BE1003563A3

BE1003563A3 - Gordijngevel, verbindingsstuk en profielen voor zulk een gordijngevel.

Info

Publication number: BE1003563A3
Application number: BE8901154A
Authority: BE
Inventors: Roovere Frans De
Original assignee: Reynaers Buelens Maria Constan
Priority date: 1989-10-30
Filing date: 1989-10-30
Publication date: 1992-04-21

Abstract

Gordijngevel die bestaat uit een eerste reeks profielen (2), een tweede reeks profielen (3) die tussen de profielen (2) van de eerste reeks gemonterd zijn en verbindingsstukken (4) om de profielen (2) van de eerste reeks met de profielen (3) van de tweede reeks vast te zetten, waarbij de profielen (2,3) voorzien zijn van groeven (5), gekenmerkt door dat een eerste uiteinde (6) van het verbindingsstuk (4) in de groef (5) van een profiel (3) van de tweede reeks geplaatst is terwijl het tweede uiteinde in de groef (5) van een profiel (2) van de eerste reeks geplaatst is en door dat het verbindingsstuk (4) voorzien is van een schroef (11) die bestemd is voor het vastbinden van het eerste uiteinde (6) met een profiel (3), warbij dit middel een kracht (K) om de profielen (2,3) naar elkaar toe te trekken uitoefent.

Description

GORDIJNGEVEL, VERBINDINGSSTUK EN PROFIELEN VOOR ZULK EEN
EMI1.1
GORDIJNGEVEL GORDIJNGEVEL
De huidige uitvinding heeft betrekking op een gordijngevel die bestaat uit een eerste reeks profielen, een tweede reeks profielen die tussen de profielen van de eerste reeks gemonteerd zijn en verbindingsstukken om de profielen van de eerste reeks met de profielen van de tweede reeks vast te zetten.

Men bekomt een gordijngevel waar de profielen van de eerste reeks en van de tweede reeks, op een gekende manier, van kleminrichtingen voorzien zijn die bestemd zijn om panelen, gordijnen, enz. vast te klemmen op bovengenoemde profielen.

Het vastzetten van een profiel van de eerste reeks met een profiel van de tweede reeks was tot nu toe een moeilijke operatie omdat profielen gefreesd, geboord en/of uitgesneden moeten worden. Zulke behandelingen nemen veel tijd op en verminderen de stevigheid van de constructie.

Huidige constructie heeft tot doel die nadelen te vermijden.

De gordijngevel (curtainwall) volgens de uitvinding is voornamelijk gekenmerkt door dat een eerste uiteinde van het verbindingsstuk in de groef van een profiel van de eerste reeks geplaatst is, terwijl het tweede uiteinde ervan in de groef van een profiel van de tweede reeks geplaatst is en door dat het

verbindingsstuk voorzien is van een middel dat bestemd is voor het vastverbinden van het eerste uiteinde met een profiel, waarbij dit middel een kracht uitoefent om de profielen naar elkaar toe te trekken.

Volgens een ander kenmerk van de gordijngevel volgens de uitvinding, is het tweede uiteinde van het verbindingsstuk van een haak voorzien die in de groef van het profiel ingrijpt.

Volgens een bijzonder kenmerk van de gordijngevel volgens de uitvinding toont het eerste uiteinde van het verbindingsstuk een gat dat van een uitboring voorzien is, waarin een schroef geplaatst is die bij het aandraaien een kracht ontwikkeld waarvan een deel het verbindingsstuk in de groef van een profiel van de eerste reeks aandrukt en een ander deel van bovengenoemde kracht het profiel van de eerste reeks en het profiel van de tweede reeks naar elkaar toetrekt.

In een uitvoeringsvorm van een gordijngevel volgens de uitvinding, zijn het verbindingsstuk en het profiel van de tweede reeks door een orgaan samengebonden zodat dit orgaan definitief de verbinding tussen de profielen verzekert.

Volgens een kenmerk van die uitvoeringsvorm is het orgaan een schroef dat aan een van zijn uiteinden van een pen voorzien is zodat de verbinding tussen de profielen definitief verzekerd wordt door de schroef met de pen aan te drukken tot ze door een wand van een profiel van de tweede reeks heen gaat. Het orgaan kan ook een pen zijn die past in het voorziene gat of gaten van het verbindingsstuk.

Andere kenmerken en bijzonderheden van de gordijngevel volgens de uitvinding zullen uit de volgende gedetailleerde beschrijving van een uitvoeringsvorm blijken, waarin verwezen wordt naar de bijgevoegde tekeningen.

In deze tekeningen tonen : figuur l een schematisch aanzicht van een gordijngevel ; - figuur 2 een uiteengenomen zicht op grote schaal van een deel van de in figuur 1 getoonde gordijngevel, en - figuur 3 een aanzicht in doorsnede van een profiel van de gordijngevel. figuur 4 een aanzicht in perspectief en op grote schaal van een verbindingsstuk volgens de uitvinding dat in de in figuur 2 getoonde gordijngevel gebruikt wordt.

In deze figuren verwijzen dezelfde nummers naar identieke elementen.

Figuur l toont een gordijngevel 1 die uit een eerste reeks profielen 2 en een tweede reeks profielen 3 bestaat. De profielen 2 van de eerste reeks zijn bij voorbeeld verticale profielen terwijl de profielen 3 van de tweede reeks horizontaal zijn.

De profielen 2, 3 zijn door verbindingsstukken samengebonden (zie figuur 2) en zijn van groeven 5 voorzien.

Het verbindingsstuk 4 heeft twee uiteinden 6, 7 waarvan een eerste 6 in de groef 5 van een profiel 3 van de tweede reeks geplaatst is terwijl een tweede 7 in de groef van een profiel 2 van de eerste reeks geplaatst is. Het verbindingsstuk 4 is van een schroef 11 voorzien die bestemd is voor het vastbinden van het eerste uiteinde 6 met het profiel 3, waarbij de schroef 11 een kracht K uitoefent om de profielen 2, 3 naar elkaar toe te trekken (zie figuur 4).

Het tweede uiteinde 7 van het verbindingsstuk 4 is van een haak 9 voorzien, die in de groef 5 van het profiel 2 ingrijpt.

Naast zijn eerste uiteinde 6 toont het verbindingsstuk 4 een gat 10 dat van een uitboring voorzien is, waarin een schroef 11 geplaatst is. Het aandraaien van die schroef 11 ontwikkelt een kracht K waarvan een deel K1 van bovengenoemde kracht K het verbindingsstuk in de groef 5 van het profiel 3 aandrukt en een ander deel K2 van bovengenoemde kracht het profiel 2 van de eerste reeks en het profiel 3 van de tweede reeks naar elkaar toetrekt.

Het verbindingsstuk 4 en het profiel 2 van de eerste reeks zijn door een orgaan 12 samengebonden.

Bovengenoemd orgaan is een schroef die aan een van zijn uiteinden van een pen 15 voorzien is zodat de verbinding tussen de profielen 2, 3 definitief verzekerd wordt door de van een pen 15 voorziene schroef 12 aan te drukken tot ze door een wand 16 van een profiel 2 van de eerste reeks heen gaat.

Het orgaan 12 kan ook een pen zijn die door het voorziene gat van het verbindingsstuk 4 bij de montage door de wand 16 van profiel. 2 word gedreven.

Het verbindingsstuk is een hoekprofiel waarvan het tweede uiteinde 7 van een uitsteking 19 voorzien is die een haak 9 draagt.

Het verbindingsstuk heeft een deel 17 dat uit twee vleugels 18, bestaat waarvan minstens een van het gat 10 voorzien is waarin de schroef 11 geplaatst is.

De profielen 2, 3 zijn van gleuven 20 voorzien die bestemd zijn om panelen, beglazing,... vast te klemmen, door middel van een aangepaste schroef 23.

De profielen 2,3 zijn, bij voorkeur, aluminium profielen zoals holle profielen die een rechthoekige doorsnede hebben.

De profielen 2, 3 zijn ook van gleuven 21 voorzien waarin een afdichting 22 kan geplaatst worden zodat de gordijngevel volgens de uitvinding een hoge dichtheid vertoont.

Het is duidelijk dat de uitvinding niet beperkt wordt aan de hierboven beschreven uitvoeringsvorm.

Het verbindingsstuk kan bijvoorbeeld een groef tonen die in een op het profiel gemonteerde rail geplaatst kan worden.

De profielen 2 en 3 die in een gordijngevel volgens de uitvinding gebruikt zijn moeten enkel haaks worden afgezaagd zonder frezen, boren of uitsnijden, wat een tijdwinst voor de montage betekent. Deze montage gebeurt vlot en op gelijk welke plaats op de profielen 2.

De profielen 2,3 zijn van een gleuf voorzien waarin schroeven 23 vastgedraaid kunnen worden. Die schroeven 23 dienen voor het vastklemmen van een houder 24 die voorzien is van gleuven 26,27 waar afdichtingen 22 geplaatst kunnen worden. Op die manier kan men een perfecte afdichting bekomen langs de randen bij voorbeeld van een paneel.

Door middel van ring 25 is het mogelijk de panelen of beglazing op zijn plaats te houden tot het klemprofiel 24 met dichtingen 22 geplaatst is.

Een beschermprofiel 28 dat voorzien is van een gekend klemsysteem kan op de houder 24 vastgeklemd worden om de schroeven 23 te verbergen.

Claims

CONCLUSIES 1. Gordijngevel die bestaat uit een eerste reeks profielen (2), een tweede reeks profielen (3) die tussen de profielen (2) van de eerste reeks gemonteerd zijn en verbindingsstukken (4) om de profielen (2) van de eerste reeks met de profielen (3) van de tweede reeks vast te zetten, waarbij de profielen (2, 3) voorzien zijn van groeven (5), gekenmerkt door dat een eerste uiteinde (6) van het verbindingsstuk (4) in de groef (5) van een profiel (3) van de tweede reeks geplaatst is terwijl het tweede uiteinde in de groef (5) van een profiel (2) van de eerste reeks geplaatst is en door dat het verbindingsstuk (4) voorzien is van een schroef (11) die bestemd is voor het vastbinden van het eerste uiteinde (6) met een profiel (3), waarbij dit middel een kracht (K) om de profielen (2, 3) naar elkaar toe te trekken uitoefent.
2. Gordijngevel volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het tweede uiteinde (7) van het verbindingsstuk (4) van een haak (9) voorzien is die in de groef (5) van het profiel (2) ingrijpt.
3. Gordijngevel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat naast zijn eerste uiteinde (6) het verbindingsstuk (4) een gat (10) toont dat van een uitboring voorzien is, waarin een schroef (11) geplaatst is die bij het aandraaien een kracht (K) ontwikkelt waarvan een deel (K1) van bovengenoemde kracht het verbindingsstuk (4) in de groef (5) van een profiel (3) van de tweede reeks aandrukt en een ander deel (K2) van bovengenoemde kracht het profiel (2) van de eerste reeks en het <Desc/Clms Page number 8> profiel (3) van de tweede reeks naar elkaar toetrekt.
4. Gordijngevel volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het verbindingsstuk (4) en het profiel (3) van de tweede reeks door een orgaan (12) samengebonden zijn zodat dit orgaan (12) definitief de verbinding tussen de profielen (2, 3) verzekert.
5. Gordijngevel volgens conclusie 4, met het kenmerk dat bovengenoemd orgaan (12) een schroef is die aan een van zijn uiteinden van een pen (15) voorzien is zodat de verbinding tussen de profielen (2, 3) definitief verzekerd wordt door de schroef (12) met pen (15) aan te drukken tot ze door een wand (16) van een profiel (2) van de eerste reeks heen gaat.
6. Gordijngevel volgens conclusie 4, met het kenmerk dat bovengenoemd orgaan een pen is zodat de verbinding tussen de profielen (2, 3) definitief verzekerd wordt door deze pen bij de montage door een wand (16) van een profiel (2) van de eerste reeks te slaan.
7. Gordijngevel volgens een van de voorgaande conclusies 3 t/m 6 met het kenmerk dat het verbindingsstuk (4) een hoekprofiel is waarvan het tweede uiteinde (7) voorzien is van een uitsteking (19) die een haak (9) draagt.
8. Gordijngevel volgens conclusie 7, met het kenmerk dat het verbindingsstuk (4) een deel (17) heeft dat uit twee vleugels (18) bestaat, waarvan <Desc/Clms Page number 9> een van het gat (10) voorzien is waarin de schroef (11) geplaatst is.
9. Verbindingsstuk voor een gordijngevel volgens een van de voorgaande conclusies.
10. Profielen voor een gordijngevel volgens een van de conclusies 1 t/m 8.