NL9402126A - Informatiesysteem voor een schip. - Google Patents

Description

Informatiesysteem voor een schip

De uitvinding heeft betrekking op een informatiesysteemvoor een schip, voor het in crisissituaties afgeven vaninformatie betreffende het schip, omvattende een stelselvan althans in hoofdzaak per vertrek aangebrachtedetectoren, een verbindingssysteem en een centrale eenheidvoor het verwerken van door de detectoren gegenereerde endoor het verbindingssysteem aangevoerde gegevensbetreffende de toestand van de vertrekken waarin dedetectoren zijn opgesteld.

Een systeem van dit type is doorgaans reeds aanwezig op eenschip, bijvoorbeeld in de vorm van een stelsel van brand-detectoren, welk stelsel van branddetectoren is verbondenmet een centrale brandmeldeenheid.

Volgens de inventieve gedachte van de uitvinding kan eendergelijk netwerk worden ingezet voor verdere beveiligings-doeleinden. De uitvinding heeft daartoe als kenmerk, dateen detector tevens is ingericht voor het detecteren vanopvarenden in het vertrek waarin hij is opgesteld.

Hierbij is het niet de bedoeling om elke opvarende voort¬durend te volgen, maar om na een calamiteit, bijvoorbeeldeen inslag van een projectiel, te kunnen vaststellen wiezich in de getroffen zone bevond. Een gunstige uitvoerings¬vorm van de uitvinding heeft daarom als kenmerk, dat isvoorzien in detectiemiddelen voor het detecteren van eencrisissituatie en van geheugenmiddelen voor het opslaan vanposities van opvarenden althans in hoofdzaak ten tijde vande crisissituatie. Men kan hierbij bijvoorbeeld denken aaneen geheugen dat voortdurend op een cyclische wijze wordtvolgeschreven met nieuwe informatie, waarbij oudere infor- matie steeds wordt overschreven en waarbij het inschrijvenstopt kort nadat zich een crisissituatie heeft voorgedaan.

Een verdere gunstige uitvoeringsvorm van de uitvindingheeft als kenmerk, dat de centrale eenheid is ingerichtvoor het weergeven van in de geheugenmiddelen opgeslagenposities, waardoor de posities en indien nodig debewegingen van opvarenden ten tijde van de crisissituatiekunnen worden gereconstrueerd.

In een speciale uitvoeringsvorm kan men de detector, diedoorgaans is ingericht voor het detecteren van bijvoorbeeldrook, vuur, water, etc., tevens inrichten voor hetgenereren van een electromagnetisch stralingsveld in hetvertrek waarin hij geplaatst is, welk stralingsveld eendoor een opvarende te dragen in het vakgebied op zichbekende repeater kan activeren. De repeater kan bijvoor¬beeld deel uitmaken van een door elke opvarende te dragenidentificatiekaart. Door het stralingsveld althansperiodiek te genereren, kan men de stralingsbelasting voorde opvarenden klein houden. De detector is dan verderingericht voor het detecteren van een geactiveerde repeateren de centrale eenheid kan, via het verbindingssysteem, deidentiteit van de opvarende of opvarenden in de ruimtevaststellen. De repeater is bij voorkeur van het passievetype om logistieke problemen met batterijen te voorkomen enom de betrouwbaarheid te vergroten.

Een voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbijde stralingsbelasting nog verder kan worden gereduceerd,heeft als kenmerk, dat het stralingsveld althans in hoofd¬zaak nabij de toegang tot het vertrek wordt gegenereerd.Ondanks het feit dat niet het hele vertrek met straling isgevuld kan hiermee toch met grote zekerheid worden vastgesteld waar een opvarende zich ten tijde van decrisissituatie bevindt.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de handvan de volgende figuren, waarbij:

Fig. 1 op schematische wijze een mogelijke uitvoeringsvormvan het informatiesysteem weergeeft;

Fig. 2 op schematische wijze een mogelijke uitvoeringsvormvan de centrale eenheid weergeeft;

Fig. 3 op schematische wijze een mogelijke uitvoeringsvormvan een detector weergeeft.

Fig. 1 toont op schematische wijze een mogelijkeuitvoeringsvorm van het informatiesysteem volgens deuitvinding. Een schip 1, hier schematisch voorgesteld metslechts één dek, is voorzien van een aantal vertrekken 2a,2b, 2c, etc. Elk vertrek is voorzien van een detector 3a,3b, 3c, etc., welke detectoren zijn aangesloten op eenverbindingssysteem 4, hier voorgesteld als een tweedraadsringleiding. Verder is op het verbindingssysteem 4 aange¬sloten een centrale eenheid 5. Elke detector is voorzienvan een individueel adres en centrale eenheid 5 ondervraagtperiodiek elke detector 3i door, via verbindingssysteem 4,het adres van de te ondervragen detector 3i te verzenden.

De zo aangesproken detector 3i verzendt vervolgens alle hemter beschikking staande informatie via verbindingssysteem 4. Verbindingssysteem 4 kan bijvoorbeeld zijn ingericht alseen in het vakgebied welbekende partyline, waarmee eengroot aantal aangesloten eenheden kunnen communiceren.

Voor de onderhavige uitvinding is de belangrijksteinformatie die betreffende opvarenden welke zich moge¬lijkerwijze in een ruimte 2i kunnen bevinden. Daartoe isdetector 3i uitgerust met een zender, waarmee in ruimte 2ieen electromagnetisch stralingsveld kan worden gegenereerd.

Elke opvarende is verder uitgerust met een in het vakgebiedop zich bekende repeater, die door het stralingsveld wordtgeactiveerd en op zijn beurt het electroroagnetischstralingsveld beïnvloedt of een tweede stralingsveldgenereert op zodanige wijze dat de identiteit van de dragergecodeerd aanwezig is. Detector 3i is op een in het vak¬gebied op zich bekende wijze ingericht voor het detecterenvan deze code en verzendt op zijn beurt de code via hetverbindingssysteem 4. Hierdoor weet centrale eenheid 5voortdurend waar alle opvarenden zich bevinden. Aan derepeater worden geen bijzondere eisen gesteld. Bij voorkeuris hij echter van een type dat in een stralingsveld vangeringe sterkte kan functioneren, zodat de stralings-belasting voor opvarenden klein kan zijn. Daarnaast is hijbij voorkeur van het passieve type, om logistieke problemenmet batterijen te voorkomen en om de betrouwbaarheid tevergroten. Een voordelige keus die aan beide criteriategemoet komt is een in het vakgebied bekende repeater opbasis van een harmonischen generator.

Een mogelijke uitvoeringsvorm van de centrale eenheid 5 isschematisch weergegeven in Fig. 2. Een zendeenheid 6 stuurtperiodiek, gestuurd door stuurmiddelen 7, een adres oververbindingssysteem 4, waarmee precies een detector 3i wordtgeactiveerd. Detector 3i stelt vervolgens vast wie zich inde ruimte 2i bevindt en verstuurt deze gegevens, eventueelsamen met andere gegevens betreffende ruimte 2i, naarcentrale eenheid 5, waar een ontvangeenheid 8 de gegevensontvangt, eventueel filtert of anderszins voorbewerkt, enopbergt in een geheugen 9. Schakelmiddelen 10 kunnen doorstuurmiddelen 7 worden gestuurd en maken het mogelijk deberichten linksom of rechtsom door verbindingsysteem 4 testuren. Dit heeft als voordeel dat zelfs bij een localebeschadiging van verbindingssysteem 4 toch de meestedetectoren 3i te bereiken zijn.

Voor het hier beschreven informatiesysteem is het alleenvan belang te weten waar opvarenden zich bevinden in eencrisissituatie. Daartoe is het informatiesysteem voorzienvan detectiemiddelen 11 voor het detecteren van eencrisissituatie, bijvoorbeeld versnellingsopnemers,alarmknoppen of middelen waarmee een beschadiging aan descheepsromp kan worden vastgesteld. Op dat moment wordt deaan centrale eenheid 5 bekende informatie vrijgegeven.

Een voordelige manier om dit te bewerkstelligen is hetopslaan van de gegevens in een geheugen dat cyclisch wordtvolgeschreven met nieuwe informatie, waarbij de oudeinformatie steeds wordt overschreven. Door het schrijven testoppen kort nadat zich een crisissituatie heeft voorgedaankan men een gedetailleerd beeld krijgen van wat zich tentijde van de crisissituatie heeft voorgedaan. Dezeinformatie kan dan bijvoorbeeld via een op centrale eenheid5 aangesloten beeldscherm worden afgegeven.

Fig. 3 toont op schematische wijze een mogelijke uit¬voeringsvorm van een detector 3i. Via verbindingssysteem 4ontvangt een kabelontvanger 12 een adres uitgezonden doorcentrale eenheid 5. Komt dit adres overeen met een vast inkabelontvanger 12 opgeslagen adres, dan activeert kabel¬ontvanger 12 een zender 13, die via een zendantenne 14 eenelectromagnetisch stralingsveld genereert. Een zich in ditstralingsveld bevindende repeater 15 beïnvloedt ditstralingsveld of genereert zelfstandig een tweedestralingsveld, hetgeen via ontvangantenne 16 en ontvanger17 wordt waargenomen. De zo uit één of meer repeaters 15verkregen codes worden, samen met andere informatiebetreffende de ruimte 2i waarin zich detector 3i bevindt enverkregen via additionele informatiegever 18, toegevoerdaan een kabelzender 19, die op een vooraf bepaaldetijdsduur na ontvangst van het juiste adres deze informatievia verbindingssysteem 4 verzendt naar centrale eenheid 5.

Het is voordelig de detector 3i in ruimte 2i te plaatsennabij de toegang of nabij de toegangen tot ruimte 2i. Ditmaakt het mogelijk met weinig vermogen te zenden en hetvermindert de kans dat gelijktijdig vele repeaters in hetstralingsveld aanwezig zijn.

Claims (10)

1. Informatiesysteem voor een schip, voor het in crisis¬situaties afgeven van informatie betreffende het schip,omvattende een stelsel van althans in hoofdzaak per vertrekaangebrachte detectoren, een verbindingssysteem en eencentrale eenheid voor het verwerken van door de detectorengegenereerde en door het verbindingssysteem aangevoerdegegevens betreffende de toestand van de vertrekken waarinde detectoren zijn opgesteld, met het kenmerk, dat eendetector tevens is ingericht voor het detecteren vanopvarenden in het vertrek waarin hij is opgesteld.

2. Informatiesysteem volgens conclusie 1, met hetkenmerk, dat is voorzien in detectiemiddelen voor hetdetecteren van een crisissituatie en van geheugenmiddelenvoor het opslaan van posities van opvarenden althans inhoofdzaak ten tijde van de crisissituatie.

3. Informatiesysteem volgens conclusie 2, met hetkenmerk, dat de centrale eenheid is ingericht voor hetweergeven van in de geheugenmiddelen opgeslagen posities.

4. Informatiesysteem volgens één der conclusies 1 t/m 3,met het kenmerk, dat een detector is ingericht voor hetalthans periodiek in het vertrek genereren van een electro¬magnet isch stralingsveld dat een door een opvarende tedragen repeater kan activeren.

5. Informatiesysteem volgens conclusie 4, met hetkenmerk, dat een detector is ingericht voor het detecterenvan een geactiveerde repeater.

6. Informatiesysteem volgens conclusie 4, roet hetkenmerk, dat de repeater van het passieve type is.

7. Informatiesysteem volgens conclusie 6, met hetkenmerk, dat de repeater op basis van een harmonischengenerator functioneert.

8. Informatiesysteem volgens conclusie 5, met hetkenmerk, dat de repeater deel uitmaakt van een door elkeopvarende te dragen indentificatiemiddel, zoals eenidentificatiekaart.

9. Informatiesysteem volgens conclusie 5 of 8, met hetkenmerk, dat de centrale eenheid is ingericht voor het metbehulp van een detector, via het verbindingssysteem,vaststellen van de identiteit van een opvarende.

10. Informatiesysteem volgens conclusie 9, met hetkenmerk, dat het stralingsveld althans in hoofdzaak nabijde toegang tot het vertrek wordt gegenereerd.