BE1007800A5 - Terrein voor het deponeren van afval. - Google Patents

Terrein voor het deponeren van afval. Download PDF

Info

Publication number
BE1007800A5
BE1007800A5 BE9300550A BE9300550A BE1007800A5 BE 1007800 A5 BE1007800 A5 BE 1007800A5 BE 9300550 A BE9300550 A BE 9300550A BE 9300550 A BE9300550 A BE 9300550A BE 1007800 A5 BE1007800 A5 BE 1007800A5
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
water
waste
cavity
disposal site
waste disposal
Prior art date
Application number
BE9300550A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Ohbayashi Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ohbayashi Corp filed Critical Ohbayashi Corp
Application granted granted Critical
Publication of BE1007800A5 publication Critical patent/BE1007800A5/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B09DISPOSAL OF SOLID WASTE; RECLAMATION OF CONTAMINATED SOIL
    • B09BDISPOSAL OF SOLID WASTE NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B09B1/00Dumping solid waste
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D31/00Protective arrangements for foundations or foundation structures; Ground foundation measures for protecting the soil or the subsoil water, e.g. preventing or counteracting oil pollution
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02WCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO WASTEWATER TREATMENT OR WASTE MANAGEMENT
    • Y02W30/00Technologies for solid waste management
    • Y02W30/30Landfill technologies aiming to mitigate methane emissions

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Hydrology & Water Resources (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Paleontology (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Processing Of Solid Wastes (AREA)

Abstract

Volgens een bouwwijze van de onderhavige uitvinding, omvat een terrein voor het deponeren van afval een ruimte in de vorm van een holte voor het daarin opnemen van afval, een vlakke constructie, voorzien om de totale, bovenste opening van de holte-vormige ruimte af te dekken, waarbij de vlakke constructie gebouwd wordt voor het begin van het deponeren van het afval in de ruimte, en ten minste één deponeeropening, voorzien door de vlakke constructie, voor het daar doorheen deponeren van het afval in de ruimte, waarbij de deponeeropening geschikt is om geopend en gesloten te worden. Volgens een andere bouwwijze van de onderhavige uitvinding, omvat het bovengenoemde terrein voor het deponren van afval, bovendien middelen, aangebracht aan het ondervlak van de vlakke constructie, voor het sproeien van water op het afval, en middelen, aangebracht aan de bodem van de holte-vormige ruimte voor het afvoeren van lucht.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Titel : Terrein voor het deponeren van afval. 



  Beschrijving. 



  Achtergrond van de ultvinding. 



    Gebied   van de uitvinding. 



   De onderhavige uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een terrein voor het deponeren van afval. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een terrein voor het deponeren van afval, dat een doeltreffend gebruik toelaat van een ruimte, direkt boven het deponeerterrein,   voor   het   voltooien   van een grondaanvulling met het afval. 



    Beschrijving   van hierop betrekking hebbende techniek. 



   Zoals bekend is zijn industrieel afval en/of commercieel afval, ontstaan door industrieel bedrijf en/of zakelijk bedrijf, en niet industrieel afval van huishoudens uiteindelijk gedeponeerd door middel van het opvullen van de grond. Een dergelijke wijze van deponeren van afval door het opvullen van de grond wordt in het algemeen uitgevoerd in een terrein voor het deponeren van afval, dat gebouwd is in een in het binnenland gelegen gebied, zoals een vallei tussen bergen, of een gebied aan de zeekust. 



   Een kenmerkend bouwproces van een terrein voor het deponeren van afval is als volgt. Eerst wordt een gebied met een holte, dat afval opneemt gevormd door gebruik te maken van natuurlijke bodemvormen, het kunstmatig weggraven van grond of het insluiten van een stuk zeekust door een dijkconstructie of dergelijke. Dan wordt, teneinde te voorkomen dat binnengedrongen water dat zieh verzameld kan hebben in het gebied van de holte, uit het gebied weglekt, de bouw van een waterbarrière, zoals een afschermingswand, een folie-vormige   waterbarriere   of   degel13-   ke, worden uitgevoerd voor het gebied van de holte. 



   Naar het   gebled   van de holte, waarvoor de waterbarrière wordt voorzien, wordt het afval op volgorde gedeponeerd vanaf de bodem. 



  Gedurende het proces van het deponeren van het afval, wordt het reeds gedeponeerde afval op geschikte   tlJdstippen gecompaeteerd   en verstevigd. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 



  Wanneer het gebied van de holte bijna is gevuld met het afval, wordt grond en zand over het afval gelegd teneinde dit laatste te verbergen. 



  Het aldus geconstrueerde land kan dienen als groengebied, zoals een park o. d. 



   Het terrein voor het deponeren van het afval kan echter de volgende problemen mee maken. 



   Het eerste probleem is dat de bovenste ruimte van het terrein voor het deponeren van het afval, gedurende een lange periode niet gebruikt kan worden, totdat het gedeponeerde afval uiteindelijk door de grond en het zand wordt verborgen. De reden daarvoor is dat het vele jaren in beslag neemt om het terrein voor het deponeren van afval op te vullen met het afval en het afval uiteindelijk te verbergen met de grond en het zand, en het land op het afval kan een aanzienlijke zetting van de bodem cndergaan, wat lange tijd in beslag neemt om stabiel te worden. 



   Het tweede probleem is dat, omdat milieuvervuilingen, die zieh in het water bevinden, opgelost kunnen worden in het regenwater dat zieh verzamelt in het terrein voor het deponeren van afval, gedurende het vullen met het afval, zodat penetratie-water wordt gegenereerd, een grote   rioolwaterzuiveringsinstallatie   nodig wordt. 



   Het derde probleem is dat, omdat het gedeponeerde afval uit het terrein voor het deponeren van afval kan wegwaaien, een stinkende of onaangename geur kan doen ontstaan, of het aanzicht van het terrein kan schaden, een voorwaarde voor het kiezen van het gebied om het terrein voor het deponeren van het afval te bouwen noodzakelijkerwijze zeer serleus is,   et   het oog op de invloed cp de bewoners die daar omheen wcnen, zodat het terrein voor het deponeren van afval gebouwd wordt op een plaats die veraf ligt van woongebieden en gebieden met industriële activiteiten. Een dergelijke beperking bij de keuze van het gebied voor het bouwen van het terrein voor het deponeren van afval maakt het transporteren van het afval van het gebied waar het afval ontstaat naar--het terrein voor het deponeren van het afval een arbeidsintensief 
 EMI2.1 
 becs:,..

   Als gevolg daarvan worden de kosten vocr het deponeren van het afval hoog. 80k wordt gevreesd dat milieuvervuiling ontstaat gedurende het transport. 



  Het is mogelijk om afdekgr en-zand te verschaffen elke keer als deponeren van et afval van afval, waarbij een 

 <Desc/Clms Page number 3> 

    het afval wordt gecempacteerd en versievigd, gedurende heteffekt wordt vermeden   op de omliggende gebieden, voor wat betreft het milieu. Echter kan, overeenkomend met de hoeveelheid grond en zand die het afval afdekt, de hoeveelheid te deponeren afval worden verminderd. 



    Samenvatting   van de uitvinding. 



   De onderhavige uitvinding wordt uitgewerkt met het oog op de huidige, hierboven uiteengezette problemen. Daarom is het een doel van de onderhavige uitvinding een terrein voor het deponeren van afval te verschaffen, dat een doeltreffend gebruik toelaat van de bovenste ruimte van een terrein voor het deponeren van afval en een afvaldeponeerbedrijf, onafhankelijk van het weer, dat niet het afdekken vereist van het afval met de grcnd en het zand, halverwege het vullen, en ongewenste effekten voor het milieu in de omgeving kan vermijden. 



   Teneinde de bovengenoemde en andere doeleinden te bereiken, omvat een terrein voor het deponeren van afval, volgens een aspect van de uitvinding, een ruimte in de vorm van een holte voor het daarin opnemen van afval, een vlakke constructie die voorzien wordt om de totale bovenste opening van de holte-vormige ruimte af te dekken, waarbij de vlakke constructie wordt gebouwd voorafgaand aan het begin van het deponeren van het afval in de ruimte, en ten minste   een   deponeeropening wordt voorzien door de vlakke constructie, voor het daar doorheen deponeren van het afval in de ruimte, waarbij de deponeeropening geschikt is om geopend en gesloten te worden. 



   Het terrein voor het deponeren van afval, met de hierboven uiteengezette constructie maakt de bovenste ruimte direkt na het voltooien van de bouw van de vlakke constructie mogelijk, omdat de vlakke constructie, die de totale bovenste opening van de holte-vormige ruimte afdekt, wordt voorzien. Het afval wordt gedeponeerd na het afdekken van de bovenste opening van de holte-vormige ruimte met de vlakke constructie, door de   deponeeropenlng   heen, die gevormd wordt in de vlakke constructie en geopend en gesloten kan worden. Daardoor kan het afvaldeponeerbedrijf worden uitgevoerd, zelfs in slecht weer zoals tijdens regen. Omdat het afval, zodra het in de holte-vormige ruimte gedeponeerd is, nooit uit de ruimte zal   wegviiegen,   wordt het ook overbodig om een tussentijdse afdekking met grcnd uit te voeren.

   Bijgevolg kan het totale volume van de   holte-vormige   ruimte worden gebrulkt voor het opnemen van het afval. 
 EMI3.1 
 Voorts wordt. omdat het binnen komen van regenwater in de holte-vormige 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 ruimte door de vlakke constructie kan worden voorkomen, een grootschalige inrichting voor het behandelen van het binnengedrongen water dat vervuilingen bevat die zijn opgelost uit het afval, overbodig. Door het ondersteunen van de vlakke constructie met een aantal palen of wanden, is de onderhavige uitvinding toepasbaar voor grootschalige terreinen voor het deponeren van afval, met een grote verwerkingscapaciteit voor het afval. 



   Volgens een ander aspect van de uitvinding omvat een terrein voor het deponeren van afval een ruimte in de vorm van een holte voor het daarin opnemen van afval, een vlakke constructie, voorzien om de totale bovenste opening van de holte-vormige ruimte af te dekken, waarbij de vlakke construccie voorafgaand aan het begin van het deponeren van het afval in de ruimte wordt gebouwd, middelen aangebracht aan het ondervlak van de vlakke constructie voor het sproeien van water over het afval, en middelen, aangebracht in de bodem van de holte-vormige ruimte voor het afvoeren van lucht. 



   Op het terrein voor het deponeren van afval met de hierboven beschreven constructie kan, omdat de lucht kan worden afgevoerd uit het luchtafvoermiddel, aangebracht aan de bodem van de holte-vormige ruimte, afgesloten door de vlakke constructie, de atmosfeer die het afval in de holte-vormige ruimte omgeeft, veranderd worden van een anaerobe toestand naar een aerobe toestand. In samenhang daarmee kan, omdat het water naar het afval wordt aangevoerd vanuit het watersproeimiddel, de afbraak van organische bestanddelen en dergelijke, die onder aerobe condities worden afgebroken, worden bevorderd. 



   Ook kan, als er geen lucht wordt afgevoerd uit het luchtafvoermiddel, en het water wordt aangebracht in de anaerobe toestand, de afbraak van organische bestanddelen o. d., die afgebroken worden onder anaerobe   omstandigheden.   bevorderd worden. 



   Met name kan de   toestand     waarin   het afval wordt gebracht, gekozen worden tussen een anaerobe toestand en een aerobe toestand, door het al of niet afvoeren van lucht in de holte-vormige ruimte. Daarom kunnen de vervuilende elementen, zcals diverse organische bestanddelen, die zieh in het afval   hervinden,   afgebroken worden door zowel de anaerobe afbraak als de aeroce afbraak. 



   Ook kan.   ocr   de middelen voor het aanvoeren van water aan de   cnderzigde   van de holte-vormige ruimte aan ce brengen, teneinde ook 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 water aan te voeren vanaf de onderzijde van het afval, de milieu-toestand binnen de holte-vormige ruimte nauwkeuriger worden ingesteld, om zich aan te passen aan de toestand voor het bevorderen van de afbraak van de organische bestanddelen, die zich in het afval bevinden. 



  Korte   beschrijving   van de tekeningen. 



   De onderhavige uitvinding zal vollediger worden begrepen uit de gedetailleerde   beschrijving   die hierna wordt gegeven en uit de begeleidende tekeningen van de   uitvoenngsvorm   die de voorkeur heeft van de uitvinding, die echter niet als beperkend voor de uitvinding dienen te worden beschouwd, maar slechts voor uitleg en begrip. 



   In de tekeningen is : figuur 1 een doorsnede van een uitvoeringsvorm van een terrein voor het deponeren van afval volgens de onderhavige uitvinding ; figuur 2 een doorsnede die een water afschermende constructie weergeeft, voorzien tussen een waterbarrière-folie en een paal ; figuur 3 een doorsnede, die een uitvoeringsvorm weergeeft van een water afschermende constructie tussen constructieve onderdelen in de vorm van vlakke platen ; figuur 4 een schematisch bovenaanzicht, waarbij de openingen voor het deponeren van afval worden afgebeeld ; figuur 5 een doorsnede van een andere uitvoeringsvorm van een terrein voor het deponeren van afval, volgens de onderhavige uitvinding ; figuur 6 een doorsnede van een verdere uitvoeringsvorm van een terrein voor het deponeren van afval, volgens de onderhavige uitvinding ;

   figuur 7 een doorsnede van nog een verdere uitvoeringsvorm van een terrein voor het deponeren van afval, volgens de onderhavige uitvinding ; figuur 8 een doorsnede van nog een verdere uitvoeringsvorm van een terrein voor het deponeren van afval, volgens de onderhavige uitvinding, en figuur 9 een doorsnede van nog een verdere uitvoeringsvorm van een terrein voor het deponeren van afval, volgens de onderhavige uitvinding. 



    Beschnjvlng   van de uitvoeringsvorm die de voorkeur heeft. 



   De   uitvoenngsvormen   die de voorkeur hebben van een terrein voor het deponeren van afval volgens de onderhavige uitvinding, zullen hierna worden   besproken,   onder   verwijzing   naar de begeleidende tekeningen. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 



   Figuur 1 is een doorsnede die een uitvoeringsvorm weergeeft van een terrein voor het deponeren van afval, volgens de onderhavige uitvinding. Een holte-gebied 12 voor het opnemen van afval 10 wordt gebouwd door gebruik te maken van een natuurlijk dal van de vormgeving van de bodem of door grond 14 uit de bodem uit te graven. Zelfs wanneer de natuurlijke bodemvorm wordt gebruikt, is het natuurlijk nodig om civiele en bouwwerkzaamheden uit te voeren zoals deze nodig zijn voor het bouwen van het terrein voor het deponeren van afval. Op het laagste niveau van het aldus gevormde holte-gebied 12, wordt een waterverzamelput 16 gevormd voor het verzamelen van grondwater. 



   Daarna wordt, als een kunstwerk als waterbarrière, een waterbarrire-folie 18 over het binnenste omtreksvlak van het holte-gebied 12 gelegd, om het totale oppervlak af te dekken. Als de waterbarrière-folie 18 kan een folie van ondcordringbaar materiaal, zoals synthetisch rubber, kunsthars en dergelijke, of textiel met de nodige treksterkte en bekleed met een ondoorlatend materiaal, zoals synthetisch rubber, kunsthars of dergelijke, worden toegepast. 



   De buitenste   omtreksrand   van de   waterbarrière-folie   18, die zich uitstrekt over de binnenste omtrek van het holte-gebied 12 wordt uitgestrekt in een groef 20, die zodanig in de bodem'wordt gevormd dat de buitenomtrek van het holte-gebied 12 wordt omgeven. Betonnen blokken 22 worden aangebracht op de   waterbarrière-folie   18, die in de groef 20 is geplaatst. In de weergegeven uitvoeringsvorm, worden de betonnen blokken 22 zodanig gevormd, dat ze een dwarsdoorsnede hebben die complementair is met de grcef   2Q,   om de   waterbarrière-folie   18 in de groef 20 vast te klemmen. Daardoor kan het naar beneden vallen van de   waterbarrière-folie   18 langs de helling van het holte-gebied 12 worden voorkomen. 



   Na het aanbrengen van de   waterbarrlère-folie   voor het afdekken van het totale binnenoppervlak van het holte-gebied 12, worden palen 24 de bodem ingeheid. Deze palen 24 worden zodanig ingeheid dat ze door de waterbarrière-folie 18 heen gaan en een dragende bcdemlaag bereiken. Als palen 24, kunnen in de handel   verkrngbare, betcnnen   palen worden gebruikt. 
 EMI6.1 
 



  Een uitvoeringsvorm van een wacerafschermingsconstructie, tussen de waterbarr en de paal 24 wordt weergegeven in figuur 2. : ère-folle 18Bij de   gedeelten   van da   wacerbarrere-folie   18, waar de palen 24 doorheen gaan, worden tevoren openingen   : 6 met grotere diameters   dan de 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 uitwendige diameters van de palen 24 gevormd. Onder de openingen 26 worden ringvormige groeven 28 met uitwendige diameters die groter zijn dan de inwendige diameters van de openingen 26 gevormd door de bodem uit te graven. Na het door elke ringvormige groef 28 heen voeren van de paal 24, wordt, op waterdichte   wljze,   een   afschermingsnng   30 voor water aangebracht aan de buitenomtrek van de paal 24.

   Daarna wordt beton in de ringvormige groef 28 gestort, zodat een ringvormige ring 32 wordt gevormd die de buitenomtrek van de paal 24 omgeeft. De binnenste omtreksrand van de opening 26 van de   waterbarrière-folie   18 wordt ingebed in het buitenste omtreksgedeelte van de ringvormige ring 32. Ook wordt de water afschermende ring 30 ingebed in het gedeelte rond het midden van de ringvormige ring 32. Als materiaal voor de water afschermende ring 30, hebben materialen, die voldoende elasticiteit hebben en een neiging tot opzwellen door het absorberen van water, de voorkeur, teneinde een waterdichte passing te bereiken aan de buitenomtrek van de paal 24. Een voorbeeld van een dergelijk materiaal is een opzwellende rubber.

   Het moet duidelijk zijn dat de   waterbarrière-folie   18, met de openingen 26 die de palen opnemen, aangebracht kunnen worden na het inheien van de palen 24, met een daarop volgende water afschermende behandeling tussen de palen 24 en de   waterbarrière-folie   18. 



   Zodra de water afschermende behandeling tussen de palen 24 en de waterbarrière-folie 18 voltooid is, wordt een voorziening 34 voor het opvangen van water voorzien ter plaatse van het. laagste niveau in het holte-gebied 12. 



   De voorziening 34 voor het opvangen van water omvat een poreuze pijp 36 voor het verzamelen van water en een laag gebroken steen 38 voor het filtreren van het verzamelde water. De voorziening 34 voor het opvangen van water wordt op de waterbarrlère-folie 18, op overlappende wijze geplaatst. Gelijktijdig met de bouw van de voorziening 34 voor het opvangen van water, wordt een in wezen vlakke, kunstmatige bodem 42 gebouwd over. de bovenste opening van het holte-gebied 12, om dit laatste af te dekken. De kunstmatige bodem 42 wordt gedragen aan de bovenzijde van de palen 24. 



   In de weergegeven   ulcvoerlngsvorm,   wordt de kunstmatige bodem 42 gebouwd met een aantal   geprefabnceerde   betonplaten. Waterafschermingsplaten 44 worden aangebracht tussen respectievelijke betonplaten voor het afdichten van de spleten tussen de betonplaten, zodat extra vocht, 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 zoals regenwater, het holte-gebied 12 niet zal binnen gaan en het gas dat vanuit het in het holte-gebied 12 gedeponeerde afval wordt gegenereerd niet naar buiten zal worden afgevoerd. 



   In de kunstmatige bodem 42 worden   een   of meerdere deponeeropeningen 46 voor afval, die geopend en gesloten kunnen worden, voorzien voor het in het holte-gebied 12 deponeren van het afval, zoals weergegeven in figuur 4. In de weergegeven   uitvoenngsvorm,   afgebeeld in figuur 4, worden de openingen 46 voor het deponeren van afval zodanig aangebracht dat ze samenvallen met een regelmatig interval. Aan beide zijden van een lijn, waarlangs de openingen 46 voor het deponeren van afval liggen, wordt een paar wanden 48,48 gebouwd met gelijke afstand tot de lijn. De afstand tussen de wanden 48 wordt zodanig bepaald, dat het mogelijk wordt gemaakt dat een voertuig dat het afval 10 transporteert, daar tussen door gaat. 



   In de kunstmatige bodem 42 wordt een aantal ventilatietorens 50 voorzien. Elke ventilatietoren 50 strekt zieh door de kunstmatige bodem 42 uit, om het gas, dat uit het afval 10 in het holte-gebied 12 wordt gegenereerd, te ventileren. 



   Dwarsbalken 52, afgebeeld in figuur 1, strekken zieh uit tussen de naast elkaar gelegen palen 24 voor het aan elkaar verbinden van deze laatste. De dwarsbalken 52 kunnen kabels zijn die bijvoorbeeld los te maken zijn aan de palen 24. Bijgevolg kunnen, gedurende het proces van het deponeren van afval 10 in het holte-gebied 12, de dwarsbalken 52 van de palen 24 worden   verwijderd,   als zij het bedrijf van materieel voor het compacteren van het afval 10, zoals bulldozers of dergelijke, hinderen. 



   Slechts na het voltooien van de bouw van de kunstmatige bodem 42, wordt het afval 10 in he : holte-gebied 12 gedeponeerd, door de openingen 46 voor het deponeren van afval heen. Het deponeren van het afval 10 wordt voortgezet   totdat   het afval 10 zover is opgezameld dat de   kunstma--   tige bodem 42   bereikt wordt. Gedurende dit werk   wordt het afval 10, dat binnen het holte-gebied 12 is verzameld, samengedrukt en   gecompacteerd,   voor zover dit nodig 15. 



   Zoals hierboven uiteengezet is, kan, op het terrein voor het deponeren van afval volgens de onderhavige uitvinding, omdat de kunstmatige bodem   42,   die de   bcvenruimte   van het holte-gebied 12 afdekt, voor het begin van het depcneren van het afval 10 in het holte-gebied 12 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 wordt gebouwd, de bovenruimte van het terrein voor hat deponeren van afval beschikbaar zijn voor gebruik, direkt na de bouw van de kunstmatige bodem 42. 



   Ook kan, omdat het afval 10 door de openingen 46 voor het deponeren van afval, die voorzien worden in de kunstmatige bodem 42, die het geheie holte-gebied 12 afdekt worden voorzien en geopend en gesloten kunnen worden, het deponeren van het afval 10 worden uitgevoerd, ongeacht de natuurlijke omstandigheden, zoals weer en dergelijke. Ook zal, omdat het holte-gebied 12 met de kunstmatige bodem 42 wordt afgedekt, het afval 10, zcdra het in het holte-gebied 12 gedeponeerd is, nooit uit het holte-gebied 12 wegvliegen. Daarom wordt het overbodig om het opgezamelde afval 10 in het holte-gebied 12, met grond en zand af te dekken gedurende de voortgang van het deponeren. Dit maakt het op diens beurt weer mogelijk om het gehele volume van het holte-gebied 12 te   gebruiken   voor het deponeren van het afval 10.

   Daarnaast is het, omdat de   toestroom   van regenwater naar het holte-gebied 12 geblokkeerd kan worden door de kunstmatige bodem 42, slechts nodig een afvalwaterzuiveringsinstallatie te voorzien voor het behandelen van het water dat uit het afval 10 zelf wordt afgevoerd. 



     Anderzijds   komt, door het inheien van de palen 24 met de water afschermende constructie, met inbegrlp van de ringvormige ring 32, waarin de water afschermende ring 30, die de paal 24 omgeeft, wordt ingebed, in de bodem 14 door de   waterbarrlère-folie   18 heen, en het ondersteunen van de kunstmatige bodem 42 met deze palen 24, een grootschalig terrein voor het deponeren van afval beschikbaar voor het   accepteren   van een wezenlijk grote hoeveelheid afval 10. Anderzijds zullen, in het geval van een kleinschalig terrein voor het deponeren van afval, de palen 24 voor het dragen van de kunstmatige bodem 42 overbodig worden. 



   De   waterverzarnelput     : 16 voor het verzamelen   van het grondwater kanachterwege   bliven,   wanneer deze gebouwd wordt op de bodem   14   van grond die met in   net grcndwacer   ligt. Daarnaast kan, door het op overlappende wijze voorzien van een voor water   doorlaacbare   folie 40 over de waterbarriere-folie 18, en het plaatsen van de voorziening 34 voor het verzamelen van water op de voor water   doorlatende   folie 40 op het laagste punt van het holte-gebied 18, een kleine hoeveelheid water, die   afgevoerd wordt uic het afval   10, worden verzameld door de voorziening 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 34 voor het verzamelen van water.

   Anderzijds zal, wanneer het afval dat gedeponeerd moet worden, weinig water bevat en wanneer het verzamelde afval het afvalwater niet zal afgeven, de voorziening 34 voor het verzamelen van water onnodig zijn. 



   Vervolgens zal de   cweede     uitvoenngsvorm   van de onderhavige uitvinding worden besproken, onder verwijzing naar figuur 5. Afwijkend van de voorafgaande, eerste uitvoeringsvorm, wordt een afschermingswand 60 toegepast als de   waterbarrière-constructie.   



   Teneinde het terrein voor het deponeren van afval volgens de weergegeven uitvoeringsvorm te bouwen, wordt de afschermingswand 60 gebouwd door middel van een doorgaande, ondergrondse wandconstructie of het inheien van een stalen damwand, waarbij het gebied voor het vormen van het holte-gebied 12 wordt omgeven, voorafgaand aan het uitgraven van het bodemoppervlak. De afschermingswand 60 dient voor het blokkeren tegen het binnen gaan van het grondwater vanaf de zijkant van de bodem en het   zidelings uitstromen   van gepenetreerd water uit het afval 10, naar de bodem. In samenhang daarmee, doet de afschermingswand 60 ook dienst als een damwand voor het voorkomen van het verzakken van de opzij gelegen bodem.

   Opgemerkt dient te worden dat de afschermingswand 60 bij voorkeur reikt tot aan een voor water ondoordringbare bodemlaag, als de voor water ondoordringbare laag aanwezig is onder het terrein, waar het holte-gebied 12 wordt gebouwd. Ook worden, binnen het gebied omgeven door de afschermingswand 60, de dragende palen 24 of de dragende wand   e. d.   zonodig voorzien voor het dragen van de kunstmatige bodem 42, die over het holte-gebied 12 wordt gebouwd. Het moet duidelijk zijn dat het de voorkeur heeft dat de dragende palen of de dragende wanden de dragende bodemlaag onder het holte-gebied 12 bereiken. 



   Na het   voltooien   van de bouw van de afschermingswand 60 en het heien van de dragende palen 24, wordt het ontgraven uitgevoerd van het gebied, omgeven docr de afschermingswand 60, voor het vormen van het holte-gebied 12 vocr het deponeren van het afval 10. De ontgraving kan snel worden   uitgevoerd   door gebruik making van een graafmachine, zoals een dragline, bulldozer enz. Daarnaast zal, volgens hec ontgravingsproces, een tussengelegen houten afscheuring worden voorzien, zodat de afschermingswand 60, die een gronddruk in zijdelingse richting opneemt, wordt   versterxc.

   De afscnermingswanÅa   60 wordt rond de   buitenomcrek   van het   holte-gebed ; 2 gebouwd   en   strekt zieh   in de diepte uit tot aan de 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 voor water ondoordringbare laag 62 in de bodem 14. De afschermingswand 60 wordt gebouwd met gebrulk making van damplanken, zoals stalen damwand, stalen   pulspalen   of dergelijke, als doorgaande, ondergrondse wand, die een voor water ondoordringbare laag omvat in de vorm van een opeen-   volging   van kolommen of een wand, of diverse mortels. 



   In de weergegeven uitvoeringsvorm, wordt de kunstmatige bodem 42, gevormd boven het holte-gebied 12, gedragen door een wandlichaam 64, gevormd in een   ringvorm   of in een roostervorm, en met inbegrip van kolommen. Opgemerkt dient te worden dat het ook mogelijk is de kunstmatige bodem 42 te dragen door middel van de palen 24 zoals in de eerste uitvoeringsvorm. 



   De kunstmatige bcdem 42 wordt voorzien van   een   of meerdere openingsgedeelten 66 voor het verlenen van toegang aan het holte-gebied 12 voor het deponeren van het afval 10. Het openingsgedeelte 66 wordt afgedicht door een cabine 68, die kan worden afgedicht. De cabine 68 heeft een zodanige vorm en afmeting, dat het voertuig dat het afval 10 transporteert, kan worden opgenomen. Teneinde de toegankelijkheid van het inwendige mogelijk te maken door het afval transporterende voertuig, wordt de cabine 68 voorzien van een ingang en een uitgang die geopend en gesloten kunnen worden.

   Daarom kan, hoewel het openingsgedeelte 66 voortdurend open wordt gehouden, het in wezen gelijkwaardige functies vervullen, als de openingen 46 voor het deponeren van afval, die kunnen worden geopend en gesloten, in de eerste uitvoeringsvorm, door de ingang en uitgang, die geopend en gesloten kunnen worden. 



   Naast de functies die gelijkwaardig zijn aan die welke bereikt worden door de eerste uitvoeringsvorm van het terrein voor het deponeren van afval, zal de weergegeven uitvoeringsvorm van het terrein voor het deponeren van afval noolt vervulling veroorzaken voor de omgeving, zelfs   zonder   de waterbarrlère-folie in het holte-gebied 12, omdat het zijdelingse gedeelte van het holte-gebied 12, dat het afval 10 verzamelt, geisoleerd wordt van de grond langs de omtrek door de afschermingswand 60 en de bodem van het holte-gebied 12 wordt afgedekt door de voor water doorlatende laag 62. 



   De derde   ultvoerlngsvorm   van de onderhavige uitvinding zal hierna worden besproken onder verwijzing naar figuur 6. In de weergegeven uitvoeringsvorm wordt de afschermingswand 60 toegepast als de waterbar-   rlère-constructie, evenals die   van de tweede uitvoeringsvorm. 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 



   De afschermingswand 60 heeft een ringvormige doorsnede, van bovenaf gezien. De afschermingswand 60 wordt zodanig gebouwd dat de voor water ondoordringbare laag 62 bereikt wordt   voor   het ontgraven van het holte-gebied 12. Na het voltoolen van de bouw van de afschermingswand 60, wordt de bodem 14, omgeven door de afschermingswand 60 zo ver ontgraven, dat de voor water ondoordringbare laag 62 wordt bereikt, zodat het holte-gebied 12, waarvan de zijkant wordt omgeven door de afschermingswand 60 en waarvan de bodem wordt bedekt door de voor water ondoordringbare laag 62, gevormd kan worden. In dit geval doet de afschermingswand 60 ook dienst als een damwand. 



   Tussen de in figuur 6 afgebeelde afschermingswanden 60, wordt een tussengelegen, houten afschoring 70 voorzien voor het versterken van de eerstgenoemde. Wanneer de afschermingswand 60 wordt gevormd tot een ringvorm, zoals hierboven is uiteengezet, kan de tussengelegen, houten afschoring 70 worden weggelaten. 



   Boven het aldus gebouwde holte-gebied 12, wordt de kunstmatige bodem 42 gebouwd. De kunstmatige bodem 42 wordt ondersteund door het wandlichaam 64 of de palen 24. Voor de kunstmatige bodem 42 kunnen niet weergegeven openingen voor het deponeren van afval, die geopend en gesloten kunnen worden, worden voorzien op geschikte plaatsen. 



   De weergegeven uitvoeringsvorm bereikt in wezen de functies die gelijkwaardig zijn aan die van de tweede uitvoeringsvorm. 



   Opgemerkt dient te worden dat, in de tweede en derde, hierboven uiteengezette uitvoeringsvormen, wanneer de voor water ondoordringbare laag op een te diep niveau aanwezig is om bereikt te kunnen worden door ontgraving,   of wanneer hec water blokkerende vermogen   van de voor water ondoordringbare laag niet voldoende is, kan de   waterbarrlère-folie   18 worden voorzien aan het oppervlak van het holte-gebied 12. 



   Bij een bepaalde scort afval, die gedeponeerd moet worden in de   holte-gebieden,   kan de water afschermende constructie worden weggelaten. 



   Ook kan, bij   elk van de voorgaande uitvoeringsvormen, de kunstma-   tige bodem   42   worden   cpgenangen   dcor ophangmiddelen, zoals kabels of   derg31ijke. Vcorts   kan, zoals weergegeven in figuur 7, de kunstmatige bodem 42   gedragen     worden c0 dragende   elementen 72, die zieh schuin uitstrekken vanuit het talud van het holte-gebied 12. 



   Vervolgens   zal een verdere ui' : vcerlngsvorm   van de ondernavige   ultvinding worden besprcxen. Eén   van de ultvoeringsvormen die de vcor- 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 keur heeft van het terrein voor het deponeren van afval volgens de onderhavige uitvinding, zoals afgebeeld in figuur 8, omvat in het algemeen het holte-gebied 12, dat wordt gebouwd door het ontgraven van een in wezen vlakke bodem, tot een bepaalde diepte, voor het daarin opnemen van het afval 10, de kunstmatige bodem 42, die de totale bovenste opening van het holte-gebied 12 afdekt, een voorziening 80 voor het sproeien van water, voorzien aan het ondervlak van de kunstmatige bodem 42, en een   belucntingsvoorziening   90 en een wateraanvoervoorziening 100, voorzien aan de bodem van het holte-gebied 12. 



   Soortgelijk aan de voorgaande, tweede uitvoerlngsvorm, wordt, zodra het ontgraven van het holte-gebied 12 tot aan de gegeven diepte voltcoid is, een bodemvioer 19 op de uitgegraven bodem van het holtegebied 12 gebouwd. Op de   bodemvloer   19, als de bodem van het holtegebied 12, wordt de beluchtingsvoorziening 90 en de   wateraanvoervoorzie-   ning 100 opgesteld. De bcdemvloer 19 wordt met een bepaalde betondikte gebouwd. De beluchtingsvoorziening 90 omvat een aantal beluchtingspijpen, met lucht afvoerende spuitmonden, aangebracht over het gehele oppervlak van de bodem van het holte-gebied 12. Ook wordt de watertoevoervoorziening 100, die een aantal watertoevoerpijpen met water afvoerende spuitmonden omvat, aangebracht over het totale oppervlak van de bodem van het holte-gebied 12.

   De beluchtingsvoorziening 90 en de watertoevoervoorziening 100 worden in verbinding gebracht met een luchtcompressor 92, een wateropslagbak 82 of dergelijke, via een luchttoevoer-of watertoevoerpijp 94, die zich uitstrekt langs de afschermingswand 60. Daardoor worden, naar het in het holte-gebied 12 gedeponeerde afval 10, lucht en water afgevoerd door de   beluchtingsvoorzienlng   en de   watertoevoervoorziening.   



     Anderzids wordt.   aan het bovenvlak van de   bodemvloer   19, een beschermende laag 23 gevormd voor het afdekken en beschermen van de beluchtingsvoorziening 90 en de watertoevoervoorziening 100. De beschermende laag 23 wordt gevormd met een voor water en gas doorlatend   maten-   aal, zoals zand,   gebrcKen   steen, slakken e. d., niet-geweven textiel, weefsels e. d., of gescnikte. gelamineerde lagen daarvan.

   De beschermende laag 23   voorKomt     : dat de l cnt afvoerende spuitmonden   en water afvoerende   spultmonden   geclokkeerd   of verstopt   raken, evenals het voorkomen dat de   beluchtingsvoorziening 90 en de Matenoevoervoorziening   100 worden   beschadigd, ten gevolge   van een direKt contact met het afval 10. Voorts 

 <Desc/Clms Page number 14> 

 wordt de voorziening voor het verzamelen van water voorzien aan het bovenste oppervlak van de bodemvioer 19, voor het verzamelen van het water dat wordt afgevoerd door de   watertoevoervoorzlening   100 en uit het afval   10 wordt gepersz.   



   Opgemerkt dient te worden dat, hoewel de weergegeven uitvoeringsvorm de bodemvioer 19 op de ontgraven bodem vormt, de bodemvloer 19 niet   altijd nodig is. Bijvoorbeeld zai de bodemvioer   19 niet nodig zijn, wanneer de afschermingswand 60 de voor water ondoordringbare bodemlaag bereikt, zcdat slechts weinig grondwater zal binnen dringen.

   Ook kan, in het geval dat er geen kans is op opbarsten of opwellen, de van een kunstrubber of een kunsthars o. d. vervaardigde waterbarrlère-rolie worden voorzien op de   omgraven   bodem, in plaats van de   bodemvioer.   In het geval dat de   waterbarnere-folie   wordt toegepast en wanneer de dragende palen door de   waterbarrlère-folie   worden geheid, waterafscher-   mingsnngen,   die water absorberend rubber omvatten, bevestigd aan de dragende paal en de   omtreksranden   van de openingen, gevormd door het heien van de palen, samen ineengerold en geklemd, door middel van beton dat bijvoorbeeld rond de paal wordt gestort, teneinde het binnen dringen van grondwater in het holte-gebied 12 te voorkomen. 



     Anderzijds   wordt, boven het holte-gebied, gevormd door de ontgraving, de kunstmatige bodem 42 gevormd als een vlakke constructie. De   kunstrnatige   bodem 42 kan worden gebouwd met geprefabriceerde betonnen palen, ondersteund op de afschermingswand 60 of op de dragende palen 24. 



  Als alternatief kan de kunstmatige bodem 42 ook gebouwd worden door het ter plaatse direkt storten van het beton. De kunstmatige bcdem 42 wordt voorzien van   een   of meerdere openingen voor het deponeren van afval, die op geschikte plaatsen worden geopend en gesloten. Ook kan de kunstmatige bodem 42 een   uitlaat   hebben voor het wegnemen van afval, die geopend en gesloten kan worden, voor het wegnemen van afval dat omgezet is tot niet toxisch afval. door het opslaan in het holte-gebied 12, voor zover dit   vereist wordt.

   Daarnaast worden in   de kunstmatige bodem, ventilate-   cpen-ngen voorzien, voor het ventileren   van de inwendige ruimta van het holte-gebied'2 en voor het opvangen van methaangas of dergelijke, dat   ontsiaat gedurende   een   afbraakprcces   van het afval in een anaerobe toestand. voor een doeimacig   georulk. Het moet   duidelijk zijn dat het   bovenvlak     van de kunstmatige ccdem 42 gebrulkt   kan worden als een plaatselijke voorziening voor de molzeubescnerming, zoals een park o. d. 

 <Desc/Clms Page number 15> 

 



   Aan het ondervlak van de kunstmatige bodem 42 wordt een watersproelvoorzlenlng 80 gemonteerd, om water naar het afval 10 in het holte-gebied 12 te   spoelen.   De watersproeivoorziening 80 bevat een aantal watersproelpijpen met   sproelmonden   en wordt aangebracht over het totale oppervlak van de kunstmatige bodem 12. Elke watersproeipijp wordt bevestigd tegen het ondervlak van de kunstmatige bodem 42, door middel van een aantal montage-elementen of bevestigingsmiddelen, die tevoren zijn voorzien aan het ondervlak van de kunstmatige bodem 12. De water-   sproelvoorzlenlng   80 wordt zodanig ontworpen dat water uit het wateropslagbasin 82 wordt gesproeid. 



   Anderzijds wordt, in de weergegeven uitvoeringsvorm, het wateropslagbasin 82   nabi   het holte-gebied 12 geplaatst, en staat dit in verbinding met het bovenvlak van de kunstmatige bodem 42, zodat het regenwater dat op de kunstmatige bodem 42 is gevallen, verzameld kan worden door groeven 84 voor het verzamelen van water of dergelijke, ten behoeve van de opslag. Dit maakt het mogelijk regenwater te gebruiken voor het besproeien van het afval 10 in het holte-gebied 12. Ook kan een regelventil 86 worden voorzien in het wateropslagbasin 82, ten behoeve van de regeling van de hoeveelheid te versproeien water in het holtegebied 12. 



   De weergegeven uitvoeringsvorm van het terrein voor het deponeren van afval, gebouwd zoals hiervoor uiteengezet, is in staat het gedeponeerde afval 10 zodanig om te zetten tot niet-toxisch afval, zodat gemakkelijk een vervuiling van de omgeving wordt voorkomen, ten gevolge van het   zich   verspreiden van het vervullende element o. d. Het afval 10, dat in het holte-gebied 12 gedeponeerd is, die gebouwd is als de omsloten ruimte, door het afdekken van de bovenste opening door de kunstmatige bodem 42, bevindt   zich   normaliter in een anaerobe toestand. Door het toevoeren van lucht vanuit de onderzijde door de beluchtingsvoorziening 90 en het sproelen van water van boven af, door de watersproeivoorziening 80, kan het afval 10 worden omgezet naar een aerobe toestand.

   Door het op   gescolkte W1Jze regelen   van de anaerobe toestand en de aerobe toestand van het afval en door   het toedienen   van hoeveelheden aan te voeren lucht en water, kan de afbraaK van organische bestanddelen   o. d.   in het afval 10 worden beheerst. Ook kan, door het regelen van anaerobe afbraak en aerobe afbraak, op gescnikte wijze een stabilisatie worden bevorderd van het organische bestanddeel, teneinde het afval 10 gemakke- 

 <Desc/Clms Page number 16> 

 lijk om te zetten naar een niet-toxische vorm.

   Daarnaast kan, door het ook toevoeren van water vanuit de onderzijde van het afval 10, en door het bijhouden van de temperatuur in het holte-gebied 12, met gebruik making van een systeem op basis van zonnewarmte   o. d.,   de toestand van het afval 10 in het holte-gebied, geschikt worden gehouden voor het afbraakproces, teneinde een omzetting van het afval in een niet-toxische vorm verder te bevorderen. Ook kan, door een eenheidsregeling van de hoeveelheden lucht en water die vanuit de beluchtingsvoorziening 90 en de   watersproelvoorzienlng   80 worden aangevoerd, en de watertoevoervoorziening 100 aan het holte-gebied 12, en de temperatuur in het holtegebied 12, het afbraakproces van het afval 10 op doelmatige wijze worden uitgevoerd. 



   Ook kan, door de weergegeven uitvoeringsvorm van het terrein voor het deponeren van afval, een grotere hoeveelheid afval 10 in het holtegebied 12 worden gedeponeerd, omdat het volume van het afval 10 kan worden verminderd door afbraak en compactering door het water. Het afval 10,   omgezet   in een niet-toxische vorm door het afbraakproces, kan worden weggenomen en naar de natuur worden gerecirculeerd, door het te gebruiken als een vervanging voor grond en zand voor aanvullingen o. d. Anderzijds kan, door het verwijderen van het afval 10, het terrein voor het deponeren van afval herhaald worden gebruikt. Voorts kan, door het verzamelen van bruikbaar gas, ontstaan door de afbraak van het afval 10, zoals methaangas   o. d., opgewekt   door een anaerobe afbraak, dit op doeltreffende wijze worden gebruikt als brandstof. 



     Anderzijds   geeft figuur 10 nog een verdere   uitvcerlngsvorm   weer   r-n   het terrein voor het deponeren van afval volgens de onderhavige uitvinding. Het terrein voor het deponeren van afval heeft een soortgel-jke bcuw als die van het terrein voor het deponeren van afval van 
 EMI16.1 
 figuur 8, met uitzondering van een dragende constructie van de ;:¯e bodem 42 en de afschernlngswanÅa 6a.

   Het terreln voor het deponeren    kunstma-v-n   afval volgens de weergegeven uitvoeringsvorm, draagt de kunstmatige   adern 42   en de   afscneringswand   60 namelijk door een constructie 60a met   kcicmmen en balken.   Met de weergegeven constructie, kan de kunstmatige   bodem   42 en de   afscherningswand   60   stevig   en   stabiel   worden ondersteund dcor de constructie 60a met balken en kolommen, zodat een grootschalig   terrein   vccr het deponeren van afval kan worden geocuwd. 



   Hoewel de uitvinding is afgebeeld en bescnreven met betrekking tot 

 <Desc/Clms Page number 17> 

 een ultvoeringsvorm als voorbeeld daarvan, dient het voor deskundigen duidelijk te zijn, dat de bovenstaande en diverse andere wijzigingen, weglatingen en toevoegingen daarin en daaraan kunnen worden aangebracht, zonder de geest en het kader van de onderhavige uitvinding te verlaten. 



  Daarom dient de onderhavige uitvinding niet te worden begrepen als beperkt tot de specifieke uitvoeringsvorm zoals deze hierboven is uiteengezet, maar dient alle mogelijke uitvoeringsvormen te bevatten, die belichaamd kunnen worden binnen het   omvatte. kader   en equivalenten daarvan, ten opzichte van de kenmerken zoals deze uiteengezet worden in de toegevoegde conclusies. 



   Bijvoorbeeld dient, hoewel de   voorgaande   uitvoeringsvormen respectievelijk worden afgebeeld met een constructie, waarbij het holte-gebied 12 wordt omgeven door de afschermingswand 60, het terrein voor het deponeren van afval volgens de onderhavige uitvinding, niet beperkt te worden tot de specifieke constructies. Bijvoorbeeld kan, wanneer een groot oppervlak in een vallei in een bergachtig gebied beschikbaar is, het terrein voor het deponeren van afval worden gebouwd door de zijdelingse omtrek van het holte-gebied te vormen tot een talud, in zodanige mate, dat een bezwijken van de bodem nooit zal optreden, en door het uitleggen van de   waterbarrière-folie   op het hellende oppervlak.

Claims (14)

  1. Konklusies. 1. - Een terrein voor het deponeren van afval, daardoor gekenmerkt dat het omvat : een ruimte (12) in de vorm van een holte voor het daarin opnemen van afval (10) ; een vlakke constructie (42), voorzien om een totale, bovenste opening van de genoemde holte-vormige ruimte (12) af te dekken, waarbij de genoemde vlakke constructie (42) gebouwd wordt voorafgaand aan het begin van het deponeren van het afval (10) in de genoemde ruimte (12) ; middelen (80) aangebracht aan het ondervlak van de genoemde vlakke constructie (42) voor het sproeien van water op het genoemde afval ; middelen (100) aangebracht aan de bodem van de genoemde holte-vormige ruimte (12) voor het toevoeren van water naar het genoemde afval (10) van onder af ;
    en middelen (90) aangebracht aan de bodem van de genoemde holte-vormige ruimte (12) voor het toevoeren van lucht aan het afval (10).
  2. 2.-Een terrein voor het deponeren van afval volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de genoemde middelen (80) aangebracht aan het ondervlak van de genoemde vlakke constructie (42) voor het sproeien van water op het afval een aantal watertoevoerpijpen omvatten met een aantal watersproeimonden, een wateropslagbassin (82) voor het opslaan van aan te voeren water, en een pijpleidingsysteeem voor het toevoeren van water, voor de verbinding tussen de genoemde watertoevoerpijpen en het genoemde wateropslagbassin (82), voor het toevoeren van water uit het genoemde wateropslagbassin (82) naar de genoemde watertoevoerpijpen. <Desc/Clms Page number 19>
  3. 3.-Een terrein voor het deponeren van afval volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat een regelventiel (86) wordt voorzien in het genoemde wateropslagbassin (82), voor het regelen van een hoeveelheid toe te voeren water naar de genoemde watertoevoerpijpen.
  4. 4.-Een terrein voor het deponeren van afval volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat het genoemde wateropslagbassin (82) in verbinding gebracht wordt met een verzamelmiddel (84) voor water, voor het verzamelen van regenwater aan het bovenvlak van de genoemde vlakke constructie (42), voor het opslaan van het water in het genoemde wateropslagbassin (82).
  5. 5.-Een terrein voor het deponeren van afval volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de genoemde middelen (90) welke zijn aangebracht aan de bodem van de genoemde holte-vormige ruimte (12) en lucht toevoeren, een aantal luchtpijpen omvatten, met een aantal luchtspuitmonden, een luchtcompressor (92) voor het opwekken van perslucht, een toevoerpijpensysteem (94) voor lucht, dat de genoemde luchtpijpen in verbinding brengt met de genoemde luchtcompressor, voor het toevoeren van perslucht naar de genoemde luchtpijpen.
  6. 6.-Een terrein voor het deponeren van afval volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de genoemde middelen (100) die zijn aangebracht aan de bodem van de genoemde holte-vormige ruimte (12) en die water toevoeren naar het gedeponeerde afval, bestaan uit een aantal watertoevoerpijpen met een aantal waterspuitmonden, een wateropslagbassin (82), voor het opslaan van het aan te <Desc/Clms Page number 20> voeren water, en een stelsel watertoevoerpijpen (94), dat de genoemde watertoevoerpijpen in verbinding brengt met het genoemde wateropslagbassin (82), voor het toevoeren van water van het genoemde wateropslagbassin (82) naar de genoemde watertoevoerpijpen.
  7. 7.-Een terrein voor het deponeren van afval volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat een regelventil (86) wordt voorzien in het genoemde wateropslagbassin (82), voor het regelen van een hoeveelheid aan te voeren water, naar de genoemde watertoevoerpijpen (94).
  8. 8.-Een terrein voor het deponeren van afval volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat het genoemde wateropslagbassin (82) in verbinding wordt gebracht met een waterverzamelmiddel (84), voor het verzamelen van regenwater aan het bovenvlak van de genoemde vlakke constructie (42) voor het opslaan van het water in het genoemde wateropslagbassin (82).
  9. 9.-Een terrein voor het deponeren van afval volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de genoemde vlakke constructie (42) een betonnen paneel omvat in de vorm van een vlakke plaat, en dragende palen (24), die binnen de genoemde holte-vormige ruimte zijn ingeheid voor het ondersteunen van het genoemde betonnen paneel.
  10. 10. - Een terrein voor het deponeren van afval volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de genoemde vlakke constructie (42) een betonnen paneel omvat in de vorm van <Desc/Clms Page number 21> een vlakke plaat en een dragende constructie (60a) met inbegrip van kolommen en balken.
  11. 11.-Een terrein voor het deponeren van afval volgens conclusie l, daardoor gekenmerkt dat de genoemde vlakke constructie (42) wordt gevormd met ten minste een deponeeropening (46 ; 66) voor afval voor het deponeren van het afval in de genoemde holte-vormige ruimte (12), waarbij de genoemde deponeeropening voor afval geopend en gesloten wordt.
  12. 12.-Een terrein voor het deponeren van afval wordt volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de genoemde vlakke constructie (42) wordt gevormd met een weghaalopening voor afval, voor het weghalen van door de opslag in de genoemde holte-vormige ruimte (12) verwerkt, niet toxisch afval.
  13. 13.-Een terrein voor het deponeren van afval volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de genoemde vlakke constructie (42) wordt voorzien van ten minste een ventilatie-opening voor het verzamelen van gas dat ontstaat uit het genoemde afval, dat gedeponeerd is in de genoemde holte-vormige ruimte.
  14. 14.-Een terrein voor het deponeren van afval, daardoor gekenmerkt dat het omvat : een ruimte (12) in de vorm van een holte, gevormd voor het opnemen van afval (10) ; een betonnen paneel (42) in de vorm van een vlakke plaat, dat de bovenste opening van de genoemde <Desc/Clms Page number 22> holte-vormige ruimte (12) afdekt, voorafgaand aan het begin van het deponeren van afval (10) ; een watersproeivoorziening (80) met inbegrip van een aantal watertoevoerpijpen met een aantal sproeimonden, en een wateropslagbassin (82), dat in verbinding is gebracht met de genoemde watertoevoerpijpen ;
    een watertoevoervoorziening (100), met inbegrip van een aantal watertoevoerpijpen met een aantal waterspuitmonden, een wateropslagbassin (82) voor het opslaan van toe te voeren water, en een stelsel van watertoevoerpijpen, die de genoemde watertoevoerpijpen in verbinding brengt met het genoemde wateropslagbassin (82), voor het toevoeren van water van het genoemde wateropslagbassin (82) naar de genoemde watertoevoerpijpen ; en een beluchtingsvoorziening (90) voorzien aan de bodem van de genoemde holte-vormige ruimte (12), en met inbegrip van een aantal luchtpijpen, met een aantal luchtspuitmonden, een luchtcompressor (92) die perslucht opwekt, een stelsel van luchttoevoerpijpen, die de genoemde luchtpijpen in verbinding brengt met de genoemde luchtcompressor (92), voor het toevoeren van de perslucht naar de genoemde luchtpijpen.
BE9300550A 1993-04-09 1993-05-28 Terrein voor het deponeren van afval. BE1007800A5 (nl)

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP8353493A JPH06292874A (ja) 1993-04-09 1993-04-09 廃棄物処分場

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1007800A5 true BE1007800A5 (nl) 1995-10-24

Family

ID=13805171

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9300550A BE1007800A5 (nl) 1993-04-09 1993-05-28 Terrein voor het deponeren van afval.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US5375944A (nl)
JP (1) JPH06292874A (nl)
BE (1) BE1007800A5 (nl)
DE (1) DE4317976A1 (nl)
FR (1) FR2703603B1 (nl)
GB (1) GB2276905B (nl)
IT (1) IT1262123B (nl)
NL (1) NL194034C (nl)

Families Citing this family (19)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5564862A (en) * 1994-05-04 1996-10-15 Markels, Jr.; Michael Method of improved landfill mining
DE19510917C1 (de) * 1995-03-24 1996-02-22 Fraunhofer Ges Forschung Verfahrbare Multifunktions-Entsorgungssimulations-Anlage
DE19548184A1 (de) * 1995-12-22 1997-06-26 Heuser Consult Ingenieurbueros Einrichtung für die Verminderung der Emissionen von Hausmüll-Deponien
US6024513A (en) * 1996-11-14 2000-02-15 American Technologies Inc Aerobic landfill bioreactor
JP3703288B2 (ja) * 1997-03-26 2005-10-05 キヤノン株式会社 土壌の浄化方法
US6481929B1 (en) * 1998-04-27 2002-11-19 Arcadis Geraghty & Miller Aerobic bioreduction of municipal solid waste landfill mass
EP1086756A3 (de) * 1999-09-23 2003-03-19 Gerhard Prof. Rettenberger Verfahren zum Herstellen oder Sanieren oder Abdichten von Deponien
KR20020076390A (ko) * 2001-03-28 2002-10-11 이복일 에어돔을 이용한 폐기물 매립장 조성공법
CA2468158C (en) * 2003-08-14 2006-05-23 Brian Joseph Forrestal System and method for the production of biogas and compost
JP4649657B2 (ja) * 2005-06-02 2011-03-16 学校法人福岡大学 廃棄物の埋立処分方法、及び廃棄物埋立構造
KR100894471B1 (ko) * 2007-08-06 2009-04-22 엘지전자 주식회사 의류 건조기
JP4824659B2 (ja) * 2007-10-25 2011-11-30 前田建設工業株式会社 廃棄物及び浸出水の安定化方法
US8091202B2 (en) 2009-05-06 2012-01-10 Synventive Molding Solutions, Inc. Method and apparatus for coupling and uncoupling an injection valve pin
US8662791B2 (en) * 2010-09-09 2014-03-04 Impact Bidenergy LLC Subterranean alternating digester system and method
ITBS20120028A1 (it) * 2012-02-28 2013-08-29 G & G Partners S R L Sistema di copertura di una discarica
JP6234204B2 (ja) * 2013-12-17 2017-11-22 クボタ環境サ−ビス株式会社 有機性廃棄物の埋立処理方法及び前処理設備
US11655625B2 (en) * 2020-12-16 2023-05-23 Donna Woodrum Floodwater redistribution assembly
CN114059598B (zh) * 2021-12-07 2022-09-16 湘潭大学 一种适用于磷矿渣填埋场的自动化生态恢复系统及其施工方法
CN116251388B (zh) * 2023-03-08 2024-05-10 中百盈科技发展有限公司 一种工地环保施工降尘洗车池

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2014227A (en) * 1978-02-10 1979-08-22 Shaw C B Improvements in Building Construction
WO1986001198A1 (en) * 1984-08-07 1986-02-27 Sorain Cecchini S.P.A. Aeration device for composting reservoirs of biomass
US4758344A (en) * 1985-12-21 1988-07-19 Messerschmitt-Boelkow-Blohm Gmbh Method for treating organic garbage, especially household refuse
JPH01304092A (ja) * 1988-06-01 1989-12-07 Ohbayashi Corp 廃棄物処分場の造成方法
WO1990003232A1 (de) * 1988-09-29 1990-04-05 Hans Richter Verfahren zur behandlung von mülldeponien

Family Cites Families (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB841018A (en) * 1957-07-26 1960-07-13 Express Maschinen A G Storage tank
NL121317C (nl) * 1960-04-20
US3904524A (en) * 1973-06-11 1975-09-09 Advanced Fibre Glass Ltd Container structure
DE2519618C3 (de) * 1975-05-02 1982-04-29 Jung, Hermann, Dr., 4060 Viersen Vorrichtung zur maschinellen Schnell-Kompostierung von Klärschlamm und anderen flüssigen, halbfesten oder festen Abfallstoffen sowie von Gemischen aus diesen
US4396402A (en) * 1980-06-23 1983-08-02 Institute Of Gas Technology Gas production by accelerated bioleaching of organic materials
US4323367A (en) * 1980-06-23 1982-04-06 Institute Of Gas Technology Gas production by accelerated in situ bioleaching of landfills
US4618284A (en) * 1984-05-24 1986-10-21 Marks Alvin M Device and method for the reclamation of polluted land areas
DE3521947A1 (de) * 1985-06-14 1987-01-15 Holzmann Philipp Ag Behaelter fuer deponiefaehige abfaelle
US4643111A (en) * 1985-08-21 1987-02-17 Jones Robert L Resource recovery utility
US4844813A (en) * 1987-06-29 1989-07-04 Amerada Hess Corporation System and process for treatment of biodegradable waste
DE3809128A1 (de) * 1988-03-18 1989-10-05 Schoenmackers Umweltdienste Gm Verfahren zum errichten einer deponie
IT1242259B (it) * 1990-10-11 1994-03-03 Giancarlo Galeazzi Dispositivo per la raccolta di rifiuti
DE4102210A1 (de) * 1991-01-25 1992-07-30 Licencia Holding Sa Vefahren und vorrichtung zum kompostieren von organischen abfaellen oder klaerschlaemmen
US5037239A (en) * 1991-02-05 1991-08-06 Olsen-Beal Associates Underground concrete vault structure for hazardous liquid storage tanks

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2014227A (en) * 1978-02-10 1979-08-22 Shaw C B Improvements in Building Construction
WO1986001198A1 (en) * 1984-08-07 1986-02-27 Sorain Cecchini S.P.A. Aeration device for composting reservoirs of biomass
US4758344A (en) * 1985-12-21 1988-07-19 Messerschmitt-Boelkow-Blohm Gmbh Method for treating organic garbage, especially household refuse
JPH01304092A (ja) * 1988-06-01 1989-12-07 Ohbayashi Corp 廃棄物処分場の造成方法
WO1990003232A1 (de) * 1988-09-29 1990-04-05 Hans Richter Verfahren zur behandlung von mülldeponien

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 14, no. 96 (C - 692) 22 February 1990 (1990-02-22) *

Also Published As

Publication number Publication date
JPH06292874A (ja) 1994-10-21
GB9311061D0 (en) 1993-07-14
GB2276905B (en) 1997-04-09
NL194034B (nl) 2001-01-02
NL9300923A (nl) 1994-11-01
FR2703603B1 (fr) 1996-05-10
NL194034C (nl) 2001-05-03
ITUD930096A0 (it) 1993-05-31
US5375944A (en) 1994-12-27
FR2703603A1 (fr) 1994-10-14
DE4317976A1 (de) 1994-10-13
GB2276905A (en) 1994-10-12
IT1262123B (it) 1996-06-19
ITUD930096A1 (it) 1994-12-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1007800A5 (nl) Terrein voor het deponeren van afval.
CN107366251B (zh) 一种污泥塘场地原位生态修复系统的施工方法
CN216007052U (zh) 一种垃圾刚性填埋场
KR100667458B1 (ko) 중간 복토를 재활용하는 폐기물 매립장 및 매립 방법
CN114319455B (zh) 一种大型垃圾填埋场全覆盖封场、环境处理及复绿工艺
KR100667262B1 (ko) 차수매트를 활용하여 매립가스 누출을 방지할 수 있는폐기물 매립장
KR101008566B1 (ko) 공기막 구조를 이용한 순환형 매립지의 호기성 정비 및 조성, 운영방법
CN114457855B (zh) 一种下沉式水平防渗与垂直防渗组合结构
JP2884229B2 (ja) 廃棄物の埋立て処理方法
JPH0379074B2 (nl)
JP4000780B2 (ja) 廃棄物の埋立方法
JPH0341237B2 (nl)
CN209935492U (zh) 危险废物刚性填埋系统及危险废物倒运系统
Cointreau Sanitary landfill design and siting criteria
JP3961984B2 (ja) 廃棄物貯蔵設備及びその設置方法
JPH0734900B2 (ja) 廃棄物の埋立て処理方法及びその装置
KR100582875B1 (ko) 준설토 표층 배수 건조 공법
JP3453706B2 (ja) 管理型廃棄物処分設備及び処分法
CN104141299B (zh) 应用于水下钻孔灌注桩的环保施工方法
CN114525817B (zh) 一种水平防渗与垂直防渗组合结构的施工方法
JPH1157645A (ja) 廃棄物処分場の埋立工法
KR19990034657A (ko) 침출수 재순환과 가스취출을 겸한 쓰레기 매립조성방법
JPH0154110B2 (nl)
JP2004298689A (ja) 屋根付廃棄物集積施設
KR100477872B1 (ko) 쓰레기 이동회전장치