NL9401586A - Taartvorm. - Google Patents

Description

Taartvorm.

De uitvinding heeft betrekking op een taartvorm voor het bakken van taarten, quiches, pasteien en dergelijke, bestaande uit een vormring en een bodemplaat, welke bodemplaat vervaardigd is uit niet-metallisch, vuurvast materiaal, de vorm bezit van een taartschotel, en in het midden aan haar bovenzijde een iets verhoogd draagplateau heeft met een rand waarover aansluitend de ringvormige vormring kan worden gelegd.

Het principe van een taartvorm, waarvan de bodem tevens gebruikt kan worden als opdienschaal, is bekend uit het DDR Patentschrift 94967.

De meest gebruikelijke taartvorm is de zogenaamde springvorm, die bestaat uit een ronde metalen plaatbodem en een metalen veerrand, die klemmend om de bodem heen kan worden gesloten, waardoor een geschikte bakvorm ontstaat. De veerring wordt met een klemsluiting vastgezet en na het bakken van een taart kan deze klemsluiting worden geopend, en de taart worden verwijderd.

Volgens het DDR Patentschrift 94967 is nu voorgesteld om de bodemplaat de vorm te geven van een taartschotel en uit te voeren in een vuurvast materiaal, bijvoorbeeld glas. Daarbij vormt het in het midden van de bovenzijde verhoogde draagplateau feitelijk de funktie van de gebruikelijke bodemplaat van een springvorm, en over dit draagplateau wordt een dergelijke springvormrand van veermetaal bevestigd, waartoe onder de zijrand van het draagplateau een ondergrijpende groef is aangebracht, waarin de eveneens aan haar onderzijde gebogen vormring kan ingrijpen. Deze vormring wordt op de gebruikelijke wijze met een klemsluiting vastgezet.

Een dergelijke uitvoering van een springvorm biedt boven de gebruikelijke uitvoeringen het voordeel, dat de taart na het bakken niet behoeft te worden overgebracht van de bodemplaat naar een taartschotel met het risico, dat tijdens dit overbrengen de taart zal worden beschadigd. Immers, de bodemplaat zelf vormt reeds de taartschotel.

Tegenwoordig worden in combimagnetrons, d.w.z. magnetrons met de mogelijkheid om een combinatie van magnetronverhitting en/of (hetelucht)-ovenverhitting en/of grillverhitting, of door één van deze voorzieningen apart te gebruiken, aanzienlijk snel cakes e.d. bereid. De meest algemene bereidingswijzen maken gebruik van een combinatie van magnetron- en (hetelucht)-oververhitting. De bereidingstijd van bijvoorbeeld cakes wordt hiermee tot een vierde van de conventionele bereidingstijd bekort.

Ook de bereidingstijd van taarten zou met behulp van deze mogelijkheden aanzienlijk bekort kunnen worden; voor de bereiding van een taart op de conventionele wijze zijn 75 minuten benodigd; door gebruikmaking van de nieuwe mogelijkheden zou dit bekort kunnen worden tot 20 minuten.

Een belangrijk nadeel van springvormen in het algemeen is echter dat deze, vanwege de noodzaak tot vervaardiging ervan in metaal, niet bruikbaar zijn in magnetrons. Voor de in het DDR patentschrift 94967 beschreven springvormrand van veerstaal met bijbehorende metalen klemsluiting geldt hetzelfde.

Bij gebruikelijke springvormen, waarbij de vormrand rechtstreeks aangrijpt rond de ronde bodemplaat, bestaat er ook nog het bezwaar, dat de vormring tijdens het openschuiven de taart zou kunnen beschadigen door enige kleefwerking tussen de (metalen) ring en de gebakken taart. Een ander nadeel van springvormen is dat de veerrand en klemsluiting lastig zijn schoon te maken, doordat vet en aanslag zich vastzet aan en tussen de mechanieken.

Het is nu het doel van de uitvinding een taartvorm te verschaffen, waarbij al de in het voorgaande genoemde bezwaren zijn weggenomen, en die in het bijzonder goed geschikt is om te worden gebruikt in een combimagnetron.

Daartoe voorziet de uitvinding in een taartvorm zoals omschreven in de aanhef, met het kenmerk, dat de vormring een rondom gesloten ring van vuurvast en magnetronstraling doorlatend materiaal is, waarvan de ringopening vanaf de onderzijde naar de bovenzijde licht conisch vernauwt, waarbij de ringbinnenwand aan de onderzijde en de rand van het draagplateau aan elkaar zijn aangepast om de ring met haar onderzijde aansluitend over het plateau te plaatsen.

Doelmatig kunnen daarbij de taartvorm en de vormring vervaardigd zijn uit ovenbestendig en magnetronstraling doorlatend materiaal, zoals porselein, aardewerk, steengoed, glas o£ andere materialen die deze eigenschappen bezitten.

Met het oog op de warmteuitzettingscompensatie zullen in het algemeen de taartschotel en de vormring uit hetzelfde materiaal bestaan. Het is evenwel ook mogelijk, door het kiezen van een juiste aanpassing, verschillende materialen te gebruiken. Zo kan bijvoorbeeld de taartschotel zijn vervaardigd van keramisch materiaal en de vormring van een geschikt glas.

De bodemplaat kan recht, convex of concaaf zijn. De schotelrand kan naast een rechte, horizontale uitvoering, ook schuin verlopend zijn, tevens kan de bodemrand voorzien zijn van een anti-lekrand.

Om het optillen van de taartschotel te vergemakkelijken, kan deze aan de onderzijde zijn voorzien van een opzetrand. Daarnaast kan de vormring eventueel voorzien zijn van een grijprand en/of handvaten.

De taartvorm volgens de uitvinding biedt ten opzichte van de bestaande taartvormen een aantal belangrijke voordelen. Allereerst is zij zonder meer geschikt om te gebruiken in een combimagnetron. De tijdsbesparing die de uitvinding mogelijk maakt is zowel voor de gebruiker van deze taartvorm als milieu-aspectmatig een welkome vernieuwing. Dit komt voort uit het feit dat de tijdsbesparing niet alleen tijd, maar ook energie bespaart.

Dankzij de ongecompliceerdheid van haar uitvoering, namelijk een gesloten, conisch uitgevoerde vormring, die over het draagplateau van de taartschotel aansluitend heengrijpt, is gewaarborgd dat tijdens de (voor)bereiding van de taart vormring en bodemplaat één geheel vormen en dat tijdens het bakken het binnen de vormring aangebrachte deeg niet tussen de vormring en de draagplateaurand zal kunnen heenvloeien. Daarbij waarborgt het feit, dat taartschotel en vormring beide vervaardigd zijn uit keramisch materiaal met een gladde glazuurlaag of ander vuurvast materiaal, dat aankleven van de taart tegen de vormring wordt vermeden.

Nadat het bakken van de taart voltooid is, kan de taart eenvoudig vrijgemaakt worden door het opheffen van de vormring. Het verminderen van het aantal handelingen vermindert de kans op probleemsituaties. Een ander voordeel waar deze uitvinding in voorziet, is de vergemakkelijking in het schoonmaken van de vorm vanwege het ontbreken van schuif- en klemmechanieken en tevens de mogelijkheid om materialen met een gladder oppervlak te gebruiken.

De materiaalkeuze maakt het uiterlijk van de taartvorm aantrekkelijker, en in combinatie met de mooie uitvoeringsvorm resulteert dit in een bijzonder representatief geheel.

Bij een taartvorm zal men in het algemeen denken aan ronde vormen. Evenwel is het ook mogelijk, de vormring een andere contour te geven, mits het draagplateau aan deze vorm wordt aangepast. Zo kan bijvoorbeeld de uitvoering zodanig zijn, dat de vormring en het draagplateau een polygonale omtrek hebben, zodat men bij bakken taarten verkrijgt, die dankzij hun polygonale vorm gemakkelijker te verdelen zijn dan ronde taarten, omdat de insneepunten (de hoekpunten) reeds zijn aangegeven.

Ook is het mogelijk, dat de binnenwand van de vormrand axiale groeven vertoont, waardoor men een taart verkrijgt met een gestulpte rand.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. In fig. 1 is in dwarsdoorsnee een uitvoeringsvorm van de taartvorm volgens de uitvinding getoond. Deze bestaat uit een ronde, schotelvormige bodemplaat 1 en een daarop passende vormring 2, beide vervaardigd uit steengoed.

De bodemplaat 1 heeft de vorm van een taartschotel, waarop een taart kan worden opgediend. Aan de onderzijde is de taartschotel voorzien van een ringvormige opzetrand 3, teneinde het oppakken van de schotel te vergemakkelijken.

Aan de bovenzijde heeft de vlak uitgevoerde schotel in het middengedeelte een rond, verhoogd draagplateau 4 met afgeschuinde zijrand 5, begrensd door de schotelrand 6, die in de genoemde uitvoering vlak is.

De vormring 2 heeft een ringwand 7, die naar boven conisch vernauwt. Daarbij is de coniciteit van de vormring zodanig aangepast aan de afschuining van de zijrand 5 van het draagplateau 4 van de schotel, dat de vormring met de onderzijde van haar binnenwand 8 passend over het draagplateau 4 kan worden geschoven.

Voor het bakken van een taart of pastei plaatst men de vormring 2 over het draagplateau 4 van de taartschotel 1, waarna men het taartdeeg en andere benodigde ingrediënten op gebruikelijke wijze in de ruimte, begrensd door draagplateau en vormring, aanbrengt. Vervolgens plaatst men de gevulde vorm in een combimagnetron, en onder gecombineerde magnetron- en (hetelucht)ovenverhitting wordt in ongeveer 20 minuten een taart gebakken. Vervolgens neemt men de vorm uit de oven, licht de vormring van de taart, hetgeen zonder problemen kan plaatsvinden vanwege de conische vorm van de vormring, en omdat de vormring bestaat uit keramisch materiaal, waaraan het taartdeeg niet vastkleeft tijdens het bakken. Feitelijk geeft de conische vormring twee belangrijke voordelen. Enerzijds is het dankzij de conische vorm mogelijk om de ring gemakkelijk van de taart af te lichten, anderzijds drukt tijdens het bakken het nog natte deeg minder tegen de ringwand aan, waardoor de kans op aankleving nog verder is verminderd. Nadat de ring van de taart is afgelicht, kan deze zonder meer worden opgediend om op gebruikelijke wijze in parten te worden gesneden en te worden geconsumeerd.

In het bovenstaande is de uitvinding toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld. Het zal evenwel duidelijk zijn, dat de uitvinding niet tot deze uitvoeringsvorm (ronde taartvorm) beperkt is. Het is bijvoorbeeld mogelijk om de taartvorm zodanig uit te voeren, dat de taart ovaal is, polygonaal of enige andere geschikte taartvorm, vooropgesteld, dat draagplateau en vormring aan elkaar aangepast blijven, en dat de vormring naar boven toe onder alle omstandigheden conisch vernauwt.

De vorm van de bodemplaat kan naast de genoemde rechte uitvoering ook concaaf of convex zijn. Tevens kan het draagplateau in plaats van uit een verhoging, ook bestaan uit een dieper liggende rand, waarin de vormring geplaatst kan worden.

Ook de keuze van het materiaal waaruit taartschotel en vormring vervaardigd zijn, kan variëren, waarbij met het oog op gebruik in een combimagnetron als eis dient te worden gesteld, dat het gaat om materiaal dat de magnetronstraling niet of in geringe mate beïnvloedt.

Tenslotte dient nog opgemerkt te worden, dat de taartvorm volgens de uitvinding, hoewel in het bijzonder bedoeld voor combimagnetrons, tevens geschikt is om te worden gebruikt in gewone bakovens, die geen magnetronvoorziening hebben.

Claims (12)

1. Taartvorm voor het bakken van taarten, quiches, pasteien en dergelijke, bestaande uit een vormring en een bodemplaat, welke bodemplaat vervaardigd is uit niet-metallisch, vuurvast materiaal, de vorm bezit van een taartschotel, en in het midden aan haar bovenzijde een iets verhoogd draagplateau heeft met een rand waarover aansluitend de ringvormige vormring kan worden gelegd, met het kenmerk, dat de vormring een rondom gesloten ring van vuurvast en magnetronstraling doorlatend materiaal is, waarvan de ringopening vanaf de onderzijde naar de bovenzijde licht conisch vernauwt, waarbij de ringbinnenwand aan de onderzijde en de rand van het draagplateau aan elkaar zijn aangepast om de ring met haar onderzijde aansluitend over het plateau te plaatsen.

2. Taartvorm volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de taartschotel en de vormring vervaardigd zijn uit keramisch materiaal.

3. Taartvorm volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de taartschotel en de vormring vervaardigd zijn uit een vuurvast glas.

4. Taartvorm volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de taartschotel en de vormring uit hetzelfde materiaal bestaan.

5. Taartvorm volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de taartschotel en de vormring elk uit een verschillend materiaal bestaan.

6. Taartvorm volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de taartschotel van keramisch materiaal en de vormring van glas is.

7. Taartvorm volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de taartschotel aan de onderzijde een opzetrand heeft.

8. Taartvorm volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de taartschotel voorzien is van een anti-lekrand.

9. Taartvorm volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vormring voorzien is van een grijprand.

10. Taartvorm volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vormring voorzien is van handvaten.

11. Taartvorm volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vormring en het draagplateau een polygonale omtrek hebben.

12. Taartvorm volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de binnenwand van de vormring axiale groeven vertoont.