NL9401815A - Huissignaal- en spreekinstallatie. - Google Patents

Description

Huissignaal- en spreekinstallatie

De uitvinding heeft betrekking op een huissignaal- enspreekinstallatie met een besturingsapparaat, met ten minsteeen etagestation en een deurstation, waarbij het besturings¬apparaat een etagestationaansluiting, een deurstationaan-sluiting, een transformator, een gelijkrichter, eenstroomsensor, een via de stroomsensor bedienbare wisselspan-nings-gelijkspanningsomschakelaar, een wisselspanningsaan-sluiting en een gelijkspanningsaansluiting vertoont, waarbijieder etagestation een besturingsapparaataansluiting, eendeurstationaansluiting, een etagesignaalgever, een alswerkcontact uitgevoerde deuropeningstoets, een etagemicro-foon en een etageluidspreker vertoont en de deuropenings¬toets enerzijds met de besturingsapparaataansluiting en an¬derzijds met de deurstationsaansluiting is verbonden, waar¬bij het deurstation een besturingsapparaataansluiting, voorieder etagestation een etagestationaansluiting, voor iederetagestation een als werkcontact uitgevoerde beltoets, eendeurmicrofoon en een deurluidspreker vertoont en iedere bel¬toets enerzijds met de besturingsapparaataansluiting en an¬derzijds met de toegevoegde etagestationaansluiting is ver¬bonden en waarbij het besturingsapparaat enerzijds met debesturingsapparaataansluitingen van alle etagestations enanderzijds met de besturingsapparaataansluiting van hetdeurstation alsmede de deurstationsaansluitingen van alleetagestations met de etagestationsaansluitingen van hetdeurstation over telkens een leiding verbonden zijn.

Er bestaat een groot bestand aan huizen, die slechtseen "primitieve" huissignaalinstallatie hebben, waarbij dehuissignaalinstallatie slechts uit een zogenoemde beltrans-formator, uit een etagesignaalgever voor iedere etagestati¬on, dat betekent een bel per woning, en - aan de huisdeur -een beltoets per woning bestaan. Karakteristiek voor dezeverouderde huissignaalinstallaties is, dat slechts 1 x n (n= aantal van de woningen) loodrecht omhoogstijgende buisvor-i mige leidingen gelegd zijn.

Overigens behoren tot de huidige stand van de tech¬niek huissignaal- en spreekinstallaties met "echte" etage- 4 stations en met een "echt" deurstation; "echte" etagestati-ons betekent daarbij, dat het etagestation ook als etage-spreek- en luisterplaats is uitgevoerd, "echte" deurstationsbetekent daarbij, dat het deurstation ook als deurspreek- enluisterplaats is uitgevoerd. Moderne huissignaal- en spreek-installaties benodigen echter meer dan 1 x n (n = aantal vande etagestations) loodrecht omhoogvoerende buisvormige lei¬dingen (verticale leidingen), vaak zelfs meer dan 3 x n (n =aantal van de etagestations) verticale leidingen. Dat is bijde nieuwbouw van de huizen zonder problemen, maar vormt ech¬ter een probleem, wanneer het daarom gaat, oudere huizen met"primitieve", dus verouderde huissignaalinstallaties in zo¬verre te moderniseren.

Bij de bekende huissignaal- en spreekinstallatie,waarvan de uitvinding uitgaat (vergelijk de DE-A- 39 10858), worden in toevoeging tot de boven beschreven leidingentussen het besturingsapparaat, de etagestations en het deur¬station verdere leidingen tussen het besturingsapparaat enhet deurstation benodigd. Bovendien zijn de bij deze bekendehuissignaal- en spreekinstallatie relatief omvangrijke deur-openings-terugstel- en beltoets-terugstel-bouwstenen nodig.

Aan de uitvinding ligt nu de doelstelling ten grond¬slag, een huissignaal- en spreekinstallatie aan te geven,welke - anders dan de bekende huissignaal- en spreekinstal¬latie, waarvan de uitvinding uitgaat - zonder het leggen vanextra leidingen achteraf kan worden geïnstalleerd, voor hetoverige relatief eenvoudig is opgebouwd.

De huissignaal- en spreekinstallatie volgens de uit¬vinding, waarbij de hiervoor afgeleide en aangegeven doel¬stelling is bereikt, is nu allereerst en in wezen daardoorgekenmerkt, dat de etagestationaansluiting van het bestu¬ringsapparaat via de wisselspannings-gelijkspanningomschake-laar dan, wanneer alle deuropeningstoetsen en alle beltoet-sen niet bediend zijn, met de gelijkspanningsaansluiting endan, wanneer ten minste een deuropeningstoets of een bel-toets is bediend, met de wisselspanningsaansluiting is ver¬bonden .

Bij de huissignaal- en spreekinstallatie volgens deuitvinding stelt het besturingsapparaat, zoals bij de in de stand van de techniek bekende huissignaal- en spreekinstal-latie, waarvan de uitvinding uitgaat, enerzijds - via detransformator - een wisselspanning (van de bijv. 12 V) , an¬derzijds - via de transformator en de gelijkrichter - eeni gelijkspanning (van bijv. 24 V) ter beschikking. De wissel¬spanning dient voor de voeding van de etagesignaalgever envan een op het deurstation aangesloten deuropener. De ge¬lijkspanning wordt voor het bedrijven van de etagemicrofoon,de etageluidspreker, de deurmicrofoon en de deurluidsprekeri benodigd. Via de in het besturingsapparaat voorziene stroom-sensor wordt vastgesteld, of wisselspanning of gelijkspan¬ning benodigd wordt. In de normale toestand, dat wil zeggenwanneer alle deuropeningstoetsen en alle beltoetsen, welkeals werkcontact zijn uitgevoerd, niet bediend zijn, dus geo-i pend zijn, vloeit - in de gesloten stroomketen (besturings-apparaat-etagestation resp. parallelgeschakelde etagesta-tions-deurstation) - de zogenaamde ruststroom. De via destroomsensor vloeiende ruststroom heeft nu alleen tot ge¬volg, dat de etagestationaansluiting van het besturingsappa-) raat via de - als wisselcontact uitgevoerde - wisselspan-nings-gelijkspanningsomschakelaar met de gelijkspanningsaan-sluiting is verbonden; als ruststroom vloeit dus een gelijk¬stroom. Wordt nu in een etagestation een deuropeningstoetsof in het deurstation een beltoets bediend, dan wordt het > etagestation resp., wanneer verscheidene etagestations pa¬ral lelgeschakeld aanwezig zijn, worden de etagestations ofwordt het deurstation kortgesloten. Het gevolg daarvan is,dat in de stroomketen (besturingsapparaat-etagestation resp.parallelgeschakelde etagestations-deurstation) de stroom ) wordt verhoogd; in de plaats van de ruststroom vloeit thansde zogenaamde activeringsstroom. De via de stroomsensorvloeiende activeringsstroom leidt daartoe, dat de wissel-spannings-gelijkspanningsschakelaar omschakelt, thans name¬lijk de etagestationaansluiting van het besturingsapparaat > met de wisselspanningsaansluiting verbindt. Na het omschake¬len van de wisselspannings-gelijkspanningsomschakelaarvloeit thans dus een wisselstroom, welke of, wanneer eendeuropeningstoets is bediend, de deuropener of, wanneer eenbeltoets bediend is, de overeenkomstige etagesignaalgever bedient.

In detail zijn er nu verschillende mogelijkheden, dehuissignaal- en spreekinstallatie volgens de uitvinding uitte voeren en verder te ontwikkelen. Daartoe wordt enerzijdsverwezen naar de naar octrooiconclusie 1 terugverwijzendeoctrooiconclusies, anderzijds naar de volgende, in samenhangmet de tekening gegeven toelichting van een voorkeursuitvoe-ringsvoorbeeld. Daarbij tonen

Fig. 1 schematisch de opbouw van de huissignaal- en spreek¬installatie volgens de uitvinding,

Fig. 2 de wezenlijke opbouw van een eerste uitvoeringsvoor-beeld van een bij de huissignaal- en spreekinstalla¬tie volgens de uitvinding behorend besturingsappa-raat,

Fig. 3 de wezenlijke opbouw van een tweede uitvoeringsvoor-beeld van een bij de huissignaal- en spreekinstalla¬tie volgens de uitvinding behorend besturingsappa-raat,

Fig. 4 een voorkeursuitvoeringsvoorbeeld van een bij de huissignaal- en spreekinstallatie volgens de uitvin¬ding behorend etagestation enFig. 5 een voorkeursuitvoeringsvoorbeeld van een bij de huissignaal- en spreekinstallatie volgens de uitvin¬ding behorend deurstation.

De in fig. 1 schematisch weergegeven huissignaal- enspreekinstallatie volgens de uitvinding bestaat in de prin¬cipiële opbouw daarvan uit een besturingsapparaat 1, uit tenminste een etagestation 2, bij voorkeur echter verscheideneetagestations 2, hetgeen in fig. 1 slechts is aangeduid, enuit een deurstation. Het besturingsapparaat 1 vertoont al¬lereerst een etagestationaansluiting 4 en een deurstation-aansluiting 5. Voor het overige behoren tot het besturings¬apparaat 1 een transformator 6, een gelijkrichter 7, eenstroomsensor 8, een via de stroomsensor 8 bedienbare wissel-spannings-gelijksspanningsomschakelaar 9, een wisselspan-ningsaansluiting 10 en een gelijksspanningsaansluiting 11.Ieder etagestation 2 vertoont allereerst een besturingsappa-raataansluiting 12 en een deurstationsaansluiting 13. Voorhet overige behoren tot ieder etagestation 2 een etagesig- naalgever 14, een als werkcontact uitgevoerde deuropenings-toets 15, een etagemicrofoon 16 en een etageluidspreker 17.De deuropeningstoets 15 is enerzijds met de besturingsappa-raataansluiting 12 en anderzijds met de deurstationsaanslui- > ting 13 verbonden. Het deurstation 3 vertoont allereerst eenbesturingsapparaataansluiting 18 en voor ieder etagestation2 een etagestationaansluiting 19. Voor het overige behorentot de deurstation 3 voor iedere etagestation 2 een alswerkcontact uitgevoerde beltoets 20, een deurmicrofoon 21 en ) een deurluidspreker 22. Iedere beltoets 20 is enerzijds metde besturingsapparaataansluiting 18 en anderzijds met debijbehorende etagestationaansluiting 19 verbonden. Zoalsfig. 1 toont, zijn het besturingsapparaat 1 enerzijds met debesturingsapparaataansluiting 12 van alle etagestations 2 en > anderzijds met de besturingsapparaataansluiting 18 van hetdeurstation 2 alsmede de deurstationsaansluitingen 13 vanalle etagestations 2 met de etagestationsaansluitingen 19van het deurstation 3 via telkens een leiding 23, 24, 25verbonden.

) De huissignaal- en spreekinstallatie volgens de uit¬ vinding is nu allereerst daardoor gekenmerkt, dat de etage¬stationaansluiting 4 van het besturingsapparaat 1 via dewisselspannings-gelijksspanningsomschakelaar 9 dan, wanneeralle deuropeningstoetsen 15 en alle beltoetsen 20 niet be- > diend zijn, met de gelijkspanningsaansluiting 11 en dan,wanneer ten minste een deuropeningstoets 15 of een beltoets20 bediend is, met de wisselspanningsaansluiting 10 verbon¬den is.

Bij de huissignaal-spreekinstallatie volgens de uit- ) vinding stelt het besturingsapparaat 1 enerzijds - via detransformator 6 - een wisselspanning, anderzijds - via detransformator 6 en gelijkrichter 7 - een gelijkspanning terbeschikking. De wisselspanning dient voor het voeden van deetagesignaalgever 14 en een op het deurstation 2 aangesloten j deuropener 26. Een gelijkspanning wordt voor het bedrijvenvan de etagemicrofoon 16, de etageluidspreker 17, de deurmi¬crofoon 21 en de deurluidspreker 22 benodigd. Via de in hetbesturingsapparaat 1 voorziene stroomsensor 8 wordt vastge¬steld, of wisselspanning of gelijkspanning wordt benodigd.

In de normale toestand, dat wil zeggen wanneer alle deurope-ningstoetsen en alle beltoetsen 20 geopend zijn, vloeit - inde gesloten stroomketen (besturingsapparaat 1 - etagestation2 resp. parallelgeschakelde etagestations 2 - deurstation 3)- de zogenaamde ruststroom. De via de stroomsensor 8vloeiende ruststroom heeft tot gevolg, dat de etagestation-aansluiting 4 van het besturingsapparaat via de - als wis-selcontact uitgevoerde - wisselspannings-gelijkspanningsom-schakelaar 9 met de gelijkspanningsaansluiting 11 verbondenis; als ruststroom vloeit dus een gelijkstroom. Wordt nu ineen etagestation 2 een deuropeningstoets 15 of in het deur¬station 3 een beltoets 20 bediend, dan wordt het etagestati¬on 2 resp., wanneer verscheidene etagestations 2 parallelge-schakeld aanwezig zijn, worden de etagestations 2 of wordthet deurstation 3 kortgesloten. Het gevolg daarvan is, datin de stroomketen (besturingsapparaat 1 - etagestation 2resp. parallelgeschakelde etagestations 2 - deurstation 3)de stroom verhoogd wordt; in de plaats van de ruststroomvloeit thans de zogenaamde activeringsstroom. De via destroomsensor 8 vloeiende activeringsstroom leidt daartoe,dat de wisselspannings-gelijksspanningsomschakelaar 9 om¬schakelt, thans namelijk de etagestationsaansluiting 4 vanhet besturingsapparaat 1 met de wisselspanningsaansluiting11 verbindt. Na het omschakelen van de wisselspannings-ge-lijksspanningsomschakelaar vloeit thans dus een wissel¬stroom, welke of, wanneer een deuropeningstoets 15 bediendis, de deuropener 26 of, wanneer een beltoets 20 bediend is,de overeenkomstige etagesignaalgever 14 bedient.

In het in fig. 2 getoonde uitvoeringsvoorbeeld vanhet bij de huissignaal- en spreekinstallatie volgens de uit¬vinding behorende besturingsapparaat 1 vertoont de stroom¬sensor 8 een door de stroom door het besturingsapparaat 1doorstroomde elektromagneet 27, een in het magneetveld vande elektromagneet 27 aangebrachte Ha11-generator 28, eenversterker 29 en een relaisspoel 30 van de als relais uitge¬voerde wisselspannings-gelijksspanningsomschakelaar 9. In deplaats van de elektromagneet 27 en de Ha11-generator 28 inhet uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 2 is in het uitvoe¬ringsvoorbeeld van een tot de huissignaal- en spreekinstal- latie volgens de uitvinding behorend besturingsapparaat 1dat in fig. 3 is weergegeven, een sensorweerstand 31 voor¬zien. Ook bij dit uitvoeringsvoorbeeld zijn overigens eenversterker 29 en een relaisspoel 30 van de als relais uit-i gevoerde wisselspannings-gelijkspanningsomschakelaar 9 aan¬wezig. Voor de overige geldt voor het in fig. 3 weergegevenuitvoeringsvoorbeeld, dat parallel aan de sensorweerstand 31drie spanningsbegrenzingsdioden 32 liggen, welke de span-ningsval over de sensorweerstand 31 tot circa 2,1 V begren-) zen. Parallel aan de sensorweerstand 31 en de serieschake-ling van de spanningsbegrenzingsdioden 32 ligt de zenddiode33 van een optokoppeling 34, waaraan een fototransistor 34is toegevoegd.

Voor de beide in de fig. 2 en 3 weergegeven ηχήσε¬ι ringsvoorbeelden van een tot de huissignaal- en spreekin-stallatie volgens de uitvinding behorend besturingsapparaat1 geldt overigens, dat de stroomsensor 8 dan, wanneer destroom door het besturingsapparaat 1 een onderste grenswaar¬de onderscheidt, een bijzonder besturingssignaal opwekt, ) bijv. voor het inschakelen van een niet-weergegeven trappen-licht-tijdschakelaar. Dit is telkens door een bijzonderebesturingssignaalschakeling 35 gerealiseerd, welke in defig. 2 en 3 in detail - op zich zonder meer begrijpbaar - isweergegeven, zodat deze geen nadere beschrijving behoeft.

> Voor het in fig. 4 weergegeven voorkeursuitvoerings¬ voorbeeld van een tot de huissignaal- en spreekinstallatievolgens de uitvinding behorend etagestation 2 geldt aller¬eerst, dat aan de ingangszijde een als polariteitsomkerings-beveiliging werkende diodebrug 36 is voorzien. Achter de) diodebrug 36 vertoont het etagestation 2 een serieschakelinguit een stroombegrenzingsweerstand 37 en een stroomgelei-dingszenerdiode 38. Deze serieschakeling neemt dan de rust-stroom over wanneer het etagestation 2 resp. alle etagesta-tions 2 hoogohmig zijn. Bij verscheidene etagestations 25 verdeelt de ruststroom zich over de enkele etagestations 2.Zoals fig. 4 toont, vertoont het etagestation 2 bovendieneen houdthyristor 39 en een aan de functie-eenheid van eta-gemicrofoon 16 en etageluidspreker 17 parallel geschakeldehoudstroomtransistor 40. De houdthyristor 39 ligt in serie met de parallelschakeling van de functie-eenheid van de eta-gemicrofoon 16 en de etage luidspreker 17 en de houdstroom-transistor 40. Bij geopend haakcontact 41 neemt de houd-stroomtransistor 40 de houdstroom voor de houdthyristor 39over.

In het in fig. 4 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld vaneen tot de huissignaal- en spreekinstallatie volgens de uit¬vinding behorend etagestation 2 zijn nog een beltoets 42 eneen verdere etagesignaalgever 43 resp. 44 voorzien. De bel¬toets 42 is dus aan de overeenkomstige etage toegevoegd.Daardoor, dat - naast de etagesignaalgever 14 - een verdereetagesignaalgever 43 of 44 is voorzien, is onderscheidingvan de oproep gerealiseerd; men kan dus vaststellen of debeltoets 20 in het deurstation 3 of de beltoets 42 op deetage is bediend.

Het in fig. 4 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van detot de huissignaal- en spreekinstallatie volgens de uitvin¬ding behorende etagestation 2 is verder daardoor gekenmerkt,dat in serie met de etagesignaalgever 14 een slechts bijaanwezigheid van een wisselspanning doorschakelende over-bruggingsschakeling 45 ligt. De overbruggingsschakeling 45vertoont op een aan de ingangszijde voorziene bruggelijk-richter 46, twee met hun collector-emitterbanen in serieliggende besturingstransistoren 47, 48, twee besturingsdio-den 49, 50, twee RC-tijdketens 51, 52 en een overbruggings-transistor 53. De besturingsdioden 49, 50 en de RC-tijdke¬tens 51, 52, liggen telkens in de basis-emitterketen van debesturingstransistoren 47, 48. De basis 54 van de overbrug-gingstransistor 53 ligt aan de serieschakeling van de col¬lector-emitterbanen van de besturingstransistoren 47, 48. Opde basis 54 van de overbruggingstransistor 53 is een verdereRC-tijdketen 55 aangesloten. De collector-emitterbaan van deoverbruggingstransistor 53 ligt parallel aan de bruggelijk-richter 46.

Zoals reeds vermeld, geldt voor de overbruggingsscha¬keling 45, dat deze slechts bij het aanwezig zijn van eenwisselspanning doorschakelt. Via de bruggelijkrichter 46verkrijgt de overbruggingstransistor 53 de wisselspanningals positieve hele golven. De besturingstransistoren 47 en r « _ 48 schakelen overbruggingstransistor 53 alleen door, wanneerde beide halve golven, over een zich uit de RC-tijdketens51, 52 en 55 volgende tijdconstante vertraagd, aanwezigzijn.

Voor het overige zij daarop gewezen, dat de ontstee-kelektrode 56 van de houdthyristor 39 ook op de serieschake-ling van de col lector-emitter banen van de besturingstransis-toren 47, 48 aangesloten is; de houdthyristor 39 verkrijgtdus zijn ontstekingsstroom van de emitter van de besturings-transistor 48.

Voor het nu in fig. 5 weergegeven voorkeursuitvoe-ringsvoorbeeld van een tot de huissignaal- en spreekinstal-latie volgens de uitvinding behorende deurstation 3 geldtallereerst, dat aan de ingangszijde voor ieder etagestation2 een inkoppel- resp. ontkoppeldiode 57 is voorzien. Voorhet overige is in het deurstation een in serie liggende, alsrustcontact uitgevoerde lichttoets 58 voorzien. Bij het be¬dienen van de lichttoets 58 wordt de stroomketen (bestu-ringsapparaat 1 - etagestation 2 resp. parallelgeschakeldei etagestations 2 - deurstation 3) geopend; er vloeit dus geenstroom meer in de stroomketen in kwestie. De stroomsensor 8van het besturingsapparaat wekt dus met behulp van de infig. 2 en 3 weergegeven besturingssignaalschakeling 35 eenbesturingssignaal op voor het inschakelen van een niet-weer-' gegeven trappenlicht-tijdschakelaar.

Voor het overige geldt voor het in fig. 5 weergegevenvoorkeursuitvoeringsvoorbeeld van een tot de huissignaal- enspreekinstallatie volgens de uitvinding behorende deurstati¬on 3, dat een slechts bij het aanwezig zijn van een wissel-i spanning doorschakelende overbruggingsschakeling 59 is voor¬zien, de overbruggingsschakeling 59 in serie met de deurope-ner 26 ligt en de serieschakeling van de deuropener 26 en deoverbruggingsschakeling 59 parallel aan de functie-eenheidvan de deurmicrofoon 21 en de deurluidspreker 22 ligt. In> detail vertoont de overbruggingsschakeling 59 een over¬bruggingstransistor 60 en een monostabiele trekkerschakeling61 vertonende, aan de ingangszijde parallel aan de functie-eenheid van de deurmicrofoon 21 en de deurluidspreker 22liggende en aan de uitgangszijde op de basis 62 van de over- bruggingstransistor 60 aangesloten besturingsschakeling 63.De bedrijfsspanning voor de besturingsschakeling 63 wordtvia een laagdoorlaatfilter 64 bestaande uit een inductie 65en een condensator 66 verkregen.

Claims (15)

1. Huissignaal- en spreekinstallatie met een bestu-ringsapparaat, met ten minste een etagestation en een deur-station, waarbij het besturingsapparaat een etagestations-aansluiting, een deurstationsaansluiting, een transformator, > een gelijkrichter, een stroomsensor, een via de stroomsensorbedienbare wisselspannings-gelijksspanningsomschakelaar, eenwisselspanningsaansluiting, en een gelijksspan-ningsaansluiting vertoont, waarbij ieder etagestation eenbesturingsapparaataansluiting, een deurstationsaansluiting,i een etagesignaalgever, een als werkcontact uitgevoerde deur-openertoets, een etagemicrofoon en een etageluidspreker ver¬toont en de deuropeningstoets enerzijds met de besturingsap-paraataansluiting en anderzijds met de deurstationsaanslui¬ting is verbonden, waarbij het deurstation een besturingsap-i paraataansluiting, per etagestation een etagestationsaan-sluiting, per etagestation een als werkcontact uitgevoerdebeltoets, een deurmicrofoon en een deurluidspreker vertoonten iedere beltoets enerzijds met de besturingsapparaataan¬sluiting en anderzijds met de toegevoegde etagestationsaan-i sluiting is verbonden en waarbij het besturingsapparaatenerzijds met de besturingsapparaataansluitingen van alleetagestations en anderzijds met de besturingsapparaataan¬sluiting van het deurstation alsmede de deurstationaanslui-tingen van alle etagestations met de etagestationsaanslui-i tingen van het deurstation via telkens een leiding verbondenzijn, met het kenmerk, dat de etagestationsaansluiting (4)van het besturingsapparaat (1) via de wisselspannings-ge-lijkspanningsomschakelaar (9) dan, wanneer alle deurope-ningstoetsen (15) en alle beltoetsen (20) niet bediend zijn,) met de gelijkspanningsaansluiting (11) en dan, wanneer tenminste een deuropeningstoets (15) of een beltoets (20) be¬diend is, met de wisselspanningsaansluiting (10) verbondenis.

2. Huissignaal- en spreekinstallatie volgens conclu-i sie 1, met het kenmerk, dat de stroomsensor (8) van het • f\ * J Pj ! v» >.· stroomapparaat (besturingsapparaat) (1) een door de stroomdoor het besturingsapparaat (1) doorstroomde elektromagneet(27), een in het magneetveld van de elektromagneet (27) aan¬gebrachte Hall-generator (28), gegeven het geval een ver¬sterker (29) en de relaisspoel (30) van de als relais uit¬gevoerde wisselspannings-gelijkspanningsomschakelaar (9)vertoont.

3. Huissignaal- en spreekinstallatie volgens conclu¬sie 1, met het kenmerk, dat de stroomsensor (8) van het be¬sturingsapparaat (1) een sensorweerstand (31), gegeven hetgeval een versterker (29) en de relaisspoel (30) van de alsrelais uitgevoerde wisselspannings-gelijkspanningsomschake-laar (9) vertoont.

4. Huissignaal- en spreekinstallatie volgens een vande conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat de stroomsensor(8) van het besturingsapparaat (1) dan, wanneer de stroomdoor het besturingsapparaat (1) een onderste grenswaardeonderschrijdt, een besturingssignaal opwekt, bijv. voor hetinschakelen van een trappenlicht-tijdschakelaar.

5. Huissignaal- en spreekinstallatie volgens conclu¬sie 4, met het kenmerk, dat in ieder etagestation een inserie liggende, als rustcontact uitgevoerde lichttoets isvoorzien.

6. Huissignaal- en spreekinstallatie volgens een vande conclusies 1 tot 5, met het kenmerk, dat ieder etagesta¬tion (2) aan de ingangszijde een als ompolingsbeveiligingwerkende diodebrug (36) vertoont.

7. Huissignaal- en spreekinstallatie volgens een vande conclusies 1 tot 6, met het kenmerk, dat ieder etagesta¬tion (2) aan de ingangszijde, gegeven het geval achter dediodebrug (36), een serieschakeling uit een stroombegren-zingsweerstand (37) en een stroomvoerende zenerdiode (38)vertoont.

8. Huissignaal- en spreekinstallatie volgens een vande conclusies 1 tot 7, met het kenmerk, dat ieder etagesta¬tion (2) bovendien een houdthyristor (39) en een aan defunctie-eenheid van de etagemicrofoon (16) en etageluidspre-ker (17) parallelgeschakelde houdtransistor (40) vertoont ende houdthyristor (39) in serie met de parallelschakeling van de functie-eenheid van de etagemicrofoon (16) en etageluids-preker (17) en de houdstroomtransistor (40) ligt.

9. Huissignaal- en spreekinstallatie volgens een vande conclusies 1 tot 8, met het kenmerk, dat in ieder etage- i station (2) in serie met de etagesignaalgever (14) eenslechts bij aanwezigheid van een wisselspanning door¬schakelende overbruggingsschakeling (45) ligt.

10. Huissignaal- en spreekinstallatie volgens conclu¬sie 9, met het kenmerk, dat de overbruggingsschakeling (45) i een aan de ingangszijde voorziene bruggelijkrichter (46),twee met hun collector-emitterbanen in serie liggende bestu-ringstransistoren (47, 48), twee besturingsdioden (49, 50),twee RC-tijdketens (51, 52) en een overbruggingstransistor(53) vertoont, de besturingsdiode (49, 50) en de RC-tijdke- i tens (51, 52) telkens in de basis-emitterketen van de bestu-ringstransistoren (47, 48) liggen, de basis (54) van deoverbruggingstransistor (53) aan de serieschakeling van decollector-emitterbanen van de besturingstransistoren (47, 48. ligt, bij voorkeur aan de basis (54) van de overbrug- ) gingstransistor (53) een RC-tijdketen (55) is aangesloten ende collector-emitterbaan van de overbruggingstransistor (53)parallel aan de bruggelijkrichter (46) ligt.

11. Huissignaal- en spreekinstallatie volgens de con¬clusies 8, 9 en 10, met het kenmerk, dat de ontsteekelektro- i de (56) van de houdthyristor (39) op de serieschakeling vande collector-emitterbanen van de besturingstransistoren (47,48) is aangesloten.

12. Huissignaal- en spreekinstallatie volgens een vande conclusies 1 tot 11, met het kenmerk, dat het deurstation ) (2) aan de ingangszijde per aan te sluiten etagestation (2)een inkoppel- resp. ontkoppeldiode (57) vertoont.

13. Huissignaal- en spreekinstallatie volgens een vande conclusies 1 tot 12, met het kenmerk, dat in het deursta¬tion (3) een in serie liggende, als rustcontact uitgevoerde > lichttoets (58) is voorzien.

14. Huissignaal- en spreekinstallatie volgens een vande conclusies 1 tot 13, met het kenmerk, dat in het deursta¬tion (2) en slechts bij aanwezigheid van een wisselspanningdoorschakelende overbruggingsschakeling (59) is voorzien, de overbruggingsschakeling (59) in serie met een deuropener(26) ligt en de serieschakeling van de deuropener (26) en deoverbruggingsschakeling (59) parallel aan de functie-eenheidvan de deurmicrofoon (21) en de deurluidspreker (22) ligt.

15. Huissignaal- en spreekinstallatie volgens conclu¬sie 14, met het kenmerk, dat de overbruggingsschakeling (59)een overbruggingstransistor (60) en een monostabiele trek-kerschakeling (61) vertonende, aan de ingangszijde parallelaan de functie-eenheid van de deurmicrofoon 21 en de deür-luidspreker 22 liggende en aan de uitgang op de basis (62)van de overbruggingstransistor (60) aangesloten besturings-schakeling (53) vertoont.