BE1001347A3 - Wielophanging voor een via een eindloze overbrenging aangedreven wiel. - Google Patents

Wielophanging voor een via een eindloze overbrenging aangedreven wiel. Download PDF

Info

Publication number
BE1001347A3
BE1001347A3 BE8800009A BE8800009A BE1001347A3 BE 1001347 A3 BE1001347 A3 BE 1001347A3 BE 8800009 A BE8800009 A BE 8800009A BE 8800009 A BE8800009 A BE 8800009A BE 1001347 A3 BE1001347 A3 BE 1001347A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
levers
driven wheel
wheel
suspension
rocking
Prior art date
Application number
BE8800009A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Vel Alfons Van De
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vel Alfons Van De filed Critical Vel Alfons Van De
Priority to BE8800009A priority Critical patent/BE1001347A3/nl
Priority to JP1501127A priority patent/JPH02502812A/ja
Priority to EP89901256A priority patent/EP0423118A1/en
Priority to PCT/BE1989/000002 priority patent/WO1989006203A1/en
Priority to US07/415,264 priority patent/US5011459A/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1001347A3 publication Critical patent/BE1001347A3/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01BMEASURING LENGTH, THICKNESS OR SIMILAR LINEAR DIMENSIONS; MEASURING ANGLES; MEASURING AREAS; MEASURING IRREGULARITIES OF SURFACES OR CONTOURS
    • G01B3/00Measuring instruments characterised by the use of mechanical techniques
    • G01B3/002Details
    • G01B3/008Arrangements for controlling the measuring force
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62KCYCLES; CYCLE FRAMES; CYCLE STEERING DEVICES; RIDER-OPERATED TERMINAL CONTROLS SPECIALLY ADAPTED FOR CYCLES; CYCLE AXLE SUSPENSIONS; CYCLE SIDE-CARS, FORECARS, OR THE LIKE
    • B62K25/00Axle suspensions
    • B62K25/04Axle suspensions for mounting axles resiliently on cycle frame or fork
    • B62K25/12Axle suspensions for mounting axles resiliently on cycle frame or fork with rocking arm pivoted on each fork leg
    • B62K25/22Axle suspensions for mounting axles resiliently on cycle frame or fork with rocking arm pivoted on each fork leg with more than one arm on each fork leg
    • B62K25/26Axle suspensions for mounting axles resiliently on cycle frame or fork with rocking arm pivoted on each fork leg with more than one arm on each fork leg for rear wheel
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01BMEASURING LENGTH, THICKNESS OR SIMILAR LINEAR DIMENSIONS; MEASURING ANGLES; MEASURING AREAS; MEASURING IRREGULARITIES OF SURFACES OR CONTOURS
    • G01B21/00Measuring arrangements or details thereof, where the measuring technique is not covered by the other groups of this subclass, unspecified or not relevant
    • G01B21/02Measuring arrangements or details thereof, where the measuring technique is not covered by the other groups of this subclass, unspecified or not relevant for measuring length, width, or thickness
    • G01B21/04Measuring arrangements or details thereof, where the measuring technique is not covered by the other groups of this subclass, unspecified or not relevant for measuring length, width, or thickness by measuring coordinates of points

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Axle Suspensions And Sidecars For Cycles (AREA)
  • Transmission Devices (AREA)

Abstract

Wielophanging voor een via een eindloze overbrenging aangedreven wiel, daardoor gekenmerkt dat het van het aangedreven wiel (2) verwijderd schommelpunt (11) van schommelarmen (9-10) door tussenkomst van hefbomen (13-15), (28-29) verbonden zijn t.o.v. een deel van het voertuig waarvan het aangedreven wiel deel uitmaakt, waarbij deze hefbomen ervoor zorgen dat tijdens het schommelen van de hefbomen (9-10) het voornoemd schommelpunt (11) steeds gelegen is op een lijn getrokken doorheen de assen (7-11-3) van de overbrenging (6-5-4), waarbij de afstand tussen de assen 3 en 7 konstant is of nagenoeg konstant is.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Wielophanging voor een via een eindloze overbrenging 
 EMI1.1 
 aangedreven wiel. aangedreven Deze uitvinding heeft betrekking op een wielophanging voor een via een eindloze overbrenging aangedreven wiel van bijvoorbeeld een motorfiets, trike, quad, sneeuwscooter of dergelijke, waarbij een wiel, meer speciaal een aangedreven wiel door middel van een eindloze overbrenging, zoals een ketting, riem of dergelijke samenwerkt met kettingwielen of riemschijven,   enerzijds-op een karter, kader,   geraamte of dergelijke en, anderzijds, op het voornoemd aangedreven wiel. 



  Men weet dat een voornoemd aangedreven wiel in bet algemeen bevestigd is op een schommelarm waarvan het tweede uiteinde scharnierbaar is bevestigd   t. o. v.   het kader, waarbij deze scharnierbare bevestiging meestal voorzien is tussen de voornoemde kettingwielen of riemschijven. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 



  Het is o. a. bekend dat men bij een dergelijke opstelling    bij het schommelen van de schommelarm, veroorzaakt door de    oneffenheden in het wegdek waarmede het aangedreven wiel in aanraking komt, als resultaat bekomt dat de spanning van de eindloze overbrenging doorlopend wordt gewijzigd. 



  Het afstandsverschil tussen het draaipunt van het kettingwiel aan de motorzijde en het scharnierpunt van de schommelarm aan de motorzijde tesamen met de tijdens het schommelen van de schommelarm doorlopend in spanning variërende eindloze overbrenging resulteren er hierbij in dat tijdens het versnellen of afremmen van het aangedreven wiel een ongewenste kracht wordt veroorzaakt op de schommelarm die deze laatste doet inveren of   uitveren,   naargelang er versneld of afgeremd wordt. 



    De ¯huidige   uitvinding heeft dan ook   een¯¯op¯h¯nging   als voorwerp waarbij getracht wordt voornoemde kracht zo klein mogelijk te houden, respektievelijk te elimineren, enerzijds, en de voornoemde spanning zo konstant mogelijk te houden, anderzijds. 



  Een ophanging volgens de uitvinding bestaat er hiertoe hoofdzakelijk in dat het van het aangedreven wiel verwijderd schommelpunt van de   schomme1arm   door tussenkomst van hefbomen verbonden is t. o. v. het karter, waarbij deze 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 hefbomen ervoor zorgen dat tijdens het schommelen van de hefbomen het voornoemd schommelpunt steeds gelegen is op een lijn getrokken doorheen de assen van de eindloze overbrenging, waarbij de afstand tussen deze assen steeds konstant is of nagenoeg konstant is. 



  Men kent reeds een uitvoeringsvorm, zoals beschreven in het US 4. 058. 181, waarbij een ophanging voorzien wordt voor het achterwiel van een motor gevormd door een zuiver parallellogramsysteem. 



  Nadeel van zulk systeem is dat het niet enkel gevormd wordt door een relatief groot aantal onderdelen en draaipunten, doch tevens dat de massa van het geheel zeer groot wordt wat nadelig is voor de inertie van de ophanging. 



  Teneinde de nadelen   v-e-rbo-nden-aan   zulke inrichting volgens het US 4. 058. 181 op te vangen, werd in het US 4. 408. 674 een inrichting voorgesteld die als doel heeft de inertie van de ophanging te verminderen. 



  Het nadeel van deze laatste uitvoering is echter dat het aantal onderdelen,   enerzijds,   en het aantal draaipunten, anderzijds, zeer aanzienlijk verhoogt waarbij deze draaipunten moeilijk te beschermen zijn tegen water, vuil, zand en dergelijke zodanig dat zulke konstruktie zeer 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 onderhevig is aan slijtage, vooral aangezien het gebruik ervan meestal in zeer ongunstige omstandigheden geschiedt. 



  De huidige uitvinding heeft dan ook betrekking op een inrichting waarbij een mechanisme wordt toegepast dat met een minimum aan scharnierpunten en een minimum aan elementen is uitgevoerd en dit op een zodanige wijze dat de draaiende delen waarop werkelijk krachten worden uitgeoefend op eenvoudige wijze kunnen beschermd worden tegen vuil en dergelijke,   enerzijds,   en waarbij al dan niet een konstruktie wordt toegepast die enkel dient voor het positioneren van voornoemd mechanisme en die bij voorkeur gevormd wordt door een parallellogram, anderzijds. 



  De hoofdzakelijke voordelen die verkregen worden met een ophanging volgens de uitvinding zijn : - gunstig krachtenbeeld tijdens versnellen en afremmen ; - hierdoor de mogelijkheid tot goede acceleraties ; - geen schokkende aandrijving van het aangedreven wiel ; - grotere veerweg ; - de mogelijkheid een rem te plaatsen op de uitgangsas van het karter in plaats van op het aangedreven wiel. 



  - eenvoudig kader   ; p   

 <Desc/Clms Page number 5> 

 Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter,   enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen   beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : - figuur 1 een schematisch zijaanzicht weergeeft van een motorfiets waarop een achterwielophanging volgens de uitvinding is toegepast ; - figuur 2 op groter schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 1 met F2 is aangeduid ; - figuur 3 op groter schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 2 door F3 is aangeduid ; - figuur 4 een zieht is gelijkaardig aan dit van figuur 2, doch voor een praktischer   uitvoeringsvorm ;   
 EMI5.1 
 - 5 een zieht weergeeft volgens lijn V-V in figuur 4 ;

   - 6 op groter schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 4 door F6 is aangeduid ; - figuur 7 een zieht weergeeft volgens lija   VII-VII   in figuur 6 ; - figuur 8 een zieht is gelijkaardig aan dit van figuur 4, doch voor een tweede stand ; - figuur 9 op groter schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 8 door F9 is aangeduid ; - figuur 10 een schematisch zieht weergeeft van de 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 beweging van het ophangpunt van de schommelarm waaraan het aangedreven wiel is opgehangen, in een vast aan het karter bevestigd gedeelte, voor de uitvoering volgens figuur 2 ;

   - figuur 11 een schematisch zicht weergeeft van de beweging van het ophangpunt van de schommelarm waaraan het aangedreven wiel is opgehangen, in een vast aan het karter bevestigd gedeelte, voor de uitvoering volgens de figuur   4 ;   - figuur 12 op groter schaal een verder uitgewerkte uitvoeringsvorm weergeeft van figuur   7 ;   - figuur 13 een doorsnede weergeeft volgens lijn
XIII-XIII in figuur 12. 



  In de hiernavolgende beschrijving zal als voorbeeld van een eindloze overbrenging een zogenaamde kettingwielover-   brenging   worden beschreven. 



  In figuur 1 is een motor   1   weergegeven waarvan het aangedreven wiel 2 volgens de uitvinding is opgehangen. 



  Op het aangedreven wiel 2 is een kettingwiel 4 bevestigd dat, door middel van een ketting 5 doorlopend samenwerkt met een kettingwiel 6 dat is aangebracht op de uitgangsas 7 van bet karter 8. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 Volgens de uitvinding is de as 3 bevestigd in schommelarmen, reapektievelijk 9 en 10, die aan hun tweede uiteinde scharnierbaar bevestigd zijn op een gemeenschappelijke as 11 die zelf bevestigd is t. o. v. het karter 8. 



  Bij voorkeur nog zijn de schommelarmen 9 en 10 tussen het karter 8 en het aangedreven wiel 2 met elkaar verbonden door een brug 12 (zie figuur 5). 



  Aan minstens   µen   uiteinde van de as 11 is, in de uitvoering volgens figuur 2, vrij draaibaar een hefboom 13 bevestigd waarvan het vrij uiteinde door middel van een spil 14 vrij scharnierbaar verbonden is met een tweede hefboom 15 die op een geschikte plaats, door tussenkomst van een spil of as 16 gelagerd is in het karter 8. 



  Op de as 11 is verder, vrij draaibaar, een stang 17 aangebracht die aan haar tweede uiteinde, door middel van een spil 18, vrij draaibaar verbonden is met een stang 19 die aan één uiteinde, door tussenkomst van een spil 20 en een steun 21, verbonden is, in dit geval, met het karter 8 en die aan haar tweede uiteinde, door middel van een spil 22 vrij scharnierbaar verbonden is met een stang 23 die aan haar tweede uiteinde door middel van een spil 24 verbonden is met een verlenging 25 van in dit geval de schommelarm 9.

   

 <Desc/Clms Page number 8> 

 
De afstanden tussen de assen 7 en 20, tussen de assen 11 en
18 en tussen de assen 22 en 24 zijn aan elkaar gelijk terwijl, enerzijds, de aslijnen getrokken doorheen de assen
7-11-3-24 en 20-18-22, en anderzijds, de aslijnen getrokken doorheen de assen 7-20, 11-18 en 24-22, respektievelijk evenwijdig zijn aan elkaar zodat een   zuiver   parallellogramsysteem wordt verkregen hetwelke in dit geval enkel als positioneringsmiddel voor het hefboommechanisme benut wordt. 



  De armen 9 en 10 worden   t. o. v.   het kader 26 afgeveerd door een veerkonstruktie met ingebouwde schokdemper 27. 



  Volgens de uitvoeringsvorm zoals weergegeven in de figuren 2 en 3 zal, wanneer het aangedreven wiel 2 oneffenheden ontmoet, dit laatste op en neer bewegen en hierbij trachten --t-e   s-c-h. ommelen ro-nd de as 7. Hierbij bl-i-jft--de spanning in   de ketting 5 nagenoeg konstant door de aanwezigheid van   o. a.   de hefbomen 13 en 15, met als doel de afstand tussen de assen 3 en 7 konstant te houden of nagenoeg konstant te houden. 



  Inderdaad zorgen de hefbomen 13 en 15 ervoor, zoals weergegeven in figuur 10, dat de as 11 zieh nagenoeg volgens een cirkelbaan verplaatst met als center de as 7. 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 



   In de figuren 4 tot en met 9 is een meer praktische uitvoeringsvorm weergegeven van een wielophanging volgens de uitvinding. Hierbij zijn alle onderdelen terug te vinden zoals beschreven aan de hand van figuur 2, waarbij de hefbomen 13 en 15 in dit geval geintegreerd zijn in twee cylindrische schijven, respektievelijk 28 en 29. 



  Schijf 29 is volgens de uitvinding vrij draaibaar gelagerd in een verlenging van het karter 8, terwijl schijf 28 vrij draaibaar en op excentrische wijze gelagerd is in de schijf 29. 



  De excentriciteit E van de schijf 28 t. o. v. schijf 29 is gelijk aan de lengte El van hefboom 15. In schijf 28 is de as 11 bevestigd van de schommelassen 9-10 welke assen vrijdraaibaar zijn bevestigd op as 11, waarbij deze as 11 uit het center is-geplaatst van schijf 28   met een--   excentriciteit E2 die overeenstemt met de lengte E3 van de voornoemde hefboom 13. 



  Zoals weergegeven in de tekeningen, teneinde de stabiliteit maximaal te verzekeren, zijn twee schijven 28 en twee schijven 29 voorzien. 



  Het is duidelijk dat in deze uitvoeringsvorm en zoals nog beter aangeduid in figuur 11 bij het schommelen van de 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 hefbomen 9-10 een verdraaien wordt verkregen van de schijven 28 in de   respektievelijke schijven 29   die zelf verdraaibaar zijn aangebracht in het karter 8, een en ander zodanig dat de as 11 heen en weer beweegt in een nagenoeg cirkelvormige baan waarvan het centerpunt samenvalt met de   aslijn van   de as 7. 



  Opgemerkt wordt dat volgens de uitvinding een konstruktie of mechanisme wordt verkregen waarbij de schommelarmen (9, 10) alle krachten opnemen, terwijl de stangen (17-19-23) nagenoeg geen krachten opnemen, doch enkel als positioneringsmiddelen dienst doen en aldus zeer licht kunnen gehouden worden. 



  Het is duidelijk dat men op deze wijze een wielophanging bijvoorbeeld van een motorfiets bekomt die een    s-p-aninrichting uitaluit en die niet al-l-een-zeer eenvoudig    is van konstruktie, doch tevens met een minimum aantal onderdelen wordt verwezenlijkt die enkel als doel hebben de beweging te kontroleren, doch waardoor nagenoeg geen krachten worden overgebracht zodat de massa ervan zeer gering kan blijven en de inertie van de ophanginrichting niet nadelig wordt beinvloed. Bovendien kunnen verscheidene draaipunten, zoals daar zijn de onderlinge verdraaiingen 
 EMI10.1 
 van de schijven 28 en 29 op zeer eenvoudige wijze afgedicht t worden, m. beschermd worden tegen water, slijk, stof en 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 dergelijke, waardoor slijtage ervan tot een minimum wordt beperkt. 



  In de figuren 12 en 13 is nog een uitvoering weergegeven waarbij middelen zijn voorzien die een synchronisatie toelaten van de schijven 28, ten overstaan van de schijven 
 EMI11.1 
 29. Tot dit doel zijn de schijven 28 met elkaar verbonden door een verbindingsstuk 30. 



  Dit laatste vertoont een doorgang 31 voor de stang 17 die vrijdraaibaar op de as 11 is bevestigd. Het stuk 30 is in dit geval voorzien van uitsteeksels 32-33 waartussen, door middel van spillen 34-35, een buisvormige geleiding 36 voor een geleidingsstang 37 scharnierbaar is aangebracht. Deze stang 37 is bevestigd-in het huis   8.   



  Door deze opstelling bekomt men dat beide schijven 28 en beide schijven 29 steeds samen bewegen. 



  Het is duidelijk dat voornoemde opstelling niet beperkend is en kan vervangen worden door andere uitvoeringen die hetzelfde resultaat geven. 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 



   De schijven 29 zijn met elkaar verbonden door een stang of brug 38, ten einde ook deze schijven 29 steeds samen te laten bewegen. 



   Ook andere varianten zijn mogelijk. Zo kan de plaats van de stangen 17 en 23 verschillend zijn van deze zoals weergegeven in de voorbeelden ; kunnen er nog meer of minder stangen dan de stangen 17 en 23 toegepast worden ; kan het uiteinde van de stang 19 verbonden worden met het kader 26 in plaats van met het karter 8 ; kan de stang 19 in plaats van boven de schommelarmen 9-10, naast of onder deze schommelarmen 9-10 geplaatst worden of in de schommelarm 9-10 getntegreerd worden ; kan de stang 19 zowel buiten als binnen het karter geplaatst worden ; enz. 



   De huidige uitvinding is dus geenszins beperkt tot de als voorbeeldenbeschrevenenindebijgaandetekeningen weergegeven uitvoeringen.

Claims (14)

  1. Conclusies. EMI13.1 ----------- 1. - Wielophanging voor een via een eindloze overbrenging aangedreven wiel, daardoor gekenmerkt dat het van het aangedreven wiel (2) verwijderd schommelpunt (11) van schommelarmen (9-10) door tussenkomst van hefbomen (13-15), (28-29) verbonden zijn t. o. v. een deel van het voertuig waarvan het aangedreven wiel deel uitmaakt, waarbij deze hefbomen ervoor zorgen dat tijdens het schommelen van de hefbomen (9-10) het voornoemd schommelpunt (11) steeds gelegen is op een lijn getrokken doorheen de assen (7-11-3) van de overbrenging (6-5-4), waarbij de afstand tussen de assen 3 en 7 konstant is of nagenoeg konstant is.
  2. 2.-Wielophanging-voor-een via een eindloze overbrengingaangedreven wiel volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het van het aangedreven wiel (2) verwijderd schommelpunt (11) van schommelarmen (9-10) door tussenkomst van hefbomen (13-15), (28-29) verbonden zijn t. o. v. het karter, waarbij deze hefbomen ervoor zorgen dat tijdens het schommelen van de hefbomen (9-10) het voornoemd schommelpunt (11) steeds gelegen is op een lijn getrokken doorheen de assen (7-11-3) van de overbrenging (6-5-4), <Desc/Clms Page number 14> waarbij de afstand tussen de assen 3 en 7 konstant is of nagenoeg konstant is.
  3. 3.-Wielophanging voor een via een eindloze overbrenging aangedreven wiel volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het van het aangedreven wiel (2) verwijderd schommelpunt (il) van schommeiarmen (9-10) door tussenkomst van hefbomen (13-15), (28, 29) verbonden zijn t. o. v. het voertuigkader, waarbij deze hefbomen ervoor zorgen dat tijdens het schommelen van de hefbomen (9-10) het voornoemd schommelpunt (11) steeds gelegen is op een lijn getrokken doorheen de assen (7-11-3) van de overbrenging (6-5-4), waarbij de afstand tussen de assen 3 en 7 konstant is of nagenoeg konstant is.
  4. 4.-Wielophanging voor een via een eindloze overbrenging aangedreven wiel volgens conclusie -1T2 -o-f--- 3, daardoor gekenmerkt dat de hefbomen (13-15) vrij scharnierbaar met elkaar zijn verbonden, waarbij het tweede uiteinde van een hefboom 13 scharnierbaar verbonden is met de voorste scharnierverbinding (11) van de schommelarmen (9-10), terwijl het tweede uiteinde van de tweede hefboom (15) vrij scharnierbaar verbonden is t. o. v. het karter (8).
  5. 5.-Wielophanging voor een via een eindloze overbrenging aangedreven wiel volgens conclusie 1, 2 of 3 daardoor <Desc/Clms Page number 15> gekenmerkt dat de hefbomen gevormd zijn door schijven (28-29), waarvan schijf (29) vrij draaibaar gelagerd is t. o. v. het karter (8), waarbij schijf (28) excentrisch en draaibaar geplaatst is t. o. v. schijf (29) en waarbij in schijf (28) de voorste scharnieras (11) van de schommelarmen (9-10) excentrisch geplaatst is.
  6. 6.-Wielophanging voor een via een eindloze overbrenging aangedreven wiel volgens een der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de schijven 28, respektievelijk de schijven 29, twee aan twee met elkaar verbonden zijn, respektievelijk door middel van een verbindingsstuk 30 en een stang of brug 38.
  7. 7.-Wielophanging voor een via een eindloze overbrenging aangedreven wiel volgens 6en der voorgaande conclusies, daardoor gekeamerktdat de schommelarmen (9-10)-deeluitmaken van een parallel1ogI'amsysteem gevormd door de EMI15.1 schommelarmen (9-10) een stang (19) evenwijdig met deze schommelarmen en twee aan elkaar evenwijdige armen (17-23) die vrij scharnierbaar aan het uiteinde van een schommelarm (9-10) en de stang (19), waarbij deze laatste verlengd is en op haar uiteinde scharnierbaar verbonden is t. o. v.
    bet karter (8) op een plaats waarvan de afstand tot de aandrijfas (7) gelijk is aan de lengte tussen de scharnieruiteinden (11-18) en (24-22) van de <Desc/Clms Page number 16> armen (17-23) en waarbij tussen de voorste scharnierbevestiging (11) van een schommelarm (9-10) en het karter (8), de voornoemde hefbomen (13-15), (28-29) zijn voorzien.
  8. 8.-Wielophanging voor een via een eindloze overbrenging aangedreven wiel volgens één der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voorste scharnierverbinding (20) van stang (19) voorzien is in een steun (21) op het karter (8).
  9. 9. - Wielophanging voor een via een eindloze overbrenging aangedreven wiel volgens één der conclusies 1 tot 7, daardoor gekenmerkt dat de voorste scharnierverbinding (20) van stang (19) voorzien is in een steun (21) op het voertuigkader.
  10. 10. - Wielophanging voor een via een eindloze overbrenging aangedreven wiel volgens een der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de achterste arm (23) van het parallellogramsysteem aan een uiteinde scharnierbaar bevestigd is met een verlenging (25) van een schommelarm (9-10).
  11. 11. - Wielophanging voor een via een eindloze overbrenging aangedreven wiel volgens een der voorgaande conclusies, <Desc/Clms Page number 17> daardoor gekenmerkt dat stang (19) zieh boven de schommelarm (9-10) bevindt.
  12. 12.-Wielophanging voor een via een eindloze overbrenging aangedreven wiel volgens één der conclusies 7 tot 10, daardoor gekenmerkt dat stang (19) zieh onder de schommelarm (9-10) bevindt.
  13. 13. - Wielophanging voor een via een eindloze overbrenging aangedreven wiel volgens één der conclusies 7 tot 10, daardoor gekenmerkt dat stang (19) zich naast de schommelarm (9-10) bevindt.
  14. 14.-Wielophanging voor een via een eindloze overbrenging aangedreven wiel volgens één der conclusies 1 tot 10, daardoor gekenmerkt dat de stang (19) geintegreerd is in een schommelarm- (-9-10) ---
BE8800009A 1988-01-07 1988-01-07 Wielophanging voor een via een eindloze overbrenging aangedreven wiel. BE1001347A3 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE8800009A BE1001347A3 (nl) 1988-01-07 1988-01-07 Wielophanging voor een via een eindloze overbrenging aangedreven wiel.
JP1501127A JPH02502812A (ja) 1988-01-07 1989-01-06 エンドレス伝動装置で駆動される車輪用の車輪サスペンション
EP89901256A EP0423118A1 (en) 1988-01-07 1989-01-06 Wheel suspension for a wheel driven by an endless transmission
PCT/BE1989/000002 WO1989006203A1 (en) 1988-01-07 1989-01-06 Wheel suspension for a wheel driven by an endless transmission
US07/415,264 US5011459A (en) 1988-01-07 1989-01-06 Wheel suspension for a wheel driven by an endless transmission

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE8800009A BE1001347A3 (nl) 1988-01-07 1988-01-07 Wielophanging voor een via een eindloze overbrenging aangedreven wiel.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1001347A3 true BE1001347A3 (nl) 1989-10-03

Family

ID=3883181

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE8800009A BE1001347A3 (nl) 1988-01-07 1988-01-07 Wielophanging voor een via een eindloze overbrenging aangedreven wiel.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US5011459A (nl)
EP (1) EP0423118A1 (nl)
JP (1) JPH02502812A (nl)
BE (1) BE1001347A3 (nl)
WO (1) WO1989006203A1 (nl)

Families Citing this family (20)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS5845388B2 (ja) * 1979-10-16 1983-10-08 スズキ株式会社 自動二輪車の後輪懸架装置
JP3187888B2 (ja) * 1991-10-21 2001-07-16 ヤマハ発動機株式会社 自動二輪車
JP3773608B2 (ja) * 1996-08-23 2006-05-10 本田技研工業株式会社 自動2輪車の車体構造
WO1999006266A1 (en) * 1997-08-04 1999-02-11 Mancini Racing, Inc. Motorcycle swing arm assembly with removable spacer
US6073950A (en) * 1997-10-28 2000-06-13 Busby; James S. Bicycle with crank assembly suspension system
JP2000272571A (ja) * 1999-03-24 2000-10-03 Honda Motor Co Ltd スイングアーム支持構造
JP4138174B2 (ja) * 1999-08-31 2008-08-20 本田技研工業株式会社 自動二輪車におけるリヤスイングアーム支持構造
JP2002053087A (ja) * 2000-08-11 2002-02-19 Honda Motor Co Ltd 車両用後輪支持装置
FR2827831B1 (fr) * 2001-07-26 2004-04-16 Promiles Vehicule deux roues a suspension arriere
ITMI20031058A1 (it) * 2003-05-27 2004-11-28 Piaggio & C Spa Struttura di attacco tra ruota motrice e motore, in particolare per motoveicoli
TWI283219B (en) * 2004-02-10 2007-07-01 Honda Motor Co Ltd Chain tension structure
US7722072B2 (en) 2004-09-15 2010-05-25 Yeti Cycling, Llc Rear suspension system for a bicycle
JP4673641B2 (ja) * 2005-03-02 2011-04-20 本田技研工業株式会社 自動二輪車の車体フレーム
US9821879B2 (en) 2010-08-20 2017-11-21 Yeti Cycling, Llc Reciprocating rail movement suspension system
EP2605953B1 (en) 2010-08-20 2021-06-16 Yeti Cycling LLC Link suspension system
US10766563B2 (en) 2013-01-16 2020-09-08 Yeti Cyclying, Llc Rail suspension with integral shock and dampening mechanism
US11173983B2 (en) 2017-03-17 2021-11-16 Yeti Cycling, Llc Vehicle suspension linkage
US10926830B2 (en) 2017-07-07 2021-02-23 Yeti Cycling, Llc Vehicle suspension linkage
IT201800021373A1 (it) * 2018-12-28 2020-06-28 Piaggio & C Spa Motociclo con sospensione a quadrilatero a geometria regolabile
FR3118620B1 (fr) * 2021-01-06 2023-04-14 Eric Offenstadt Dispositif pour vehicules a anti-squat progressif.

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2419210A1 (fr) * 1978-03-07 1979-10-05 Leitner Horst Systeme d'entrainement a chaine pour roue arriere, montee sur bras oscillants, de motocyclettes
US4408674A (en) * 1981-06-01 1983-10-11 Performance Industries, Inc. Motorcycle drive wheel suspension system
US4515236A (en) * 1981-12-29 1985-05-07 Yamaha Hatsudoki Kabushiki Kaisha Rear suspension for motorcycles
EP0152260A2 (en) * 1984-02-06 1985-08-21 Performance Industries, Inc. Suspension system for the drive wheel of a motor-powered vehicle

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2576582A (en) * 1946-01-18 1951-11-27 Floyd A Elliott Scooter starter unit
US4058181A (en) * 1976-03-16 1977-11-15 Buell Erik F Motorcycle suspension systems

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2419210A1 (fr) * 1978-03-07 1979-10-05 Leitner Horst Systeme d'entrainement a chaine pour roue arriere, montee sur bras oscillants, de motocyclettes
US4408674A (en) * 1981-06-01 1983-10-11 Performance Industries, Inc. Motorcycle drive wheel suspension system
US4515236A (en) * 1981-12-29 1985-05-07 Yamaha Hatsudoki Kabushiki Kaisha Rear suspension for motorcycles
EP0152260A2 (en) * 1984-02-06 1985-08-21 Performance Industries, Inc. Suspension system for the drive wheel of a motor-powered vehicle

Also Published As

Publication number Publication date
EP0423118A1 (en) 1991-04-24
US5011459A (en) 1991-04-30
WO1989006203A1 (en) 1989-07-13
JPH02502812A (ja) 1990-09-06

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1001347A3 (nl) Wielophanging voor een via een eindloze overbrenging aangedreven wiel.
US4069719A (en) Chain tensioner for chain drives
CA1283669C (en) Bicycle
FR2528375A1 (fr) Tricycle articule perfectionne
US4301884A (en) Track suspension and drive for snowmobile
US4520890A (en) Brake arrangement for snowmobile
EP0888959A3 (en) Rear wheel suspension assembly for a bicycle
FR2616405A1 (fr) Tricycle motorise a roues arrieres independantes
US3966004A (en) Single link slide rail suspension system
EP0078289A1 (en) CHAIN TENSIONER FOR OFF-ROAD VEHICLES.
EP0208598B1 (fr) Véhicule guidé à essieux orientables
US4374549A (en) Drive unit for a two-wheeled motor-driven vehicle and vehicle including said unit
EP1116634A1 (fr) Bogie moteur pour véhicule ferroviaire et véhicule ferroviaire pourvu d&#39;un tel bogie
FR2691930A1 (fr) Essieu, notamment essieu arrière multibras de véhicule automobile.
GB1448805A (en) Tricycle
BE1012939A3 (nl) Kokertransportinrichting.
NL1024595C1 (nl) Rijwiel en aandrijfeenheid met verend aandrijfdeel.
CA2289000C (fr) Bogie moteur de vehicule de traction
JPH03157283A (ja) 雪上車の懸架装置
FR2547264A1 (fr) Dispositif de retenue d&#39;une des roues d&#39;un vehicule a deux roues
WO2006123029A2 (fr) Dispositif de direction de moto et procede de fabrication d&#39;un dispositif de direction de moto
JP3641825B2 (ja) キャスター
FR2679493A1 (fr) Suspension bidirectionnelle pour vehicule automobile.
FR2556298A1 (fr) Installation de lavage de vehicules automobiles equipee de brosses de nettoyage de roues
NL1009252C1 (nl) Wielophangingssysteem voor een model-raceauto.

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: VAN DE VEL ALFONS

Effective date: 19950131