NL194547C - Vulmachine voor het vullen en het aansluitend afsluiten van aan de bovenzijde open zakken, in het bijzonder grote kunststof zakken. - Google Patents

Description

1 194547 , Vulmachine voor het vullen en het aansluitend afsluiten van aan de bovenzijde open zakken, in het bijzonder grote kunststof zakken

De uitvinding heeft betrekking op een vulmachine voor het vullen en het aansluitend afsluiten van aan de 5 bovenzijde open zakken, in het bijzonder grote kunststof zakken, omvattend een zakvasthoud- en een vulorgaan dat in hoofdzaak uit een inwendige vaste vulbuis, een door middel van een rotatie-aandrijving gezamenlijk roteerbare zakopnamebuis, een aan de buitenzijde daaromheen aangebrachte, door middel van een inrichting voor het leveren van perslucht op te blazen opblaasslang, en een deze in tegen-ondersteuningstoestand omgevende tegendrukring bestaat.

10 De vulmachine van de in de aanhef vermelde soort, welke uit de praktijk bekend is, is in het bijzonder geschikt voor het vullen van aan de bovenzijde open kunststof zakken. De grote zakken worden in de branche als "big bags” aangeduid. De capaciteit van deze zakken bedraagt bijvoorbeeld 1000 kg. Deze grote zakken worden niet slechts gebruikt om stortgoed te verpakken, maar ook als inzetstuk respectievelijk zogenaamde inliner voor vaten gebruikt. Voor het afsluiten van de gevulde zakken is het noodzakelijk, dat 15 het niveau van het vulgoed op afstand van de open bovenrand staat. Dit randgebied wordt ineengedraaid en aansluitend door middel van een band of een draad afgesloten. De tot nu toe bekende vulmachines zijn zo uitgevoerd, dat de zakopnamebuis, de daartegen aangebrachte opblaasslang en de tegendrukring door middel van de rotatie-aandrijving verdraaid worden. Deze aandrijving is echter een aandrijving met een omkeerbare draairichting, aangezien na het aanbrengen van de band, van de draad of ook van een clip de 20 vermelde onderdelen tegen de oorspronkelijke draairichting in de uitgangsstand teruggedraaid moeten worden. De inrichting voor het leveren van perslucht is bij deze uitvoering één orgaan. Daardoor is ook de draaiingshoek begrensd en relatief klein. Door deze omkerende draaibeweging is de slijtage van de inrichting voor het leveren van perslucht relatief hoog. Als gevolg daarvan zijn kostbare reparaties nodig. Veroorzaakt door de relatief geringe draaihoek voor het ineendraaien van het bovenste zakrandgebied wordt 25 geen luchtdichte afsluiting bereikt, wanneer de dikte van de wand van de zak in verhouding groot is, waardoor kans op inademen van stof ontstaat.

De uitvinding heeft ten doel een vulmachine van de in de aanhef beschreven soort zo te vervaardigen, dat op het voorvermelde punt minder reparatiegevoelig zal zijn en dat het boveneinde van zakken steeds in voldoende mate luchtdicht te draaien is.

30 Hiertoe wordt de vulmachine van de in de aanhef vermelde soort gekenmerkt, doordat de zakopnamebuis de opblaasslang en de tegendrukring voor het ineendraaien van het bovenste zakrandgebied door middel van de aandrijving uitsluitend in één richting roteerbaar aandrijfbaar zijn, en dat de inrichting voor het leveren van perslucht ten minste één, de roterende beweging van zakopnamebuis de opblaasslang en de tegendrukring volgende, met een terugslagklep uitgeruste en met de opblaasslang in een stromings-35 verbinding staande persluchtaansluiting omvat, alsmede ten minste één, aan vaste framegedeelten gemonteerde ten minste één, aan vaste framegedeelten gemonteerde aankoppelinrichting van de opblaasslang geleidend met de persluchtaansluiting koppelbaar is.

De vulmachine is nu zo uitgevoerd dat de zakopnamebuis evenals de opblaasslang, de tegendrukring en de persluchtaansluiting tezamen in aan koppelinrichting ontkoppelde toestand één draairichting aangedreven 40 kunnen worden. Slijtage ten gevolge van een heen en weer draaien treedt hierbij dus niet op. De draaiingshoek kan ten opzichte van de bekende uitvoering wezenlijk verhoogd worden en zelfs boven de 360° liggen. Daardoor kan het bovenste randgebied van een gevulde zak zelfs bij uiterst stijf zakmateriaal zodanig ineengedraaid worden, dat van een luchtdichte afsluiting uitgegaan kan worden. Deze volledige rotatiemogelijkheid van de zakopnamebuis wordt door de uit de persluchtaansluitiung en de aankoppelinrichting 45 bestaande, in tweëen gedeelde inrichting voor het leveren van perslucht mogelijk gemaakt. Daarbij wordt door het in de persluchtaansluiting geïnstalleerde terugslagventiel verhinderd, dat na het ontkoppelen van de aankoppelinrichting van de persluchtaansluiting de opblaasslang ontlucht wordt. Voor het koppelen van de aankoppelinrichting met de persluchtaansluiting moet er echter zorg voor gedragen worden, dat de beide delen op de juiste plaats ten opzichte van elkaar staan. Dit geschiedt na het afnemen vande gevulde en 50 afgesloten zak vanaf het zakvasthoud- en vulorgaan van de vulmachine. Door deze ten opzichte van de bekende zakafsluitingen sterkere ineendraaiing van de bovenste zakrand wordt het bedieningspersoneel ook niet meer met voor de gezondheid schadelijk stof belast.

Opgemerkt wordt nog dat uit de Duitse octrooiaanvrage 3.928.452 een werkwijze en een inrichting voor het dichtdraaien van zakken bekend is, die in een dichtbindapparaat geplaatst zijn. De inrichting bestaat uit 55 verscheidene stations. In één station wordt een toedraai-inrichting op het dichtbindapparaat gezet. Deze toedraai-inrichting is als een trommel uitgevoerd en met een verbindingselement in de vorm van een opzetring uitgerust. Deze opzetring wordt voor het toedraaien van de bovenste buidelrand in draaiing 194547 2 gebracht. ,

In een verdere uitvoering is er in voorzien, dat de aankoppelinrichting een stuurafsluiter voor de perslucht omvat. Deze op zich bekende stuurafsluiter dient ten minste om de toevoer van de perslucht voor het opblazen van de opblaasslang te sturen. Opdat op constructief eenvoudige wijze de verbinding en de 5 scheiding van de aankoppelinrichting met de persluchtaansluiting mogelijk is, is er in voorzien dat de aankoppelinrichting een lineaire aandrijving met een zuigercilindereenheid omvat, voor het koppelen en ontkoppelen met de persluchtaansluiting.

Bij voorkeur is de opblaasslang ontluchtbaar in de gekoppelde toestand van de aankoppelinrichting en de persluchtaansluiting onder gebruikmaking van de stuurafsluiter.

10

Aan de hand van de tekening wordt de uitvinding nog nader verklaard.

De tekening toont de vulmachine volgens de uitvinding in een gedeeltelijke verticale doorsnede.

De weergegeven vulmachine omvat een slechts gedeeltelijk weergegeven zakvasthoud- en vulorgaan 10, 15 dat in hoofdzaak uit een verticale, vaste vulbuis 11, een daarbuiten liggende, concentrische zakopnamebuis 12, een aan de buitenzijde op.de zakopnamebuis 12 aangebrachte opblaasslang 13 en een de opblaasslang 13 omgevende tegendrukring 14 bestaat. De tegendrukring 14 is op niet nader toegelichte wijze in een open en gesloten stand te brengen. In de afbeelding is de opblaasslang 13 in de met perslucht opgeblazen toestand weergegeven. Een gevulde, met streepstiplijnen aangeduide zak 15 is tussen de 20 opgeblazen opblaasslang 13 en de tegendrukring 14 vastgeklemd. De vulmachine is bovendien nog met een inrichting voor het leveren van perslucht 16 uitgerust, om de opblaasslang 13 op te blazen en ook weer te ontluchten. Deze inrichting voor het leveren van perslucht bestaat uit twee delen, een persluchtaansluiting 17 en een aankoppelinrichting 18. De persluchtaansluiting 17 is met een niet nader toegelichte terugslagklep 19 uitgerust. Op het huis van de terugslagklep 19 is een leiding 20 aangesloten, om de stromings-25 verbinding naar de opblaasslang 13 te vormen. Aan de van de opblaasslang 13 afgekeerde zijde is het huis van de terugslagklep van een cirkelvormige opneemkanaal en van een buiten op de huiswand gezette afdichtring 21 voorzien. De aankoppelinrichting 18 is van een stuurafsluiter 22 evenals een op de juiste plaats ten opzichte van de afdichtring 21 staande afdichtring 23 voorzien. Ten opzichte van deze afdichtring 23 steekt voor aankoppeling een insteekbuis 24 uit aan de naar het terugslagklep 19 toegekeerde zijde. De 30 aankoppelinrichting 18 omvat bovendien een lineaire aandrijving in de vorm van een zuigercilindereenheid 25. De gehele aankoppelinrichting 18 is aan een hoekstuk 26 bevestigd, dat aan een vierkante buis 27 van het frame van de vulmachine vastgemaakt is.

De vulbuis 11 staat vast. De zakopnamebuis 12 met inbegrip van de opblaasslang 13 en de tegendrukring 14 zijn gezamenlijk te roteren door een aandrijving. Deze aandrijving bestaat uit een schematisch 35 weergegeven aandrijfmotor 28, waarbij een tandwiel 29 draiavast op de aandrijftap daarvan gezet is. Dit tandwiel 29 is in ingrijping met een tandkrans met uitwendige vertanding 30. Op deze tandkrans met uitwendige vertanding 30 is aan de naar de persluchtaansluituing 17 toegekeerde zijde een ring 31 geschroefd. Deze ring 31 grijpt over het toegekeerde einde van de zakopnamebuis 12 en is daar vast mee verbonden. Via een aan de ring 31 bevestigde houder 32 is de tegendrukring 14 eveneens draaivast met de 40 ring 31 verbonden. Aan de houder 32 is bovendien een houdhoekstuk 33 bevestigd, dat de persluchtaansluiting 17 draagt.

De zakopnamebuis 12 evenals de opblaasslang 13 en de tegendrukring 14 en ook de persluchtaansluiting 17 van de inrichting voor het leveren van perslucht 16 zijn volledig tot draaien in staat zijn. Als gevolg daarvan kan na het einde van het vulproces het boven het niveau van het vulgoed liggende 45 randgebied van de zak zo ineengedraaid worden, dat een luchtdichte afsluiting gevormd wordt. Na het ophangen van een lege zak aan de zakopnamebuis 12 respectievelijk aan de opblaasslang 13 wordt deze door middel van perslucht opgeblazen. Daartoe wordt de aankoppelinrichting 18 door middel van de zuigercilindereenheid 25 in de richting van de persluchtaansluiting 17 verplaatst. De insteekbuis 24 steekt dan in het opneemkanaal van het huis van de terugslagklep 19. De afdichting geschiedt door de beide 50 afdichtringen 21 en 23, waarvan de naar elkaar toegekeerde kopse vlakken elkaar raken. Voor het toevoeren van de perslucht wordt het stuurafsluiter 22 overeenkomstig aangestuurd. Op zijn laatst voor het inschakelen van de aandrijfmotor 28 wordt de aankoppelinrichting 18 van de persluchtaansluiting 17 gescheiden, zoals de tekening toont. De terugslagklep 17 verhindert, dat de opblaasslang 13 ontlucht wordt.

De mogelijkheid bestaat, uiteenlopende van 360° afwijkende ineendraaiingshoeken te maken. Het 55 draaibare deel van het vulbuisorgaan wordt daarna in de positie ter koppeling met de inrichting voor het leveren van perslucht geplaatst.

Na het ineendraaien van het gebied van de bovenste zakrand wordt door middel van een niet nader

Claims (6)

1. Vulmachine voor het vullen en het aansluitend afsluiten van aan de bovenzijde open zakken, in het bijzonder grote kunststof zakken, omvattend een zakvasthoud- en een vulorgaan dat in hoofdzaak uit een 10 inwendige vaste vulbuis, een door middel van een rotatie-aandrijving gezamenlijk roteerbare zakopname-buis, een aan de buitenzijde daaromheen aangebrachte, door middel van een inrichting voor het leveren van perslucht op te blazen opblaasslang, en een deze in tegenondersteuningstoestand omgevende tegendrukring bestaat, met het kenmerk, dat de zakopnamebuis (12) de opblaasslang (13) en de tegendruk-ring (14) voor het ineendraaien van het bovenste zakrandgebied door middel van de aandrijving uitsluitend 15 in één richting roteerbaar aandrijfbaar zijn, en dat de inrichting voor het leveren van perslucht (16) ten minste één, de roterende beweging van zakopnamebuis (12) de opblaasslang (13) en de tegendrukring (14) volgende, met een terugslagklep (19) uitgeruste en met de opblaasslang (13) in een stromingsverbinding staande persluchtaansluiting (17) omvat, alsmede ten minste één, aan vaste framegedeelten (26, 27) gemonteerde aankoppelinrichting (18), die op zijn minst voor het met perslucht opblazen van de opblaas· 20 slang (13) geleidend met de persluchtaansluiting (17) koppelbaar is.

2. Vulmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de aankoppelinrichting (18) een stuurafsluiter (22) voor de perslucht omvat.

3. Vulmachine volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de aankoppelinrichting (18) een lineaire aandrijving met een zuigercilindereenheid (25) omvat, voor het koppelen en ontkoppelen met de perslucht* 25 aansluiting (17).

4. Vulmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de opblaasslang (13) ontluchtbaar is in de gekoppelde toestand van de aankoppelinrichting (18) en de persluchtaansluiting (17) onder gebruikmaking van de stuurafsluiter (22).

5. Vulmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de persluchtaansluiting (17) aan de van het 30 vulbuisorgaan (10) afgewende zijde een opneemkanaal omvat, waar aan de buitenzijde een afdichtring (21) opgezet is, en dat de aankoppelinrichting (18) nabij het naar de persluchtaansluiting (17) toegekeerde einde op de buitenzijde een verdere afdichtring (23) omvat, en dat de aankoppelinrichting (18) een ten opzichte van die afdichtring (23) uitstekende insteekbuis (24) omvat, die in het opneemkanaal van de persluchtaansluiting (17) te voeren is.

6. Vulmachine volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de rotatie-aandrijving een aandrijfmotor (28) omvat, waarbij een tandwiel (29) draaivast op de aandrijfas daarvan gezet is, welke met een tandkrans (30) met uitwendige vertanding in ingrijping is, en de zakopnamebuis (12) de opblaasslang (13) en de tegendrukring (14) door middel van een ring (31) vast met die tandkrans (30) verbonden zijn. Hierbij 1 blad tekening