BE1006686A3 - Voederdoseerelement. - Google Patents

Voederdoseerelement. Download PDF

Info

Publication number
BE1006686A3
BE1006686A3 BE9200098A BE9200098A BE1006686A3 BE 1006686 A3 BE1006686 A3 BE 1006686A3 BE 9200098 A BE9200098 A BE 9200098A BE 9200098 A BE9200098 A BE 9200098A BE 1006686 A3 BE1006686 A3 BE 1006686A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
element according
feed metering
tray
feed
metering element
Prior art date
Application number
BE9200098A
Other languages
English (en)
Inventor
Gustaaf Goetschalckx
Original Assignee
Gerrik N V Naamloze Vennootsch
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Gerrik N V Naamloze Vennootsch filed Critical Gerrik N V Naamloze Vennootsch
Priority to BE9200098A priority Critical patent/BE1006686A3/nl
Priority to NL9300178A priority patent/NL9300178A/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1006686A3 publication Critical patent/BE1006686A3/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D90/00Vehicles for carrying harvested crops with means for selfloading or unloading
    • A01D90/10Unloading means
    • A01D90/105Automatic side-emptying forage wagons
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K5/00Feeding devices for stock or game ; Feeding wagons; Feeding stacks
    • A01K5/001Fodder distributors with mixer or shredder
    • A01K5/002Fodder distributors with mixer or shredder with mixing or shredding element rotating on horizontal axis

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Birds (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Filling Or Emptying Of Bunkers, Hoppers, And Tanks (AREA)

Abstract

Voederdoseerelement, daardoor gekenmerkt dat het hoofdzakelijk bestaat in de kombinatie van een bak (3); een met de bak (3) samenwerkende eerste inrichting (4) voor het behandelen van knolvormige gewassen en dergelijke; een met de bak (3) samenwerkende tweede inrichting (5) voor het doseren van pulpvormige produkten en dergelijke; en een in minstens twee standen plaatsbaar mechanisme (6) dat afhankelijk van de ingenomen stand het gebruik van de voornoemde inrichtingen (4,5) bepaalt.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Voederdoseerelement. Deze uitvinding heeft betrekking op een voederdoseerelement, met andere woorden een element waarin een hoeveelheid veevoeder kan worden aangebracht en van waaruit dit veevoeder op gedoseerde wijze kan worden uitgestrooid, bijvoorbeeld in een stal. 



  De uitvinding heeft hierbij een voederdoseerelement als doel dat het voordeel biedt dat het zowel geschikt is voor het behandelen en/of doseren van knolvormige gewassen, bijvoorbeeld bieten, als voor het doseren van pulpvormige produkten, zodanig dat al deze handelingen met   éénzelfde   inrichting kunnen worden verwezenlijkt. 



  Hiertoe betreft de uitvinding een voederdoseerelement, daardoor gekenmerkt dat het hoofdzakelijk bestaat in de kombinatie van een bak ; een met de bak samenwerkende eerste inrichting voor het behandelen van knolvormige gewassen en dergelijke ; een met de bak samenwerkende tweede inrichting voor het doseren van pulpvormige produkten en dergelijke ; en een in minstens twee standen plaatsbaar mechanisme dat afhankelijk van de ingenomen stand het gebruik van de voornoemde inrichtingen bepaalt. 



  In de voorkeurdragende uitvoeringsvorm bestaat de eerste inrichting uit een schroef van Archimedes die geschikt is om vuil, zoals zand, van knolvormige gewassen te 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 verwijderen en deze langs een losopening uit de bak te brengen ; bestaat de tweede inrichting uit een schroef van Archimedes die toelaat om pulpvormige produkten te doseren ; en bestaat het mechanisme dat zoals voornoemd in twee standen kan worden geplaatst uit een klep die toelaat dat de tweede inrichting al dan niet samenwerkt met het gedeelte van de bak waarin de produkten worden aangebracht. 



  Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen, is hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een traktor weergeeft die is uitgerust met een voederdoseerelement volgens de uitvinding ; figuur 2 een zieht weergeeft volgens pijl F2 in figuur   1 ;   figuur 3 een doorsnede weergeeft volgens lijn III-III in figuur   2 ;   figuur 4 een zieht weergeeft volgens pijl F4 in figuur 2. 



  In figuur 1 is een traktor 1 weergegeven die is voorzien van een voederdoseerelement 2 volgens de uitvinding. 



  Zoals weergegeven infiguren 2,3 en 4 bestaat het voederdoseerelement 2 volgens de uitvinding hoofzakelijk in de kombinatie van een bak   3 ;   een met de bak 3 samenwerkende eerste inrichting 4 voor het behandelen van knolvormige gewassen en dergelijke ; een met de bak 3 samenwerkende tweede inrichting 5 voor het doseren van pulpvormige produkten en dergelijke ; en een in minstens twee standen plaatsbaar mechanisme 6 dat afhankelijk van de ingenomen stand het gebruik van de inrichtingen 4 en 5 bepaalt. 



  De voornoemde bak 3 is bij voorkeur uitgevoerd in de vorm van een schep, zodanig dat een hoeveelheid veevoeder door 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 het kantelen en heffen van de bak 3 kan worden opgeschept. De hefbeweging H en de kantelbeweging K kan bekomen worden door middel van een geschikte aandrijving 7 die al dan niet vast deel uitmaakt van de traktor 1 of van enig ander voertuig. 



  Zoals weergegeven in figuren 2 en 3 bevinden de eerste inrichting 4 en de tweede inrichting 5 zieh bij voorkeur onderaan in de bak 3. 



  De eerste inrichting 4 bestaat hoofdzakelijk uit een roterend element 8 dat zieh in de breedte doorheen de bak 3 uitstrekt en dat toelaat om knolvormige gewassen om te woelen, zodanig dat het vuil, hoofdzakelijk zand, wordt losgeklopt en/of van de gewassen wordt geschraapt. 



  Het roterend element bestaat bij voorkeur uit een schroef van Archimedes die een relatief dikke buisvormige kern 9 vertoont in verhouding tot het relatief lage schroefblad 10. Om de gewassen niet te kwetsen vertoont het schroefblad 10 bij voorkeur een afgeronde vorm. 



  Het roterend element 8 wordt aangedreven door middel van een reversibele motor 11 en een overbrenging 12. Hiertoe kan een hydraulische motor worden aangewend. 



  Het roterend element 8 wordt nabij zijn uiteinden 13 en 14 ondersteund. Aan het uiteinde 13 is een losopening 15 voorzien in de zijwand 16 van de bak 3. De losopening 15 is afsluitbaar door middel van een klep 17 die hoofdzakelijk bestaat uit een bovenpaneel 18 en een zijpaneel 19. De klep 17 is scharnierbaar langs een horizontale as 20 en kan zijdelings over een kleine afstand D worden verschoven, één en ander zodanig dat de klep 17 twee standen A en B kan innemen. In de stand A bevindt de klep 17 zieh in de bak 3 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 en is een weinig verschoven ten opzichte van de losopening 15, zodanig dat zij met de rand van het zijpaneel 19 tegen de zijwand 16 van de bak 3 rust.

   Door de klep 17 over de voornoemde afstand D te verschuiven komt zij precies voor de losopening 15 en kan zij, zoals afgebeeld in figuur 2, buiten de bak 3 worden gewenteld tot in een stand B, waarbij de losopening 15 dan wordt afgesloten door het voornoemde bovenpaneel 18 dat dan in het verlengde van de zijwand 16 is neergeklapt. 



  Om te vermijden dat de klep 17 uit de stand A naar links verschuift en doorheen de losopening 15 naar beneden klapt, wordt zij in deze stand met de rand van het zijpaneel 19 achter een aanslag 21 geplaatst. 



  Ter plaatse van de losopening 15 kan een snijinrichting 22 worden voorzien. Zoals weergegeven in figuur 2 kan deze bestaan uit een in het verlengde van het element 8 op dit laatste gemonteerde konische trommel 23 met een manteloppervlak dat is voorzien van schubvormige uitsteeksels 24, vergelijkbaar met een rasp. Onder de trommel 23 is een glijbaan 25 aangebracht om de versneden produkten zijdelings af te voeren. 



  De voornoemde tweede inrichting 5 bestaat bij voorkeur ook uit een roterend element 26, dat zieh helemaal onderaan in de bak 3, parallel aan het voornoemde element 8 doorheen de bak 3 uitstrekt. Dit roterend element 26 bestaat bij voorkeur uit een schroef van Archimedes die nabij haar uiteinden 27 en 28 in de bak 3 is gelagerd. In tegenstelling met het element 8 vertoont deze schroef een relatief dunne kern 29 en een relatief hoog schroefblad 30. 



  Het roterend element 26 wordt aan   één   uiteinde 27 aangedreven door middel van een reversibele hydraulische of 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 andere motor 31 en een overbrenging 32. Ter plaatse van het andere uiteinde 28 is een tweede losopening 33 in de zijde 34 aangebracht. Het is duidelijk dat de losopeningen 15 en 33 volgens een variante ook aan eenzelfde zijde van de bak 3 kunnen worden voorzien. 



  In het weergegeven voorbeeld van figuren 2 tot 4, is naast het roterend element 26 een hulpelement 35 met uitsteeksels gemonteerd voor het losmaken, respektievelijk los houden van pulpvormige produkten, meer speciaal om te vermijden dat deze produkten rond het roterend element 26 samenklitten en een verstopping vormen. Dit hulpelement 35 bestaat eveneens uit een roterend element dat bij voorkeur aan het uiteinde dat zieh bij de losopening 33 bevindt is voorzien van een schroef van Archimedes 36, terwijl dit aan zijn andere uiteinde is voorzien van een aantal radiale pennen 37 die toelaten een pulpvormig produkt om te woelen. 



  Het hulpelement 35 wordt in het weergegeven voorbeeld aangedreven door middel van de motor 11 en overbrenging 12. 



  De eerste inrichting 4 bevindt zich bij voorkeur boven de tweede inrichting 5, terwijl het in twee standen plaatsbaar mechanisme 6 dan bestaat uit een klep 38 die toelaat dat, afhankelijk van haar stand, de in de laadbak 3 opgenomen produkten ofwel uitsluitend met de eerste inrichting 4 in kontakt komen, ofwel met zowel de eerste inrichting 4 als de tweede inrichting 5 in kontakt komen. 



  Zoals weergegeven in figuren 2 tot 4 bestaat de klep 38 bij voorkeur uit een langs een horizontale as 39 wentelbaar gedeelte van de frontale zijde 40 van de bak 3, dat in een eerste stand E naar beneden geklapt is zodanig dat de bak 3 open is tot aan de tweede inrichting 5, en dat in een tweede stand F naar boven geklapt wordt, zodanig dat de 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 klep 38 zich uitstrekt tussen de zijde 40 en het voornoemde roterend element 8. 



  De klep 38 kan naar keuze in de standen E of F worden geplaatst door middel van een hefboommechanisme 41, bestaande uit een hefboom 42 met een handvat 43, een door middel van de hefboom 42 verdraaibare as 44 en op de as 44 geplaatste armen 45 die voorzien zijn van rollen 46 of dergelijke die met de onderzijde van de klep 38 samenwerken. 



  In de stand E rust de klep 38 op het geraamte 47 van de bak 3. De hefboom 42 rust hierbij tegen een aanslag 48. 



  In de stand F wordt de klep 38 ondersteund door de armen 45. De hefboom 42 rust hierbij tegen een aanslag 49. De armen 45 en hun draaipunten 50 vormen een overcentermechanisme en zijn zodanig gekonstrueerd dat de klep 38 in de stand F een moment op het hefboommechanisme 41 uitoefent waardoor de hefboom 42 tegen de aanslag 48 drukt en in deze stand gehouden wordt. 



  De klep 38 reikt in de stand F tot aan het roterend element 8,   één   en ander zodanig dat wel een vrije verbinding blijft bestaan tussen de gedeelten van de bak 3 respektievelijk boven en onder de klep 38 via de ruimten tussen het schroefblad 10, zodanig dat langs deze verbinding vuil en zand uit het bovenste gedeelte in het onderste gedeelte wordt opgevangen doch knolgewassen en dergelijke verhinderd worden in het onderste gedeelte te komen. 



  De werking en het gebruik van het voederdoseerelement 2 is hoofdzakelijk als volgt. 



  In het geval dat knolvormige gewassen of dergelijke dienen te worden gereinigd en/of te worden versneden en gedoseerd, 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 wordt de klep 17 in stand A geplaatst en de klep 38 in stand F. Vervolgens wordt een hoeveelheid van de betreffende gewassen in de bak 3 aangebracht, bijvoorbeeld door deze gewassen op te scheppen door middel van de verplaatsing van de bak 3. Vervolgens wordt het roterend element 8 aangedreven met een draairichting   Rl,   zodanig dat de gewassen van de losopening 15 worden weggehouden. Door de beweging van het element 8 wordt het zand en ander vuil van de gewassen geschraapt en losgeklopt, waarbij dit vuil langs de openingen tussen het element 8 en de klep 38 in het onderste gedeelte valt waaruit het achteraf door middel van het roterend element 26 kan worden verwijderd.

   De reiniging van de gewassen kan reeds gebeuren tijdens het transport van de gewassen naar de stal. Vervolgens wordt het roterend element 8 in tegengestelde draairichting R2 aangedreven, waardoor de gewassen onder de klep 17 worden gevoerd, door middel van de snijinrichting 22 worden gesneden en via de glijbaan 25 worden afgevoerd. 



  In het geval dat het voederdoseerelement wordt gebruikt voor het doseren van pulpvormige produkten wordt de klep 17 in stand B geplaatst en de klep 38 in stand E. Het roterend element 8 en het hulpelement 35 worden in de richting R2 respektievelijk R3 aangedreven, zodanig dat zij het pulpvormige produkt los houden en de samendrukking ervan rond de losopening 33 tegenwerken. Tijdens het doseren wordt het roterend element 26 in de richting R4 aangedreven, zodanig dat het produkt kontinu langs de losopening 33 wordt afgevoerd. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijk voederdoseerelement kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (19)

  1. Konklusies. l.-Voederdoseerelement, daardoor gekenmerkt dat het hoofdzakelijk bestaat in de kombinatie van een bak (3) ; een met de bak (3) samenwerkende eerste inrichting (4) voor het behandelen van knolvormige gewassen en dergelijke ; een met de bak (3) samenwerkende tweede inrichting (5) voor het doseren van pulpvormige produkten en dergelijke ; en een in minstens twee standen plaatsbaar mechanisme (6) dat afhankelijk van de ingenomen stand het gebruik van de voornoemde inrichtingen (4, 5) bepaalt.
  2. 2.-Voederdoseerelement volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat zowel de eerste inrichting (4) als de tweede inrichting (5) zieh in de bak (3) bevinden.
  3. 3.-Voederdoseerelement volgens konklusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de eerste inrichting (4) hoofdzakelijk bestaat uit een roterend element (8) in de vorm van een schroef van Archimedes, dat zieh doorheen de bak (3) uitstrekt.
  4. 4.-Voederdoseerelement volgens konklusie 3, daardoor gekenmerkt dat het roterend element (8) een kern (9) vertoont die relatief groot is in verhouding tot de hoogte van het bijhorende schroefblad (10).
  5. 5.-Voederdoseerelement volgens konklusie 3 of 4, daardoor gekenmerkt dat de schroef van Archimedes een afgerond schroefblad (10) vertoont om te vermijden dat knolvormige gewassen worden beschadigd. <Desc/Clms Page number 9>
  6. 6.-Voederdoseerelement volgens konklusie 3,4 of 5, daardoor gekenmerkt dat nabij één uiteinde (13) van het roterend element (8) een losopening (15) is voorzien.
  7. 7.-Voederdoseerelement volgens konklusie 6, daardoor gekenmerkt dat de losopening (15) afdichtbaar is door middel van een klep (17).
  8. 8.-Voederdoseerelement volgens konklusie 7, daardoor gekenmerkt dat de klep (17) in de opengeklapte stand (A) een bovenpaneel (18) en een zijpaneel (19) vertoont, waarbij het bovenpaneel in de neergeklapte stand (B) een afdichting voor de losopening (15) vormt.
  9. 9.-Voederdoseerelement volgens een der konklusies 3 tot 8, daardoor gekenmerkt dat het roterend element (8) is voorzien van een reversible aandrijving.
  10. 10.-Voederdoseerelement volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de tweede inrichting (5) hoofdzakelijk bestaat uit een roterend element (26) in de vorm van een schroef van Archimedes, en dat de bak (3) nabij een uiteinde (28) van deze schroef is voorzien van een losopening (33).
  11. 11. - Voederdoseerelement volgens konklusie 10, daardoor gekenmerkt dat dit is voorzien van een hulpelement (35) voor het los houden, respektievelijk losmaken van pulpvormige produkten.
  12. 12.-Voederdoseerelement volgens konklusie 11, daardoor gekenmerkt dat het hulpelement (35) hoofdzakelijk bestaat uit een roterende as die minstens gedeeltelijk is voorzien van uitsteeksels. <Desc/Clms Page number 10>
  13. 13.-Voederdoseerelement volgens konklusie 12, daardoor gekenmerkt dat het hulpelement (35) nabij de losopening (33) is voorzien van een schroef van Archimedes (36) om de produkten van de losopening (33) terug te voeren.
  14. 14.-Voederdoseerelement volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de eerste inrichting (4) zieh boven de tweede inrichting (5) bevindt, althans in de stand waarbij de opening van de bak (3) zich aan de bovenzijde bevindt, en dat het mechanisme (6) dat het gebruik van de voornoemde inrichtingen (4, 5) bepaalt hoofdzakelijk bestaat uit een klep (38) die in één stand (F) toelaat dat de produkten uitsluitend met de eerste inrichting (4) in kontakt kunnen komen.
  15. 15.-Voederdoseerelement volgens konklusie 14, daardoor gekenmerkt dat de klep (38) zieh aan de frontale zijde (40) van de bak (3) bevindt, dat de eerste inrichting (4) hoofdzakelijk bestaat uit een roterend element (8) en dat de klep (38) in de stand (F) waarbij de produkten niet in kontakt komen met de tweede inrichting (5) reikt tot nabij het roterend element (8) van de eerste inrichting (4).
  16. 16.-Voederdoseerelement volgens konklusie 14 of 15, daardoor gekenmerkt dat dit is voorzien van een hefboommechanisme (41) om de voornoemde klep (38) te verplaatsen.
  17. 17.-Voederdoseerelement volgens konklusie 16, daardoor gekenmerkt dat het hefboommechanisme (41) is voorzien van een overcentermechanisme, bestaande uit armen (45) die met EMI10.1 de onderzijde van de betreffende klep (38) samenwerken.
  18. 18.-Voerderdoseerelement volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de eerste inrichting <Desc/Clms Page number 11> (4) en de tweede inrichting (5) worden aangedreven door middel van hydraulische motors (11, 31).
  19. 19.-Voederdoseerelement volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de bak (3) is voorzien van een aandrijving (7) die het heffen en kantelen van de bak (3) toelaat.
BE9200098A 1992-01-31 1992-01-31 Voederdoseerelement. BE1006686A3 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9200098A BE1006686A3 (nl) 1992-01-31 1992-01-31 Voederdoseerelement.
NL9300178A NL9300178A (nl) 1992-01-31 1993-01-28 Voederdoseerelement.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9200098A BE1006686A3 (nl) 1992-01-31 1992-01-31 Voederdoseerelement.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1006686A3 true BE1006686A3 (nl) 1994-11-16

Family

ID=3886119

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9200098A BE1006686A3 (nl) 1992-01-31 1992-01-31 Voederdoseerelement.

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1006686A3 (nl)
NL (1) NL9300178A (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AT521507B1 (de) * 2019-03-08 2020-02-15 Ferdinand Leibetseder Futterspender

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0061666A1 (de) * 1981-04-01 1982-10-06 Hoopman Onderzoek en Ontwikkeling B.V. Verschwenkbares Futtermittelmischgerät
EP0170732A2 (de) * 1984-01-21 1986-02-12 De Dissel Beheer B.V. Austrag- und Dosiervorrichtung, insbesondere für klumpenbildendes Futter, wie Grassilage oder dergleichen
EP0392871A2 (en) * 1989-04-14 1990-10-17 Salford Engineering Limited A chopper and apparatus for chopping

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0061666A1 (de) * 1981-04-01 1982-10-06 Hoopman Onderzoek en Ontwikkeling B.V. Verschwenkbares Futtermittelmischgerät
EP0170732A2 (de) * 1984-01-21 1986-02-12 De Dissel Beheer B.V. Austrag- und Dosiervorrichtung, insbesondere für klumpenbildendes Futter, wie Grassilage oder dergleichen
EP0392871A2 (en) * 1989-04-14 1990-10-17 Salford Engineering Limited A chopper and apparatus for chopping

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
POWER FARMING deel 62, 1 Februari 1983, GB bladzijden 20 - 21 'DEMONSTRATIONS: RENEWED INTEREST IN FODDER BEET' *

Also Published As

Publication number Publication date
NL9300178A (nl) 1993-08-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5743176A (en) Fruit and vegetable juice extractor
DE102006055594B3 (de) Anlage zur Kaltpressung für Olivenfleisch
DE10161646B4 (de) Katzentoilette
EP0542495A1 (en) Rotary materials separator
BE1006686A3 (nl) Voederdoseerelement.
DE4313143A1 (de) Vorrichtung zum Umladen und Entwässern von Kehricht aus Kehrmaschinen und Müll aus Müllsammelfahrzeugen auf Müllumschlagplätzen
NL1008238C2 (nl) Inrichting voor het losmaken van een blok gecomprimeerd los materiaal.
US5098564A (en) Automatic self-cleaning strainer assembly
EP0997065B1 (de) Sammelbehälter und Arbeitsgerät
US4208961A (en) Can compressor
DE4318807A1 (de) Verfahren und Vorrichtungen zur Auslese von Samen
JP2901528B2 (ja) 生ゴミの処理装置
DE4407684C1 (de) Vorrichtung zum Öffnen und dosierten Entleeren von Säcken
JPS6183821A (ja) 炉、特にごみ焼却炉から焼却残留物を排出するための装置
CS209688B1 (en) Stable devug spreader and similar substances
GB2228032A (en) Beach cleaning machine
NL8100907A (nl) Afvoer- en doseerinrichting voor in het bijzonder klontenvormend voeder.
EP0459308B1 (de) Vorrichtung zum Sammeln und Verdichten von Abfällen
EP0436755B1 (de) Vorrichtung zum Reinigen und Schnitzeln von Rüben od. dgl.
US4877039A (en) Grain cleaner
DE1708659C2 (de) Kehrmaschine
JP2691917B2 (ja) 掻きとり刃を有する移動式アースムーバー
DE102004017316B4 (de) Tabakbehälter der Tabak verarbeitenden Industrie
KR200193556Y1 (ko) 상토 분쇄기의 상토 내림장치
DE2310342A1 (de) Stautrichter fuer abfaelle

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: GERRIK N.V.

Effective date: 19960131