NL9500137A - Vulmachine voor het vullen en het aansluitend afsluiten van aan de bovenzijde open zakken, in het bijzonder grote kunststof zakken. - Google Patents

Description

Vulmachine voor het vullen en het aansluitend afsluiten van aan de bovenzijde open zakken, in het bijzonder grote kunststof zakken.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een vulmachine voor het vullen en het aansluitend afsluiten van aan de bovenzijde open zakken, in het bijzonder grote kunststof zakken, omvattend een vulbuisorgaan dat in hoofdzaak uit een inwendige vaste vulbuis, een door middel van een roterende aandrijving beweegbare zakopnamebuis en een aan de buitenzijde daaromheen aangebrachte, door middel van een inrichting voor het leveren van perslucht wijder te maken opblaasslang bestaat, waar een als tegen-ondersteuning dienende, de beweging van de zakopnamebuis volgende tegendrukring bij aangebracht is.

De vulmachine in kwestie is in het bijzonder geschikt voor het vullen van aan de bovenzijde open kunststof zakken. De grote zakken worden in de branche als "big bags" aangeduid. De capaciteit van deze zakken bedraagt bijvoorbeeld 1000 kg. Deze grote zakken worden niet slechts gebruikt om stortgoed te verpakken, maar ook als inzetstuk respectievelijk zogenaamde inliner voor vaten gebruikt. Voor het afsluiten van de gevulde zakken is het noodzakelijk, dat het niveau van het vulgoed op afstand van de open bovenrand staat. Dit randgebied wordt ineengedraaid en aansluitend door middel van een band of een draad afgesloten. De tot nu toe bekende vulmachines zijn zo uitgevoerd, dat de zakopnamebuis, de daartegen aangebrachte opblaasslang en de tegendrukring door middel van de roterende aandrijving verdraaid worden. Deze roterende aandrijving is echter een aandrijving met een omkeerbare draairichting, aangezien na het aanbrengen van de band, van de draad of ook van een clip de vermelde onderdelen tegen de oorspronkelijke draairichting in in de uitgangs-stand teruggedraaid moeten worden. De inrichting voor het leveren van perslucht is bij deze uitvoering één orgaan. Daardoor is ook de draaiingshoek begrensd en relatief klein. Door deze omkerende draaibeweging is de slijtage van de inrichting voor het leveren van perslucht relatief hoog. Als gevolg daarvan zijn kostbare reparaties nodig. Veroorzaakt door de relatief geringe draaihoek voor het ineendraaien van het bovenste zakrandgebied wordt ook geen luchtdichte afsluiting bereikt. Dit geldt in het bijzonder wanneer de dikte van de wand van de zak in verhouding groot is. Op grond van de hoge capaciteit van de zakken zijn deze overeenkomstig hoog. Voor het aanbrengen van het sluitelement is het derhalve noodzakelijk, dat het bedieningspersoneel op trappen of platformen klimt. Door het handmatig afsluiten kan het bovendien nog gebeuren, dat het bedieningspersoneel stof inademt dat een gevaar voor de gezondheid oplevert.

De onderhavige uitvinding heeft ten doel, een vulmachine van de in de aanhef beschreven soort zo te vervaardigen, dat het gevaar voor het bedieningspersoneel door uittredend, voor de gezondheid schadelijke stof uitgesloten of tenminste wezenlijk verlaagd wordt. Daarenboven dient de dichtheid van de afgesloten bovenste zak-rand wezenlijk verhoogd te worden.

Het gestelde doel wordt bereikt, doordat de zakopnaraebuis voor het ineendraaien van het bovenste zakrandgebied door middel van de roterende aandrijving uitsluitend in één richting aandrijfbaar is, en doordat de inrichting Voor het leveren van perslucht tenminste één, de roterende beweging van de zakopnamebuis volgende, telkens met een terugslagventiel uitgeruste en met de opblaasslang in een stromingsverbinding staande persluchtaansluiting omvat, alsmede tenminste één, aan vaste frame-gedeelten gemonteerde aankoppelinrichting, die op zijn minst voor het met perslucht activeren van de opblaasslang geleidend met de roterend beweegbare persluchtaansluiting verbindbaar is.

De vulmachine is nu zo uitgevoerd dat de zakop- namebuis evenals de opblaasslang en de tegendrukring in één draairichting aangedreven kunnen worden. Daardoor kan de draaiingshoek ten opzichte van de bekende uitvoering wezenlijk verhoogd worden en zelfs boven de 360° liggen. Daardoor wordt het bovenste randgebied van de gevulde zak zelfs bij uiterst stijf zakmateriaal zodanig ineengedraaid, dat van een luchtdichte afsluiting uitgegaan kan worden. Deze volledige rotatiemogelijkheid van de zakop-namebuis wordt door de uit de persluchtaansluiting en de aankoppelinrichting bestaande, in tweeën gedeelte inrichting voor het leveren van perslucht mogelijk gemaakt. Daarbij wordt door het in de persluchtaansluiting geïnstalleerde terugslagventiel verhinderd, dat na de afscheiding van de aankoppelinrichting van de persluchtaansluiting de opblaasslang ontlucht wordt. Voor het koppelen van de aankoppelinrichting met de persluchtaansluiting moet er echter zorg voor gedragen worden, dat de beide delen op de juiste plaats ten opzichte van elkaar staan. Dit geschiedt na het afnemen van de gevulde en afgesloten zak vanaf het vulbuisorgaan van de vulmachine. Door deze ten opzichte van de bekende zakafsluitingen sterkere ineendraaiing van de bovenste zakrand wordt het bedieningspersoneel ook niet met voor de gezondheid schadelijk stof belast, wanneer het ineengedraaide randgebied van de zak handmatig afgesloten wordt.

In een verdere uitvoering is er in voorzien, dat de aankoppelinrichting een stuurventiel voor de perslucht omvat. Dit op zich bekende stuurventiel stuurt de toevoer van de perslucht voor het opblazen van de opblaasslang, wanneer de aankoppelinrichting met de persluchtaansluiting gekoppeld is. Na het ineendraaien van de bovenste zakrand staat de persluchtaansluiting zo, dat de koppeling van de aankoppelinrichting kan geschieden. Door aansturing van dit stuurventiel heeft dan de ontluchting van de opblaasslang plaats. Na het ontluchten van de opblaasslang kan de gevulde zak het vulbuisorgaan afgenomen worden. Opdat op constructief eenvoudige wijze de verbinding en de schei- ding van de aankoppelinrichting met de persluchtaanslui-ting mogelijk is, is er in voorzien, dat deze een lineaire aandrijving omvat. Opdat ook de handmatige zekering van het ineengedraaide zakgebied zonder handmatige arbeids-stappen kan geschieden, is er in een verdere uitvoering in voorzien, dat de vulmachine uitgerust is met een op zich bekende clipinrichting ter zekering van de ineengedraaide zakrand.

Aan de hand van de bij gevoegde tekening wordt de uitvinding nog nader verklaard.

Figuur 1 toont de vulmachine volgens de uitvinding in een gedeeltelijke verticale doorsnede.

De in figuur 1 weergegeven vulmachine omvat een slechts gedeeltelijk weergegeven vulbuisorgaan 10, dat in hoofdzaak uit een verticale, vaste vulbuis 11, een daarbuiten liggende, concentrische zakopnamebuis 12, een aan de buitenzijde op de zakopnamebuis 12 aangebrachte op-blaasslang 13 en een bij de opblaasslang 13 aangebrachte tegendrukring 14 bestaat. De tegendrukring 14 is op niet nader toegelichte wijze in een open en gesloten stand te brengen. In de afbeelding is de opblaasslang 13 in de wijder gemaakte stand, dat wil zeggen in de met perslucht geactiveerde stand weergegeven. Een gevulde, met streep-stiplijnen aangeduide zak 15 is tussen de wijder gemaakte opblaasslang 13 en de tegendrukring 14 vastgeklemd. De vulmachine is bovendien nog met een inrichting voor het leveren van perslucht 16 uitgerust, om de opblaasslang 13 wijder te maken en ook weer te ontluchten. Deze inrichting voor het leveren van perslucht bestaat uit twee delen, een persluchtaansluiting 17 en een aankoppelinrichting 18. De persluchtaansluiting 17 is met een niet nader toegelicht terugslagventiel 19 uitgerust. Op het terugslagventiel 19 is een leiding 20 aangesloten, om de stromingsverbinding naar de opblaasslang 13 te vormen. Aan de van de opblaasslang 13 af gekeerde zijde is het terugslagventiel van een cirkelvormige uitsparing en van een buiten op de wand gezette afdichtring 21 voorzien. De aankoppelinrichting 18 is van een stuurventiel 22 evenals een op de juiste plaats ten opzichte van de afdichtring 21 staande afdichtring 23 voorzien. Ten opzichte van deze afdichtring 23 steekt een buisaansluitstuk 24 uit aan de naar het terugslagventiel 19 toegekeerde zijde. De aankoppelinrichting 18 omvat bovendien een lineaire aandrijving in de vorm van een zuigercilindereenheid 25. De gehele aankoppelinrichting 18 is aan een hoekstuk 26 bevestigd, dat aan een vierkante buis 27 van het frame van de vulmachine vastgemaakt is.

De vulbuis 11 staat vast. De zakopnamebuis 12 met inbegrip van de opblaasslang 13 en de tegendrukring 14 worden door een roterende aandrijving aangedreven. Deze roterende aandrijving bestaat uit een schematisch weergegeven aandrijfmotor 28, waarbij een tandwiel 29 draaivast op de aandrijf tap daarvan gezet is. Dit tandwiel 29 is in ingrijping met een tandkrans met uitwendige vertanding 30. Op deze tandkrans met uitwendige vertanding 30 is aan de naar de persluchtaansluiting 17 toegekeerde zijde een ring 31 geschroefd. Deze ring 31 grijpt over het toegekeerde einde van de zakopnamebuis 12 en is daar vast mee verbonden. Via een aan de ring 31 bevestigde houder 32 is de tegendrukring 14 eveneens draaivast met de ring 31 verbonden. Aan de houder 32 is bovendien een houdhoekstuk 33 bevestigd, dat de persluchtaansluiting 17 draagt.

Uit figuur 1 blijkt, dat de zakopnamebuis 12 evenals de opblaasslang 13 en de tegendrukring 14 en ook de persluchtaansluiting 17 van de inrichting voor het leveren van perslucht 16 volledig tot draaien in staat zijn. Als gevolg daarvan kan na het einde van het vul-proces het boven het niveau van het vulgoed liggende randgebied van de zak zo ineengedraaid worden, dat een luchtdichte afsluiting gevormd wordt. Na het ophangen van een lege zak aan de zakopnamebuis 12 resp. aan de opblaasslang 13 wordt deze door middel van perslucht wijder gemaakt. Daartoe wordt de aankoppelinrichting 18 door middel van de zuigercilindereenheid 25 in de richting van het vulbuis-orgaan 10 verplaatst. Het buisaansluitstuk 24 grijpt dan in de uitsparing van het terugslagventiel 19. De afdichting geschiedt door de beide afdichtringen 21 en 23, waarvan de naar elkaar toegekeerde kopse vlakken elkaar raken. Voor het toevoeren van de perslucht wordt het stuurventiel 22 overeenkomstig aangestuurd. Op zijn laatst voor het inschakelen van de aandrijfmotor 28 wordt de aankoppelinrichting 18 van de persluchtaansluiting 17 gescheiden, zoals figuur 1 toont. Het terugslagventiel 19 verhindert, dat de opblaasslang 13 ontlucht wordt.

De mogelijkheid bestaat, uiteenlopende van 360° afwijkende ineendraaiingshoeken te maken. Het draaibare deel van het vulbuisorgaan wordt daarna in de positie ter koppeling met de inrichting voor het leveren van perslucht geplaatst.

Na het ineendraaien van het gebied van de bovenste zakrand wordt door middel van een niet nader toegelichte clipinrichting 34 een clip om de ineengedraaide zakrand getrokken. De clipinrichting 34 omvat een magazijn 35 voor het toevoeren van de afsluitclips. Deze clipinrichting is zwenkbaar en kan bovendien in hoogte verplaatst worden.

Claims (10)

1. Vulmachine voor het vullen en het aansluitend afsluiten van aan de bovenzijde open zakken, in het bijzonder grote kunststof zakken, omvattend een vulbuisorgaan dat in hoofdzaak uit een inwendige vaste vulbuis, een door middel van een roterende aandrijving beweegbare zakopname-buis en een aan de buitenzijde daaromheen aangebrachte, door middel van een inrichting voor het leveren van perslucht wijder te maken opblaasslang bestaat, waar een als tegenondersteuning dienende, de beweging van de zakopname-buis volgende tegendrukring bij aangebracht is, met het kenmerk, dat de zakopnamebuis (12) voor het ineendraaien van het bovenste zakrandgebied door middel van de roterende aandrijving uitsluitend in één richting aandrijfbaar is, en dat de inrichting voor het leveren van perslucht (16) tenminste één, de roterende beweging van de zakopnamebuis (12) volgende, telkens met een terugslagventiel (19) uitgeruste en met de opblaasslang (13) in een stro-mingsverbinding staande persluchtaansluiting (17) omvat, alsmede tenminste één, aan vaste framegedeelten (26, 27) gemonteerde aankoppelinrichting (18), die op zijn minst voor het met perslucht activeren van de opblaasslang (13) geleidend met de roterend beweegbare persluchtaansluiting (17) verbindbaar is.

2. Vulmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de aankoppelinrichting (18) een stuurventiel (22) voor de perslucht omvat.

3. Vulmachine volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de aankoppelinrichting (18) een lineaire aandrijving, bij voorkeur een zuigercilindereenheid (25), voor het koppelen en ontkoppelen met de pers luchtaansluiting (17) omvat.

4. Vulmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ontluchting van de opblaasslang (13) in de samengekoppelde toestand van de inrichting voor het leveren van de perslucht (16) geschiedt.

5. Vulmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de persluchtaansluiting (17) aan de van het vulbuisorgaan (10) afgewende zijde een uitsparing omvat, waar aan de buitenzijde een afdichtring (21) opgezet is, en dat de aankoppel inrichting (18) aan de naar de persluchtaansluiting (17) toegekeerde zijde een verdere afdichtring (23) omvat, en dat de aankoppel inrichting (18) een ten opzichte van de afdichtring (23) uitstekend buis-aansluitstuk (24) omvat, dat in de uitsparing van het terugslagventiel (19) te voeren is.

6. Vulmachine volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de roterende aandrijving een aandrijfmotor (28) omvat, waarbij een tandwiel (29) draaivast op de aandrijfas daarvan gezet is, welke met een tandkrans (30) met uitwendige vertanding in ingrijping is.

7. Vulmachine volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de zakopnamebuis (12) door middel van een ring (31) vast met de tandkrans (30) met uitwendige vertanding verbonden is.

8. Vulmachine volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de tegendrukring (14) door middel van een houder (32) met de ring (31) verbonden is.

9. Vulmachine volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de persluchtaansluiting (17) aan een hoekvormige houder (33) vastgemaakt is, die tegen de ring (31) aangebracht is.

10. Vulmachine volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vulmachine een met een magazijn (35) uitgeruste clipinrichting (34) omvat.