BE1006144A3

BE1006144A3 - Inrichting voor het opvangen van kettingformulieren.

Info

Publication number: BE1006144A3
Application number: BE9200728A
Authority: BE
Inventors: Karel Schodts
Original assignee: Atep Systems Nv
Priority date: 1992-08-19
Filing date: 1992-08-19
Publication date: 1994-05-24
Also published as: EP0583826A1

Abstract

Inrichting voor het opvangen van kettingformulieren, daardoor gekenmerkt dat zij in hoofdzaak bestaat uit een verzamelruimte (29 waaraan kontinu kettingformulieren (3) worden toegevoerd, waarbij deze verzamelruimte (2) voorzien is van middelen (4) die de kettingformulieren (3) in deze ruimte (2) geleiden en op elkaar drukken.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Inrichting voor het opvangen van kettingformulieren. 



  Deze uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het opvangen van zogenaamde kettingformulieren die aangevoerd worden van een behandelingsmachine, bijvoorbeeld een drukeenheid of dergelijke. 



  Zoals bekend zijn kettingformulieren op regelmatige afstanden voorzien van plooien of perforaties volgens dewelke zulke formulieren in zig-zag opgeplooid naar een behandelingsmachine worden gebracht en waarbij het in het algemeen de bedoeling is dat deze kettingformulieren, nadat zij behandeld zijn, bijvoorbeeld bedrukt, terug in zig-zag worden opgeplooid. 



  Het is bekend dat er dikwijls problemen optreden bij het opnieuw   opplooien   van deze kettingformulieren. 



  Inderdaad komt het   dikwijls   voor dat door een kleine onregelmatigheid in deze zig-zag beweging, bijvoorbeeld ten gevolge van een schok, het in elkaar haken van de snijlijnen van naast elkaar liggende formulieren of dergelijke, het opnieuw   opplocien, respektievelijk het     opstapelen   van de   kettingformulieren, verstocrd wcrdt   en deze zieh   willekeurig en wancrdelijk ophcpen.   

 <Desc/Clms Page number 2> 

 De huidige uitvinding heeft een inrichting tot doel die aan dit nadeel een oplossing biedt door de kettingformulieren op een gepaste manier op te vangen. 



  Hiertoe betreft de uitvinding een inrichting die hoofdzakelijk wordt gekenmerkt doordat zij-in hoofdzaak bestaat uit een verzamelruimte waaraan kontinu kettingformulieren worden toegevoerd, waarbij deze verzamelruimte voorzien is van middelen die de kettingformulieren in deze ruimte geleiden en op elkaar drukken. 



  De middelen voor het geleiden en aandrukken van de kettingformulieren werken hierbij in op de breedte van het kettingformulier, met andere woorden de rand waar het kettingpapier geplooid wordt. Daartoe bevinden deze middelen zich bij voorkeur in een zijwand van de verzamelruimte. 



  In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm bestaan de middelen voor het geleiden en aandrukken uit flexibele uitsteeksels die op een vertikaal lopende band in de zijwand van de verzamelruimte zijn aangebracht en waarbij naast deze vertikaal lopende band met flexibele uitsteeksels in de zijwanden van de verzamelruimte aanslagen zijn voorzien die beletten dat de kettingformulieren o. a. dcor de beweging van de voornoemde uitsteeksels zijdelings worden meegenomen. 



  De inrichting volgens de uitvinding kan worden aangewend om kettingformulieren te verzamelen   afkomstig   van allerlei machines, zoals laser-, matrix-, inkjet-of andere printers of eender welke machine waarbij kettingpapier van eender welk formaac wordt verplaatst. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 in perspektief een inrichting volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 2 een langsdoorsnede   weergeeft volgens   lijn
II-II in figuur   1 ;   figuur 3 een dwarsdoorsnede weergeeft volgens lijn
III-III in figuur 1. 



  Zoals weergegeven in de bijgaande tekeningen bestaat de inrichting 1 volgens de uitvinding hoofdzakelijk uit een verzamelruimte 2 waaraan kontinu kettingformulieren 3 worden toegevoerd die door de aanwezigheid van de voornoemde plooien of perforaties alternatief in zig-zag worden opgestapeld en middelen 4 vocr het geleiden en aandrukken van de kettingformulieren 3, waarbij deze middelen 4 zieh bij voorkeur in de zijwanden 5 en 6 van de verzamelruimte 2 bevinden. 



  In deze voorkeurdragende uitvoeringsvorm bestaat de verzamelruimte 2 uit een bodemplaat 7 en twee zijwanden 5, 6 die bovenop deze plaat 7 zijn bevestigd en waartussen de kettingformulieren 3 worden opgevangen. 



  De twee zijwanden 5 en 6 worden   in dit geval   gevormd dcor kamers waarin zieh de middelen 4 bevinden en die hieruit gedeeltelijk uitsteken. 



  De   naar elkaar gerichte wanden van   de zijwanden 5-6   vertonen ieder   een   uitsparing 8 die zieh over de ganse   hoogte   ultstrek- :,   en waar dccrheen de middelen 4 uit de   betreffende zijwand 5-6 treden, een en   ander   zcdanig   dat 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 naast deze uitsparing 8, enerzijds en anderzijds, aanslagen 9-10 worden gevormd. 



  De middelen 4 worden in deze uitvoeringsvorm in hoofdzaak gevormd door flexibele uitsteeksels 11 die op een vertikaal lopende band 12 zijn aangebracht en wel zodanig dat de uitsteeksels 11 aan de binnenkant van de zijwanden 5 en 6 doorheen de uitsparing 8 in de verzamelruimte 2 uitgeven. 



  In dit geval bestaan de uitsteeksels 11 uit langwerpige en licht gebogen stroken rubber of dergelijke die over de volledige breedte van de soepele vertikaal lopende band 10 zijn aangebracht. 



  Zoals weergegeven in figuur 2 worden er bijvoorbeeld vier zulke uitsteeksels 11 op elke vertikaal lopende band 10 voorzien. 



  De vertikaal lopende band 12 wordt in iedere zijwand 5-6 over twee horizontaal en onder elkaar geplaatste assen 13 en 14 respektievelijk 15 en 16 geleid waarbij telkens de onderste as 14, respektievelijk 16, aan   een   uitainde aangedreven wordt door een motor 17, 18. De as 14, respektievelijk 16 is telkens   met de aandrijfmotor 17, 18   verbonden door een bevestigingsbus 19-20 terwijl het andere uiteinde van de as 14, respektievelijk 16, en de beiden uiteinden van de bovenste as 13, respektievelijk 15, door middel van lagers 21 in de zijwand 5, respektievelijk 6, vrij draaibaar worden gesteund. 



  De assen 13, 14,15 en 16 zijn bij vocrkeur van een bekleding 22, bijvoorbeeld rubber, vcorzien   waardocr het   slippen   v-m   de vertikaal lopende   b¯nd   wordt -zermeden.   Deze bekleding 22 kan over de gehele lengte van de assen 13 tot 16 worden aangebracht danwel slechts plaatselijk. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 



  Ten einde de inrichting volgens de uitvinding bruikbaar te maken voor verschillende papierformaten kan men minstens een zijwand 5 of 6 op de plaat 7 verplaatsen. 



  Ook zou men kunnen beogen de eindwanden van de zijwanden 5 en 6 instelbaar te maken om de inrichting ook in de papierlengte regelbaar te maken. 



  De werking van de inrichting volgens de uitvinding is zeer eenvoudig en als volgt. 



  De inrichting 1 voor het opvangen van kettingformulieren volgens de uitvinding zal in het algemeen opgesteld worden onder de   afvoerplaats   van de kettingformulieren zodanig dat de kettingformulieren die vanuit een machine naar beneden worden gevoerd, in de opvangruimte 2 van de inrichting 1 terecht komen. 



  De eerste bladzijde van de kettingformulieren 3 zal bijvoorbeeld manueel op de bodemplaat 7 van de verzamelruimte 2 geplaatst worden waarna de middelen 4 ervoor zorgen dat de volgende bladzijden van de kettingformulieren 3 automatisch bovenop dit eerste blad worden   geplooid.   



  Inderdaad zullen de middelen 4, meer speciaal de uitsteeksels 9, die in de verzamelruimte 2 steeds van boven naar cnder bewegen de geplooide randen van het kettingformulier steeds mee naar beneden geleiden om deze aldaar samen te drukken boven op de vocrgaande geplooide kattingformulieren 3. 
 EMI5.1 
 



  Aangez-en de uitsteeksels zi bi van 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 een stapeltje reeds geplooide kettingformulieren 3, gewoon meegeven en langs dit stapeltje wegbuigen. 



  Eens dat de uitsteeksels 9 zieh aan het onderste deel van de zijwand 5, respektievelijk 6, bevinden worden ze door de steeds rondlopende band 12 mee in de zijwand genomen en onder de onderste as 14, respektievelijk 16, door terug naar boven gevoerd, waarbij deze uitsteeksels 9 bij hun rondgaande beweging onderaan de zijwand 5 en 6 een zijdelingse trekkracht op de kettingformulieren 3 zullen uitoefenen om de   formulieren"in   de plooi te trekken". Ten einde de zijdelingse beweging van het kettingformulier 3 naast de vertikaal lopende band 12 te begrenzen zijn bijvoorbeeld aan twee zijden, aanslagen 9-10 voorzien. 



  De uitsteeksels 9 bewegen samen met de vertikaal lopende band 12 in de zijwanden 5 en 6 terug naar boven om vervolgens aan de bovenkant van de zijwand 5, respektievelijk 6, naar buiten te treden en   opnieuw   kettingformulieren 3 naar beneden te voeren. 



  De   rondgaand   beweging van de vertikaal lopende band 12 zal in de twee zijwanden 5 en 6 in tegengestelde richting verlopen daar de uitsteeksels 9 aan de binnenzijde van de verzamelruimte 2 telkens van boven naar beneden dienen te bewegen. Daarom worden de assen 14 en 16 ook in tegengestelde draairichting aangedreven. 



  De verzamelruimte 2 kan in de lengterichting van de kettingformulieren 3 voorzien zijn van randen om   verschuivingen   van het   stapelcje kettingformulieren   3 ook in deze richting te beletten. 



  Op deze wijze wcrdt een inrichting verkregen waarmede kettingformulieren mooi worden   opgest : apeld.   

 <Desc/Clms Page number 7> 

 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de bijgaande tekeningen weergegeven uitvoering, doch zulke inrichting voor het opvangen van kettingformulieren kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims

Konklusies.

1. - Inrichting voor het opvangen van kettingformulieren, daardoor gekenmerkt dat zij in hoofdzaak bestaat uit een verzamelruimte (2) waaraan kontinu kettingformulieren (3) worden toegevoerd, waarbij deze verzamelruimte (2) voorzien is van middelen (4) die de kettingformulieren (3) in deze ruimte (2) geleiden en op elkaar drukken.

2.-Inrichting volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat de middelen (4) inwerken op de geplooide randen van het kettingformulier (3).

3.- Inrichting volgens konklusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de verzamelruimte (2) wordt begrensd dcor EMI8.1 zjwanden (5, 6) een bodemplaat (7) en minstens twee waartussen de kettingformulieren (3) in hun breedte richting worden opgevangen.

4.-Inrichting volgens voorgaande konklusies, daardccr gekenmerkt dat de voornoemde middelen (4) voor het geleiden en aandrukken van kettingformulieren (3) zich in de zijwanden (5, 6, van de verzamelruimte (2) volgens de breedte van deze kettingformulieren (3) bevinden.

5.-Inrichting volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de middelen'4) zieh in de verzamelruimte (2) van boven naar beneden bewegen.

5.-Inrichting volgens konklusie 5, daardcor gekenmerkt dat de middelen (4) bestaan uit flexibele ui : steeksels (9) die EMI8.2 cp een lijwanden de ver=amel=umte <Desc/Clms Page number 9> vertik-ial lopende band (127.-Inrichting volgens konklusie 6, daardoor gekenmerkt dat voornoemde vertikaal lopende banden (12) tussen twee horizontale assen (13,14 en 15,16) lopen.

8.-Inrichting volgens konklusie 7, daardoor gekenmerkt dat de horizontale assen (4, 16) ieder worden aangedreven door een motor (17, 18).

9.-Inrichting volgens konklusie 8, daardoor gekenmerkt dat de assen (13, 14, 15, 16) door middel van lagers (21) met de zijwand (5, 6) zijn bevestigd.

10.-Inrichting volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde assen EMI9.1 (13, zijn van een bekleding (22).

11.-Inrichting volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de afmetingen van de verzamelruimte (2) kunnen aangepast worden overeenkomstig de afmetingen van de kettingformulieren (3).

12.-Inrichting volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat in de naar elkaar gerichte wanden van de zijwanden (5, 6) een uitsparing (8) is voorzien waar doorheen de uitsteeksels (9) tot in de verzamelruimte (2) reiken.

13.-Inrichting volgens konklusie 12, daardoor gekenmerkt dat naast de uitsparingen (8) aanslagen (9-10) zijn gevormd.