BE1006689A3 - Ophanging voor een laadbrug bij voertuigen en elementen om zulke ophanging te verwezenlijken. - Google Patents
Ophanging voor een laadbrug bij voertuigen en elementen om zulke ophanging te verwezenlijken. Download PDFInfo
- Publication number
- BE1006689A3 BE1006689A3 BE9300084A BE9300084A BE1006689A3 BE 1006689 A3 BE1006689 A3 BE 1006689A3 BE 9300084 A BE9300084 A BE 9300084A BE 9300084 A BE9300084 A BE 9300084A BE 1006689 A3 BE1006689 A3 BE 1006689A3
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- flanges
- guides
- suspension according
- suspension
- vehicle
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60P—VEHICLES ADAPTED FOR LOAD TRANSPORTATION OR TO TRANSPORT, TO CARRY, OR TO COMPRISE SPECIAL LOADS OR OBJECTS
- B60P1/00—Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading
- B60P1/44—Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading having a loading platform thereon raising the load to the level of the load-transporting element
- B60P1/4414—Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading having a loading platform thereon raising the load to the level of the load-transporting element and keeping the loading platform parallel to the ground when raising the load
- B60P1/445—Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading having a loading platform thereon raising the load to the level of the load-transporting element and keeping the loading platform parallel to the ground when raising the load the loading platform, when not in use, being stored under the load-transporting surface
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Transportation (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Body Structure For Vehicles (AREA)
Abstract
Ophanging voor een laadbrug bij voertuigen, bestaande uit minstens twee evenwijdige buisvormige geleidingen (4), middelen (5) om de buisvormige geleidingen (4) aan het voertuig (3) te bevestigen en steunen (7) die verschuifbaar in de buisvormige geleidingen (4) passen welke de laadbrug (2) dragen, daardoor gekenmerkt dat de middelen (5) om de buisvormige geleidingen (4) aan het voertuig (3) te bevestigen hoofdzakelijk bestaan uit eendelig met de buisvormige geleidingen 84) uitgevoerde flenzen (13) die aan het voertuig (3) kunnen worden verbonden.
Description
<Desc/Clms Page number 1> Ophanging voor een laadbrug bij voertuigen en elementen om zulke ophanging te verwezenlijken. Deze uitvinding heeft betrekking op een ophanging voor een laadbrug bij voortuigen, in het bijzonder bij vrachtvoertuigen, alsmede op elementen om zulke ophanging te verwezenlijken. Zoals bekend uit het Belgisch oktrooi nr 905. 515 kan zulke ophanging bestaan uit minstens twee buisvormige geleidingen die aan het voertuig worden bevestigd en steunen die in de buisvormige geleidingen worden geschoven waaraan de laadbrug is opgehangen. Op deze wijze kan een laadbrug op elk ogenblik eenvoudig worden gedemonteerd en nadien terug worden gemonteerd door ze, samen met de voornoemde steunen, uit de buisvormige geleidingen te schuiven, respektievelijk terug hierin aan te brengen. Zulke ophanging kan ook worden aangewend om een laadbrug verschuifbaar onder een voertuig te bevestigen, één en ander zodanig dat zij, enerzijds, gemakkelijk kan worden opgeborgen onder het voertuig, en anderzijds, door het verschuiven van onder het voertuig kan worden gehaald. De bij de bekende uitvoeringen aangewende buisvormige geleidingen zijn gevormd uit stalen buizen die door middel van afzonderlijke beugels en dergelijke aan het frame van het voertuig worden gemonteerd. De beugels worden hierbij aan het frame bevestigd door middel van bouten. Deze techniek heeft als nadeel dat, door het gebruik van meerdere onderdelen, het zeer moeilijk is om de verschillende beugels in elkaars verlengde te monteren en dus ook de buisvormige geleidingen parrallel aan elkaar aan het voertuig te bevestigen. <Desc/Clms Page number 2> De huidige uitvinding heeft betrekking op een ophanging voor een laadbrug bij voertuigen waarbij het voornoemde nadeel wordt uitgesloten, of minstens wordt geminimaliseerd. Hiertoe betreft de uitvinding een ophanging voor een laadbrug bij voertuigen, bestaande uit minstens twee evenwijdige buisvormige geleidingen, middelen om de buisvormige geleidingen aan het voertuig te bevestigen en steunen die verschuifbaar in de buisvormige geleidingen passen welke de laadbrug dragen, daardoor gekenmerkt dat de middelen om de buisvormige geleidingen aan het voertuig te bevestigen hoofdzakelijk bestaan uit eendelig met de buisvormige geleidingen uitgevoerde flenzen die aan het voertuig kunnen worden verbonden. Doordat gebruik wordt gemaakt van eendelig met de buisvormige geleidingen uitgevoerde flenzen, wordt het ontstaan van de voornoemde montagefouten uitgesloten. Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm worden de flenzen gevormd door zieh in de langsrichting van de buisvormige geleidingen uitstrekkende ribben, wat het voordeel biedt dat elk element dat gevormd is uit een buisvormige geleiding en zijn bijhorende flenzen kan worden verwezenlijkt in de vorm van een profiel. In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm worden de buisvormige geleidingen samen met hun flenzen dan ook geëxtrudeerd uit metaal, wat het voordeel biedt dat geen afzonderlijke bewerkingen meer noodzakelijk zijn om enerzijds de buisvormige geleidingen en de flenzen te verwezenlijken en, anderzijds, deze aan elkaar te bevestigen. Door extrusie kan de produktiekost aanzienlijk worden gereduceerd. <Desc/Clms Page number 3> Het gebruik van geëxtrudeerd metaal biedt eveneens het voordeel dat de wanden van de buisvormige geleidingen hol kunnen zijn en eventueel van tussenribben kunnen worden voorzien. Zulke holle konstruktie heeft het voordeel dat zeer stevige strukturen kunnen worden gevormd zonder dat hiertoe stevige metalen noodzakelijk zijn. In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvormen wordt dat ook gebruik gemaakt van buisvormige geleidingen die samen met hun flenzen uit aluminium zijn vervaardigd, ofwel uit een legering op basis van aluminium. Het gebruik van aluminium of een gelijkaardig zacht materiaal biedt bovendien het voordeel dat geen afzonderlijke glijbussen voor het verschuiven van de voornoemde steunen in de buisvormige geleidingen moeten worden voorzien. Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeelden zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 schematisch een ophanging van een laadbrug volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 2 op een grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn II-II in figuur 1 ; figuur 3 een variante weergeeft, in een gelijkaardig zicht als dat van figuur 2. Zoals weergegeven in figuur 1 heeft de uitvinding betrekking op een ophanging 1 om een laadbrug 2 aan een voertuig 3 te bevestigen. De ophanging 1 bestaat hierbij hoofdzakelijk uit minstens twee evenwijdige buisvormige geleidingen 4, middelen 5 om de buisvormige geleidingen 4 aan het voertuig 3 en meer <Desc/Clms Page number 4> speciaal aan het frame 6 hiervan te bevestigen en steunen 7 die verschuifbaar in de buisvormige geleidingen 4 passen welke de laadbrug 2 dragen. In figuur 1 is slechts een buisvormige geleiding 4 zichtbaar. Het is evenwel duidelijk dat aan de andere zijde van het voertuig 3 een gelijkaardige buisvormige geleiding 4 wordt voorzien. De buisvormige geleidingen 4 strekken zieh in de lengterichting van het voertuig 3 uit en laten bijgevolg toe dat de steunen 7 en dus ook de laadbrug 2 in dezelfde richting verschuifbaar zijn, meer speciaal zoals is aangeduid met pijl V. Zoals weergegeven in figuren 1 en 2 is elke steun 7 voorzien van verbindingsmiddelen 8, welke zieh doorheen een longitudinale gleuf 9 in de betreffende geleiding 4 uitstrekken en waaraan de eigenlijke laadbrug 2 is bevestigd. De laadbrug 2 is zoals algemeen bekend samengesteld uit een laadklep 10 en een aandrijfmechanisme 11 om de laadklep 10 te verplaatsen. In het geval dat de buisvormige geleidingen niet uitsluitend dienen on de laadbrug 2 te monteren, doch tevens toelaten dat de laadbrug 2 door haar verschuiving langs deze geleidingen na het gebruik ervan telkens onder het voertuig 3 kan worden opgeborgen, wordt bij voorkeur eveneens een aandrijving voorzien om de laadbrug 2 te verschuiven, zoals bijvoorbeeld een drukcilinder 12, die is aangebracht tussen de verbindingsmiddelen 8 en het frame 6. Het bijzondere van de huidige uitvinding bestaat erin dat de middelen 5 om de buisvormige geleidingen 4 aan het voertuig 3 te bevestigen hoofdzakelijk bestaan uit eendelig met de buisvormige geleidingen 4 uitgevoerde flenzen 13 die een verbinding met het frame 6 toelaten. <Desc/Clms Page number 5> Bij voorkeur worden, zoals weergegeven in figuur 1 en 2, twee flenzen 13 per geleiding 4 voorzien, respektievelijk aan twee zijden van de geleiding 4, waarbij de steunvlakken van de flenzen 13 en de hiertussen gelegen zijde van de geleiding 4 in één vlak gelegen zijn. De flenzen 13 strekken zieh bij voorkeur doorlopend in de lengterichting uit. Dit biedt het reeds genoemde voordeel dat ieder der elementen 14, gevormd door een geleiding 4 en zijn bijhorende flenzen 13, uit een profiel kan worden verwezenlijkt, waarbij dit profiel bijvoorbeeld door middel van extrusie kan worden vervaardigd. Zoals weergegeven in figuur 2 vertoont ieder der geleidingen 4 bij voorkeur een holle wand 15, waarin ter versteviging tussenribben 16 kunnen zijn aangebracht. De holle wand 15 wordt bij voorkeur dunner in de richting van de gleuf 9. De elementen 14 bestaan bij voorkeur uit aluminium of een legering op basis van aluminium. Hierbij geniet het ook de voorkeur dat elementen 14 worden aangewend welke door extrusie zijn vervaardigd. In de flenzen 13 zijn verscheidene boringen 17 aangebracht die toelaten dat de elementen 14 door middel van bouten 18 aan het frame 6 kunnen worden bevestigd. Bij het monteren van de elementen 14 kunnen deze tegen het frame 6 worden gepositioneerd, waarna de plaatsen van de boringen 17 op het frame 6 kunnen worden afgetekend en overeenstemmende gaten 19 in het frame 6 kunnen worden aangebracht. Het is duidelijk dat, doordat iedere geleiding 4 samen met haar flenzen 13 een eendelig element 14 vormt, een foutieve montage wordt uitgesloten. <Desc/Clms Page number 6> Het is eveneens duidelijk dat de elementen 14 in verschillende vormen kunnen worden verwezenlijkt. De positie van de gleuf 9 in de geleiding 4 is afhankelijk van de wijze waarop zulke geleiding 4 aan het frame 6 dient te worden of kan worden gemonteerd. Bij wijze van voorbeeld zijn in figuren 2 en 3 dan ook twee verschillende uitvoeringsvormen weergegeven. In de beide uitvoeringsvormen bevindt de gleuf 9 zieh aan de onderzijde van de geleiding 4. In de uitvoering van figuur 2 evenwel zijn de flenzen 13 zodanig geplaatst dat zij de montage tegen een vertikale wand van het frame 6 toelaten, terwijl de flenzen 13 uit figuur 3 zodanig geplaatst zijn dat zij de montage tegen de onderzijde van een horizontale wand van het frame 6 mogelijk maken. Dit betekent dat in de uitvoeringsvorm van figuur 2 de doorgangsrichting van de gleuf 9 en de verbindingsmiddelen 8 zieh parrallel aan het steunvlak van de flenzen 13 bevinden, terwijl in de uitvoeringsvorm van figuur 3 de doorgangsrichting van de gleuf 9 en de verbindingsmiddelen 8 loodrecht op het steunvlak van de flenzen 13 staan. Het is ook duidelijk dat de verbindingmiddelen 8 zieh niet noodzakelijk in vertikale richting hoeven uit te strekken. Zij zouden bijvoorbeeld ook zijdelings gericht kunnen zijn, waarbij de gleuf 9 zieh dan ook niet aan de onderzijde van de geleiding 4 bevindt. De binnenste wandgedeelten 20 van de geleidingen 4 vertonen bij voorkeur een cirkelvormige doorsnede. De huidige uitvinding heeft eveneens betrekking op een element 14 zoals hiervoor beschreven, meer speciaal met het kenmerk dat dit hoofdzakelijk bestaat uit een geêxtrudeerd <Desc/Clms Page number 7> metalen profiel, gevormd uit een buisvormige geleiding 4 met een longitudinale gleuf 9 en minstens één zieh in langsrichting uitstrekkende flens 13. Bij voorkeur vertoont de buisvomige geleiding 4 holle wanden 15 met radiale tussenribben 16, die tevens één geëxtrudeerd geheel vormen. De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeelden beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke ophanging voor een laadbrug, alsmede de hierbij aangewende elementen kunnen in verschillende vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding zoals gedefinieerd in de bijgevoegde konklusies, te treden.
Claims (15)
- Konklusies. 1. - Ophanging voor een laadbrug bij voertuigen, bestaande uit minstens twee evenwijdige buisvormige geleidingen (4), middelen (5) om de buisvormige geleidingen (4) aan het voertuig (3) te bevestigen en steunen (7) die verschuifbaar in de buisvormige geleidingen (4) passen welke de laadbrug (2) dragen, daardoor gekenmerkt dat de middelen (5) om de buisvormige geleidingen (4) aan het voertuig (3) te bevestigen hoofdzakelijk bestaan uit eendelig met de buisvormige geleidingen (4) uitgevoerde flenzen (13) die aan het voertuig (3) kunnen worden verbonden.
- 2.-Ophanging volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat ieder der geleidingen (4) is voorzien van twee flenzen (13) welke zieh respektievelijk aan twee zijden langs de betreffende geleiding (4) uitstrekken, waarbij de steunvlakken van de flenzen en de hiertussen gelegen zijde van de geleiding (4) in één vlak gelegen zijn.
- 3.-Ophanging volgens konklusie 1 of. 2, daardoor gekenmerkt dat de geleidingen (4) elk een longitudinale gleuf (9) vertonen, waarbij de gleuf (9) een doorgang vormt voor verbindingsmiddelen (8) tussen de betreffende steun (7) en de eigenlijke laadbrug (2).
- 4.-Ophanging volgens konklusie 2, daardoor gekenmerkt dat de geleidingen (4) elk een longitudinale gleuf (9) vertonen, waarbij de gleuf (9) een doorgang vormt voor verbindingsmiddelen (8) tussen de betreffende steun (7) en de eigenlijke laadbrug (2), en dat de doorgangsrichting van de <Desc/Clms Page number 9> gleuf (9) en de verbindingsmiddelen (8) zieh parallel aan het steunvlak van de flenzen (13) bevinden.
- 5.-Ophanging volgens konklusie 2, daardoor gekenmerkt dat de geleidingen (4) elk een longitudinale gleuf (9) vertonen, waarbij de gleuf (9) een doorgang vormt voor verbindingsmiddelen (8) tussen de betreffende steun (7) en de eigenlijke laadbrug (2), en dat de doorgangsrichting van de gleuf (9) en de verbindingsmiddelen (8) zieh loodrecht EMI9.1 op het steunvlak van de flenzen (13) uitstrekken.
- 6.-Ophanging volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat iedere geleiding (4) met haar bijhorende flenzen (13) als één element (14) in de vorm van een profiel is uitgevoerd, waarbij de flenzen (13) zieh doorlopend in de langsrichting uitstrekken.
- 7.-Ophanging volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de buisvormige geleidingen (4) holle wanden (15) vertonen.
- 8.-Ophanging volgens konklusie 7, daardoor gekenmerkt dat de holle wanden (15) voorzien zijn van tussenribben (16). EMI9.2
- 9.-Ophanging volgens konklusie 7 of 8, daardoor gekenmerkt dat de holle wanden (15) naar de gleuf (9) toe verdunnen.
- 10.-Ophanging volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de elementen (14) die gevormd worden door de buisvormige geleidingen (4) en hun flenzen (13) bestaan uit geéxtrudeerd metaal.
- 11.-Ophanging volgens konklusie 10, daardoor gekenmerkt dat als geéxtrudeerd metaal aluminium of een legering op basis van aluminium is aangewend. <Desc/Clms Page number 10> EMI10.1
- 12.-Ophanging volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de flenzen (13) voorzien zijn van boringen (17).
- 13.-Ophanging volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde steunen (7), samen met de hierdoor gedragen laadbrug (2), verplaatsbaar zijn in de buisvormige geleidingen (4) door middel van een aandrijving (12).
- 14.-Element voor het verwezenlijken van de ophanging van konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat dit element (14) hoofdzakelijk bestaat uit een geëxtrudeerd metalen profiel, gevormd uit een buisvormige geleiding (4) met een longitudinale gleuf (9) en minstens één zieh in langsrichting uitstrekkende flens (13).
- 15.-Element volgens konklusie 14, daardoor gekenmerkt dat EMI10.2 de buisvomige geleiding (4) holle wanden (15) met radiale tussenribben (16) vertoont, die tevens één geëxtrudeerd geheel vormen.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE9300084A BE1006689A3 (nl) | 1993-01-27 | 1993-01-27 | Ophanging voor een laadbrug bij voertuigen en elementen om zulke ophanging te verwezenlijken. |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE9300084A BE1006689A3 (nl) | 1993-01-27 | 1993-01-27 | Ophanging voor een laadbrug bij voertuigen en elementen om zulke ophanging te verwezenlijken. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1006689A3 true BE1006689A3 (nl) | 1994-11-16 |
Family
ID=3886816
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE9300084A BE1006689A3 (nl) | 1993-01-27 | 1993-01-27 | Ophanging voor een laadbrug bij voertuigen en elementen om zulke ophanging te verwezenlijken. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE1006689A3 (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP1036698A1 (en) * | 1999-03-16 | 2000-09-20 | Dautel Campisa S.r.l. | Lifting tailgate with interchangeable elements and direct suspension |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL7712844A (nl) * | 1976-11-23 | 1978-05-25 | Toussaint & Hess Gmbh | Hefplateau voor vrachtwagens. |
BE905515A (nl) * | 1986-09-30 | 1987-01-16 | Hollander Omer D | Bevestiging voor een laadbrug bij voertuigen. |
GB2207113A (en) * | 1987-07-17 | 1989-01-25 | Ross & Bonnyman Eng Ltd | Vehicle lift |
EP0479653A1 (fr) * | 1990-10-03 | 1992-04-08 | Hydris Societe Anonyme | Ensemble de montage d'un hayon élévateur rétractable parallèlement au châssis d'un véhicule |
-
1993
- 1993-01-27 BE BE9300084A patent/BE1006689A3/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL7712844A (nl) * | 1976-11-23 | 1978-05-25 | Toussaint & Hess Gmbh | Hefplateau voor vrachtwagens. |
BE905515A (nl) * | 1986-09-30 | 1987-01-16 | Hollander Omer D | Bevestiging voor een laadbrug bij voertuigen. |
GB2207113A (en) * | 1987-07-17 | 1989-01-25 | Ross & Bonnyman Eng Ltd | Vehicle lift |
EP0479653A1 (fr) * | 1990-10-03 | 1992-04-08 | Hydris Societe Anonyme | Ensemble de montage d'un hayon élévateur rétractable parallèlement au châssis d'un véhicule |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP1036698A1 (en) * | 1999-03-16 | 2000-09-20 | Dautel Campisa S.r.l. | Lifting tailgate with interchangeable elements and direct suspension |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8105182A (nl) | Carosserie voor een kleine auto. | |
BE1001570A6 (nl) | Verplaatsbare stijl voor een schuifzeilkarrosserie. | |
BE1006689A3 (nl) | Ophanging voor een laadbrug bij voertuigen en elementen om zulke ophanging te verwezenlijken. | |
US8182028B2 (en) | Vehicle body | |
US3380280A (en) | Sheet metal bending brake | |
RU2003107680A (ru) | Стеллажная стойка, поперечина для стеллажа и способ их изготовления | |
JP2006088905A (ja) | アンダーラン・プロテクタ | |
NL9101111A (nl) | Open-dakconstructie voor een voertuig. | |
GB2209139A (en) | A load container | |
US6435604B2 (en) | Universal rear door frame for a trailer | |
MX2008008266A (es) | Miembro transversal con forma de pi. | |
DE602004011271D1 (de) | Stützquerträger für ein armaturenbrett | |
ATE353293T1 (de) | Schutzstruktur für fahrzeug | |
JP2006199414A (ja) | 冷却コンベア装置 | |
ATE223827T1 (de) | Längsgesickter träger, insbesondere dachträger für ein kraftfahrzeug | |
BE1013295A3 (nl) | Inrichting voor het laden en lossen van vrachtvoertuigen. | |
AU2004216491B2 (en) | Straightening bench of the car body | |
EP0444733A1 (en) | Girder for bodywork construction of industrial vehicles and so obtained bodywork frame | |
NL8301880A (nl) | Voertuigzetel voor tenminste twee personen. | |
GB2455088A (en) | Load carrying apparatus for a vehicle roof | |
NL2036845B1 (nl) | Dakdraagsysteem met verbeterd glijprofiel | |
NL2027595B1 (en) | Slat for a reciprocating slat conveyor | |
BE1029925B1 (nl) | Schuifluikinrichting en verbeterde zijwand hiervoor alsook een werkwijze voor de vervaardiging | |
PL173270B1 (pl) | Podłużnica zewnętrzna do dwuosiowych kolejowych wagonów towarowych | |
GB2158015A (en) | Vehicle bodies |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
RE | Patent lapsed |
Owner name: DHOLLANDIA N.V. Effective date: 19990131 |