BE1000330A7

BE1000330A7 - Inrichting voor het vervaardigen van balletjes uit pasta-en deegachtige produkten.

Info

Publication number: BE1000330A7
Application number: BE8700150A
Authority: BE
Original assignee: Verbert Jules
Priority date: 1987-02-20
Filing date: 1987-02-20
Publication date: 1988-10-25
Also published as: EP0279804A1

Abstract

Inrichting voor het vervaardigen van balletjes uit pasta- of degachtige produkten, daardoor gekenmerkt dat zij bestaat uit twee hoofdzakelijk identieke delen die elk gevormd worden door een vlak element dat aan een zijde van evenwijdige halfcilindrische groeven is voorzien en aan de andere zijde doseringsmiddelen bezit, waarbij de voornoemde groeven zodanig gesitueerd zijn dat zij bij het omgekeerd t.o.v. elkaar opeenleggen van beide delen met elkaar kunnen samenwerken en in de vorming van kanalen voorzien.

Description

EMI1.1

Inrichting voor het vervaardigen van balletjes uit passta-of deegachtige produkten. deegaehtige Deze uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het vervaardigen van balletjes uit pasta-of deegachtige produkten, meer speciaal voedingsprodukten.

Deze inrichting is bijonder geschikt om toegepast te worden bij de verwerking van vleesdeeg, zoals gehakt teneinde in de vervaardiging van gehaktballetjes te voorzien.

Het is bekend dat het vervaardigen van gehaktballetjes relatief veel tijd vergt,'waarbij bovendien een bepaalde handigheid vereist wordt. Het is dan ook duidelijk dat de nadelige tijdrovende faktor vooral gaat doorwegen. in grootkeukens waar grote hoeveelheden gehaktballetjes of dergelijke dienen vervaardigd te worden.

De huidige uitvinding heeft dan ook tot doel te voorzien in een inrichting waarmee het voornoemde nadeel wordt uitgesloten, en waarmee in een relatief korte tijdspanne een grote hoeveelheid gehaktballetjes kurnen verwezenlijkt worden.

Het gebruik ven dc-inrichting blijft hierbij niet beperkt tot de grootkeuken5, doch kan in allerlei toepassingen worden aangewend.

De inrichting voor het vervaardigen van balletjes uit pastaof deegachtige produkten bestaat volgens de uitvinding dan ook uit twee hoofdzakelijk identieke delen die elk gevormd worden door een vlak element dat aan éden zijde van parallelle groefvormige uitsparingen is voorzien en aan de andere zijde doseringsmiddelen bezit, waarbij de groefvormige uitsparingen zodanig gesitueerd zijn dat zij bij het omgekeerd t. o. v. elkaar openleggen van beide voornoemde delen met elkaar kunnen samenwerken en in de vorming van kanalen voorzien.

De doseringsmiddelen die bedoeld zijn om het basisprodukt in gepaste hoeveelheden in de inrichting aan te brengen worden bij voorkeur gevormd door twee tegenovereenliggende opstaande randen die op regelmatige afstanden van inkepingen zijn voorzien. De inrichting kan verder nog uitgerust zijn met een steker die met de voornoemde inkepingen kan samenwerken.

Met het inzicht de kenmerken en de werking van de uitvinding beter aan te tonen, wordt hierna, als voorbeeld zonder enig

beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, v a a r i n : figuur 1 in perspektief de inrichting volgens de uitvinding in geopende toestand weergeeft ; figuur 2 een zicht weergeeft volgens pijl F2 in figuur 1 in de gesloten toestand van de inrichting, m. a. w. vaarbij de beide hoofdzakelijk vlakke elementen met elkaar samen- verken ; figuren 3 t. e. m. 11 schematisch de werking en het gebruik van de inrichting weergeven.

Zoals veergegeven in de uitvoeringsvorm volgens de--figuren 1 en 2 bestaat de inrichting voor het vervaardigen van balletjes volgens de uitvinding hoofdzakelijk uit twee identieke of nagenoeg identieke delen 1 en 2. Elk van deze de1en 1 en 2 bestaat uit een vlak element 3 dat aan één zijde 4 van evenwijdige half-cilindrische groeven 5 is voorien en aan de andere zijde 6 twee tegenovereenliggende opstaande randen 7 en 8 vertoont, waarin op regelmatige afstanden inkepingen 9 en 10 zijn aangebracht.

De situering van de uitsparingen 5 is zodanig dat de beide delen 1. en 2 met hun zijden 4 onder- ling kunnen samenwerken, waarbij door de samenvoeging ervan in de vorming van omsloten kanalen vordt voorzien.

De voornoemde evenwijdige groeven 5 zijn op gelijke afstanden van elkaar aangebracht. De inkepingen 9 en 10 in de opstaande randen 7 en 8 strekken zieh bij voorkeur over de volledige hoogte van deze randen uit en kunnen bijvoorbeeld een trapeziumvorm vertonen.

Teneinde de geschikte samenverking van de delen z en 2 te bekomen zijn zij aan hun zijden 4 voorzien van in elkaar ingrijpende geleidingsmiddelen, zoals bijvoorbeeld een groef 11 en een opstaande geleiding of rib 12. Door de samenwerking van de respektievelijke geleidingsmiddelen 11 en 12 van beide delen 1 en 2 wordt bekomen dat deze laatste op een positieve wijze in de richting van de half-cilindrische groeven 5 t. o. v. elkaar kunnen verschoven worden.

Verder zal bij de inrichting volgens de uitvinding bij voorkeur nog gebruik gemaakt worden van een aangepaste steker 13 die, zoals weergegeven in figuur l, minstens zulkdanige breedte vertoont dat hij met twee tegenovereenliggende inkepingen 9 en JO kan samenwerken.

De werking van de inrichting wordt nu hierna beschreven aan de hand van de figuren 3 t. e. m. 11.

In de eerste stap volgens figuren 3 en 4 wordt het pasta-of deegachtig produkt 14 op de zijde 6 van een van de de]en 1 of

2 aangebracht. In de meeste gevallen zal het produkt J4 hierbij bestaan uit gehakt of dergelijke. Het produkt 14 wordt relatief goed aangedrukt zodanig dat een homogene massa bekomen vordt.

Vervolgens wordt, zoals weergegeven in de figuren 5 en 6, het produkt 14 d. m. v. de steker 13 glad gestreken, waarbij de steker 10 in een schuine stand over de opstaande randen 7 en 8 bewogen vordt en de overtollige pasta weggeschraapt.

Hierna wordt, overeenkomstig de figuren 7 en 8, het glad gestreken produkt 14 in stroken 15 verdeeld door de steker 13 respektievelijk in de overeenliggende inkepingen 9 en 10 te drukken. De bekomen stroken 5 bezitten hierbij hoofdzakelijk een rechthoekige doorsnede.

In een volgende stap worden, zoals in figuur 9, de stroken 15 van het pasta- of deegachtige produkt 14, hetzij d. m. v. de steker 13, hetzij met de hand en haaks gericht op de lengterichting van de groeven 5 op de zijde 4 van het andere deel, in dit geval deel 2, aangebracht. De stroken 15 worden hierbij met een relatief grote tussenruimte op het onderste deel 2 neergelegd, meer speciaal zoals weergegeven in figuur 10.

In een laatste stap wordt het eerste deel 1 op het tweede deel 2 gedrukt, zoals weergegeven in figuur waarbij door het sacendrukken van beide delen 1 er 2 het voornoemde produkt 14 propvormig in de gevormde kanalen terecht komt. Door beide delen 1 en 2 zoals in figuur M veergegeven t. o. v. e]kaar te verschuiven, wordt elke prop tot een bolletje 16 gerold.

De huidige uitvinding is geenzins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijke inrichting voor het vervaardigen van balletjes uit pasts- of deegachtige produkten kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt.

Claims

Conclusies. EMI7.1 ----------- J. - Inrichting voor het vervaardigen van balletjes uit pasta- of deegachtige produkten, daardoor gekenmerkt dat zij bestaat uit twee hoofdzakelijk identieke delen (1-2) die elk gevormd worden door een vlak'element (3) dat aan een zijde (4) van evenwijdige halfcilindrische groeven (5) is voorzien en aan de andere zijde (6) doseringsmiddelen bezit, waarbij de voornoemde groeven (S) zodanig gesitueerd zijn dat zij bij het omgekeerd t. o. v. e1kaar opeenleggen van beide delen (1-2) met elkaar kunnen samenwerken en in de vorming van kanalen voorzien.
2.-Inrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de doseringsmiddelen bestaan uit twee tegenovereenliggende opstaande randen (7-8) die op regelmatige afstanden van inkepingen (9-10) zijn voorzien.
3.-Inrichting volgens een der voorgaande conclusies daardoor gekenmerkt dat de zijden (4) waarmee beide delen (1-2) met elkaar kunnen samenwerken tevens geleidingsmiddelen bevatten die de onderlinge verschuiving van beide delen (1-2) in de richting van de evenwijdige groeven (5) toelaten. <Desc/Clms Page number 8>
4.- Inrichting volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat de EMI8.1 groef geleiding of rib (12).
5.-inrichting volgens 6en der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat zij tevens een steker (13) bevat die kan samenwerken met de tegenovereenliggende inkepingen (9-10) van de opstaande randen (7-8).
6.-Inrichting voor het vervaardigen van halletjes uit pastaof deegachtige produkten, hoofdzakelijk zoals voorafgaand beschreven en weergegeven in de bijgaande figuren.