
US5674386A (en) Self-cleaning bar screen for storm water and the like large water volumes
US7507333B2 (en) Method of and apparatus for cleaning runoff water
BE1008854A3 (nl) Inrichting voor het geleiden en/of verdelen van een materiaalstroom en installaties die hiermee zijn uitgerust.
US10052570B2 (en) Settling basin insert
JP2003533353A (ja) 固液分離装置
GB2555894A (en) Conveyor-belt filter device
US20170252675A1 (en) Sludge extraction apparatus and method
EP0794380A2 (en) Dewatering device for an oil circulating lubrication system
NL2026724B1 (nl) Inrichting en werkwijze voor het legen van een rioolput, een rioolput en een ontvangkelder van een rioolgemaal
EP0040962A2 (en) Apparatus for the selective collection of liquid
NL8304436A (nl) Afvoerstelsel met een of meer toevoerleidingen voor afval- en/of hemelwater naar een verzamelruimte in de vorm van een put en tenminste een afvoerleiding.
NL1016495C2 (nl) Goot voor een kas of warenhuis.
DE2033864A1 (de) Pneumatische Hebeeinrichtung , vor zugsweise fur häusliche Abwasser
DE1708621B1 (de) Fallrohrsystem zum Ableiten von Abwasser
NL1019414C2 (nl) Scheidingsput.
CA2953931C (en) Settling basin insert
DE1708621C (de) Fallrohrsystem zum Ableiten von Ab wasser
JPH0581321U (ja) ダム用魚道の集魚設備
GB2504657A (en) A rainwater collection and storage system

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: FINHOUBEL N.V.

Effective date: 19991130