BE1004543A3

BE1004543A3 - Werkwijze en elementen om houten wanden in een hoek samen te verbinden.

Info

Publication number: BE1004543A3
Application number: BE9000753A
Authority: BE
Original assignee: Woodinvest N V
Priority date: 1990-07-30
Filing date: 1990-07-30
Publication date: 1992-12-08

Abstract

Bindingselement voor het samen verbinden van houten wanden in een hoek bestaande uit een staaf (3) in vier delen gebogen, waarvan de twee uiteinden (4,5) loodrecht op het vlak staan gevormd door de twee middenste delen (6, 7). Werkwijze en constructie waarin dergelijke bindingselementen gebruikt worden.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  "Werkwijze en elementen om houten wanden in een hoek samen te verbinden" 
 EMI1.1 
 ------------------ 
Houten bouwsystemen hebben een bijzondere plaats in de pre-fabricatie verworven. Het gaat er vooral om, om tot een snelle samenstelling te komen op de werf van op industriële wijze geprefabriceerde elementen, die enerzijds gestandaardiseerd zijn en anderzijds van die aard zijn dat zij met een zekere soepelheid kunnen samengesteld worden om het invidualisme van de eigenaar, met zijn architecten, te eerbiedigen. 



   Een van de grootste problemen daarin blijft dan ook de hoekbinding, meer in het bijzonder de haakse binding van twee wanden. Er werde daarvoor al verschillende oplossingen toegepast te beginnen met vijzen, bouten en moeren, al of niet in samenwerking met platen of Tprofielen waarvan de kern in de houten balken, die de wand samenstellen, ingewerkt is. Er werd ook nog gezocht naar oplossingen met behulp van in de houten balken   verwerkte   uitgesneden staalprofielen. Toch brengen al deze bestaande oplossingen andere problemen met zieh mee, zowel met betrekking tot fabricatie, als opstelling in de fabriek of op de werven. 



   Het bindingselement, dat het voorwerp uitmaakt van de uitvinding, laat zowel een gemakkelijke fabricatie als een snelle opbouw van de houten wanden op de werven toe. 



   Verder bestaat een ander voorwerp van de uitvinding uit de werkwijze om twee houten wanden in een hoek samen te stellen en te verbinden. 



   Het verbindingselement volgens de uitvinding bestaat uit een geplooide ronde staaf met het kenmerk dat deze staaf uit vier delen bestaat waarvan de twee uiteinden loodrecht staan op het vlak gevormd door de twee middenste delen die onderling een hoek vormen, meestal van 900, als 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 de op te richten en te verbinden wanden loodrecht op elkaar komen te staan. 



   Verdere gegevens, kenmerken en voordelen van de werkwijze volgens de uitvinding om twee houten wanden in een hoek te verbinden, zullen blijken uit de beschrijving van een konkreet voorbeeld van een dergelijke werkwijze. 



  Deze beschrijving wordt verder belicht met de hulp van de bijgevoegde figuren, waarvan
Figuur 1 een schematische perspectieftekening is van de verbinding van twee wanden uit houten geprofileerde balken. 



   Figuur 2 een doorsnede is volgens het vlak AA' van   een   van de balken voorgesteld in figuur 1. 



   Figuur 3 een doorsnede is volgens het vlak BB'   van'dezelfde   balk als in figuur 2. 



   Bij een houten constructie, zoals voorgesteld in figuur   1,   worden voor de oprichting van de wanden balken   (1, 1'.., 2, 2'...)   gebruikt die zodanig geprofileerd zijn, dat zij aan de bovenzijde van ribben of tanden voorzien zijn, die volledig overeenstemmen met respectievelijk gleuven aan de   c'"derzijde,   zodanig dat de balken twee aan twee op elkaar kunnen samengesteld worden. 



   Wanneer twee wanden aan elkaar moeten verbonden worden om een hoek   o (te   vormen, meestal van 900, wordt er bij de werkwijze volgens de uitvinding gebruik gemaakt van een bindingselement (3) volgens de uitvinding. 



   Het bindingselement (3) bestaat uit een gebogen staaf waarvan de uiteinden (4) en (5) loodrecht staan op het vlak gevormd door de twee middenste delen (6) en (7) van betrokken staaf (3), die met elkaar en   hoek d. vormen,   die zoals voorgesteld is in figuur   1,   gelijk is aan 900. 



   Bij de werkwijze volgens de uitvinding om twee houten wanden aan elkaar te verbinden, worden de uiteinden van de geprofileerde balken   (1)   en (2) die samen moeten verbonden worden, voorzien van een tapgat, waarvan de 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 diameter en de lengte respectievelijk met de diameter en de lengte van de corresponderende uiteinden (4) en (5) van bindingselement (3) volgens de uitvinding overeenkomt. 



   Daarbij worden de betrokken uiteinden van de geprofileerde balken die aan elkaar hoekvormend moeten verbonden worden, voorzien van een in de bovenkant ingewerkte gleuf, die vanaf het betrokken tapgat doorloopt tot- aan het buitenvlak dat in aanraking komt met het corresponderende vlak van de corresponderende hoekvormende balk. 



   Figuur 2 stelt een dwarsdoorsnede voor van balk   (1)   ter hoogte van het vlak AA', terwijl figuur 3 een dwarsdoorsnede voorstelt van balk   (1)   ter hoogte van het vlak   BB',   waarbij getoond wordt hoe de betrokken centrale gleuf (zoals in fig. 2) die gebruikt is im de balken (1,...) tot een houten wand samen te stellen, dieper ingewerkt werd om plaats te geven voor een centraal deel (6) van het bindingselement (3) volgens de uitvinding. 



   Op dezelfde manier werd de centrale gleuf van balk (2) op haar uiteinde dieper ingewerkt met de noodzakelijke bocht zodat de afgeronde hoek van centrale delen (6) en (7) van het bindingselement (3) in deze gleuf volledige plaats kan nemen. 



   Bij de werkwijze volgens de uitvinding om twee uit geprofileerde   balken (1, 1'..., 2, 2'...) samengestelde   wanden tot een hoek te verbinden, wordt een balk   (1)   voorzien van een uiteinde met een dieper ingewerkte gleuf en met haar dwarsdoorsnede tegen de lengtezijde van balk (2) geplaatst, zodat beide respectievelijke ingediepte gleuven van balk   (1)   en van balk (2) in elkaars verlengde komen te staan, zodat het bindingselement (3) met respectievelijke uiteinden (4) en (5) dwars in de voorziene tapgaten van balken   (1)   en (2) kunnen geduwd worden, terwijl de centrale delen (6) en (7) plaats nemen in de respectievelijke dieper ingewerkte gleuven van balken   (1)   

 <Desc/Clms Page number 4> 

 en   (2),

     wat de hoekverbinding verzekert van balk   (1)   en (2), die dan aan elkaar vastgeankerd worden door het neerkomen van erboven liggende balken (1"', 2"'). Zowel de elementen, de balken   (1, 1'..., 2, 2'...)   als de bindingselementen (3) worden in de werkhuizen afgewerkt, terwijl de samenstelling van de wanden, tot een hoekvormende verbinding, zonder speciale gereedschappen, zeer vlot kan uitgevoerd worden. 



   De werkwijze volgens de uitvinding om houten wanden uit geprofileerde balken tot een hoek te verbinden, is niet gebonden aan een hoek van 900 noch aan een type geprofileerde balk. Het volstaat dat in de gebruikte balken de gepaste tapgaten en gleuven aanwezig zijn om toe te laten dat het bindingselement volgens de uitvinding kan gebruikt worden. 



   Het bindingselement volgens de uitvinding is ook niet beperkt in zijn afmetingen. Zowel de lengte van elk deel van het bindingselement volgens de uitvinding als de hoek gevormd door de twee middenste delen kan variëren. 



   De werkwijze volgens de uitvinding om uit geprofileerde balken, samengestelde wanden tot een hoekvorm te verbinden is een bijzonder soepele en snelle bouwwijze die zich   o. a.   volledig leent voor een kit-bouwsysteem.

Claims

CONCLUSIES.

1. Bindingselement voor het samen verbinden van houten wanden in een hoek, bestaande uit een geplooide ronde staaf (3) met het kenmerk dat deze staaf uit vier delen (4, 5, 6, 7) bestaat waarvan de twee uiteinden (4 en 5) loodrecht op het vlak staan gevormd door de twee middenste delen (6 en 7) die onderling een hoek vormen.

2. Bindingselement volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de hoek gevormd door de twee middenste delen (6 en 7) van dit bindingselement een hoek van 900 is.

3. Bindingselement volgens conclusies 1 of 2 met het kenmerk dat de delen (4) en (5) die de uiteinden vormen van dit bindingselement van gelijke lengte zijn.

4. Bindingselement volgens conclusies 1, 2 of 3 met het kenmerk dat de middenste delen (6 en 7) van dit bindingselement van gelijke lengte zijn.

5. Werkwijze voor het samen verbinden van houten wanden in een hoek met de hulp van bindingselement (3) volgens een van de conclusies 1, 2,3 of 4.

6. Werkwijze om houten wanden samengesteld uit geprofileerde balken, tot een geheel samen te verbinden, EMI5.1 met hec kenmerk dat ten minste een balk (1) van een der wanden en een andere corresponderende balk (2) van de andere wand op haar uiteinde voorzien is van een tapgat, waarin respectievelijk de uiteinden (6) en (7) van het bindingselement (3) volgens een van de conclusies 1, 2, 3 of 4 ingeduwd worden.

7. Werkwijze volgens conclusie 6 met het kenmerk dat de respectievelijke balken (1) en (2) van de wanden die samen door een verbindingselement (3) volgens conclusies 1, 2,3 of 4 worden verbonden, voorzien zijn van een gleuf vanuit het voorziene tapgat tot aan het contactvlak van beide geprofileerde balken (1) en (2), waarin de middenste delen van het bindingselement (3) <Desc/Clms Page number 6> volgens conclusies 1, 2,3 of 4 kunnen ingeduwd worden.

8. Werkwijze volgens conclusie 6 of 7 met het kenmerk dat de respectievelijke tapgaten en gleuven waarin de corresponderende delen van het verbindingselement volgens conclusies 1, 2,3 of 4 ingeduwd kunnen worden, zich in een gleuf van de geprofileerde balk bevinden die plaatselijk dieper zit om voor de nodige ruimte voor het verbindingselement te zorgen.

9. Houtconstructies met het kenmerk dat er minstens twee wanden in een hoek samen verbonden zijn door toepassen van de werkwijze volgens een van de conclusies 5,6, 7 of 8.

10. Houtconstructies met het kenmerk dat er minstens twee wanden in een hoek samen met een verbindingselement volgens conclusies 1, 2,3 of 4 verbonden zijn.