BE1004387A3

BE1004387A3 - Werkwijze voor het aanbrengen van tekens in voorwerpen uit kunststof, inrichting hierbij aangewend, alsmede produkten hierdoor bekomen.

Info

Publication number: BE1004387A3
Application number: BE8900859A
Authority: BE
Inventors: Jean-Marie-Jose Gezels
Original assignee: Gezels Jean Marie Jose; Leen Richard
Priority date: 1989-08-10
Filing date: 1989-08-10
Publication date: 1992-11-10
Also published as: DE69005056D1; ATE98151T1; EP0412601A1; DE69005056T2; EP0412601B1

Abstract

Werkwijze voor het aanbrengen van tekens in voorwerpen uit kunststof, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk erin bestaat dat men uitgaat van een matrijs (1) dewelke is voorzien van steunmiddelen (2); waarna opeenvolgend wordt voorzien in het tussen de steunmiddelen (2) en de matrijswand (6) schuiven van minstens het aan te brengen teken (4), zodanig dat het teken (4) tegen de matrijswand (6) aansluit; en het uit de matrijs (1) nemen van het gevormde voorwerp (12).

Description

Werkwijze voor het aanbrengen van tekens in voorwerpen uit kunststof, inrichting hierbij aangewend, alsmede produkten hierdoor bekomen.

Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het aanbrengen van tekens, zoals lettertekens, cijfertekens, emblemen, logo's, opschriften en dergelijke in voorwerpen uit kunststof. Zij betreft eveneens een inrichting voor het verwezenlijken van deze werkwijze alsmede de produkten die volgens deze werkwijze van een teken zijn voorzien.

Alhoewel de uitvinding voor allerlei voorwerpen kan worden aangewend, is zij in de eerste plaats bedoeld voor het aanbrengen van zulke tekens in paletklossen.

. Het is bekend dat paletklossen uit kunststof kunnen worden vervaardigd. Om deze klossen van tekens te voorzien, kunnen zij met dergelijke tekens worden bedrukt. Deze werkwijze

vertoont evenwel het nadeel dat de bedrukking moeilijk kan worden aangebracht daar de klossen eerst chemisch dienen behandeld te worden opdat de bedrukking zou vasthouden. Bovendien slijt zulke bedrukking vrijwel onmiddellijk weg onder de mechanische belasting van de vorken van heftruck.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het aanbrengen van tekens in voorwerpen uit kunststof, die in het algemeen bedoeld is voor allerlei voorwerpen, en die meer specifiek geschikt is voor het aanbrengen van tekens in paletklossen, waardoor de voornoemde nadelen worden uitgesloten.

De uitvinding beoogt hierbij tevens een werkwijze die geschikt is voor massaproduktie.

Tot dit doel betreft zij een werkwijze voor het aanbrengen van tekens in voorwerpen uit kunststof, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk erin bestaat dat men uitgaat van een matrijs dewelke is voorzien van steunmiddelen, waarna opeenvolgend wordt voorzien in het tussen de steunmiddelen en de matrijsuand schuiven van minstens het aan te brengen teken, hetwelke een bepaalde materiaaldikte heeft, zodanig dat het teken tegen de matrijswand aansluit ; het vullen van
EMI2.1
de matrijs en het uit de matrijs nemen van het CD stuk.

;Het teken is bij voorkeur op een drager bevestigd, of hiermee eendelig uitgevoerd, waarbij de drager en het teken precies tussen de steunmiddelen en de matrijswand kunnen worden geschoven. De drager verzekert een duurzame verankering.

De huidige uitvinding heeft uiteraard ook betrekking op de
EMI3.1
inrichting om de werkwijze te realiseren, meer speciaal op CD matrijzen die met voornoemde steunmiddelen zijn uitgerust, als ook op de hierbij gebruikte hulpmiddelen zoals de voornoemde drager.

De voornoemde steunmiddelen. bestaan bij voorkeur uit speciale steunen zoals hulpstangen of steunplaten die parallel aan de matrijswand in de matrijs zijn gemonteerd, doch kunnen ook gevormd zijn uit het kernstuk van de matrijs dat bedoeld is om een holte in het te vormen stuk te creëren. Bij voorkeur bestaat de voornoemde drager minstens uit een aantal ribben dewelke bij het aanbrengen van de drager in gleuven in de steunmiddelen passen, zodanig dat de drager en het hierop aangebrachte teken zieh nog onmogelijk kunnen verplaatsen tijdens het injecteren van de kunststof.

! ! et het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeelden zonder enig

beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, net verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin :
Figuur 1 een inrichting volgens de uitvinding weergeeft, meer speciaal voor het aanbrengen van tekens in paletklossen ; figuur 2 de inrichting van figuur 1 weergeeft waarbij de drager van het teken in de matrijs is gemonteerd ; figuur 3 een doorsnede weergeeft volgens lijn ILI-III in figuur 2 ; figuur 4 de inrichting uit figuur 3 weergeeft, waarbij de matrijs gevuld is net kunststof ;

figuur 5 het voorwerp weergeeft zoals bekomen uit de matrijs van figuur 4 ; figuren 6 en 7 verschillende varianten weergeven van dragers voor de voornoemde tekens ; figuren 8 tot 11 varianten weergeven volgens een zieht analoog aan dat van figuur 3 ; figuur 12 de inrichting uit figuur 11 weergeeft, waarbij de matrijs is gevuld met twee soorten kunststof ;

figuren 13 en 14 het voorwerp weergeven zoals bekomen uit
EMI5.1
de matrijs van figuur 12 CD ;figuren 15-16,17-18 en 19-20 verschillende paletklossen weergeven die volgens de uitvinding van een teken zijn voorzien ; figuur 21 het gebruik van de paletklos uit figuur 19 in een palet weergeeft.
EMI5.2

Zoals weergegeven in figuur 1 wordt volgens de uitvinding C > gebruik gemaakt van een inrichting bestaande uit een matrijs 1 die bedoeld is voor het vormen van het voorwerp, waarin volgens de uitvinding steunmiddelen 2 zijn gemonteerd. Verder wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van een drager 3 die voorzien is van het in de wand van het voorwerp aan te brengen teken 4, dat in het weergegeven voorbeeld bestaat uit een getal. Het teken 4 is uit een welbepaald materiaal vervaardigd bij voorkeur uit kunststof, en in een kleur die verschillend is van het nog te vormen voorwerp.

In de uitvoeringsvormen van figuur 1 bestaan de voornoemde steunmiddelen 2 uit hulpstangen 5 die zieh vertikaal in de matrijs 1 uitstrekken, parallel aan de matrijswand 6, waarbij deze hulpstangen 5 bijvoorbeeld eendelig met de

bodem 7 van de matrijs zijn uitgevoerd. De hulpstangen 5 vertonen bij voorkeur elk een langsgerichte groef 8 die zich vanaf het vrije uiteinde van de betreffende hulpstang 5 tot op een welbepaalde afstand van de bodem 7 uitstrekt, en die naar de matrijswand 6 is gericht.

De drager 3 bestaat uit een of meerdere, in dit geval vier, vertikale ribben 9, dewelke respektievelijk in vlakken gelegen zijn die zich loodrecht op de natrijswand 6 bevinden. In de weergegeven uitvoeringsvorm is het teken 4 op de ribben 9 bevestigd door middel van een hulpkader 10, die enerzijds tegen de ribben 9 is bevestigd of hiermede eendelig is uitgevoerd en die anderzijds het teken 4, in dit geval verschillende cijfers, draagt.

De afmetingen van de drager 3 en het teken 4. en de positionering van de steunmiddelen 2 zijn zodanig dat de drager 3 en het daarop aangebrachte teken 4 precies tussen de steunmiddelen 2 en de matrijswand 6 kunnen worden geschoven.
EMI6.1
de Het gebruik van de voornoemde inrichting, m. a. w. dewerkwijze volgens de uitvinding, kan eenvoudig uit figuren 1 tot 5 worden afgeleid. Eerst wordt in de geopende toestand van de matrijs 1 de drager 3 met het teken 4 tussen de hulpstangen 5 en de matrijswand 6 geschoven,

zodanig dat het teken 4 tegen de zijwand 6 aandrukt, waarbij de ribben 9 precies in de groeven 8 passen.

De groeven 8 voorzien alzo in een horizontale positionering van het teken 4, alsmede in een vertikale positionering doordat zij op een welbepaalde afstand van de bodem 7 ophouden te bestaan, zodanig dat de drager 3 tot op een welbepaalde diepte tussen de steunmiddelen 2 en de natrijswand 6 kan worden geschoven. Hierdoor ontstaat een toestand zoals weergegeven in figuren 2 en 3.

Vervolgens wordt de matrijs gesloten en gevuld met kunststof 11 die zoals weergegeven in figuur 4 rond de drager 3 en het teken 4 vloeit, met uitzondering van de voorzijde van het teken 4 die zieh tegen de matrijswand 6 bevindt. Het teken 4, dat evenals de drager 3 bij voorkeur bestaat uit kunststof, wordt vooraan door de hitte niet beschadigd daar de massieve matrijswand 6 in een voldoende grote afkoeling voorziet. De drager 3 en de achterzijde van het teken 4 worden wel aanzienlijk verhit, waardoor hun oppervlak kleverig wordt en in zekere mate aan de stollende geinjeeteerde kunststof vasthecht.
EMI7.1

Vervolgens doorloopt de matrijs 1 in gesloten toestand t3 verschillende werkstations om af te koelen. Na afkoeling gaat de matrijs 1 open en wordt het gevormde voorwerp, dat - in de weergegeven uitvoeringsvorm bestaat in een paletklos

12, uit de matrijs gestoten, met a1D evo1g dat een voorwerp ontstaat met een doorsnede zoals weergegeven in figuur 5. Op de plaatsen van de hulpstangen 5 ontstaan in
EMI8.1
de paletklos 12 een aantal kleine gaten 13 welke getuigen ci t2 van de plaatsen waar de hulpstangen 5 zaten. Deze gaten hebben geen invloed op de kwaliteit van het stuk.

De werkwijze volgens de uitvinding biedt het voordeel dat het teken 4 duurzaam in de paletklos 12 is bevestigd. In de uitvoeringsvorm van figuren 1 tot 5 wordt een verankering verkregen die drievoudig is, respektievelijk doordat de ribben 9 in de kunststof 11 zijn ingegoten, doordat de kunststof 11 tot voor het hulpkader 10 loopt en doordat een versmelting plaatsvindt.

Opdat de kunststof 11 de ruimte tussen het hulpkader 10 en de matrijswand 6 volledig zou opvullen zijn in het hulpkader 10 bij voorkeur doorlaatvensters 14 aangebracht.

In figuur 6 is een variante van de drager 3 weergegeven, met als bijzonder kenmerk dat bovenop de ribben 9 een duwplaat 15 aanwezig is, waarmee op de drager 3 en het teken 4 een relatief grote drukkracht kan worden uitgeoefend bij het. aanbrengen ervan in de matrijs 1.

Om nog een betere verankering van. het teken 4 in het voorwerp, eer speciaal de paletklos 12, te bekomen is het teken 4, of zijn de samenstellende delen hiervan voorzien van naar voor afgeschuinde randen 16.
EMI9.1

Het dat het gebruik van het hulpkader 10 niet CD is duidelijkstrikt noodzakelijk is en eventueel, afhankelijk van de toepassing, kan worden achterwege gelaten, waarbij het teken 4 of de samenstellende delen ervan rechtstreeks op de ribben 9 zijn bevestigd of hiermee eendelig zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld zoals weergegeven in figuur 7.

Het is eveneens duidelijk dat het aantal gebruikte
EMI9.2
hulpstangen 5 kan verschillen in funktie van de toepassing.

CD De hulpstangen 5 kunnen zoals weergegeven in figuur 8 ook langs meerdere matrijswanden 6 staan opgesteld, afhankelijk van het aantal zijden van het voorwerp 12 waarin een teken 4 diem te worden aagebracht. Uiteraard kan per naast elkaar geplaatste hulpstang 5 ook een afzonderlijke drager 3 worden voorzien.

In de figuur 9 is een variante weergegeven, waarbij de voornoemde steunmiddelen 2 bestaan in vertikale steunplaten 17 die al dan niet voorzien zijn van groeven 8 waarmee de ribben 9 van de drager 3 kunnen samenwerken.

Volgens nog een variante bestaan de steunmiddelen 2 uit het kernstuk 13 van de matrijs dat bedoeld is een holte in het te vormen voorwerp te kreëren ten einde een materiaalbesparing te bekomen. Hiertoe dient aan het
EMI10.1
kernstuk 18 een passende vormgeving te worden gegeven. een en ander zodanig dat zoals weergegeven in figuur 10 de drager 3 met het teken 4, respektievelijk de dragers 3 en de tekens 4, precies tussen de matrijswand 6 en de wand van
EMI10.2
het kernstuk 18 passen.

De wand van het kernstuk 18 kan hierbij al dan niet zijn voorzien van groeven 8, zoals respektievelijk is weergegeven aan de ene en de andere zijde van de inrichting.

Het is duidelijk dat ook een kombinatie van de voornoemde inklemtechnieken kan worden aangewend. Een voorbeeld hiervan wordt weergegeven in figuur 11, waarbij een drager 3 bestaande uit drie ribben 9 wordt vastgehouden door middel van enerzijds twee hulpstangen 5 die voorzien zijn van groeven 8 en anderzijds, bij de derde rib 9, door middel van het kernstuk 18.

Eventueel kunnen de tekens ook worden ingeklemd zonder gebruik te maken van een drager 3.

In bepaalde toepassingen is het voordelig dat de matrijs 1 gevuld wordt met twee soorten kunststof 11A an 11B,

bijvoorbeeld zoals weergegeven in figuur 12. Hierbij wordt in een eerste stap kompakte kunststof ingespoten die zieh tegen alle wanden van de matrijs aandrukt en dus ook tegen de drager 3 en de achterzijde van het teken 4. Onmiddellijk hierna wordt kunststof samen met een cehuimvormend produkt ingespoten die de kompakte kunststof 11A tegen de wanden aangedrukt houdt en zelf de nog beschikbare ruimte inneemt in een cellulaire toestand, aangezien zoals bekend bij deze kunststof tijdens de verhitting een gas vrijkomt in de kunststof die deze laatste als het ware opblaast, waardoor uiteindelijk een geschuimde kunststof 11B ontstaat.

Deze werkwijze biedt het voordeel dat de kostprijs van het voorwerp, in dit geval de paletklos 12, relatief gering blijft daar een kleinere hoeveelheid kompakte kunststof 11A vereist is, waarbij niettemin de goede verankering van de drager 3 en het teken 4 gewaarborgd blijft, daar deze in de kompakte kunststoflaag vervat zitten.

Figuren 13 en 14 tonen ter verduidelijking, respektievelijk in doorsnede en in perspektief, de uiteindelijk bekomen paletklos 12.

Figuren 15 tot 20 geven ter verduidelijking nog een aantal varianten van paletklossen weer, waarin volgens de uitvinding tekens-4 ziJn aangebracht. Met betreft hierbij telkens een ronde paletklos 12. Volgens figuren 15 en 16

strekt het teken 4 sich vertikaal uit, volgens de figuren 17 en 18 horizontaal en volgens figuren 19 en 20 is het teken 4 doorlopend langs de omtrek van de paletklos 12 uitgevoerd. Figuur 21 toont een palet 19 die gebruik maakt van paletklossen 12 zoals weergegeven in figuur 19.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeelden beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke werkwijze voor het aanbrengen van tekens in voorwerpen uit kunststof, alsmede de hierbij aangewende inrichtingen kunnen volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims

Konklusies. EMI13.1 ---------- 1. - werkwijze voor het aanbrengen van tekens in voorwerpen uit kunststof, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk erin bestaat dat men uitgaat van een matrijs (1) dewelke is voorzien van steunmiddelen (2) ; waarna opeenvolgend wordt voorzien in het tussen de steunmiddelen (2) en de matrijswand (6) schuiven van minstens het aan te brengen teken (4), zodanig dat het teken (4) tegen de matrijswand (6) aansluit ; het vullen van de matrijs (1) ; en het uit de matrijs (1) nemen van het gevormde voorwerp (12).

2. werkwijze volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat gebruik wordt gemaakt van een drager (3) waarop het teken (4) is bevestigd, of waarmee het eendelig is uitgevoerd, waarbij de drager (3) en het teken (4) zodanig zijn uitgevoerd dat zij juist tussen de matrijswand (6) en de steunmiddelen (2) passen.

3. - Werkwijze volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat gebruik wordt gemaakt van een teken (4) dat bestaat uit kunststof. werkwijze volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat het teken (4) in een materiaal met <Desc/Clms Page number 14> EMI14.1 een kleur wordt uitgevoerd die verschillend is van de kleur van hat te vormen voorwerp.

5.-Werkwijze der voorgaande konklusies, volgens eendaardoor gekenmerkt dat voor het vormen van het voorwerp (12) uit kunststof gebruik wordt gemaakt van twee soorten kunststof (11A, 11B), respektievelijk een kompakte kunststof (11A) en een geschuimde kunststof (11B), waarbij de geschuimde kunststof (11B) onmiddellijk na de kompakte kunststof (11A) in de matrijs (1) wordt geinjecteerd.

6.-Inrichting voor het verwezenlijken van voorwerpen uit kunststof waarin een teken is aangebracht, meer speciaal volgens de werkwijze van konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk bestaat uit een matrijs (1) die bedoeld is voor het vormen van het voorwerp (12) uit kunststof ; steunmiddelen (2) die deel uitmaken van de matrijs (1) ;

en een in te gieten teken (4) dat bedoeld is achteraf deel uit te maken van het voornoemde voorwerp (12), waarbij dit teken (4) zieh al dan niet op een drager (3) bevindt, en waarbij dit teken (4) en desgevallend de drager (3) precies tussen de steunmiddelen (2) en de matrijswand (6) kunnen worden geschoven, met het teken (4) aanleunend tegen deze matrijswand (6). <Desc/Clms Page number 15> 7.-Inrichting volgens konklusie 6, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde steunmiddelen (2) bestaan uit speciaal daartoe in de matrijs (1) voorziene steunen. EMI15.1

3.-Inrichting volgens konklusie 7, daardoor gekenmerkt dat CD CD CD de steunmiddelen (2) bestaan uit minstens een hulpstang (5) die zieh parallel aan de matrijswand (6) bevindt.

9.-Inrichting volgens konklusie 7, daardoor gekenmerkt dat de steunmiddelen (2) bestaan uit minstens een steunplaat (17) die zieh parallel aan de matrijswand (6) bevindt.

10.-Inrichting volgens konklusie 6, daardoor gekenmerkt dat de steunmiddelen (2) minstens gedeeltelijk gevormd zijn uit het kernstuk (18) van de matrijs (1).

11.-Inrichting volgens een der konklusies 6 tot 10, daardoor gekenmerkt dat de drager (3) bestaat uit minstens een rib (9), die bedoeld is zieh loodrecht op de betreffende matrijswand (6) waar het teken (4) dient te worden aangebracht, te bevinden.

12.-Inrichting volgens konklusie 11, daardoor gekenmerkt dat de steunmiddelen (2) voorzien zijn van groeven (8), die zittingen vormen voor de voornoemde ribben (9) van de drager (3). <Desc/Clms Page number 16> 13.-Inrichting volgens konklusie 12, daardoor gekenmerkt dat de steunmiddelen op de bodem (7) van de matrijs (1) EMI16.1 zijn geplaatst en dat de voornoemde groeven (8) tot op 2 1- 3 een welbepaalde afstand van de bodem (7) uitstrekken.

14.-Inrichting volgens konklusie 11,12 of 13, daardoor gekenmerkt dat de drager (3) bestaat uit meerdere ribben (9) met dwars hierop bevestigd, of eendelig hiermee uitgevoerd, een hulpkader (10) waarop het teken (4) is aangebracht.

15.- Inrichting volgens konklusie 14, daardoor gekenmerkt dat in het hulpkader (10) doorlaatvensters (14) zijn aangebracht.

16.-Inrichting volgens een der konklusies 11 tot 15, daardoor gekenmerkt dat bovenop de ribben (9) een duwplaat (15) is aangebracht.

17.-Inrichting volgens een der konklusies 6 tot 16, daardoor gekenmerkt dat het teken (4) naar voren afgeschuinde randen (16) bezit.

18.-Produkt waarin een teken is aangebracht door middel van de werkwijze volgens een der konklusies 1 tot 5, <Desc/Clms Page number 17> daardoor gekenmerkt dat het produkt bestaat in een paletklos.