BE1007215A5 - Weefsel, in het bijzonder tapijt. - Google Patents
Weefsel, in het bijzonder tapijt. Download PDFInfo
- Publication number
- BE1007215A5 BE1007215A5 BE9300593A BE9300593A BE1007215A5 BE 1007215 A5 BE1007215 A5 BE 1007215A5 BE 9300593 A BE9300593 A BE 9300593A BE 9300593 A BE9300593 A BE 9300593A BE 1007215 A5 BE1007215 A5 BE 1007215A5
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- threads
- weft
- fabric
- pile
- weft thread
- Prior art date
Links
Classifications
-
- D—TEXTILES; PAPER
- D03—WEAVING
- D03D—WOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
- D03D27/00—Woven pile fabrics
- D03D27/02—Woven pile fabrics wherein the pile is formed by warp or weft
- D03D27/10—Fabrics woven face-to-face, e.g. double velvet
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Textile Engineering (AREA)
- Woven Fabrics (AREA)
Abstract
Weefsel dat uit bindkettingdraden, (3,4) spankettingdraden (9,10), inslagdraden (6,7,8) een pooldraden (11,12,13,14) of deel ervan bestaat, waarbij bindkettingdraden (3,4) paarsgewijs zich kruisen om een reeks openingen (49,50,51,52,53,54,55) te vormen voor elke opening (49,50,51,52,53,54,55), een pooldraad (11,12,13,14) zich uitstrekt of loopt tussen, enerzijds, de eerste inslagdraad (6) en anderzijds de tweede (7) en/of de derde inslagdraad (8) van een opening (50), en tussen, enerzijds, de eerste inslagdraad (6) van bovengenoemde opening (50) en anderzijds de derde (8) en/of de tweede inslagdraad (7) van een naast boven bepaalde opening (50) gelegen opening (49).
Description
<Desc/Clms Page number 1> WEEFSEL, IN HET BIJZONDER TAPIJT Huidige uitvinding heeft betrekking op een weefsel, in het bijzonder op een tapijtweefsel waarin de werkende pooldraden of poollussen speciaal gebonden zijn, namelijk niet doorgebonden zijn en waarbij de niet werkende pool ingebonden wordt. Door die speciale binding worden de pooldraadlussen van de werkende pool op de rugzijde van het tapijt beschermd en gebruikt men minder pooldraadmateriaal om een bepaalde nuttige poolhoogte te bekomen ten opzichte van gekende tapijtweefsels in een drieschotbinding en met dezelfde bepaalde poolhoogte. Het weefsel volgens de uitvinding bestaat uit bindkettingdraden, spankettingdraden, inslagdraden en pooldraden, waarbij bindkettingdraden paarsgewijs zieh kruisen om een reeks openingen te vormen die zieh telkens bevinden tussen twee kruispunten van de bindkettingdraden van een paar, waarbij pooldraden of delen ervan aan inslagdraden gebonden zijn, terwijl drie inslagdraden door elke opening doorgaan om aldus een drieschotbinding te vormen. Door elke opening lopen er drie inslagdraden, waarvan de tweede en de derde op een nagenoeg zelfde afstand van een eerste kruispunt van een opening gelegen zijn, terwijl de eerste verwijderd is van dit eerste kruispunt van een afstand die groter is dan bovengenoemde afstand <Desc/Clms Page number 2> eerste kruispunt-tweede of derde inslagdraad, zodat die eerste inslagdraad naast het tweede kruispunt van de opening gelegen is, welk tweede kruispunt het eerste kruispunt is van een naast gelegen opening. Voor elke opening strekt een werkende pooldraad zieh uit tussen, enerzijds, de eerste inslagdraad en, anderzijds de tweede en/of de derde inslagdraad van een opening en tussen, enerzijds, de eerste inslagdraad van bovengenoemde opening en, anderzijds, de derde en/of de tweede inslagdraad van een naast boven bepaalde opening gelegen opening. Daar de inslagdraden langs de rugzijde van het tapijt niet gebruikt worden voor het afbinden van pooldraden, zijn zulke tapijten bijzonder geschikt om gekleefd te worden op oppervlakten, bij voorbeeld op bodem en muren. Daar bovendien de lijm zieh slechts tussen de inslagdraden langs de rugzijde en de oppervlakte bevindt, wordt de soepelheid van de pooldraden van het tapijt niet aangetast, alhoewel de vastkleving van het tapijt op het oppervlak uitstekend is. De pooldraadlussen van de werkende pool komen niet in kontakt met de bodem en zullen aldus geen slijtage ondergaan. In een uitvoeringsvorm toont het weefsel twee tegenoverliggende zijden, namelijk een rugzijde en een poolzijde welke gericht is naar de vrije uiteinden van de pooldraden die met een gekende inrichting doorgesneden worden. In die uitvoeringsvorm is de reeks van derde inslagdraden gericht naar de rugzijde ten opzichte van de reeks van tweede inslagdraden, terwijl de spankettingdraden zieh uitstrekken tussen eerste en derde inslagdraden, waarbij de pooldraadlussen van de werkende of opstaande pool, langs de rugzijde beschermd worden door die spankettingdraden. <Desc/Clms Page number 3> Volgens een ander kenmerk van het weefsel volgens de uitvinding zijn de niet werkende pooldraden ingebonden tussen de eerste inslagdraden en de tweede inslagdraden. Bij voorkeur, bij het einde van inbinding en alvorens werkende pool te worden, wordt een pooldraad eerst tussen de eerste inslagdraad en de derde inslagdraad van een opening gebracht. In uitvoeringsvormen die de voorkeur genieten, heeft tenminste een inslagdraad per opening, een dikte die kleiner is dan de dikte van een andere inslagdraad. De uitvinding heeft nog betrekking op een struktuur bestaande uit twee weefsels waarvan tenminste een weefsel een weefsel volgens de uitvinding is. Andere kenmerken en details van de uitvinding zullen uit de volgende beschrijving voortvloeien waarin verwezen wordt naar de bijgevoegde tekeningen. In die tekeningen tonen : - figuur 1 in doorsnede een uitvoeringsvorm van een struktuur volgens de uitvinding ; figuur 2 in doorsnede een andere uitvoeringsvorm van een struktuur volgens de uitvinding, en figuren 3 t/m 6 de ligging van de inslagdraden de ene ten opzichte van de andere van meerdere uitvoeringsvormen. Figuur 1 toont een struktuur volgens de uitvinding bestaande uit een bovenweefsel 1 en een onderweefsel 2. Elk weefsel bestaat uit : * bindkettingdraden 3, 4 die paarsgewijze zieh kruisen om een reeks openingen 50, 51, 52, 53, 54, enz. te vormen die telkens gelegen zijn tussen twee kruispuntgen (500, 501 voor de opening 50) <Desc/Clms Page number 4> van de bindkettingdraden 3, 4, * voor elke opening van een weefsel dat tussen twee bindkettingdraden gedefinieerd is, drie inslagdraden 6, 7, 8 die door de bindkettingdraden afgebonden worden, * spankettingdraden (9 voor het bovenweefsel, 10 voor het onderweefsel) en * pooldraden 11,12, 13 die onder-en bovenweefsel verbinden en die door de inslagdraden afgebonden zijn om pool te vormen tussen het bovenweefsel 1 en het onderweefsel 2, d. i. werkende pool. De inslagdraden 6, 7, 8 die door een opening, b. v. 50, van een weefsel lopen, lopen ook door de opening die naast bovengenoemde opening gelegen is en die gevormd is tussen naastgelegen bindkettingdraden van hetzelfde weefsel. Voor elke opening, b. v. 50, is een eerste inslagdraad 6 na het kruispunt 500 gelegen, terwijl de twee andere inslagdraden 7, 8 op een nagenoeg zelfde afstand gelegen zijn van bovengenoemd kruispunt 500 van de opening waarin bovengenoemde inslagdraden 6, 7, 8 zieh bevinden. Voor elke opening van elk weefsel 1, 2, verloopt tenminste een pooldraad 11, 12, 13, 14 die het bovenweefsel 1 en het onderweefsel 2 verbindt, tussen, enerzijds, de eerste inslagdraad 6 en anderzijds de tweede 7 en/of de derde inslagdraad 8 van een opening 50, en tussen, enerzijds, de eerste inslagdraad 6 van bovengenoemde opening 50 en, anderzijds de tweede of de derde inslagdraad van een naast boven bepaalde opening 50 gelegen opening 49. De inslagdraden 7, 8 bevinden zieh aan de weerszijden van de spankettingdraden 9, 10. Bij voorbeeld bevinden de inslagdraden 7, 8 zieh aan <Desc/Clms Page number 5> weerszijden van de spankettingdraad 9 die door naast gelegen openingen 49, 50, 51, 52 van een weefsel loopt. De spankettingdraden 9 van het bovenweefsel 1 definieren een vlak A terwijl de spankettingdraden 10 van het onderweefsel 2 een vlak B, die evenwijdig aan vlak A is, definieert. Tussen die vlakken A en B strekken de eerste inslagdraden van het bovenweefsel 1 en van het onderweefsel 2, uit. Pooldraad 11 loopt bij voorbeeld als volgt : a) tussen, enerzijds, de tweede en derde inslagdraad van de opening 49, en anderzijds, de eerste inslagdraad 6 van de opening 50 die de opening 49 van het bovenweefsel 1 volgt ; b) tussen de eerste 6 en de tweede inslagdraden 7 van de openingen 51, 52, 53 van het bovenweefsel 1 om ingebonden te worden in het bovenweefsel 1 ; c) tussen de tweede inslagdraad 7 van de opening 53 en de eerste inslagdraad 6 van de opening 54 ; d) tussen het bovenweefsel 1 en het onderweefsel 2 ; e) tussen, enerzijds, de tweede en derde inslagdraden 7, 8 van de openingen 54 van het onderweefsel 2, en anderzijds, de eerste inslagdraad 6 van de opening 55 die de opening 54 volgt ; f) tussen, enerzijds, de eerste inslagdraad 6 van de opening 55 en, anderzijds, de tweede en derde inslagdraden 7, 8 van de opening 55 ; g) tussen het onderweefsel 2 en het bovenweefsel ; enz. De pooldraad 13 die in het onderweefsel 2 ingebonden is loopt <Desc/Clms Page number 6> * tussen de eerste inslagdraad 6 en de tweede inslagdraad 7 van de openingen 50 en 51, * daarna onder de eerste inslagdraad 6 van de opening 52 d. w. z. tussen de eerste inslagdraad 6 en de rugzijde R van het onderweefsel 2 (zijde waarnaar de derde inslagdraden 8 van het onderweefsel 2 gericht zijn) * tussen, enerzijds, de eerste inslagdraad 6 en, anderzijds, de tweede en derde inslagdraad 7, 8 van de opening 52 ; * tussen het onderweefsel 2 en het bovenweefsel 1, en tussen, enerzijds, de tweede en derde inslagdraden van de opening 51 en, anderzijds, de eerste inslagdraad 6 van de opening 52, tussen, enerzijds, de eerste inslagdraad 6 van de opening 52 van het bovenweefsel, en, anderzijds, de tweede en de derde inslagdraden van de opening 52, enz. Figuur 2 toont een struktuur die gelijkaardig is aan de struktuur die afgebeeld is in figuur 1, tenzij dat de pooldraad 11, alvorens niet meer in het bovenweefsel ingebonden te worden, zieh uitstrekt boven de eerste inslagdraad 6 d. w. z. tussen de eerste en de derde inslagdraden 6, 8 van een opening. Door het snijden van de pooldraden die zieh tussen het bovenweefsel 1 en het onderweefsel 2 bevinden bekomt men twee weefsels volgens de uitvinding. Figuren 3 t/m 6 tonen de ligging van de inslagdraden de ene ten opzichte van de andere in weefsels volgens de uitvinding. In de uitvoeringsvorm van figuur 3 bezitten de inslagdraden 6, 7, 8 een zelfde dikte. In de uitvoeringsvorm van figuur 4 is <Desc/Clms Page number 7> de tweede inslagdraad 7 dunner dan de eerste en derde inslagdraden 6, 8, terwijl in de uitvoeringsvorm van figuur 5 de eerste inslagdraad 6 dunner is dan de tweede en derde inslagdraden 7, 8. Tenslotte, in de uitvoeringsvorm van figuur 6 zijn de eerste en de tweede inslagdraden 6, 7 dunner dan de derde inslagdraad 8. Bij voorbeeld is de eerste en tweede inslagdraad ongeveer half zo dik als de derde inslagdraad, die de rugzijde R van het tapijt vormt. In de uitvoeringsvormen van figuren 4 t/m 6 gebruikt men minder pooldraadmateriaal ten opzichte van de uitvoeringsvorm van figuur 3 voor een zelfde poolhoogte, daar de dikte van de eerste en/of tweede inslagdraad kleiner is.
Claims (9)
- CONCLUSIES 1. Weefsel dat uit bindkettingdraden, (3, 4), spankettingdraden (9, 10), inslagdraden (6, 7, 8) en pooldraden (11, 12, 13, 14) of deel ervan bestaat, waarbij bindkettingdraden (3, 4) paarsgewijs zieh kruisen om een reeks openingen (49, 50, 51, 52, 53, 54, 55) te vormen die elk zieh uitstrekken tussen twee kruispunten (500, 501) van de bindkettingdraden (3, 4) van een paar, waarbij pooldraden (11, 12, 13, 14) of delen ervan aan inslagdraden (6, 7, 8) verbonden zijn, terwijl drie inslagdraden (6, 7, 8) door elke opening doorgaan waarvan de tweede (7) en de derde (8) op een nagenoeg zelfde afstand van een eerste kruispunt (501) van een opening (50) gelegen zijn, terwijl de eerste (6) verwijderd is van dit eerste kruispunt (501)van een afstand die groter is dan bovengenoemde afstand eerste kruispunt (501) tweede (7) of derde (8) inslagdraad, zoals die eerste inslagdraad (6) naast het tweede kruispunt (500) het eerste kruispunt is van een naast gelegen opening (49), waarbij de eerste inslagdraden een vlak definieren dat tussen de vlakken gedefinieerd door de tweede en derde inslagdragen gelegen is en dat niet overeenstemt met een van die vlakken, met het kenmerk dat, voor elke opening (49, 50, 51, 52, 53, 54, 55), een pooldraad (11, 12, 13, 14) zieh uitstrekt of loopt tussen, enerzijds, de eerste inslagdraad (6) en ande=- EMI8.1 zijds de tweede (7) en/of de derde inslagdraad (8) van een cpening (50), en tussen, enerzijds, de eerste inslagdraad (6) van bovengenoemde opening (50) en anderzijds de derde (8) en/of de tweede inslagdraad (7)van een naast boven bepaalde opening (50) gelegen opening (49). <Desc/Clms Page number 9>
- 2. Weefsel volgens conclusie 1, dat twee tegenoverliggende zijden toont, namelijk een rugzijde en een poolzijde die gericht is naar de vrije uiteinden van de pooldraden, met het kenmerk dat de reeks van de derde inslagdraden t. o. v. de reeks van de tweede inslagdraden gericht is naar de rugzijde (R) en dat de spankettingdraden (9) zich uitstrekken tussen de eerste en de derde inslagdraden, waarbij de spankettingdraden een bescherming vormt voor de pooldraden langs de rugzijde (R).
- 3. Weefsel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de werkende pooldraden zieh in het weefsel uitstrekken of lopen tussen eerste inslagdraden (6) en derde inslagdraden (8) en de niet werkende pooldraden zieh uitstrekken of lopen tussen eerste inslagdraden (6) en tweede inslagdraden (7) van een of meerdere openingen.
- 4. Weefsel volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de pooldraden (11, 12, 13) alvorens niet meer in het weefsel in te binden zieh tussen de eerste inslagdraad (6) en de derde inslagdraad (8) van een opening uitstrekken.
- 5. Weefsel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat, per opening, de eerste of tweede inslagdraad (7) een dikte heeft die dunner is dan de dikte van de derde inslagdraad (8).
- 6. Weefsel volgens een der conclusies 1 t/m 4, met het kenmerk dat per opening de eerste (6) en de tweede inslagdraad (7) een dikte hebben die dunner is dan de dikte van de derde inslagdraad (8). <Desc/Clms Page number 10>
- 7. Weefsel bekomen door het doorsnijden van een struktuur bestaande uit een bovenweefsel volgens een der voorgaande conclusies en uit een oonderweefsel volgens een der voorgaande conclusies, welke weefsels door pooldraden samen verbonden zijn.
- 8. Werkwijze voor de vervaardiging van een weefsel, volgens een van de voorgaande conclusies, - waarbij een bovenweefsel en een onderweefsel gevormd worden, door voor elk weefsel, opeenvolgende groepen van drie inslagdraden (6, 7, 8) te voorzien, zodat in elke groep een eerste inslagdraad (6) zieh uitstrekt naast een tweede (7) en een derde inslagdraad (8) die, respectievelijk langs de poolzijde en langs de rugzijde van de weefsels, boven elkaar liggen, en zodat de eerste inslagdraden (6) zieh uitstrekken in een vlak dat gelegen is tussen twee vlakken, waarin respectievelijk de tweede (7) en de derde inslagdraden (8) zieh uitstrekken, door voor elk weefsel naast elkaar gelegen kettingstelsels van twee bindkettingdraden (3, 4) te voorzien, dewelke elkaar herhaaldelijk kruisen om tussen hun kruispunten (500, 501) opeenvolgende openingen (49-55) te vormen,waardoor zieh telkens een groep inslagdraden (6, 7, 8) uitstrekt, en door per kettingstelsel een spankettingdraad (9, 10) in te binden in elk weefsel ; - waarbij per kettingstelsel, minstens een poolvormende kettingdraad (11-14) volgens een dwarsschotbinding, afwisselend in het bovenweefsel en het onderweefsel afgebonden wordt over een inslagdraad - en waarbij alle poolvormende poolkettingdraden (11-14) tussen beide weefsels worden doorgesneden met het kenmerk dat de poolvormende poolkettingdraden (11- 14) telkens over de eerste inslagdraad (6) van opeenvolgende groepen worden afgebonden, en dat de dode <Desc/Clms Page number 11> poolkettingdraden (11-14) per kettinggang, verdeeld over beide weefsels worden ingebonden.
- 9. Werkwijze, volgens conclusie 8, met het kenmerk dat telkens drie inslagdraden terzelfdertijd worden ingebracht, waarbij afwisselend een tweede (7) en een derde inslagdraad (8) in het onderweefsel, en een eerste inslagdraad (6) in het bovenweefsel, respectievelijk een tweede (7) en een derde inslagdraad (8) in het bovenweefsel, en een eerste inslagdraad in het onderweefsel, worden voorzien.
Priority Applications (8)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE9300593A BE1007215A5 (nl) | 1993-06-11 | 1993-06-11 | Weefsel, in het bijzonder tapijt. |
DE69430215T DE69430215T2 (de) | 1993-06-11 | 1994-06-07 | Verfahren zum Herstellen von Doppelplüschgeweben |
EP94201621A EP0628649B1 (en) | 1993-06-11 | 1994-06-07 | Method for manufacturing a face-to-face pile fabric |
EP97201387A EP0805227B1 (en) | 1993-06-11 | 1994-06-07 | Method for manufacturing a face to face pile fabric |
EP97201386A EP0805226B1 (en) | 1993-06-11 | 1994-06-07 | Method for manufacturing a face-to-face pile fabric |
DE69430216T DE69430216T2 (de) | 1993-06-11 | 1994-06-07 | Verfahren zum Herstellen von Doppelplüschgeweben |
DE69407663T DE69407663T2 (de) | 1993-06-11 | 1994-06-07 | Verfahren zum Herstellen von Doppelplüschgeweben |
US08/257,896 US5655573A (en) | 1993-06-11 | 1994-06-10 | Method for manufacturing a face-to-face pile fabric having weft threads located above one another |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE9300593A BE1007215A5 (nl) | 1993-06-11 | 1993-06-11 | Weefsel, in het bijzonder tapijt. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1007215A5 true BE1007215A5 (nl) | 1995-04-25 |
Family
ID=3887094
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE9300593A BE1007215A5 (nl) | 1993-06-11 | 1993-06-11 | Weefsel, in het bijzonder tapijt. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE1007215A5 (nl) |
Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2182790A1 (nl) * | 1972-05-03 | 1973-12-14 | Wirkmaschinenbau Karl Marx Veb | |
EP0320715A2 (de) * | 1987-12-15 | 1989-06-21 | MEHLER VARIO SYSTEM GmbH | Verfahren zur Herstellung eines Sandwich-Leichtbaustoffs |
-
1993
- 1993-06-11 BE BE9300593A patent/BE1007215A5/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2182790A1 (nl) * | 1972-05-03 | 1973-12-14 | Wirkmaschinenbau Karl Marx Veb | |
EP0320715A2 (de) * | 1987-12-15 | 1989-06-21 | MEHLER VARIO SYSTEM GmbH | Verfahren zur Herstellung eines Sandwich-Leichtbaustoffs |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
FI80091B (fi) | Flerskiktig pappersmaskinsvira. | |
BE1014721A5 (nl) | Werkwijze en weefmachine voor het weven van weefsels met poollussen. | |
KR970008883B1 (ko) | 이송 벨트 | |
JPH06509395A (ja) | 抄紙機用クロス | |
BE1021026B1 (nl) | Tapijt met een schaduweffect en werkwijze voor het weven van een tapijtweefsel met een schaduweffect. | |
SE420852B (sv) | Formeringsvira | |
ATE182380T1 (de) | Papiermachergewebe bestehend aus zwei lagen von kett- und zwei lagen von schussfäden, mit zusätzlichen, in der papierseite eingebundendenen schussfäden | |
JP2003049340A5 (nl) | ||
FI81624B (fi) | Pappersmaskinduk. | |
BE1013266A3 (nl) | Werkwijze voor het vervaardigen van een hoogkorig poolweefsel. | |
BE1007215A5 (nl) | Weefsel, in het bijzonder tapijt. | |
BE1012357A3 (nl) | Werkwijze voor het dubbelstukweven van poolweefsels. | |
BE1012077A3 (nl) | Onechte en echte boucle-weefsels, en een werkwijze voor de productie van dergelijke weefsels. | |
Leaf et al. | 15—The initial shear modulus of plain-woven fabrics | |
US3463202A (en) | Woven tapes | |
BE1007295A5 (nl) | Weefsel, in het bijzonder tapijt. | |
CA2525200A1 (en) | Paper machine fabric | |
BE1008071A5 (nl) | Weefsel. | |
BE1012858A3 (nl) | Onechte boucle-weefsels met gesneden pool en/of poollussen, en werkwijze voor het weven ervan. | |
NL194129C (nl) | Droogzeef in een papiermachine. | |
BE1011073A3 (nl) | Werkwijze voor het vervaardigen van een lussenpoolweefsel. | |
NL8402976A (nl) | Plaatvormig element voor trillingsdemping in stijve voorwerpen, alsmede gedempt stijf voorwerp. | |
JPH076110B2 (ja) | 三差部を有する複合材の強化部材 | |
BE1008129A4 (nl) | Weefsel in het bijzonder tapijt. | |
NL1012297C2 (nl) | Jacquard-schaduwvelours. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
RE | Patent lapsed |
Effective date: 20120630 |