BE1007215A5 - Weefsel, in het bijzonder tapijt. - Google Patents

Weefsel, in het bijzonder tapijt. Download PDF

Info

Publication number
BE1007215A5
BE1007215A5 BE9300593A BE9300593A BE1007215A5 BE 1007215 A5 BE1007215 A5 BE 1007215A5 BE 9300593 A BE9300593 A BE 9300593A BE 9300593 A BE9300593 A BE 9300593A BE 1007215 A5 BE1007215 A5 BE 1007215A5
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
threads
weft
fabric
pile
weft thread
Prior art date
Application number
BE9300593A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Wiele Michel Van De Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Wiele Michel Van De Nv filed Critical Wiele Michel Van De Nv
Priority to BE9300593A priority Critical patent/BE1007215A5/nl
Priority to DE69430215T priority patent/DE69430215T2/de
Priority to EP94201621A priority patent/EP0628649B1/en
Priority to EP97201387A priority patent/EP0805227B1/en
Priority to EP97201386A priority patent/EP0805226B1/en
Priority to DE69430216T priority patent/DE69430216T2/de
Priority to DE69407663T priority patent/DE69407663T2/de
Priority to US08/257,896 priority patent/US5655573A/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1007215A5 publication Critical patent/BE1007215A5/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D27/00Woven pile fabrics
    • D03D27/02Woven pile fabrics wherein the pile is formed by warp or weft
    • D03D27/10Fabrics woven face-to-face, e.g. double velvet

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Woven Fabrics (AREA)

Abstract

Weefsel dat uit bindkettingdraden, (3,4) spankettingdraden (9,10), inslagdraden (6,7,8) een pooldraden (11,12,13,14) of deel ervan bestaat, waarbij bindkettingdraden (3,4) paarsgewijs zich kruisen om een reeks openingen (49,50,51,52,53,54,55) te vormen voor elke opening (49,50,51,52,53,54,55), een pooldraad (11,12,13,14) zich uitstrekt of loopt tussen, enerzijds, de eerste inslagdraad (6) en anderzijds de tweede (7) en/of de derde inslagdraad (8) van een opening (50), en tussen, enerzijds, de eerste inslagdraad (6) van bovengenoemde opening (50) en anderzijds de derde (8) en/of de tweede inslagdraad (7) van een naast boven bepaalde opening (50) gelegen opening (49).

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



   WEEFSEL, IN HET BIJZONDER TAPIJT 
Huidige uitvinding heeft betrekking op een weefsel, in het bijzonder op een tapijtweefsel waarin de werkende pooldraden of poollussen speciaal gebonden zijn, namelijk niet doorgebonden zijn en waarbij de niet werkende pool ingebonden wordt. 



   Door die speciale binding worden de pooldraadlussen van de werkende pool op de rugzijde van het tapijt beschermd en gebruikt men minder pooldraadmateriaal om een bepaalde nuttige poolhoogte te bekomen ten opzichte van gekende tapijtweefsels in een drieschotbinding en met dezelfde bepaalde poolhoogte. 



   Het weefsel volgens de uitvinding bestaat uit bindkettingdraden, spankettingdraden, inslagdraden en pooldraden, waarbij bindkettingdraden paarsgewijs zieh kruisen om een reeks openingen te vormen die zieh telkens bevinden tussen twee kruispunten van de bindkettingdraden van een paar, waarbij pooldraden of delen ervan aan inslagdraden gebonden zijn, terwijl drie inslagdraden door elke opening doorgaan om aldus een drieschotbinding te vormen. 



   Door elke opening lopen er drie inslagdraden, waarvan de tweede en de derde op een nagenoeg zelfde afstand van een eerste kruispunt van een opening gelegen zijn, terwijl de eerste verwijderd is van dit eerste kruispunt van een afstand die groter is dan bovengenoemde afstand 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 eerste kruispunt-tweede of derde inslagdraad, zodat die eerste inslagdraad naast het tweede kruispunt van de opening gelegen is, welk tweede kruispunt het eerste kruispunt is van een naast gelegen opening. 



   Voor elke opening strekt een werkende pooldraad zieh uit tussen, enerzijds, de eerste inslagdraad en, anderzijds de tweede en/of de derde inslagdraad van een opening en tussen, enerzijds, de eerste inslagdraad van bovengenoemde opening en, anderzijds, de derde en/of de tweede inslagdraad van een naast boven bepaalde opening gelegen opening. 



   Daar de inslagdraden langs de rugzijde van het tapijt niet gebruikt worden voor het afbinden van pooldraden, zijn zulke tapijten bijzonder geschikt om gekleefd te worden op oppervlakten, bij voorbeeld op bodem en muren. Daar bovendien de lijm zieh slechts tussen de inslagdraden langs de rugzijde en de oppervlakte bevindt, wordt de soepelheid van de pooldraden van het tapijt niet aangetast, alhoewel de vastkleving van het tapijt op het oppervlak uitstekend is. De pooldraadlussen van de werkende pool komen niet in kontakt met de bodem en zullen aldus geen slijtage ondergaan. 



   In een uitvoeringsvorm toont het weefsel twee tegenoverliggende zijden, namelijk een rugzijde en een poolzijde welke gericht is naar de vrije uiteinden van de pooldraden die met een gekende inrichting doorgesneden worden. In die uitvoeringsvorm is de reeks van derde inslagdraden gericht naar de rugzijde ten opzichte van de reeks van tweede inslagdraden, terwijl de spankettingdraden zieh uitstrekken tussen eerste en derde inslagdraden, waarbij de pooldraadlussen van de werkende of opstaande pool, langs de rugzijde beschermd worden door die spankettingdraden. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



   Volgens een ander kenmerk van het weefsel volgens de uitvinding zijn de niet werkende pooldraden ingebonden tussen de eerste inslagdraden en de tweede inslagdraden. Bij voorkeur, bij het einde van inbinding en alvorens werkende pool te worden, wordt een pooldraad eerst tussen de eerste inslagdraad en de derde inslagdraad van een opening gebracht. 



   In uitvoeringsvormen die de voorkeur genieten, heeft tenminste een inslagdraad per opening, een dikte die kleiner is dan de dikte van een andere inslagdraad. 



   De uitvinding heeft nog betrekking op een struktuur bestaande uit twee weefsels waarvan tenminste een weefsel een weefsel volgens de uitvinding is. 



   Andere kenmerken en details van de uitvinding zullen uit de volgende beschrijving voortvloeien waarin verwezen wordt naar de bijgevoegde tekeningen. 



   In die tekeningen tonen : - figuur 1 in doorsnede een uitvoeringsvorm van een struktuur volgens de uitvinding ; figuur 2 in doorsnede een andere uitvoeringsvorm van een struktuur volgens de uitvinding, en figuren 3 t/m 6 de ligging van de inslagdraden de ene ten opzichte van de andere van meerdere uitvoeringsvormen. 



   Figuur 1 toont een struktuur volgens de uitvinding bestaande uit een bovenweefsel 1 en een onderweefsel 2. Elk weefsel bestaat uit : * bindkettingdraden 3, 4 die paarsgewijze zieh kruisen om een reeks openingen   50, 51, 52, 53, 54,   enz. te vormen die telkens gelegen zijn tussen twee kruispuntgen (500, 501 voor de opening 50) 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 van de bindkettingdraden   3, 4,     * voor   elke opening van een weefsel dat tussen twee bindkettingdraden gedefinieerd is, drie inslagdraden 6, 7, 8 die door de bindkettingdraden afgebonden worden, * spankettingdraden (9 voor het bovenweefsel, 10 voor het onderweefsel) en * pooldraden 11,12, 13 die onder-en bovenweefsel verbinden en die door de inslagdraden afgebonden zijn om pool te vormen tussen het bovenweefsel 1 en het onderweefsel 2,   d.

   i.   werkende pool. 



   De inslagdraden 6, 7, 8 die door een opening,   b. v.   50, van een weefsel lopen, lopen ook door de opening die naast bovengenoemde opening gelegen is en die gevormd is tussen naastgelegen bindkettingdraden van hetzelfde weefsel. 



   Voor elke opening,   b. v.   50, is een eerste inslagdraad 6 na het kruispunt 500 gelegen, terwijl de twee andere inslagdraden 7, 8 op een nagenoeg zelfde afstand gelegen zijn van bovengenoemd kruispunt 500 van de opening waarin bovengenoemde inslagdraden 6, 7, 8 zieh bevinden. 



   Voor elke opening van elk weefsel   1, 2,   verloopt tenminste een pooldraad 11, 12, 13, 14 die het bovenweefsel 1 en het onderweefsel 2 verbindt, tussen, enerzijds, de eerste inslagdraad 6 en anderzijds de tweede 7 en/of de derde inslagdraad 8 van een opening 50, en tussen, enerzijds, de eerste inslagdraad 6 van bovengenoemde opening 50 en, anderzijds de tweede of de derde inslagdraad van een naast boven bepaalde opening 50 gelegen opening 49. 



   De inslagdraden 7, 8 bevinden zieh aan de weerszijden van de spankettingdraden 9, 10. Bij voorbeeld bevinden de inslagdraden 7, 8 zieh aan 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 weerszijden van de spankettingdraad 9 die door naast gelegen openingen 49, 50, 51, 52 van een weefsel loopt. 



   De spankettingdraden 9 van het bovenweefsel 1 definieren een vlak A terwijl de spankettingdraden 10 van het onderweefsel 2 een vlak B, die evenwijdig aan vlak A is, definieert. Tussen die vlakken A en B strekken de eerste inslagdraden van het bovenweefsel 1 en van het onderweefsel 2, uit. 



   Pooldraad 11 loopt bij voorbeeld als volgt : a) tussen, enerzijds, de tweede en derde inslagdraad van de opening 49, en anderzijds, de eerste inslagdraad 6 van de opening 50 die de opening 49 van het bovenweefsel 1 volgt ; b) tussen de eerste 6 en de tweede inslagdraden 7 van de openingen 51, 52, 53 van het bovenweefsel
1 om ingebonden te worden in het bovenweefsel   1 ;    c) tussen de tweede inslagdraad 7 van de opening
53 en de eerste inslagdraad 6 van de opening   54 ;   d) tussen het bovenweefsel 1 en het onderweefsel   2 ;   e) tussen, enerzijds, de tweede en derde inslagdraden 7, 8 van de openingen 54 van het onderweefsel 2, en anderzijds, de eerste inslagdraad 6 van de opening 55 die de opening
54 volgt ;

   f) tussen, enerzijds, de eerste inslagdraad 6 van de opening 55 en, anderzijds, de tweede en derde inslagdraden 7, 8 van de opening 55 ; g) tussen het onderweefsel 2 en het bovenweefsel ; enz. 



   De pooldraad 13 die in het onderweefsel 2 ingebonden is loopt 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 * tussen de eerste inslagdraad 6 en de tweede inslagdraad 7 van de openingen 50 en 51, * daarna onder de eerste inslagdraad 6 van de opening 52   d. w. z.   tussen de eerste inslagdraad 6 en de rugzijde R van het onderweefsel 2 (zijde waarnaar de derde inslagdraden 8 van het onderweefsel 2 gericht zijn)   * tussen,   enerzijds, de eerste inslagdraad 6 en, anderzijds, de tweede en derde inslagdraad 7, 8 van de opening 52 ;

   * tussen het onderweefsel 2 en het bovenweefsel 1, en tussen, enerzijds, de tweede en derde inslagdraden van de opening 51 en, anderzijds, de eerste inslagdraad 6 van de opening 52, tussen, enerzijds, de eerste inslagdraad 6 van de opening 52 van het bovenweefsel, en, anderzijds, de tweede en de derde inslagdraden van de opening 52, enz. 



   Figuur 2 toont een struktuur die gelijkaardig is aan de struktuur die afgebeeld is in figuur   1,   tenzij dat de pooldraad 11, alvorens niet meer in het bovenweefsel ingebonden te worden, zieh uitstrekt boven de eerste inslagdraad 6   d. w. z.   tussen de eerste en de derde inslagdraden 6, 8 van een opening. 



   Door het snijden van de pooldraden die zieh tussen het bovenweefsel 1 en het onderweefsel 2 bevinden bekomt men twee weefsels volgens de uitvinding. 



   Figuren 3 t/m 6 tonen de ligging van de inslagdraden de ene ten opzichte van de andere in weefsels volgens de uitvinding. 



   In de uitvoeringsvorm van figuur 3 bezitten de inslagdraden 6, 7, 8 een zelfde dikte. 



   In de uitvoeringsvorm van figuur 4 is 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 de tweede inslagdraad 7 dunner dan de eerste en derde inslagdraden 6, 8, terwijl in de uitvoeringsvorm van figuur 5 de eerste inslagdraad 6 dunner is dan de tweede en derde inslagdraden   7, 8.   



   Tenslotte, in de uitvoeringsvorm van figuur 6 zijn de eerste en de tweede inslagdraden 6, 7 dunner dan de derde inslagdraad 8. Bij voorbeeld is de eerste en tweede inslagdraad ongeveer half zo dik als de derde inslagdraad, die de rugzijde R van het tapijt vormt. 



   In de uitvoeringsvormen van figuren 4 t/m 6 gebruikt men minder pooldraadmateriaal ten opzichte van de uitvoeringsvorm van figuur 3 voor een zelfde poolhoogte, daar de dikte van de eerste en/of tweede inslagdraad kleiner is.

Claims (9)

  1. CONCLUSIES 1. Weefsel dat uit bindkettingdraden, (3, 4), spankettingdraden (9, 10), inslagdraden (6, 7, 8) en pooldraden (11, 12, 13, 14) of deel ervan bestaat, waarbij bindkettingdraden (3, 4) paarsgewijs zieh kruisen om een reeks openingen (49, 50, 51, 52, 53, 54, 55) te vormen die elk zieh uitstrekken tussen twee kruispunten (500, 501) van de bindkettingdraden (3, 4) van een paar, waarbij pooldraden (11, 12, 13, 14) of delen ervan aan inslagdraden (6, 7, 8) verbonden zijn, terwijl drie inslagdraden (6, 7, 8) door elke opening doorgaan waarvan de tweede (7) en de derde (8) op een nagenoeg zelfde afstand van een eerste kruispunt (501) van een opening (50) gelegen zijn, terwijl de eerste (6) verwijderd is van dit eerste kruispunt (501)
    van een afstand die groter is dan bovengenoemde afstand eerste kruispunt (501) tweede (7) of derde (8) inslagdraad, zoals die eerste inslagdraad (6) naast het tweede kruispunt (500) het eerste kruispunt is van een naast gelegen opening (49), waarbij de eerste inslagdraden een vlak definieren dat tussen de vlakken gedefinieerd door de tweede en derde inslagdragen gelegen is en dat niet overeenstemt met een van die vlakken, met het kenmerk dat, voor elke opening (49, 50, 51, 52, 53, 54, 55), een pooldraad (11, 12, 13, 14) zieh uitstrekt of loopt tussen, enerzijds, de eerste inslagdraad (6) en ande=- EMI8.1 zijds de tweede (7) en/of de derde inslagdraad (8) van een cpening (50), en tussen, enerzijds, de eerste inslagdraad (6) van bovengenoemde opening (50) en anderzijds de derde (8) en/of de tweede inslagdraad (7)
    van een naast boven bepaalde opening (50) gelegen opening (49). <Desc/Clms Page number 9>
  2. 2. Weefsel volgens conclusie 1, dat twee tegenoverliggende zijden toont, namelijk een rugzijde en een poolzijde die gericht is naar de vrije uiteinden van de pooldraden, met het kenmerk dat de reeks van de derde inslagdraden t. o. v. de reeks van de tweede inslagdraden gericht is naar de rugzijde (R) en dat de spankettingdraden (9) zich uitstrekken tussen de eerste en de derde inslagdraden, waarbij de spankettingdraden een bescherming vormt voor de pooldraden langs de rugzijde (R).
  3. 3. Weefsel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de werkende pooldraden zieh in het weefsel uitstrekken of lopen tussen eerste inslagdraden (6) en derde inslagdraden (8) en de niet werkende pooldraden zieh uitstrekken of lopen tussen eerste inslagdraden (6) en tweede inslagdraden (7) van een of meerdere openingen.
  4. 4. Weefsel volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de pooldraden (11, 12, 13) alvorens niet meer in het weefsel in te binden zieh tussen de eerste inslagdraad (6) en de derde inslagdraad (8) van een opening uitstrekken.
  5. 5. Weefsel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat, per opening, de eerste of tweede inslagdraad (7) een dikte heeft die dunner is dan de dikte van de derde inslagdraad (8).
  6. 6. Weefsel volgens een der conclusies 1 t/m 4, met het kenmerk dat per opening de eerste (6) en de tweede inslagdraad (7) een dikte hebben die dunner is dan de dikte van de derde inslagdraad (8). <Desc/Clms Page number 10>
  7. 7. Weefsel bekomen door het doorsnijden van een struktuur bestaande uit een bovenweefsel volgens een der voorgaande conclusies en uit een oonderweefsel volgens een der voorgaande conclusies, welke weefsels door pooldraden samen verbonden zijn.
  8. 8. Werkwijze voor de vervaardiging van een weefsel, volgens een van de voorgaande conclusies, - waarbij een bovenweefsel en een onderweefsel gevormd worden, door voor elk weefsel, opeenvolgende groepen van drie inslagdraden (6, 7, 8) te voorzien, zodat in elke groep een eerste inslagdraad (6) zieh uitstrekt naast een tweede (7) en een derde inslagdraad (8) die, respectievelijk langs de poolzijde en langs de rugzijde van de weefsels, boven elkaar liggen, en zodat de eerste inslagdraden (6) zieh uitstrekken in een vlak dat gelegen is tussen twee vlakken, waarin respectievelijk de tweede (7) en de derde inslagdraden (8) zieh uitstrekken, door voor elk weefsel naast elkaar gelegen kettingstelsels van twee bindkettingdraden (3, 4) te voorzien, dewelke elkaar herhaaldelijk kruisen om tussen hun kruispunten (500, 501) opeenvolgende openingen (49-55) te vormen,
    waardoor zieh telkens een groep inslagdraden (6, 7, 8) uitstrekt, en door per kettingstelsel een spankettingdraad (9, 10) in te binden in elk weefsel ; - waarbij per kettingstelsel, minstens een poolvormende kettingdraad (11-14) volgens een dwarsschotbinding, afwisselend in het bovenweefsel en het onderweefsel afgebonden wordt over een inslagdraad - en waarbij alle poolvormende poolkettingdraden (11-14) tussen beide weefsels worden doorgesneden met het kenmerk dat de poolvormende poolkettingdraden (11- 14) telkens over de eerste inslagdraad (6) van opeenvolgende groepen worden afgebonden, en dat de dode <Desc/Clms Page number 11> poolkettingdraden (11-14) per kettinggang, verdeeld over beide weefsels worden ingebonden.
  9. 9. Werkwijze, volgens conclusie 8, met het kenmerk dat telkens drie inslagdraden terzelfdertijd worden ingebracht, waarbij afwisselend een tweede (7) en een derde inslagdraad (8) in het onderweefsel, en een eerste inslagdraad (6) in het bovenweefsel, respectievelijk een tweede (7) en een derde inslagdraad (8) in het bovenweefsel, en een eerste inslagdraad in het onderweefsel, worden voorzien.
BE9300593A 1993-06-11 1993-06-11 Weefsel, in het bijzonder tapijt. BE1007215A5 (nl)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9300593A BE1007215A5 (nl) 1993-06-11 1993-06-11 Weefsel, in het bijzonder tapijt.
DE69430215T DE69430215T2 (de) 1993-06-11 1994-06-07 Verfahren zum Herstellen von Doppelplüschgeweben
EP94201621A EP0628649B1 (en) 1993-06-11 1994-06-07 Method for manufacturing a face-to-face pile fabric
EP97201387A EP0805227B1 (en) 1993-06-11 1994-06-07 Method for manufacturing a face to face pile fabric
EP97201386A EP0805226B1 (en) 1993-06-11 1994-06-07 Method for manufacturing a face-to-face pile fabric
DE69430216T DE69430216T2 (de) 1993-06-11 1994-06-07 Verfahren zum Herstellen von Doppelplüschgeweben
DE69407663T DE69407663T2 (de) 1993-06-11 1994-06-07 Verfahren zum Herstellen von Doppelplüschgeweben
US08/257,896 US5655573A (en) 1993-06-11 1994-06-10 Method for manufacturing a face-to-face pile fabric having weft threads located above one another

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9300593A BE1007215A5 (nl) 1993-06-11 1993-06-11 Weefsel, in het bijzonder tapijt.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1007215A5 true BE1007215A5 (nl) 1995-04-25

Family

ID=3887094

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9300593A BE1007215A5 (nl) 1993-06-11 1993-06-11 Weefsel, in het bijzonder tapijt.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1007215A5 (nl)

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2182790A1 (nl) * 1972-05-03 1973-12-14 Wirkmaschinenbau Karl Marx Veb
EP0320715A2 (de) * 1987-12-15 1989-06-21 MEHLER VARIO SYSTEM GmbH Verfahren zur Herstellung eines Sandwich-Leichtbaustoffs

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2182790A1 (nl) * 1972-05-03 1973-12-14 Wirkmaschinenbau Karl Marx Veb
EP0320715A2 (de) * 1987-12-15 1989-06-21 MEHLER VARIO SYSTEM GmbH Verfahren zur Herstellung eines Sandwich-Leichtbaustoffs

Similar Documents

Publication Publication Date Title
FI80091B (fi) Flerskiktig pappersmaskinsvira.
BE1014721A5 (nl) Werkwijze en weefmachine voor het weven van weefsels met poollussen.
KR970008883B1 (ko) 이송 벨트
JPH06509395A (ja) 抄紙機用クロス
BE1021026B1 (nl) Tapijt met een schaduweffect en werkwijze voor het weven van een tapijtweefsel met een schaduweffect.
SE420852B (sv) Formeringsvira
ATE182380T1 (de) Papiermachergewebe bestehend aus zwei lagen von kett- und zwei lagen von schussfäden, mit zusätzlichen, in der papierseite eingebundendenen schussfäden
JP2003049340A5 (nl)
FI81624B (fi) Pappersmaskinduk.
BE1013266A3 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een hoogkorig poolweefsel.
BE1007215A5 (nl) Weefsel, in het bijzonder tapijt.
BE1012357A3 (nl) Werkwijze voor het dubbelstukweven van poolweefsels.
BE1012077A3 (nl) Onechte en echte boucle-weefsels, en een werkwijze voor de productie van dergelijke weefsels.
Leaf et al. 15—The initial shear modulus of plain-woven fabrics
US3463202A (en) Woven tapes
BE1007295A5 (nl) Weefsel, in het bijzonder tapijt.
CA2525200A1 (en) Paper machine fabric
BE1008071A5 (nl) Weefsel.
BE1012858A3 (nl) Onechte boucle-weefsels met gesneden pool en/of poollussen, en werkwijze voor het weven ervan.
NL194129C (nl) Droogzeef in een papiermachine.
BE1011073A3 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een lussenpoolweefsel.
NL8402976A (nl) Plaatvormig element voor trillingsdemping in stijve voorwerpen, alsmede gedempt stijf voorwerp.
JPH076110B2 (ja) 三差部を有する複合材の強化部材
BE1008129A4 (nl) Weefsel in het bijzonder tapijt.
NL1012297C2 (nl) Jacquard-schaduwvelours.

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20120630