NL9500356A

NL9500356A - Voegenkruis voor het vastleggen van voegen bij het aanbrengen van tegels of platen.

Info

Publication number: NL9500356A
Application number: NL9500356A
Authority: NL
Inventors: Heinz Kilian
Original assignee: Heinz Kilian
Priority date: 1994-03-02
Filing date: 1995-02-23
Publication date: 1995-10-02
Also published as: AT537U1; CH689733A5

Description

Voegenkruis voor het vastleggen, van voegen bi.i het aanbrengen van tegels of platen.

De uitvinding heeft betrekking op een voegenkruis van het in de aanhef van conclusie 1 weergegeven type.

Bekende eenvoudige voegenkruisen zijn zo uitgevoerd, dat zij in de voegen achterblijven en in de afvoegmassa verdwijnen. Dit heeft echter als nadeel, dat na het afvoegen de afvoegmassa in het gebied van het voegenkruis los kan komen. Een verwijderen van het voegenkruis na het vastlijmen van de tegels of platen is praktisch onmogelijk, omdat de voegenkruisen, welke aanzienlijk lager zijn dan de dikte van de tegel of plaat, te diep en te vast zitten. Ook bij het aanbrengen van de tegels of platen kunnen de voegenkruisen reeds in de lijmmassa verdwijnen of daarin verschuiven, zodat het moeilijk is, zij weer goed te zetten.

Uit DE-GM-7.541.869 is een voegenkruis bekend, dat na het uitharden of vastworden van de lijm gemakkelijk uit de voeg kan worden verwijderd en dus opnieuw kan worden gebruikt.

Dit bekende voegenkruis blijft echter onveranderd, d.w.z. dit is slechts voor kruisvoegen te gebruiken, niet echter in een randvoeg rondom langs een wand- of bodemvlak. Bovendien is het grijpdeel iets te zwaar, zodat het voegenkruis bij gebruik aan een wand kan kantelen.

De uitvinding beoogt, een voegenkruis beschikbaar te stellen welke ook in randvoegen kan worden gebruikt.

Uitgaande van het voegenkruisen volgens DE-GM-7.541.869 wordt dit doel bereikt met de eigenschappen overeenkomstig het kenmerkende deel van conclusie 1.

Doelmatige verdere uitvoeringen van de uitvinding zijn weergegeven in de volgconclusies.

Het belangrijke voordeel van het nieuwe voegenkruis bestaat eruit, dat gemakkelijk en snel een voegen-T-stuk kan worden verkregen.

Verdere voordelen van de uitvinding blijken uit de in de hiernavolgende beschrijving van uitvoeringsvorbeelden aan de hand van de tekening. Hierbij toont

Fig. 1 een zijaanzicht van een eerste uitvoering van het voegenkruis,

Fig. 2 de onderzijde van het voegenkruis volgens fig. 1,

Fig. 3 een bovenaanzicht van het voegenkruis volgens fig. 1,

Fig. 4 een toepassingsvoorbeeld,

Fig. 5 in perspectief een tweede uitvoeringsvorm van het voegen- kruis.

Fig. 6 het T-stuk na afbreken van een been,

Fig. 7 een tweebenig stuk na afbreken van twee benen en

Fig. 8 het voegenkruis volgens fig. 5 met sleuf voor recht snoer.

Het in de fig. 1 tot 3 in drie verschillende aanzichten weergegeven kruis 1 uit kunststof bezit vier onder een rechte hoek ten opzichte van elkaar lopende benen 2. De onderste, d.w.z. van het platte grijpdeel 3 af gekeerde randen 4 van de benen 2 zijn gepunt. Dit vergemakkelijkt het insteken en verwijderen van het voegenkruis 1 voor het afvoegen van de geplaatste tegel 5 (fig· 4) of platen.

Het grijpdeel 3 loopt in het midden gedeeltelijk over twee zich tegenover elkaar bevindende benen 2 en bezit een sleuf 6, welke zich in het midden van het voegenkruis 1 over de totale hoogteafmeting van het grijpdeel 3 uitstrekt en voor het inhangen van een recht snoer, bijvoorbeeld uit rubber, dient. De platte vorm van het grijpdeel 3 bespaard niet alleen kunststoffen materiaal voor de vervaardiging, maar verhindert ook een kantelen van het voegenkruis 1 tengevolge van een eigen gewicht, wanneer dit in de kleefmassa aan een wand wordt gedrukt.

Om het voegenkruis 1 ook in een eindstreep of randvoeg 7 rondom een wand- of bodemvlak, bijvoorbeeld in een hoek 8 van de ruimte (zie fig. 4) te kunnen gebruiken, kan dit met behulp van een gemakkelijk breekbare plaats 9, welke door aan beide zijden uitgevoerde inkervingen in een van de vier benen 2 gevormd is, in een voegen-T-stuk 10 omgevormd worden (zie fig. 4). De gemakkelijk breekbare plaats 9 verloopt evenwijdig aan het grijpdeel 3 en staat een netjes afbreken van het bijbehorende been toe, zodat gen storende uitstekende rest respectievelijk stomp achterblijft. Dit wordt bereikt door het gebruik van een kunststoffen materiaal, welke bij plotselinge knikbelasting breekt, echter bij langzame belasting zich taai gedraagt.

De hoogteafmeting van de benen 2 van het voegenkruis 1 is ten minste zo groot als dikte van de tegels 5 of platen. Er bestaat de mogelijkheid, een onder bepaalde omstandigheden noodzakelijk corrigeren van een reeks tegels door aanleggen van een strook of lat tegen het grijpdeel en drukken met die lat uit te voeren.

Fig. 4 toont een toepassingsvoorbeeld bij het met lijm tegelzetten aan een wand. In kruisvoegen worden de voegen voegenkruisen 1 zo aangebracht, dat het grijpdeel 3 horizontaal ligt, In een verticale eind- of randvoeg 7 kan het voegenkruis 1, welke nu door afbreken van het met de gemakkelijke breekbare plaats uitgevoerde been 2 in het voegen-T-stuk 10 omgevormd is, slechts zo gebruikt worden, dat het grijpdeel 3 verticaal staat. Op basis daarvan loopt ook de gemakkelijk breekbare plaats 9 evenwijdig aan het grijpdeel 3. hetgeen ook wegens de stand en vorm van het grijpdeel 3 vereist is. Door de horizontale stand van het grijpdeel 3 van het voegenkruis 1 bij de kruisvoegen is het mogelijk, voor controledoeleinden een recht snoer van de voegen-T-stukken 10 aan de randen vrij boven of onder de grijpdelen 3 van de voegenkruisen 1 binnen de wand te spannen. De voegen-T-stukken 10 zijn ook geschikt voor het vormen van krimpvoegen, welke later elastisch afgevoegd kunnen worden. In de bovenste en onderste eind- of randvoegen liggen de grijpdelen 3 van de voegen-T-stukken 10 telkens horizontaal. Bij het aanbrengen van tegels of platen op een bodem geldt hetzelfde.

Bij gebruik van een schuifvast en relatief snel uithardende lijm kunnen na het plaatsen van ongeveer 6 cm2 tegels 5 de eerste voegenkruisen 1 respectievelijk voegen-T-stukken 10 weer voor het verdere gebruik uitgetrokken worden.

Het spreekt voor zich, dat voor verschillende voegbreedten ook verschillende voegenkruisen 1 met overeenkomstig brede of smalle benen 2 beschikbaar moeten zijn. Het opnieuw kunnen gebruiken en het om kunnen vormen van het nieuwe voegenkruis 1 is echter een belangrijke stap voorwaarts, welke zowel voor de doe-het-zelvende tegelzetter alsook voor de professionele tegelzetter veel tijd bespaard. Bovendien is de vervaardiging van afzonderlijke voegen-T-stukken 10 voor de verschillende voegbreedten niet meer noodzakelijk.

Fig. 5 tot 8 tonen een verdere uitvoeringsvorm van het voegenkruis 1 met andere uitvoeringen 10 voor T-voegen respectievelijk 12 voor voegen voor begin- en eindrijen van tegels 5· Het voegenkruis 1 bezit daartoe aan elk been 2, welke loodrecht ten opzichte van het grijpdeel 3 verloopt, een gemakkelijk breekbare plaats 9· Bij de in fig. 7 weergegeven uitvoeringsvorm zijn bij de loodrecht ten opzichte van het grijpdeel 3 verlopende benen 2 aan hun gemakkelijk breekbare plaatsen 9 afgebroken. Het grijpdeel 3 kan ook als wig voor het uitrichten van tegels 5 gebruikt worden, wanneer dat noodzakelijk is. Voor het vastleggen van een tweede (kleinere) voegbreedte zijn in de nabijheid van vrij einden van de benen 2 van het voegenkruis 1 aan de van het grijpdeel 3 afgekeerde vlakken van de benen 2 penvormige aanzetdelen 11 aangebracht.

Claims

1. Voegenkruis voor het vastleggen van voegen bij het aanbrengen van tegels of platen tijdens het vasthechten, met vier onder een rechte hoek ten opzichte van elkaar verlopende benen, welke een dikte bezitten overeenkomstig de voegbreedte tussen de tegels of platen, evenals met een eendelig aangevormd grijpdeel, dat loodrecht op twee tegenover elkaar liggende benen van het voegenkruis loopt, met het kenmerk, dat aan een van de vier benen (2) van het voegenkruis (1) een door bovenste en/of onderste inkervingen gevormde gemakkelijk breekbare plaats (9) uitgevoerd is, welke evenwijdig aan het relatief vlakke grijpdeel (3) verloopt.

2. Voegenkruis volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het grijpdeel (3) een zich over zijn totale hoogte uitstrekkende sleuf (6) voor het inhangen van een richtsnoer of iets dergelijks bezit.

3. Voegkruis volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de van het grijpdeel (3) afgekeerde randen (4) van de benen (2) puntig zijn.

4. Voegenkruis volgens een der conclusies 1 tot 3. K dat dit uit kunststof bestaat.

5. Voegenkruis volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat voor het vastleggen van een tweede (kleinere) voegenbreedte in de nabijheid van de vrije einden van de benen (2) van het voegenkruis (1) aan de van het grijpdeel 93) afgekeerde vlakken van de benen (2) penvormige delen (11) aangebracht zijn.

6. voegenkruis volgens conclusie 5. met het kenmerk, dat bij de loodrecht ten opzichte van het grijpdeel (3) verlopende benen (2) van het voegenkruis (1) telkens een gemakkelijk breekbare plaats (9) bezitten.