<Desc/Clms Page number 1>
OOGSTVOERTUIG EN EEN AANHANGER DAARVOOR
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een oogstvoertuig, meer in het bijzonder op een oogstvoertuig dat is voorzien van een aanhanger met een daarop geplaatste buffercontainer met eigen aandrijfmiddelen en transport-middelen voor het tijdelijk bufferen van geoogst gewas en het in korte tijd lossen van het geoogste gewas in een transportvoertuig.
Het is bekend dat een oogstvoertuig, zoals een maishakselaar en een grashakselaar, het geoogste gewas via een toevoerpijp direct lost in een transportvoertuig, zoals een silagewagen. Dit heeft als nadeel, dat tijdens het oogsten het transportvoertuig naast het oogstvoertuig moet meerijden en, wanneer het transportvoertuig afgevuld is, met oogsten moet worden gestopt totdat een leeg transportvoertuig de plaats naast het oogstvoertuig heeft ingenomen. Verder doen zich problemen voor wanneer begonnen wordt met het oogsten van een perceel doordat het transportvoertuig nog niet naast het oogstvoertuig kan plaatsnemen en deze het oogstvoertuig in hoeken van het perceel moeilijk kan volgen. Tenslotte doen zich problemen voor wanneer het te oogsten perceel zo nat is, dat in principe een silagewagen het perceel niet kan betreden.
Het integreren van een opslagcontainer in het oogstvoertuig leidt tot een zwaar, gecompliceerd en duur oogstvoertuig, terwijl de geïntegreerde container louter bij dit oogstvoertuig kan worden gebruikt, hetgeen zeer ongewenst is voor een loonbedrijf.
De onderhavige uitvinding beoogt een oogstvoertuig en een aanhanger daarvoor te verschaffen, waarbij in hoofdzaak continu kan worden geoogst, wachttijden zoveel mogelijk worden vermeden, transportkosten worden verlaagd
<Desc/Clms Page number 2>
en de container universeel is en kan worden gekoppeld met elk type oogstvoertuig, zodat het geheel van oogstvoertuig en aanhanger leidt tot een goedkope en zeer lichte combinatie.
Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt met een oogstvoertuig, zoals een hakselaar, overeenkomstig de uitvinding, die is voorzien van een toevoerpijp voor toevoer van geoogst gewas naar een container, omvattende een aanhanger, die via een gestel met het oogstvoertuig is gekoppeld, welke aanhanger is voorzien van een op het gestel geplaatste buffercontainer met een voor het lossen van toegevoerd, geoogst gewas bestemde bodemtransporteur, en van aandrijfmiddelen voor de bodemtransporteur, waarbij de buffercontainer en de bodemtransporteur zodanig zijn uitgevoerd, dat de verhouding tussen de lossnelheid van de bodemtransporteur en de toevoersnelheid van de toevoerpijp 3-30, bij voorkeur 5-20 bedraagt.
De onderhavige uitvinding is gebaseerd op het inzicht, dat door het plaatsen van de opvangcontainer op een separate aanhanger en die te voorzien van een zelf aangedreven transporteur die een veel hogere lossnelheid heeft dan de toevoersnelheid aan geoogst gewas, een transportvoertuig af en toe bij de aanhanger langszij moet komen en in korte tijd kan worden gevuld terwijl het oogsten onbelemmerd voortgang vindt. Door het minimale aantal functionele onderdelen van de aanhanger kan zijn constructie eenvoudig en zijn gewicht laag zijn. Dit laatste levert het bijkomende voordeel, dat bij een zeer nat perceel na het vullen van de buffercontainer, deze kan worden gekoppeld met een tractor die de gevulde buffercontainer naar de rand van het perceel brengt en een aldaar opgesteld transportvoertuig in korte tijd vult.
Slechts onder deze uitzonderlijke en barre omstandigheden vindt geen continu oogsten plaats, maar is discontinu oogsten mogelijk terwijl onder normale omstandigheden van oogsten geen sprake kan zijn.
Indien verder bij voorkeur de buffercontainer onder tussenkomst van draaimiddelen is geplaatst op het gestel
<Desc/Clms Page number 3>
en de aandrijfmiddelen de draaimiddelen aandrijven is het aldus mogelijk dat het transportvoertuig gevuld wordt terwijl deze naast het oogstvoertuig rijdt. Aldus is het mogelijk om allerhande transportvoertuigen te vullen.
Verder is het mogelijk om de buffercontainer langwerpig uit te voeren, zodat door draaien tijdens vervoer de breedte van de aanhanger gering is en bij oogsten de breedte maximaal is. Voor een optimale en eenvoudige constructie, maar mede gelet op de hoge krachten gegenereerd door de zeer hoge transportsnelheid van de bodemtransporteur, heeft het voorkeur dat de draaimiddelen een draaikrans omvatten.
Deze hoge krachten kunnen zoveel mogelijk geneutraliseerd worden indien verder bij voorkeur de borgmiddelen de draaimiddelen borgen in de losstand en/of de vervoerstand. Voor het optimaal en in grote hoeveelheden vullen van transportvoertuigen heeft het voorkeur dat gelost wordt van een zo hoog mogelijke loshoogte. Derhalve heeft het voorkeur dat de bodemtransporteur gebufferd gewas lost over een bovenrand van de buffercontainer. Bijvoorbeeld bedraagt de loshoogte 3-6 m vanaf de grond. Indien verder bij voorkeur de buffercontainer een langwerpige vorm bezit, heeft het verder voorkeur dat de bovenrand een korte zijde van de buffercontainer vormt. Aldus is de breedte van de aanhanger minimaal tijdens vervoer en maximaal tijdens oogsten en lossen.
Een ander aspect van de onderhavige uitvinding heeft betrekking op de hiervoor beschreven aanhanger voor het oogstvoertuig volgens de uitvinding. Het zal duidelijk zijn dat deze aanhanger kan worden gebruikt bij verschillende typen oogstvoertuigen, zoals een hakselaar.
Bovendien kan deze aanhanger het gehele jaar door, door de loonbedrijven voor andere werkzaamheden worden toegepast.
Genoemde en andere kenmerken van het oogstvoertuig en de aanhanger volgens de uitvinding, zullen hierna verder verduidelijkt worden aan de hand van een, bij
<Desc/Clms Page number 4>
wijze van voorbeeld gegeven, niet-limitatief uitvoeringsvoorbeeld waarbij wordt verwezen naar de bijgevoegde tekening.
In de tekening is : figuur 1 een perspectivisch, deels weggebroken aanzicht-van het oogstvoertuig volgens de uitvinding tijdens het oogsten.
Figuur 1 toont een oogstvoertuig 1 tijdens het oogsten van mais 2. Het oogstvoertuig omvat een hakselaar 3 waarmee de mais 2 wordt gehakseld en de geoogste, gehakselde mais 4 via een toevoerpijp 5 wordt afgevoerd naar een container 6. Naast het oogstvoertuig 1 rijdt een transportvoertuig 7 voor het opnemen van door de container 6 in het transportvoertuig 7 geloste mais 8.
De hakselaar 3 is een zelfrijdend voertuig met een conventionele constructie die hierna niet zal worden beschreven. Met de hakselaar 3 is via een dissel 9 gekoppeld een aanhanger 10 waarop de container 6 is geplaatst. De aanhanger 10 omvat een gestel 11 dat is verbonden met de dissel en waaraan draaibaar zijn gelagerd twee lagedruk-banden 12, 13. Met het gestel 11 is verder verbonden een draaikrans 14 van een conventioneel type en op de draaikrans 14 is gemonteerd een containergestel 15. Het containergestel 15 draagt de container 6 die is voorzien van een bodemtransporteur 16, en aandrijfmiddelen 17 voor een motor 18 van de draaikrans en een motor 19 van de bodemtransporteur 16.
De aandrijfmiddelen omvatten een dieselmotor 20 die een hydrauliek-pomp 21 aandrijft, welke pomp 21 is verbonden met de motoren 18 en 19. De motor 20 en de pomp 21 staan op een hydrauliek-tank 22, met daaronder over de breedte van het gestel 15 een contragewicht 23. Een contragewicht 24 kan eventueel zijn opgenomen in het gestel 11.
De bodemtransporteur 16 omvat een rond een gehoekte transportplaat 25 geleide ketting 26 met meenemers 27. De kettingen 26 zijn geslagen om keerrollen 28-30. Met de
<Desc/Clms Page number 5>
keerrol 30 is de motor 19 verbonden via tandwielen 31 en 32 en een om deze tandwielen geslagen pulley 33.
De container 6 is langwerpig, doordat de zijde 34 langer is dan de zijde 35. De zijde 35 vormt tevens de bovenrand 35 waaroverheen de bodemtransporteur 16 lost.
Tenslotte is de draaikrans 14 voorzien van een door borgmiddelen 36 omvatte borgpen 37, voor het borgen van de buffercontainer 6 aan het gestel 11 in de getoonde losstand, dan wel door over 90 zwenken in de vervoersstand.
De bodemtransporteur 16 is zodanig uitgevoerd, dat de totale inhoud van de buffercontainer (20-40 m3) in een tot twee minuten kan worden gelost. Aangezien de toevoersnelheid van geoogst gewas via de toevoerpijp 5, 1-5 m3/min. bedraagt, zal het duidelijk zijn dat de bodemtransporteur slechts af en toe moet worden aangedreven om een transportvoertuig te vullen en de container 6 te lossen, terwijl continu via de toevoerpijp 5 geoogst gewas kan worden toegevoerd. Derhalve is continu oogsten mogelijk geworden door gebruik te maken van een separate, zelf aangedreven buffercontainer die een tijdelijke opslag vormt tussen het oogstvoertuig en het transportvoertuig.
Derhalve kan het gewicht van het oogstvoertuig aanmerkelijk worden verlaagd van bijvoorbeeld 13-14 ton naar slechts 4-7 ton, terwijl de constructiekosten als gevolg van de gebruikte eenvoudige constructie, zeer sterk verlaagd zijn. Louter de aandrijfmiddelen 17 moeten een hoog vermogen bezitten, teneinde een minuut per ca. tien minuten de bodemtransporteur met hoog vermogen aan te drijven.
Verrassend is gebleken, dat de inherente verhoging van het zwaartepunt van de aanhanger duidelijk opweegt tegen de gerealiseerde verlaging van het totale gewicht, waardoor balancering gemakkelijk kon worden gerealiseerd door toepassing van een of meer contragewichten.