BE1003893A4

BE1003893A4 - Snij-inrichting voor dubbelstukweefmachine, meer in het bijzonder aandrijving voor dergelijke snij-inrichting, en weefmachine met dergelijke snij-inrichting uitgerust.

Info

Publication number: BE1003893A4
Application number: BE8900567A
Authority: BE
Original assignee: Wiele Michel Van De Nv
Priority date: 1989-05-26
Filing date: 1989-05-26
Publication date: 1992-07-07
Also published as: DD296116A5; EP0399501B1; EP0399501A1; JPH0314653A; US5076331A; DE59006947D1

Abstract

Snij-inrichting voor dubbelstukweefmachine, bestaande uit een snijbank (2) waarop een snijwagen (4) zich heen en weer beweegt en aan een snoer (6) verbonden is dat met de snijwagen (4) een gesloten omloop vormt en zich onder de aandrijving van een heen- en weerroterende trommel (7) heen en weer beweegt met het kenmerk dat één of meer delen van het snoer omgebogen worden rond geleidingsrollen (11, 12) (24, 25), (16,17,18) zodat deze samen een S-vormige ombuiging veroorzaken gelegen zowel tussen het hoofdfreem (1, 1') en een zijfreem (10, 19) als tussen de hoofdfreems (1,1') zelf, in eenzelfde vlak, met een omslaghoek van minstens 150 graden.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



    Snij-inrichting   voor dubbelstukweefmachine, meer in het bijzonder aandrijving voor dergelijke snij-inrichting, en weefmachine met dergelijke snij-inrichting uitgerust. 
 EMI1.1 
 ---------------------------- 
De uitvinding heeft betrekking op de snijinrichting van een dubbelstukweefmachine. Dergelijke snijinrichting snijdt de pooldraden die beide grondweefsels verbinden door, zodat er twee gescheiden poolweefsels bekomen worden. 



   Meer in het bijzonder betreft de uitvinding de aandrijving voor de snijwagen van een dergelijke snijinrichting. De snijwagen beweegt over de snijbank, opgesteld over de breedte van de weefmachine, heen en weer en snijdt bij iedere doorgang een reeks pooldraden door. 



   De tot op heden gekende aandrijvingen voor een dergelijke snij-inrichting bestaan in hoofdzaak uit een vanuit de aandrijving van de weefmachine met een krukmechanisme of   omlopen   krukmechanisme aangedreven kruk of trekker die heen en weer zwenkt over een beperkte cirkelsector. Het uiteinde van die kruk of trekker werkt samen met een takel waarvan de snaar over de breedte van het weefgetouw en langs de snijbank geleid wordt en verbonden is met de snijwagen. De takel zet de relatief korte slaglengte van het kruk-of trekkeruiteinde om in een slaglengte die overeenkomt met de gewenste beweging van de snijwagen. 



   Het nadeel van deze aandrijving is tweevoudig : enerzijds is deze aandrijving moeilijk aanpasbaar aan de   weef selbreedte. Anderzij ds   is er de zware massa van de aandrijving. De inertie van-deze massa beperkt de frequentie van de heen-en weergaande beweging van de snijwagen en dus het toerental van de weefmachine. 



   Een andere bestaande aandrijving bestaat uit een krukmechanisme gekoppeld aan een tandsektor op zijn beurt via een overbrenging gekoppeld aan een trommel waarop een snaar, die met de snijwagen verbonden is, respectievelijk 

 <Desc/Clms Page number 2> 

   op-en arwindt op de daartoe voorziene breedre   van de trommel. Deze aandrijving heeft ook het nadeel dat ze niet geschikt is voor hoge snelheden gezien de massawerking van zowel de tandsektor als de trommel. 



   Een andere bestaande aandrijving bestaat eruit de snaar op een reeks katrollen te laten lopen op eenzelfde as vrij gemonteerd, waarvan de gemeenschappelijke as zieh heen en terug beweegt onder de aandrijving van een cycloidegestel. 



   Toch bij de hoge snelheden, die meer en meer bij de weefmachine worden toegepast, komen er meer en meer trillingen op de snaar, met breuk als gevolg, waarvan de schade door het verlies van produktie nog hoger is door deze hogere snelheden. 



   Het doel van de uitvinding is aan de snijinrichting een grotere veiligheid van werking te geven om deze nadelen te verhelpen. 



   De snij-inrichting volgens de uitvinding voor een dubbelstukweefmachine bestaat uit een snijbank waarop een snijwagen zieh heen en weer beweegt. Deze snijwagen is verbonden aan een snoer dat met geleidrollen geleid wordt langs de snijbank over de breedte van de weefmachine. Het snoer vormt met de snijwagen een gesloten omloop en beweegt zieh heen en weer onder de aandrijving van een heen en terug roterende trommel, terwijl het snoer in gespannen toestand gehouden wordt door middel van tenminste een stelsel van twee geleidingswielen die aan het snoer een S-vormige omloop in hetzelfde vlak laat volgen, met telkens een aanrakingsboog met betrokken geleidingswiel van minstens 1500. 



   Verdere kenmerken en voordelen zullen blijken uit de beschrijving die hier volgt van een snij-inrichting volgens de uitvinding voor dubbelstukweefmachines, met de hulp van de   bijgevoegde figuur l,   die een schematische voorstelling is van een dergelijke snij-inrichting. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



   Op de centrale hoofdfreems   (1   en   1')   van een dubbelstukweefmachine, bevindt zieh een snijbank (2) die zieh over de breedte van de weefmachine uitstrekt en die voorzien is van een gleuf (3), waarin zieh het snoer (6) bevindt en ook van een zwaluwstaartgeleiding waarop een snijwagen (4), die van een mes (5) voorzien is, zieh heen en weer beweegt. 



   De snijwagen (4) is vast verbonden aan een snoer (6) met een gesloten omloop. In de bepaalde uitvoering van de snij-inrichting volgens de uitvinding zoals voorgesteld in figuur 1 - is het snoer (6) met verschillende windingen op een trommel (7), waarvan de as (8) een heen en weer rotatiebeweging krijgt van uit een zogenoemde planetaire-of cyclokast (9). De planetaire kast (9) is aan een zijfreem (10) van de weefmachine vastgehecht, waaraan ook een eerste stelsel van twee geleidingswielen (11 en 12) zijn vastgehecht tussen het zijfreem (10) en hoofdfreem   (1)   en waarrond het snoer een   S-vormige omloop   maakt tussen de trommel (9) en de ene kant van snijbank (2). Deze S-vormige omloop ligt in een vlak gevormd door de keellijnen van de geleidingsrollen.

   Geleidingswiel (11) is draaibaar gemonteerd op as (13), die verplaatsbaar opgesteld is en waarbij de verplaatsing uitgevoerd wordt door middel van een spindel (15). Geleidingswiel (12) is zo opgesteld dat het snoer (6) in gleuf (3) loopt en de snijwagen (4) licht op de snijbank aantrekt. Geleidingswiel (11) is zo opgesteld dat het samen met geleidingswiel (12) een S-vormige ombuiging van het snoer veroorzaakt in slechts een vlak en waarbij de omslaghoeken op de geleidingsrollen minstens 1500 bedragen.. 



   Aan de andere kant van de snijbank (2) ligt een tweede stel van drie geleidingswielen (16,17 en 18), waardoor het snoer (6) een dubbele S-vormige ombuiging in   een   zelfde vlak maakt. Geleidingswielen (16,17 en 18) zijn draaibaar op hun respectievelijke assen (20,21 en 22) gemonteerd, as (20) op een drager vastgehecht aan de 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 zijfreem (19), as (21) op een drager vastgehecht van de hoofdfreem   (1')   terwijl as (22) van geleidingswiel met spindel (23) op een zekere af stand van as (21) wordt geregeld zodat de omslaghoeken van het snoer (6) op geleidingswielen (16,17 en 18) minstens 1500 bedraagt en de voorspanning van het snoer naar wens kan geregeld worden. 



   Tussen de hoofdfreems   (1   en l') op het terugkerend gedeelte van het snoer (6) naar de andere kant van de trommel ligt er een derde stel van twee geleidingswielen (24 en 25) waarrond het snoer (6) een S-vormige ombuiging maakt waarbij de omslaghoeken minstens 1500 bedragen. 



   Bij deze opstellingswijze van de geleidingsrollen wordt ten eerste de vrij overspannen lengte van het snoer beperkt waardoor het ontstaan van transversale trillingsbuiken op het snoer tegengegaan wordt. Ten tweede wordt door de relatief belangrijke omslaghoek van snoer rond geleidingswiel, van minstens 1500, de slip tussen snoer en geleidingsrol beperkt zodanig dat het snoer aan minder slijtage onderhevig is. Ten derde wordt door deze opstelling het snoer slechts omgebogen in een richting waardoor de levensduur van het snoer gevoelig verhoogd wordt, zelfs hij hogere toerentallen van de weefmachine.

Claims

CONCLUSIES. 1. Aandrijving voor de snij-inrichting van een dubbelstukweefmachine, waarvan de snij-inrichting bestaat uit een snijbank (2) waarop een snijwagen (4) zieh heen en weer beweegt, en aan een snoer (6) verbonden is dat met de snijwagen (4) een gesloten omloop vormt en zieh onder de aandrijving van een heen-en weerroterende trommel (7) heen en weer beweegt met het kenmerk dat een deel van het snoer (6) dat rechtstreeks van de op-en afwindtrommel (7) komt, op zekere afstand omgebogen wordt door een eerste geleidingsrol (11) in samenwerking met een tweede geleidingsrol (12) zodat deze samen een S-vormige ombuiging veroorzaken, die gelegen is tussen een zijfreem (10) en de hoofdfreem (1) van de weefmachine. EMI5.1

Z I. Aandri3'ving voor de 2. van een Aandrijving voor de snij-inrichtingdubbesltukweefmachine volgens conclusie 1 met het kenmerk dat het ander gedeelte van het snoer (6) dat rechtstreeks van de op-en afwindtrommel (7) komt, op zekere afstand omgebogen wordt door een stel geleidingsrollen (24, 25), waarbij het snoer een S-vormige ombuiging ondervindt en gelegen is tussen beide hoofdfreems (1 en 1') van de weefmachine.

3. Aandrijving voor de snij-inrichting van een dubbelstukweefmachine volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk dat de overgang van het ene snoergedeelte naar het andere bestaat uit een dubbele S-vormige ombuiging rond een stel geleidingsrollen (16,17, 18) gelegen tussen het hoofdfreem (1') en een zijfreem (10) aan de andere kant van het hoofdfreem (1 en 1') dan die van de aandrijvingstrommel (9).

4. Aandrijving voor de snij-inrichting van een dubbelstukweefmachine volgens een van de conclusies 1 tot 3 met het kenmerk dat de S-vormige ombuigingen rond een stel geleidingsrollen (11, 12), (24, 25), (16,17, 18) <Desc/Clms Page number 6> EMI6.1 plaatsgrijpen in één vlak. 5. Aandrijving voor een snij-inrichting van een dubbelstukweefmachine volgens een van de conclusies 1 tot 4 met het kenmerk dat ten minste een van de geleldingsrollen (11,12, 24,25, 16,17, 18) waardoor het snoer een S-vormige ombuiging krijgt, verplaatsbaar opgesteld is ten opzichte van de corresponderende geleidingsrol.

6. Aandrijving voor een snij-inrichting van een dubbelstukweefmachine volgens conclusie 5 met het kenmerk dat de verplaatsing van een verplaatsbare geleidingsrol (11) (18) uitgevoerd wordt door middel van een regelbare spindel (13), (15).

7. Aandrijving voor een snij-inrichting van een dubbesltukweefmachine volgens een van de vorige conclusies met het kenmerk dat de S-vormige ombuiging een dergelijke opstellingswijze van de samenwerkende rollen (11, 12) (24, 25) (16,17, 18) hebben, waardoor de omslaghoeken minstens 150 graden bedragen.

8. Snij-inrichting voor een weefmachine uitgerust met een aandrijving volgens een van de voorgaande conclusies.

9. Weefmachine uitgerust met een snij-inrichting volgens conclusie 8.