NL9402032A

NL9402032A - Method for striking a sheet pile wall.

Info

Publication number: NL9402032A
Application number: NL9402032A
Authority: NL
Inventors: Tijmen Van Halteren
Original assignee: Tijmen Van Halteren
Priority date: 1994-12-02
Filing date: 1994-12-02
Publication date: 1996-07-01
Also published as: DE69500654D1; EP0715027A1; NL193027B; NL193027C; DE69500654T2; EP0715027B1

Description

Korte aanduiding: Werkwijze voor het slaan van een damwand.Short indication: Method for hitting a sheet pile wall.

De uitvinding heeft betrekking qp een werkwijze voor het slaanvan een damwand door het achtereenvolgens in de grond drijven van methun geprofileerde langsranden verschuifbaar in elkaar grijpende dam-wandplaniken, waarbij men planken indrijft, die onderaan, aan hun vrijelangsrand (kraalrand) zijn voorzien van een in de door de langsrandbegrensde slotruimte aangebracht mechanisch detectieëlement, datverbonden is met een langs de buitenzijde van de slotruimte naar bovenreikende lijn.The invention relates to a method for hitting a sheet pile wall by driving successively in the ground of their profiled longitudinal edges slidably engaging dam wall planks, whereby boards are driven, which are provided at the bottom, at their free longitudinal edge (beaded edge) the mechanical detection element arranged by the longitudinal edge-bounded lock space, which is connected to a line extending upwards along the outside of the lock space.

Een dergelijke werkwijze is bekend uit EP-A-0431710. In deversie volgens fig. 2a-2b van deze publikatie wordt het detectie-element gevormd door een dwars door de slotruimte heen reikend deelvan de naar boven reikende lijn. Wanneer nu een volgende plank bijhet indrijven qp de juiste wijze met de reeds ingedreven plank iningrijping blijft (d.w.z. "goed in het slot blijft lopen") zal hetdoor de slotruimte van de reeds eerder ingedreven plank heen reikendedraadstuk op een gegeven ogenblik door de indrijvende plank wordengegrepen en daarbij ofwel warden gebroken, ofwel naar beneden toeworden meegenomen. Beide typen verschijnselen zijn aan de hand vanhet boven de grond uitstékende einde van de lijn waar te nemen envormen een indicatie, dat de het laatst ingedreven plank "goed in hetslot" is kanen te zitten.Such a method is known from EP-A-0431710. In the version of Figures 2a-2b of this publication, the detection element is formed by a part of the upwardly extending line extending transversely through the lock space. If a subsequent plank continues to engage correctly with the already driven plank during driving (ie "keeps running well into the lock"), the threaded piece reaching through the lock space of the previously driven plank will at some point be gripped by the driving plank and either broken or carried down. Both types of phenomena can be observed on the basis of the end of the line protruding above the ground and form an indication that the last plank driven in is "properly seated".

Het bezwaar van deze wijze van werken is, dat het als detectie-element dienst doende draadstuk bij het indrijven van de betreffendeplank beschadigd kan worden of zelfs kan breken onder invloed vantijdens het heien via het open ondereinde van de betreffende slot-ruimte naar binnen dringende voorwerpen. Bij het indrijven van eenvolgende plank is dan geen goed werkend detectieëlement aanwezig.The drawback of this method of operation is that the thread piece serving as detection element can be damaged or even break during driving of the relevant board under the influence of objects penetrating through the open bottom end of the relevant lock space during driving . When a next plank is driven in, a properly functioning detection element is then not present.

In de versie volgens fig. 8 van de bovengenoemde publikatiewordt gebruik gemaakt van een in de slotruimte van een reeds inge¬dreven plank passend en via de spleet van de slotruimte tot buiten dieslotruimte reikend detectieëlement, dat tegelijk met het indrijvenvan de volgende plank wordt ingebracht. Zo lang er bij het indrijvenvan de volgende plank contact bestaat tussen het benedeneinde van dieplank en het in de slotruimte van de reeds ingedreven plank zakkendedetectieëlement, zal de naar boven lopende lijn verder in de grondworden getrokken ten téken, dat de volgende plank nog steeds "in hetslot" zit. Het bezwaar van deze wijze van werken is, dat een "uit hetslot lopen" van de volgende plank pas in een zeer laat stadium wordt gedetecteerd, namelijk pas wanneer er in het geheel geen ingrijpingmeer is met de reeds ingedreven plank omdat eerst dan het contacttussen de indrijvende plank en het detectieëlement geheel verbroikenis. Dit betékent, dat achtereenvolgens ingedreven damwandplankenondanks een positieve detectie in werkelijkheid toch, en wel met namenabij het benedeneinde, in een te sterke mate uit het slot zijngelopen.In the version according to Fig. 8 of the aforementioned publication, use is made of a detection element fitting in the lock space of an already driven shelf and extending through the gap of the lock space outside the lock space, which is introduced simultaneously with the driving of the next shelf. As long as there is contact between the lower end of that plank and the bag detection element in the lock space of the already driven plank when driving in the next plank, the upward running line will be drawn further into the ground, so that the next plank is still "in the lock is in place. The drawback of this way of working is that a "unlocking" of the next plank is only detected at a very late stage, namely only when there is no further intervention at all with the already driven plank, because only then the contact between the driving board and the detection element is completely unpleasant. This means that successively driven sheet pile planks, despite a positive detection in reality, namely, especially near the lower end, have come out too much.

De uitvinding na beoogt aan deze bezwaren teganoet te Iconen.The object of the invention is to illustrate these objections.

Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt, doordat alsdetectieëlement een van beneden af axiaal in de betreffende slot-ruimte reikende, binnen de inwendige begrenzing van die slotruimtegelegen en daarin met een breekverbinding vastgezette pen wordttoegepast, welke pen aan zijn onder de betreffende plank uitstékendeeinde aan de naar boven leidende lijn wordt bevestigd.According to the invention, this object is achieved in that as a detection element, a pin extending axially into the relevant lock space from below, is located within the internal boundary of said lock space and a pin fixed therein with a shear connection is applied, which pin is at its end projecting under the relevant shelf upward leading line is confirmed.

Evenals bij de hierboven besproken eerste versie van de békendewerkwijze wordt dus ook bij de werkwijze volgens de uitvinding hetdetectieëlement vooraf bij elke in de grond te drijven plank onder inde door de vrije langsrand (kraalrand) van die plank begrensde slot¬ruimte aangebracht. Het bij de werkwijze volgens de uitvinding toege¬paste penvormige detectieëlement is echter beter bestand tegenbeschadigingen bij het indrijven van de betreffende plank. Tenopzichte van de boven besproken tweede versie van de békende werkwijzebiedt de werkwijze volgens de uitvinding het voordeel, dat daarbijgeen enkel deel van de detectiepen vanuit de slotruimte via de slot-spleet naar buiten reikt, waardoor een betrouwbaarder detectie wordtverkregen.Thus, as in the first version of the disclosed method discussed above, the detection element is also provided in advance in the method according to the invention for each plank to be driven into the ground under the lock space bounded by the free longitudinal edge (bead edge) of that plank. The pin-shaped detection element used in the method according to the invention is, however, more resistant to damage when the relevant plank is driven. Compared to the second version of the known method discussed above, the method according to the invention has the advantage that no part of the detection pin extends from the lock space through the lock gap, whereby a more reliable detection is obtained.

Opgemerkt wordt nog, dat uit de Nederlandse terinzagelegging9102123 een werkwijze van de in de aanhef beschreven soort békend is,waarbij het detectieëlement bestaat uit een via een gat in een zijwandvan de slotruimte naar binnen reikende pen. Het in de slotruimtestekende deel van de detectiepen is daarbij verdikt uitgevoerd en ligtaan tegen de binnenzijde van de slotzijwand, terwijl het dunnere, inde slotzijwand gelegen en daarbuiten uitstékende pengedeelte met zijnvrije einde aan de naar boven lopende detectiedraad vastzit. Het isdaarbij de bedoeling, dat het dikkere pengedeelte door een in hetslot lopende volgende damwandplank wordt afgebroken van het dunnerepengedeelte en dat dit laatste dan in dwarsrichting uit het gat van deslotzijwand naar buiten treedt en vervolgens naar boven getrokken kanworden. Cm het in dwarsrichting uittreden van het afgebroken dunnere pengedeelte te bevorderen is om dit pengodoolte een vóórgeocnprimeerdeschroefveer aangebracht. De grond rond heit benedeneinde van de plankkan echter zo ocopact c.g. verdicht zijn, dat ook deze veer niet instaat is de voor een positieve detectie noodzakelijke dwarabowogingvan het afgebroken pengedeelte te waarborgen. De op deze wijze ver¬kregen detectie is dus eveneens verre van betrouwbaar.It should also be noted that a method of the type described in the preamble is known from Dutch public disclosure 9102123, wherein the detection element consists of a pin extending inwards through a hole in a side wall of the lock space. The part of the detection pin projecting into the lock space is thereby thickened and abuts against the inner side of the lock side wall, while the thinner pin section located in the lock side wall and protruding beyond it is attached to the upwardly extending detection wire with its free end. It is thereby intended that the thicker pin section is broken off from the thinner pin section by a subsequent sheet pile wall running in the lock and that the latter then exits transversely from the hole of the lock side wall and can then be pulled upwards. In order to promote the transverse exit of the broken-off thinner pin section, a pre-compressed coil spring is provided around this pin idol. However, the soil around the lower end of the plank can be so ocopact c.g. it is compacted that this spring is also unable to guarantee the transverse rise of the broken pin section necessary for positive detection. The detection obtained in this way is therefore also far from reliable.

In een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt gebruik ge¬maakt van een detectiepen, welke aan zijn benedeneinde is voorzienvan een verdikte kop, die tegen de de slotruimbe van onderen begren¬zende eindrand van de plank aanligt.In a preferred embodiment of the invention, use is made of a detection pin, which is provided at its lower end with a thickened head, which abuts against the end edge of the shelf bounding the lock space from below.

In een praktische uitvoering wordt de breëkverbinding tot standgebracht door het aanbrengen van een of neer hechtlassen.In a practical embodiment, the fracture connection is effected by applying one or down tack welding.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een damwandplank,bestemd voor toepassing bij de bovenomschreven werkwijze.The invention also relates to a sheet pile plank, intended for use in the above-described method.

De uitvinding wordt hieronder aan de hand van de tekening meteen uitvoeringsvoorbeeld nader toegelicht.The invention is explained in more detail below with reference to the drawing, illustrative embodiment.

Fig. 1 is een aanzicht in perspectief, waarin het indrijven vaneen danwandplank overeenkomstig de werkwijze volgens de uitvindingwordt geïllustreerd; fig. 2A is een doorsnede volgens de lijn II-II, waarin metstreeplijnen een "in het slot zittende" tweede damwandplank is weer¬gegeven; fig. 2B is een doorsnede als weergegeven in fig. 2A, waarbij metstreep-puntlijnen een tweede damwandplank is weergegeven, die bezig is"uit het slot te treden" ei fig. 3 toont een voorkeursuitvoering van de verbinding tussen dedetectiepen en de daaraan bevestigde detectiedraad.Fig. 1 is a perspective view illustrating driving a dan wall shelf according to the method of the invention; FIG. 2A is a section on line II-II showing dashed lines of a second "sheet pile" in the lock; FIG. 2B is a cross-sectional view as shown in FIG. 2A, showing a second sheet pile plank, dotted lines, in progress of "getting out of the lock" and FIG. 3 shows a preferred embodiment of the connection between the detection pin and the attached detection wire .

In fig. 1 zijn op schematische wijze twee trapeziunrvormige dam-wandplariken 1 en 2 weergegeven, waarvan de plank 1 reeds op degewenste diepte in de grond zit en de plank 2 nog verder in de grondmoet worden gedreven.Fig. 1 schematically shows two trapezoidal dam wall parcels 1 and 2, the plank 1 of which is already at the desired depth in the ground and the plank 2 must be driven even further into the ground.

De planken 1 en 2 grijpen op bekende wijze met bun langsrandenof "kraalranden" la en 2a in elkaar.Planks 1 and 2 interlock in known manner with both longitudinal edges or "beaded edges" 1a and 2a.

Langs de vrije langsrand la van de plank 1, d.w.z. die langs-rand, die in ingrijping moet worden gebracht met de aangrenzendelangsrand 2a van de volgende in te drijven plank 2, bevindt zich demet 3 aangegeven "slotruimte". In het benedeneinde van deze in dwars¬doorsnede ongeveer driehoekige slotruimte is een pen 4 gestoken. Inhet getoonde voorbeeld heeft deze pen een cilindrische schacht, die correspondeert net de ingeschreven cilinder van de slotruimte 3.Along the free longitudinal edge 1a of the plank 1, i.e. that longitudinal edge to be engaged with the adjacent longitudinal edge 2a of the next plank 2 to be driven, is the "lock space" indicated with 3. A pin 4 is inserted into the lower end of this lock space, which is approximately triangular in cross section. In the example shown, this pin has a cylindrical shaft, which corresponds to the inscribed cylinder of the lock space 3.

De pen 4 heeft een verbrede kop 4a, die van onderen tegen het deslotruimte angevende benedenranddeel van de betreffende plank aanligt.De bijvoorbeeld pas "op het werk" aangebrachte pen 4 wordt tegen uit¬vallen geborgd door middel van een of meer hechtlassen 5 en zit vastaan een detectielijn 6, bijvoorbeeld een staaldraadkabel, die aan(in) de kop 4a verankerd zit en langs de buitenzijde van de slot-ruimtewand lb (zie fig. 2) naar boven loopt.The pin 4 has a widened head 4a, which rests from below on the lower edge part of the relevant shelf, which is angled in the lock space. For example, the pin 4, which has just been applied "on the job", is secured against failure by means of one or more tack welding 5 fixed to a detection line 6, for instance a steel wire cable, which is anchored to (in) the head 4a and runs upwards along the outside of the lock space wall 1b (see fig. 2).

In fig. 2A is het geval weergegeven, waarin de plank 2 "goed inhet slot zit" en bij het (verder) indrijven met het benedeneinde vanzijn langsrand 2a in ingrijping kont met het bovenste kopse einde vande detectiepen 4, waardoor deze laatste tenslotte - onder verbrekingvan de hechtlas(sen) 5 - uit het benedeneinde van de slotruimte 3 vande plank 1 wordt gedrukt. Deze situatie kan boven de grond wordengesignaleerd aan de hand van het slap worden van de detectiedraad 6.Fig. 2A shows the case in which the board 2 is "firmly in the lock" and when (further) driving the lower end of its longitudinal edge 2a into engagement with the upper end end of the detection pin 4, so that the latter finally - under breaking of the tack weld (s) 5 - pushed out of the bottom end of the lock space 3 of shelf 1. This situation can be signaled above the ground by the slack of the detection wire 6.

In fig. 2B is het geval weergegeven, waarin de plank 2 gedeelte¬lijk "uit het slot is gelopen" en bij het (verder) indrijven juistbuiten ingrijping met de detectiepen 4 blijft, waardoor deze laatstein het benedeneinde van de slotruimte 3 van de eerder ingedreven plank1 blijft zitten.Fig. 2B shows the case in which the shelf 2 has partly "run out of the lock" and during (further) driving remains outside of engagement with the detection pin 4, so that the latter remains in the lower end of the lock space 3 of the previously driven plank1 remains in place.

Deze situatie kan boven de grond worden gesignaleerd aan dehand van het strak blijven van de detectiedraad 6.This situation can be signaled above ground by means of the detection wire 6 remaining taut.

Voor het geval de tweede in te drijven plank een kortere lengteheeft dan de reeds ingedreven plank 1, zodat het benedeneinde van detweede plank de detectiepen in de slotruimte van de eerder ingedrevenplank niet bereikt, kan het lengteverschil worden overbrugd met een inde slotruimte van de reeds ingedreven plank neer te laten vulstaaf vanovereenkomstige lengte.In case the second plank to be driven has a shorter length than the already driven plank 1, so that the lower end of the second plank does not reach the detection pin in the lock space of the previously driven plank, the length difference can be bridged with an in the lock space of the already driven shelf to lower filler bar of corresponding length.

In de schematische uitvoering volgens fig. 1 en 2 zit dedetectiedraad 6 in het hart van het onderste kopvlak van de detectie¬pen 4 verankerd. In plaats daarvan zou de detectiedraad ook diametraalin de verbrede kcp 4a van de detectiepen 4 verankerd kunnen zitten.In the schematic embodiment according to FIGS. 1 and 2, the detection wire 6 is anchored in the center of the lower end face of the detection pin 4. Alternatively, the detection wire could also be anchored diametrically in the widened kcp 4a of the detection pin 4.

Een voorkeursuitvoering van de verbinding tussen de detectie¬draad 6 en de detectiepen 4 is getoond in fig. 3. In deze uitvoerings¬vorm wordt althans het onderste gedeelte van de detectielijn 6 gevormddoor een schalmenketting 7, waarvan de laatste schalm 7a cm de cilin¬drische schacht van de detectiepen 4 grijpt en bij het aanbrengen vande pen 4 in het benedeneinde van de slotruimte 3 ingeklemd kant tezitten tussen de benedenrand van de plank en de verbrede kop 4a. De verbinding volgens fig. 3 is goed bestand tegen de bij het indrijvenvan de betreffende plank erop uitgeoefende krachten, terwijl dedetectielijn na het naar buiten drukken van de detectiepen 4 ganakke-lijk daarvan losraakt en kan worden ópgetrokken.A preferred embodiment of the connection between the detection wire 6 and the detection pin 4 is shown in Fig. 3. In this embodiment, at least the bottom part of the detection line 6 is formed by a link chain 7, the last link 7a of which is the cylinder the three-prong shaft of the detection pin 4 and when the pin 4 is fitted in the lower end of the lock space 3 to be clamped between the lower edge of the shelf and the widened head 4a. The connection according to Fig. 3 is well able to withstand the forces exerted on it when the respective board is driven, while the detection line can easily become detached after the detection pin 4 has been pushed out and can be pulled up.

Claims

1. Method for punching a sheet pile wall by driving successively into the ground just that their profiled longitudinal edges slidably interlocking sheet pile planks are interlocked, whereby planks are driven in, which are provided at the bottom on their free longitudinal edge (bead edge). longitudinally bounded lock space provided with a mechanical detection element which is connected to a line extending upwards along the outside of the lock space, characterized in that as detection element a axially extending downwardly located in the relevant lock space is located within the internal boundary of this lock space and a pin secured therein with a break connection is used, which pin is attached to the upwardly extending line at its end projecting under the respective plank.

2. Marking method according to claim 1, characterized in that use is made of a detection pin, which at its lower end is provided with a thickened head, which abuts against the end space of the shelf bounding the lock space.

Method according to claims 1-2, characterized in that the break connection is effected by applying one or more tack welds.

Method according to claims 2-3, characterized in that use is made of a line, at least the lower part of which consists of a link chain, the last link of which engages around the shaft of the detection pin and between the widened head of the detection pin and the lower edge of the shelf in question is locked up.

5. Sheet pile plank, the profiled longitudinal edges of which define a pre-engagement with the longitudinal edge of an adjacent sheet pile plank for intended lock space, characterized in that a detection pin is inserted in the lower end of the lock space along one of the longitudinal edges and is secured with a shear connection therein. connected to a detection line, which is anchored to the detection pin at a point outside the lock space.

Sheet pile plank according to claim 5, characterized in that the detection pin with a widened head rests at the bottom against the bottom edge of the relevant plank.

Sheet pile plank according to claims 5-6, characterized in that the detection line consists at least partly of a link chain, the last link of which engages the shaft of the detection pin and is enclosed between the lower edge of the relevant shelf and the widened head of the detection pin. is sitting.