NL9401561A - Elastiekketen, werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een elastiekketen, en werkwijze en inrichting voor het aan een behandelinrichting toevoeren van uit de elastiekketen afkomstige elastieken. - Google Patents

Elastiekketen, werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een elastiekketen, en werkwijze en inrichting voor het aan een behandelinrichting toevoeren van uit de elastiekketen afkomstige elastieken. Download PDF

Info

Publication number
NL9401561A
NL9401561A NL9401561A NL9401561A NL9401561A NL 9401561 A NL9401561 A NL 9401561A NL 9401561 A NL9401561 A NL 9401561A NL 9401561 A NL9401561 A NL 9401561A NL 9401561 A NL9401561 A NL 9401561A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
elastic
chain
elastic chain
elastics
cutting
Prior art date
Application number
NL9401561A
Other languages
English (en)
Inventor
Gerardus Dietz
Cornelis Henricus Jozef V Donk
Original Assignee
Terpo Holding Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Terpo Holding Bv filed Critical Terpo Holding Bv
Priority to NL9401561A priority Critical patent/NL9401561A/nl
Priority to AT95934334T priority patent/ATE187918T1/de
Priority to AU36882/95A priority patent/AU3688295A/en
Priority to CA002201151A priority patent/CA2201151C/en
Priority to PCT/NL1995/000324 priority patent/WO1996009920A1/en
Priority to US08/776,640 priority patent/US6024225A/en
Priority to ES95934334T priority patent/ES2141965T3/es
Priority to EP95934334A priority patent/EP0783401B1/en
Priority to DE69514112T priority patent/DE69514112T2/de
Publication of NL9401561A publication Critical patent/NL9401561A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B26HAND CUTTING TOOLS; CUTTING; SEVERING
    • B26FPERFORATING; PUNCHING; CUTTING-OUT; STAMPING-OUT; SEVERING BY MEANS OTHER THAN CUTTING
    • B26F3/00Severing by means other than cutting; Apparatus therefor
    • B26F3/002Precutting and tensioning or breaking
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B26HAND CUTTING TOOLS; CUTTING; SEVERING
    • B26FPERFORATING; PUNCHING; CUTTING-OUT; STAMPING-OUT; SEVERING BY MEANS OTHER THAN CUTTING
    • B26F1/00Perforating; Punching; Cutting-out; Stamping-out; Apparatus therefor
    • B26F1/38Cutting-out; Stamping-out
    • B26F1/3866Cutting-out; Stamping-out specially adapted for rubber
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C2793/00Shaping techniques involving a cutting or machining operation
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C37/00Component parts, details, accessories or auxiliary operations, not covered by group B29C33/00 or B29C35/00
    • B29C37/0053Moulding articles characterised by the shape of the surface, e.g. ribs, high polish
    • B29C37/0057Moulding single grooves or ribs, e.g. tear lines
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29KINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASSES B29B, B29C OR B29D, RELATING TO MOULDING MATERIALS OR TO MATERIALS FOR MOULDS, REINFORCEMENTS, FILLERS OR PREFORMED PARTS, e.g. INSERTS
    • B29K2021/00Use of unspecified rubbers as moulding material
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29LINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASS B29C, RELATING TO PARTICULAR ARTICLES
    • B29L2031/00Other particular articles
    • B29L2031/709Articles shaped in a closed loop, e.g. conveyor belts
    • B29L2031/7096Rings or ring-like articles
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S206/00Special receptacle or package
    • Y10S206/805Rubber band
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S206/00Special receptacle or package
    • Y10S206/82Separable, striplike plural articles
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T83/00Cutting
    • Y10T83/04Processes
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T83/00Cutting
    • Y10T83/04Processes
    • Y10T83/0405With preparatory or simultaneous ancillary treatment of work
    • Y10T83/0419By distorting within elastic limit
    • Y10T83/0429By compressing
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T83/00Cutting
    • Y10T83/04Processes
    • Y10T83/0524Plural cutting steps
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T83/00Cutting
    • Y10T83/04Processes
    • Y10T83/0586Effecting diverse or sequential cuts in same cutting step

Description

Elastiekketen, werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een elastiekketen, en werkwijze en inrichting voor het aan een behandel-inrichting toevoeren van uit de elastiekketen afkomstige elastieken.
Beschrijving
De onderhavige uitvinding betreft een elastiekketen, omvattende een veelheid elastieken.
Uit US-A-U.O6O.OI5 is het bekend elastieken te vervaardigen uit een lange, op een rol opgerolde, smalle strook rubber. In een eerste station wordt in de strook een zich in de langsrichting van de strook uitstrekkende sleuf gestanst en in een tweede station worden elastieken van de strook afgesneden door middel van een verdere stansinrichting, die de strook tussen twee langssleuven doorsnijdt. Achter het tweede stans-station is een behandelinrichting met beweegbare vingers voor het uit elkaar spreiden van het door het tweede station afgesneden elastiek aangebracht.
Een dergelijke inrichting, zoals in US-A-4.060.015 beschreven, kan direct voor een verpakkingsinrichting worden geplaatst, waarbij de vingers het opengespreide elastiek dan direct aan de verpakkingsinrichting afleveren. Dit betekent dat er een betrekkelijk complexe, storingsgevoelige en veelal kostbare stansinrichting voor het uit de strook stansen van elastiekjes moet zijn aangebracht bij elke verpakkingsinrichting. Het is ook mogelijk de elastiekjes vooraf te vervaardigen en vanuit een voor-raadhouder aan een verpakkingsinrichting toe te voeren. Hierbij dient de verpakkingsinrichting echter te zijn voorzien van een complex stelsel van vingers, grijporganen, etc. om de ongeordend opgeslagen elastiekjes uit de voorraadhouder te halen, vervolgens open te spreiden en om één of meer gewenste voorwerpen heen te spannen.
Verder zijn uit de stand der techniek vele inrichtingen bekend waarbij elastiekjes worden gevormd door deze van een slang af te snijden, en vervolgens aan een verpakkingsinrichting toe te voeren. Om storingsvrij te kunnen werken is het noodzakelijk dat een open elastiekje wordt aangeboden aan het spreidmechanisme. Het probleem van deze noodgedwongen toegepaste simpele snijmethode is echter het verkleven, en daardoor niet openvallen van de elastiekjes.
De onderhavige uitvinding heeft tot doel een oplossing voor ondermeer voorgaande problemen te verschaffen.
De onderhavige uitvinding heeft verder tot doel het verschaffen en vervaardigen van een elastiekketen, waarvan de elastieken zich gemakkelijk, betrouwbaar, en positienauwkeurig aan een behandelinrichting, zoals een verpakkings- of bundelinrichting, laten toevoeren.
Het verschaffen van een elastiekketen wordt bereikt, doordat aangrenzende elastieken door middel van tenminste één verbinding met elkaar zijn verbonden. Een dergelijke elastiekketen volgens de uitvinding omvat een in beginsel onbeperkt lange keten van naast elkaar geplaatste elastieken, die door middel van verbindingen met elkaar zijn verbonden. Een dergelijke elastiekketen laat zich eenvoudig vormen door deze uit een vel elastisch materiaal, zoals natuurlijk rubber, kunstmatige rubber of een andere kunststof uit te snijden, en laat zich verder door de ketenvorm gemakkelijk toevoeren aan een behandelinrichting, zoals een verpakkings-of bundelinrichting. In de behandelinrichting kan bijvoorbeeld steeds het voorste elastiekje van de keten worden vastgepakt, om vervolgens van de keten te worden weggetrokken en hiervan te worden afgescheiden, doordat de breekbare en/of scheurbare verbindingen tussen aangrenzende elastieken het begeven. Het is echter ook mogelijk de verbindingen tussen het voorste en het tweede elastiek door te snijden, en aldus de voorste elastiek van de keten af te scheiden om deze aan een behandelinrichting te kunnen toevoeren.
Een groot voordeel van een elastiekketen volgens de uitvinding is, dat de elastiekjes in een dergelijke elastiekketen in een bekende, van tevoren vastliggende, reproduceerbare oriëntatie aan de behandelinrichting kunnen worden toegevoerd, hetgeen het verwerken van de elastiekjes aanzienlijk vereenvoudigd, minder storingsgevoelig maakt, en betrouwbaarder maakt.
De lengte van de verbindingen tussen aangrenzende elastieken kan variëren van 0 tot in principe oneindig. Bij voorkeur zal de lengte van de verbindingen echter beperkt zijn en niet meer dan 5 mm bedragen. Verbindingen met een lengte van 0 mm zijn zeer voordelig gebleken, daar dan na het van de keten lostrekken van een elastiek nauwelijks sporen van de verbinding overblijven. Wanneer de verbindingen voor het van de elastiekketen afscheiden van elastieken moeten worden doorgesneden kan enige lengte van de verbindingen het positioneren van een verbinding onder een mes vergemakkelijken. Eventueel is hierbij een dubbelwerkend mes te gebruiken, dat in een keer het hele verbindingsstuk wegsnijdt, zodat hier geen restanten meer van overblijven. Teneinde ongewenst aan elkaar kleven van aangrenzende elastieken te voorkomen, kan het bij bepaalde voor het vormen van de elastieken gebruikte materialen voordelig zijn als de verbindingen tenminste een geringe tussenruimte van ongeveer 1 mm tussen aangrenzende elastieken verschaffen.
Het is volgens de uitvinding voordelig gebleken, wanneer de lengterichting van de elastieken zich in hoofdzaak dwars op de lengterichting van de elastiekketen uitstrekt. De keten heeft dan handzame afmetingen, waardoor de keten zich praktisch laat oprollen. Ook wordt bij een dergelijke oriëntatie van de elastieken bewerkstelligd dat de verlenging van het voorste elastiekje van de keten, wanneer dit voorste elastieke van de keten wordt losgetrokken, zo klein mogelijk blijft.
De elastieken in de elastiekketen volgens de uitvinding zijn bij voorkeur gevormd uit twee op afstand gelegen evenwijdige langsrepen, die bij hun einden door twee cirkelboogvormige boogrepen met elkaar zijn verbonden. Dergelijke, in hoofdzaak ovale elastieken hebben een uit zichzelf open raiddendoorgang, die het behandelen van de elastieken en de elastiekketen in een behandelinrichting aanzienlijk vergemakkelijken. Eventuele vingers en dergelijke kunnen gemakkelijk door deze middendoor-gang heen worden gestoken.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm zijn de langsrepen recht, en snijdt de langsas van elke langsreep de dwarsrichting van de elastieken onder een hoek van ongeveer 0° a 10°, bij voorkeur ongeveer 0° a 5°· Een dergelijke elastiekketen, met iets schuin georiënteerde elastieken laat zich gemakkelijk uit een vel elastisch materiaal uitsnijden door middel van een snij- en drukrolpaar. De snijmessen op de snijrol staan hierbij iets schuin ten opzichte van de rotatieas van de snijrol, waardoor de snijwerking van de snijmessen wordt verbeterd. Wanneer de snijmessen exact evenwijdig aan de rotatieas van de snijrol verlopen, zullen de snijmessen in hoofdzaak in het vel worden ingedrukt, waarbij de snijwerking hiervan niet optimaal wordt benut. Tengevolge hiervan zullen er eerder onvolledig doorsneden stukken voorkomen, hetgeen bij verder gebruik van de elastiekketen tot problemen kan leiden.
In plaats van een iets schuine oriëntatie van de elastieken ten opzichte van de elastiekketen, kunnen de langsrepen ook boogvormig zijn, en zodanig zijn aangebracht dat de langsreep van aangrenzende elastieken evenwijdig lopen.
Bij grotere krommingsstralen kunnen ook dergelijke elastieken met boogvormige langsrepen als in hoofdzaak ovale elastieken worden opgevat.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn aangrenzende elastieken bij tenminste twee verbindingsplaatsen met elkaar verbonden, waarbij deze verbindingsplaatsen bij voorkeur liggen bij een overgang tussen de aangrenzende langsrepen en boogrepen. In het geval van de hiervoor besproken ovale elastieken zijn deze verbindingsplaatsen dan bij een overgang tussen de aangrenzende langsrepen en boogrepen aangebracht. Een dergelijke elastiekketen laat zich gemakkelijk aan een behan-delinrichting toevoeren en hierdoor behandelen, waarbij vervormingen van de elastiekketen doordat hieraan wordt getrokken, tot een minimum bepert blijven, daar de verbindingen zo dicht mogelijk bij de langszijkanten van de elastiekketen liggen.
In het bijzonder bij bredere elastiekketens, d.w.z. langere elastieken, kan het voordelig zijn wanneer zich tussen de middens van de aangrenzende langsrepen van twee aangrenzende elastieken een derde verbin-dingsplaats bevindt. Eventueel kunnen ook nog meer verbindingsplaatsen worden aangebracht tussen langsrepen van aangrenzende elastieken.
Elke verbinding of verbindingsplaats kan volgens de uitvinding bestaan uit een veelheid draadachtige verbindingsdelen. Dergelijke draadachtige verbindingsdelen kunnen bijvoorbeeld worden verkregen door de bij het uit een vel vormen van een elastiekketen gebruikte snijmessen van kleine inkepingen te voorzien. Deze kleine inkepingen laten bij het doorsnijden kleine verbindingsdraden tussen aangrenzende elastieken achter, waardoor de elastieken zich later gemakkelijk van de elastiekketen laten afscheiden.
Volgens een andere voordelige uitvoeringsvorm omvat de verbinding tussen twee aangrenzende elastieken een voorgevormde scheurlijn. Onder een dergelijke scheurlijn wordt verstaan een plaatselijk verzwakt gebied, dat gemakkelijk scheurt of breekt. De verbinding kan hierbij uit een brugstuk bestaan met een plaatselijke insnoering of verzwakking. Maar ook kan het volgens de uitvinding zeer voordelig zijn wanneer de verbinding op zichzelf bestaat uit een tussen twee aangrenzende langsrepen van aangrenzende elastieken gevormde scheurlijn. De verbinding zal hierbij een lengte van 0 mm hebben, zodat aangrenzende elastieken met hun aangrenzende, door een scheurlijn verbonden langsrepen tegen elkaar liggen. In dit geval zal de scheurlijn in het algemeen bestaan uit een, in de richting loodrecht op de elastiekketen gezien, onvolledige doorsnijding van de elastiekketen.
De elastiekketen volgens de uitvinding omvat op voordelige wijze een platte, velachtige baan elastisch materiaal waarin de elastieken zijn gevormd.
De elastieken in de elastiekketen zijn bij voorkeur zodanig gevormd, dat ze rondom een constante breedte hebben. Dergelijke elastieken zien er optisch fraaier uit als zij worden uitgerekt en hebben geen smallere delen, die bij uitrekking zwaarder worden belast en daardoor potentiële plaatsen voor het breken of scheuren van het elastiek vormen.
Een elastiekketen volgens de uitvinding kan op voordelige wijze worden opgerold tot een rol. Een dergelijke rol is zeer geschikt voor het toevoeren van elastieken aan een behandelinrichting.
Volgens een verdere voordelige uitvoeringsvorm is de elastiekketen harmonica-achtig opgevouwen tot een stapel. Een dergelijke stapel kan in bijvoorbeeld een cassette zijn aangebracht en als toevoer voor elastieken aan een behandelinrichting dienen.
De uitvinding heeft verder betrekking op een elastiek uit een elastiekketen volgens de uitvinding. Een dergelijk elastiek laat zich onder andere herkennen aan de snij- of breukvlakken van de verbroken verbindingen.
De uitvinding betreft verder een werkwijze voor het vervaardigen van een elastiekketen volgens de uitvinding, omvattende de volgende stappen: het aan een snij-inrichting toevoeren van het vel elastisch materiaal ; en het met de snij-inrichting uit het vel uitsnijden van een veelheid door verbindingen tot een keten verbonden elastieken.
De elastiekketen volgens de uitvinding laat zich gemakkelijk uit een vel elastisch materiaal uitsnijden met behulp van bijvoorbeeld een stans-inrichting of een rollenpaar met een snijrol en een hiermee samenwerkende drukrol. Als elastisch materiaal kan bijvoorbeeld natuurrubber, kunstmatig rubber of een andere elastische kunststof worden toegepast.
De verbindingen zijn hierbij op voordelige wijze te vormen door het vel in de richting loodrecht hierop, ter plaatse van een grenslijn tussen twee aangrenzende elastieken gedeeltelijk te doorsnijden. Op deze wijze wordt het vel net niet geheel doorsneden, zodat een keten van elastieken wordt verkregen, waarvan de onvolledige doorsnijdingen plaatselijke verzwakkingen vormen, waar de keten bij het hierop uitoefenen van krachten zal scheuren of breken. Een dergelijke keten laat zich door een schei-dingsinrichting gemakkelijk tot afzonderlijke elastieken scheiden.
De verbindingen kunnen echter ook worden gevormd door tussen twee aangrenzende elastieken de brugstukken vrij te laten. Eventueel kunnen deze brugstukken ook nog worden voorzien van een zogenaamde scheurlijn, door een dergelijk brugstuk gedeeltelijk te doorsnijden. Onder een brug- stuk wordt hierbij een verbinding verstaan, die een lengte groter dan 0 mm heeft, zodat aangrenzende elastieken met enige tussenruimte naast elkaar liggen.
Een gemakkelijk verbreekbare verbinding tussen aangrenzende elastieken van een elastiekketen laat zich volgens de uitvinding op eenvoudige wijze realiseren door de snijmessen voor het doorsnijden van de grenslijn tussen twee aangrenzende elastieken te voorzien van inkepingen, zodanig dat ter plaatse van de verbindingen draadachtige verbindingsdelen worden gevormd. Wanneer dergelijke inkepingen worden toegepast bij een snij-inrichting met een zogenaamd rollenpaar zijn hoge produktiesnelheden te bereiken, maar het zal duidelijk zijn dat dergelijke inkepingen zich ook laten toepassen bij een stansinrichting.
Bij een snijinrichting met een zogenaamd rollenpaar is volgens de uitvinding een betrouwbare, goed scheidbare verbinding tussen aangrenzende elastieken van een elastiekketen en een hoog produktietempo te realiseren wanneer tenminste een gedeelte van elk snijmes voor het snijden van de grenslijn tussen twee aangrenzende elastieken ten opzichte van de overige snijmessen een geringere snijdiepte heeft, zodanig dat het vel ter plaatse van het snijmes met geringere snijdiepte niet geheel wordt doorsneden.
Bij gebruik van dergelijke snijrollen kunnen vellen vein verschillende dikte tot goed scheidbare, betrouwbaar functionerende elastiekketens worden gevormd met behulp van één en hetzelfde rollenpaar zonder dat hieraan omstellingen hoeven te worden gericht.
Het vel elastisch materiaal laat zich op voordelige wijze vormen door middel van een extrusie-inrichting waarna het gevormde vel vanaf de extrusie-inrichting nagenoeg direkt kan worden toegevoegd aan de snij-inrichting. Bij een dergelijk gecombineerd extrusie- en snijproces wordt tussentijds opslaan van voorgevormde vellen elastisch materiaal overbodig.
Het is hierbij volgens de uitvinding in het bijzonder voordelig wanneer het bij het uitsnijden vrijkomende afval opnieuw aan de extrusie-inrichting wordt toegevoerd. Afvalmateriaal wordt hierbij hergebruikt, hetgeen tot aanzienlijke materiaalbesparingen leidt. In het bijzonder bij het gebruik van kunststoffen voor het vormen van het elastische vel laat het afval zich zonder meer opnieuw verwerken. Het is bijvoorbeeld mogelijk dit afval aan de extrusie-inrichting toe te voeren en het opnieuw te extruderen. Wanneer echter natuurrubber wordt gebruikt, dan laat het snijafval zich niet zonder meer hergebruiken. Immers, bij de produktie van elastieken uit natuurrubber vindt de extrusie voor het vulcaniseren plaats. Gevulcaniseerd rubber laat zich zoals bekend niet zonder meer opnieuw extruderen. Dit probleem is echter volgens de uitvinding te overwinnen door de elastiekketen in ongevulcaniseerde toestand uit het geëx-trudeerde vel te vormen. Het dan ontstane, nog in ongevulcaniseerde toestand verkerende afval, laat zich wel hergebruiken. Het zal duidelijk zijn dat dit grote economische voordelen biedt ten opzichte van het uit een (gevulcaniseerd) rubber vel vormen van de keten.
Voor het tot een rol oprollen van de gevormde elastiekketen laat zich volgens de uitvinding op voordelige wijze een transportband toepassen. Door de wrijving tussen de transportband en de gevormde elastiekketen wordt hierbij voorkomen dat de relatief slappe elastiekketen bij het oprollen gerekt wordt, hetgeen in het bijzonder bij grote rek tot moeilijkheden kan leiden bij verdere handelingen met de elastiekketen.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het vormen van een elastiekketen volgens de uitvinding.
De uitvinding heeft, zoals eerder aangegeven, ook betrekking op een werkwijze voor het aan een behandelinrichting toevoeren van uit een elastiekketen volgens de uitvinding afkomstige elastieken. Een dergelijke werkwijze omvat bij voorkeur de volgende stappen: het vanaf een rol afrollen van de elastiekketen; het met een transportband aan een afscheidingsinrichting toevoeren van het afgerolde deel van de elastiekketen; het vastklemmen van een stroomopwaarts van de voorste elastiek gelegen deel van de elastiekketen; het door een afscheidingsinrichting vastgrijpen van het voorste elastiek en het vervolgens van de elastiekketen afscheiden hiervan; en het overbrengen van de afgescheiden elastiek vanaf de afscheidingsinrichting naar de behandelinrichting.
Door de wrijving tussen de transportband en het afgerolde deel van de elastiekketen wordt rekken bij het afrollen van de elastiekketen tegengegaan, waardoor de positienauwkeurigheid van het afgerolde deel van de elastiekketen verbetert, hetgeen de kans op haperingen doet afnemen. Om de voorste elastiek van de elastiekketen te kunnen afscheiden wordt een stroomopwaarts van het voorste elastiek gelegen deel van de elastiekketen vastgeklemd, om bewegingen hiervan en dus positieveranderingen tegen te gaan.
Bij voorkeur vindt het afrollen en met de transportband transporteren stapsgewijs plaats, zodanig dat de elastiekketen, in langsrichting hiervan gezien, telkens wordt verplaatst over een afstand overeenkomend met de, in langsrichting van de elastiekketen gezien, door een elastiek ingenomen ruimte. Hierdoor wordt voorkomen dat, tijdens het vastklemmen van een stroomopwaarts gelegen deel van de elastiekketen, achter de plaats van vastklemming een opstuwing van elastiekketen plaatsvindt. Opgemerkt wordt dat een dergelijke opstuwing ook is te voorkomen door de voor het vastklemmen gebruikte middelen met de bewegende elastiekketen mee te laten bewegen. Deze oplossing maakt de inrichting echter complexer, en dus duurder.
Bij voorkeur wordt de op een na voorste elastiek van de elastiekketen na elke stapsgewijze verplaatsing vastgeklemd, waarna de afschei-dingsinrichting de voorste elastiek van de elastiekketen afscheidt.
Bij dit afscheiden kan de voorste elastiek op voordelige wijze in de richting in hoofdzaak dwars op de lengterichting van de elastiekketen worden gespannen. Door dit in dwarsrichting spannen kan een scheurwerking van de verzwakte verbinding geïnitialiseerd worden. Wanneer de voorste elastiek vervolgens van de elastiekketen wordt losgetrokken, zal de verlenging in lengterichting van de keten hierbij bovendien korter zijn.
Op voordelige wijze wordt de voorste elastiek bij het afscheiden van de vastgeklemde elastiekketen weggetrokken. Door de verzwakte verbinding zal het materiaal van de elastiekketen hierbij ter plaatse van de verbinding (en) gemakkelijk breken en/of scheuren. Bij dit wegtrekken kan de voorste elastiek eerst iets in dwarsrichting gespannen worden ten einde te voorkomen, dat de elastiek van de pennen afvalt nadat deze elastiek van de keten is afgebroken en/of afgescheurd. Wanneer de af te scheiden elastiek echter te ver in dwarsrichting van de keten gespannen wordt, kan de scheurwerking tot verkeerd inscheuren van de elastiek leiden.
Volgens de uitvinding is het verder voordelig wanneer de transportband een hoeveelheid evenwijdige, de elastiekketen gezamenlijk transporterende eindloze transportbanden omvat, waarvan de buitenste transportbanden bij het stroomafwaarts gelegen eind korter zijn dan de binnenste transportbanden. De voorste elastiek zal dan aan weerszijden van de binnenste transportbanden vrij uitsteken, waardoor deze voorste elastiek gemakkelijk door de afscheidingsinrichting kan worden gegrepen. Voor dit grijpen omvat de afscheidingsinrichting op voordelige wijze twee door de voorste elastiek te steken, bij voorkeur ten opzichte van elkaar beweeg- bare pennen. Deze pennen laten zich, bij voorkeur aan weerszijden van de binnenste transportbanden, door de voorste elastiek steken.
De uitvinding betreft tevens een inrichting voor het aan een behan-delinrichting toevoeren van een elastiek uit een elastiekketen volgens de uitvinding.
De uitvinding betreft verder het gebruik van een elastiekketen volgens de uitvinding bij een verpakkingsinrichting, zoals een bundelinrich-ting. Een dergelijke bundelinrichting kan bijvoorbeeld dienen voor het bundelen van bossen bloemen, stapels papier, en vele andere produkten.
Het gebruik van de elastiekketen volgens de uitvinding of elastieken hieruit bij dergelijke behandelinrichtingen biedt als groot voordeel dat de werking van de behandelinrichtingen aanzienlijk betrouwbaarder wordt, doordat positioneerproblemen met betrekking tot de elastieken nagenoeg geheel zijn te vermijden, zodat vele malen achter elkaar, zonder haperingen elastieken rond voorwerpen zijn aan te brengen.
Het zal duidelijk zijn dat de elastieken zich ook van de elastiekketen volgens de uitvinding laten afscheiden door steeds de verbindingen door te snijden. Dit doorsnijden kan op velerlei wijze plaatsvinden. Ook bij een dergelijke wijze van afscheiden worden bij het verder behandelen van de elastieken positioneerproblemen nagenoeg geheel uitgesloten, daar de elastiek met een hoge mate van reproduceerbaarheid in een bekende oriëntatie aan de behandelinrichting wordt toegevoerd.
In het nu volgende zal de uitvinding aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld nader worden toegelicht. Hierin toont: figuur 1 op schematische wijze een elastiekketen volgens de uitvinding, en een schematisch weergegeven stansinrichting voor het vormen van een dergelijke elastiekketen; figuur 2 op schematische wijze een elastiekketen volgens de uitvinding, en een schematisch weergegeven rollenpaar voor het vormen van een dergelijke elastiekketen; figuur 3 een verdere uitvoeringsvorm van een elastiekketen volgens de uitvinding; figuur 4 nog een verdere uitvoeringsvorm van een elastiekketen volgens de uitvinding; figuur 5 een schematische weergave van een inrichting voor het aan een behandelinrichting toevoeren van uit een elastiekketen volgens de uitvinding afkomstige elastieken; figuur 6 een schematische weergave van een uitvoeringsvorm van een verbinding tussen twee aangrenzende elastieken; en figuur 7 een schematische weergave van een deel van de werking van een bundelinrichting.
In figuur 1 is een elastiekketen 1 met 5 door verbindingen 4 verbonden elastieken 3. en een voorste, losgebroken elastiek 2 weergegeven. Aangrenzende elastieken zijn door middel van twee verbindingen 4 met elkaar verbonden. Elk elastiek heeft een uitgestanste doorgang 12 en de tussen twee verbindingen 4 gelegen scheidingslijn 13 van twee aangrenzende elastieken 3 is een smalle, zich geheel over de dikte d van de elastieken uitstrekkende sleuf.
De lengterichting A van de elastieken strekt zich dwars op de lengterichting C van de elastiekketen 1 uit. De elastieken zijn opgebouwd uit twee op afstand gelegen evenwijdige langsrepen 5. die bij hun einden door twee cirkelboogvormige boogrepen 6 met elkaar zijn verbonden. De elastieken hebben rondom een constante breedte B.
Door de doorgang 12 tussen twee langsrepen van een elastiek voldoende ruim te maken, wordt bereikt dat de elastieken gemakkelijk zijn te gebruiken en hanteren in verdere inrichtingen, zoals bijvoorbeeld een behandelinrichting voor het bundelen van produkten of een later te bespreken afscheidingsinrichting volgens de uitvinding.
Het voorste elastiek 2 is in losgebroken toestand weergegeven, waarbij met 7 de resten van de verbindingen 4 zijn aangegeven.
Met 10 is in schematische vorm een stansinrichting weergegeven, waaraan door middel van volgens pijlen R draaiende rollen 11 een vel 9 van elastisch materiaal wordt toegevoegd. Dit elastische materiaal kan kunststof zijn maar ook natuurrubber, dat dan bij voorkeur in ongevulca-niseerde toestand verkeert.
De volgens pijl S heen-en-weer bewegende stansinrichting 10 kan in één keer de doorgang 12, de sleuven 13 en boogvormige repen 6 uitstansen. Het is echter ook denkbaar, dat dit in bijvoorbeeld 2 stappen plaatsvindt. Eerst kunnen dan bijvoorbeeld de sleuven 13 worden uitgestanst, en pas in tweede instantie de boogrepen 6 en doorgangen 12. Dit kan eventueel simultaan door middel van twee simultaan werkende stansstations plaatsvinden. De afvalstroken 8 die bij het stansen overblijven, laten zich zeer gemakkelijk als één geheel afvoeren, waardoor vastlopen van bijvoorbeeld de stansinrichting wordt voorkomen.
Bij het uit ongevulcaniseerd rubber stansen zullen de verbindingen 7 bij voorkeur brugstukken zijn van zodanige lengte, dat dichtvloeien van de sleuven 13 wordt voorkomen.
Figuur 2 toont een elastiekketen 30. welke wordt gevormd door middel van een rollenpaar 35. dat bestaat uit een snij rol 31 en een hiermee samenwerkende tegenrol 32. De elastiekketen 30 bestaat net als de elastiekketen 1 uit fig. 1 uit in hoofdzaak ovale elastieken met een uitsparing 12 die wordt begrensd door langsrepen 5 en boogrepen 6.
Het vel elastisch materiaal wordt eventueel met behulp van geleide-rollen 11 toegevoerd aan het rollenpaar 35* De snijrol 31 is hierbij voorzien van messen 37 voor het vormen van de uitsparing 12, van een mesdelen 36 voor het snijden van de buitenbocht van de boogreep 6 en van messen 38 voor het snijden van de grenslijn tussen aangrenzende elastieken 3*
Op rollenpaar 35 gelijkende rollenparen zijn uit de stand der techniek algemeen bekend en worden veelvuldig gebruikt voor bijvoorbeeld het uit karton en papier snijden van produkten. De werking van een dergelijk rollenpaar, in het bijzonder de samenwerking tussen de snijrol en de tegenrol, kan derhalve als algemeen bekend worden verondersteld.
Een snijmes voor de omtrekscontour van de elastieken kan volgens de uitvinding uit twee verschillende mesdelen (of zo men wenst nauwkeuriger gesteld vier mesdelen) bestaan. Het eerste mesdeel betreft mes 36 voor de buitenbocht van de boogreep, en het tweede mesdeel betreft mes 38 voor de grenslijn tussen twee aangrenzende elastieken. Het mesdeel 38 is hierbij volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding uitgevoerd met een geringere snijdiepte dan mesdeel 36 en mes 37- Hierdoor wordt bereikt dat de grenslijn 33 tussen aangrenzende elastieken niet volledig, maar bijvoorbeeld over meer dan 90% van de dikte d van het vel 9 elastisch materiaal wordt doorsneden. Het niet doorsneden gedeelte van de grenslijn 33 vormt hierbij een verzwakking, die gemakkelijk scheurt en/of breekt bij de verderop te beschrijven inrichting voor het aan een behandelinrichting toevoeren van elastieken uit een elastiekketen volgens de uitvinding.
Het zal duidelijk zijn dat met behulp van een rollenpaar volgens fig. 2 ook een met behulp van verbindingen 7 tot een elastiekketen verbonden elastieken zijn te vormen. Tussen snijmes 38 en snijmes 36 zal dein ter plaatse van de overgang tussen de langsrepen 5 en boogrepen 6 een uitsparing zijn aangebracht. Dat wil zeggen op deze plaats ontbreekt dan een stuk snijmes. Als alternatief hiervoor is het ook mogelijk tussen de overgang vein de snijmessen 38 en 36 geen uitsparing aan te brengen, maar dat ter plaatse van de verbinding in het snijmes inkepingen worden aangebracht. Dit laatste is schematisch weergegeven in fig. 6. Hierin is 38' het snijmes voor de grenslijn tussen twee aangrenzende elastieken 6, en zijn de inkepingen met 39 aangegeven. Deze inkepingen bewerkstelligen ter plaatse van de verbinding draadachtige verbindingsdelen *40. Deze draadachtige verbindingsdelen *40 zijn dus stukjes niet weggesneden materiaal. In fig. 6 zijn de twee getoonde elastiekjes 6 aan de linkerzijde iets uit elkaar getrokken weergegeven, teneinde deze draadvormige verbindingsdelen *40 zichtbaar te maken.
Figuur 3 toont een variant van een uitvoeringsvorm van een elastiek-keten 50 volgens de uitvinding. Deze elastiekketen 50 is opgebouwd uit elastieken 3 met langsrepen 5 en boogrepen 6. Tevens is een langs de voorgevormde scheurlijn 33 afgescheiden voorste elastiek 2 weergegeven. Deze elastiekketen 50 verschilt in hoofdzaak van de in figuren 1 en 2 weergegeven elastiekketens, doordat de langsas 51 van elke langsreep 5 onder een hoek β van ongeveer 2,6° ten opzichte van de dwarsrichting A van de zich in richting C uitstrekkende elastiekketen 50 verloopt.
Een dergelijke elastiekketen 50 met schuin georiënteerde elastieken 3 is door middel van een zogenaamd rollenpaar te vormen, waarbij dan, refererend aan fig. 2, de snijmessen schuin ten opzichte van de langs-richting (rotatieas) van de snijrol 31 moeten worden aangebracht. Voor de messen 38, en de zich in dwarsrichting uitstrekkende delen van mes 37 betekent dit dat deze onder een hoek β ten opzichte van de langsas van de snijrol moeten worden aangebracht. Door een dergelijke schuine aanbrenging van de snijmessen wordt tijdens het ronddraaien van de snijrol 31 een snijdende werking hiervan in het vel elastisch materiaal 9 bevorderd. Hierdoor wordt een goede, betrouwbare doorsnijding van het vel 9 elastisch materiaal verzekerd. Bij de aanbrenging van de snijmessen overeenkomstig fig. 2 zullen de messen 38 en de zich in dwarsrichting uitstrekkende delen van mes 37 in hoofdzaak in het vel 9 elastisch materiaal worden gedrukt. Bij dit indrukken vindt een niet optimale snijwerking plaats, waardoor de nauwkeurigheid en betrouwbaarheid waarmee de elastiekketen wordt gevormd te wensen over kan laten.
Wanneer de hoek β te groot wordt gekozen, zal de elastiekketen zich minder makkelijk laten behandelen voor verder gebruik, zoals bijvoorbeeld in een bundelinrichting of een afscheidingsinrichting volgens de uitvinding. Een hoek β van tussen de 0° en 10° biedt al goede snij resultaten. De hoek β kan echter in het algemeen gerust kleiner dan 5° worden geno- men. Een hoek van ongeveer 2,5° blijkt tot goede resultaten te leiden en tevens nog een handzame elastiekketen op te leveren.
Figuur 4 toont als verdere variant een elastiekketen 60. Deze elastiekketen is opgebouwd uit "banaanvormige" elastieken 63. waarvan er één, aangeduid met 62, in afgescheiden toestand is weergegeven. Deze elastiekketen 60 met banaanvormige elastieken 63 verschilt in hoofdzaak vein de elastieken uit de elastiekketens van figuren 1, 2 en 3. doordat de langs-repen boogvormig zijn. De boogvormige langsrepen 64 zijn door middel van boogrepen 65 met elkaar verbonden tot een banaanvormige elastiek 63· De grenslijn 66 tussen aangrenzende elastieken kan een voorgevormde scheur-lijn zijn, maar kan ook op enkele verbindingsplaatsen na, zoals bij bijvoorbeeld fig. 1 en fig. 6, een geheel tussen de aangrenzende elastieken doorgaande sleuf zijn. Ook bij dergelijke banaanvormige elastieken wordt het bij fig. 3 besproken snijeffect bevorderd. De kromming van de boogvormige langsrepen 64 kan zeer sterk, maar ook zoals weergegeven betrekkelijk flauw zijn.
De krommingsstraal M van de buitenkant van de buitenste boogvormige langsrepen is bij voorkeur 9 a 13 maal de breedte K van de elastiekketen. Een krommingsstraal van M=ll,5 K (welke ongeveer overeenkomt met β = 2,5° bij de uitvoeringsvorm van figuur 3) blijkt een goede snijwerking te bevorderen, terwijl de elastieken en de keten tevens gemakkelijk te behandelen en te manipuleren zijn.
Figuur 5 toont schematisch een werkwijze en inrichting voor het aan een behandelinrichting toevoeren van uit een elastiekketen afkomstige elastieken. De elastiekketen 70 bestaat hierbij uit een veelheid door verbindingen met elkaar verbonden elastieken 71· De verbindingen kunnen hierbij van velerlei soort zijn.
De werking van de in fig. 5 schematisch weergegeven inrichting is als volgt: - Vanaf een niet getoonde rol wordt de elastiekketen door middel van een transportband 72 toegevoerd aan een afscheidingsinrichting, waarvan slechts de grijppennen 73 zijn weergegeven. Door de wrijving tussen de transportband 72 en de elastiekketen wordt voorkomen dat de elastiekketen 70 bij het transport wordt opgerekt. Dit oprekken zou de positienauwkeu-righeid van de elastieken in de elastiekketen nadelig kunnen beïnvloeden, hetgeen bij het afscheiden tot problemen zou kunnen leiden.
- De transportband 72 is opgebouwd uit drie evenwijdige, naast elkaar lopende en samenwerkende, afzonderlijke transportbanden 74, 75« 76. De buitenste transportbanden 74 en 76 strekken zich bij het bij de afschei- dingsinrichting gelegen eind minder ver uit dan de middelste transportband 75· De middelste transportband 75 is iets smaller dan dat de elastiekketen breed is. Zoals in fig. 5 weergegeven steekt de voorste elastiek 78 hierdoor aan weerszijden van de middelste transportband 75 uit. Dit verschaft de mogelijkheid om de pennen 73 door de uitsparing 12 van de voorste elastiek te steken.
- De elastiekketen 70 wordt stapsgewijs verder getransporteerd over een afstand corresponderend met de in langsrichting van de elastiekketen gezien door een elastiek ingenomen ruimte. Vervolgens wordt de elastiekketen 70 stroomopwaarts van de voorste elastiek 73· door middel van een klemblok 80 vastgeklemd. Het zal duidelijk zijn dat dit vastklemmen bij voorkeur plaatsvindt bij de op een na voorste elastiek 8l. Echter voor de duidelijkheid van de tekening is het klemblok 80 op een andere plaats weergegeven. De pennen 73 worden voorafgaand aan, tegelijk met, of na het vastklemmen van de elastiekketen aan weerszijden van de middelste transportband 75 door de uitsparing 12 van de voorste elastiek 78 gestoken. Zoals met pijlen 82 en 83 en met gestreepte lijnen is weergegeven wordt de voorste elastiek 78 hierbij in dwarsrichting van de elastiekketen gespannen (pijlen 82) en van de elastiekketen losgetrokken en aan een verdere behandelinrichting 85 toegevoerd (pijlen 83). Het spannen in dwarsrichting (pijlen 82) en het van de keten wegtrekken (pijlen 83) kunnen gelijktijdig of na elkaar plaatsvinden. De elastiek wordt toegevoerd aan een behandelinrichting 85, die hier door middel van vier zogenaamde spreidpennen schematisch is weergegeven. Het afgescheiden elastiekje kan zodanig aan de spreidpennen 85 worden toegevoerd, dat deze zich door de doorgang 12 laten steken. Met behulp van de zogenaamde spreidpennen 85 kan het elastiekje in velerlei vormen, zoals rechthoekige vormen, driehoeksvormen, trapeziumachtige vormen, etc. worden gespreid en rond een te bundelen produkt worden aangebracht.
Figuur 7 toont op schematische wijze een deel van de werking van de spreidpennen 85· Hierbij is met streeplijnen de uitgangsstand van figuur 5 weergegeven en met ononderbroken lijnen een stand waarbij de elastiek 78 trapeziumvormig gespreid is. De pennen 85a en 85d bewegen hiertoe zijdelings en omhoog en de pennen 85b en 85c worden alleen zijdelings uit elkaar bewogen. Doordat de pennen 85b en 85c alleen zijdelings uit elkaar worden bewogen, wordt een vaste door de pennen 85b en 85c gaande referentielijn verkregen, hetgeen de besturing voor het automatisch rondom een produkt plaatsen van de gespreide elastiek 78 vereenvoudigt. De pennen 85a en 85d kunnen gelijktijdig zijdelings en omhoog bewegen, maar ook eerst omhoog en dan zijdelings, of eerst zijdelings en dan omhoog. Het 2al duidelijk zijn dat de elastiek 78 zich tot velerlei vormen laat spreiden, door de verplaatsingen van de spreidpennen 85 anders, eventueel asymmetrisch in te stellen.
Doordat tijdens het afscheiden het één na voorste elastiekje 8l door het klemblok 80 is vastgeklemd zal er tijdens het rekken van het voorste elastiekje 12 volgens pijlen 82 een scheurwerking plaatsvinden langs de grenslijn 89 tussen het voorste elastiekje 78 en op één na voorste elastiekje 8l. Deze scheurwerking zal zich bij niet te grote rek volgens pijlen 82 beperken tot de grenslijn 89. d.w.z. tot de verbindingen hierin, en bevordert het goed afscheiden van het voorste elastiekje, doordat te grote rek in lengterichting van de elastiekketen, en dus een spring-effect bij het losschieten van het voorste elastiekje wordt voorkomen.
Het zal duidelijk zijn dat op de elastiekketen, de vervaardiging hiervan en het gebruik hiervan vele varianten denkbaar zijn zonder buiten de strekking van de uitvinding te geraken. Zo kunnen de elastieken in een elastiekketen zich in langsrichting van de elastiekketen uitstrekken, echter zoals aangegeven strekken de elastieken zich bij voorkeur in hoofdzaak in dwarsrichting hiervan uit. De vorm van de elastieken en het soort verbinding tussen aangrenzende elastieken kan variëren.

Claims (37)

1. Elastiekketen (1, 30. 50. 70), omvattende een veelheid elastieken (3. 63. 71). met het kenmerk, dat aangrenzende elastieken door middel van ten minste één verbinding (4, 33. 89) met elkaar zijn verbonden.
2. Elastiekketen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verbinding minder dan 5 mm lang is, en bij voorkeur 0 mm lang is.
3· Elastiekketen volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de lengterichting (A) van de elastieken (3. 63. 71) zich in hoofdzaak dwars op de lengterichting (C) van de elastiekketen (1, 30, 50, 70) uitstrekt.
4. Elastiekketen volgens één der voorgasinde conclusies, met het kenmerk, dat een elastiek (3. 63. 71) is gevormd uit twee op afstand gelegen evenwijdige langsrepen (5, 64), die bij hun einden door twee cirkelboogvormige boogrepen (6, 65) met elkaar zijn verbonden.
5. Elastiekketen volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de langsrepen (5) recht zijn, en dat de langsas (51) van elke langsreep (5) de dwarsrichting (A) van de elastiekketen snijdt onder een hoek (β) van ongeveer 0° a 10°, bij voorkeur ongeveer 0° a 5°·
6. Elastiekketen volgens conclusie 5. met het kenmerk, dat de langsrepen (64) boogvormig zijn, en dat de langsrepen van aangrenzende elastieken evenwijdig lopen.
7- Elastiekketen volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de krom-mingsstraal (CM) van de boogvormige langsrepen ongeveer 10 a 13 maal de breedte (K) van de elastiekketen bedraagt.
8. Elastiekketen volgens één der voorgaande conclusies 4-7, met het kenmerk, dat aangrenzende elastieken bij ten minste twee verbindings-plaatsen (4) met elkaar zijn verbonden, waarbij deze verbindingsplaatsen bij voorkeur liggen bij een overgang tussen de aangrenzende langsrepen (5. 64) en boogrepen (6, 65).
9· Elastiekketen volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat zich tussen de middens van de aangrenzende langsrepen (5, 64) van twee aangrenzende elastieken een derde verbindingsplaats bevindt.
10. Elastiekketen volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elke verbinding een veelheid draadachtige verbindingsdelen (40) omvat.
11. Elastiekketen volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verbinding (4, 33. 89) een voorgevormde scheurlijn omvat.
12. Elastiekketen volgens één der conclusies 4-11, met het kenmerk, dat de verbinding (4, 33. 89) bestaat uit een tussen twee aangrenzende langsrepen (5, 64) van aangrenzende elastieken gevormde scheurlijn.
13. Elastiekketen volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de elastiekketen (1, 30, 50, 70) een platte, velachtige baan (9) elastisch materiaal omvat waarin de elastieken (3, 63. 71) zijn gevormd .
14. Elastiekketen volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de elastieken (3. 63. 71) rondom een constante breedte (B) hebben.
15. Elastiekketen volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de elastiekketen is opgerold tot een rol.
16. Elastiekketen volgens één der conclusies 1-15. met het kenmerk, dat de elastiekketen harmonika-achtig is opgevouwen tot een stapel.
17. Elastiek (2, 5. 62) uit elastiekketen (1) volgens één der voorgaande conclusies.
18. Werkwijze voor het vervaardigen van een elastiekketen volgens één der voorgaande conclusies, omvattende de volgende stappen: - het aan een snij-inrichting (10,35) toevoeren van een vel elastisch materiaal (9); - het met de snij-inrichting uit het vel uitsnijden van een veelheid door verbindingen tot een keten (1, 30, 50, 70) verbonden elastieken.
19- Werkwijze volgens conclusie 18, waarbij de verbindingen (4, 33. 89) worden gevormd door het vel (9) in de richting loodrecht hierop, ter plaatse van een grenslijn tussen twee aangrenzende elastieken gedeeltelijk te doorsnijden.
20. Werkwijze volgens conclusie 18, waarbij de verbindingen worden gevormd door tussen twee aangrenzende elastieken brugstukken vrij te laten.
21. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de snij-inrichting een stansinrichting (10) is.
22. Werkwijze volgens één der conclusies 18-20, waarbij de snij-inrichting een rollenpaar (35) omvat met een van snijmessen (36, 37, 38) voorziene rol (31) en een hiermee samenwerkende drukrol (32).
23. Werkwijze volgens conclusie 22, waarbij de snijmessen (38') voor het doorsnijden van de grenslijn tussen twee aangrenzende elastieken zijn voorzien van inkepingen (39), zodanig dat ter plaatse van de verbindingen draadachtige verbindingsdelen (40) worden gevormd.
24. Werkwijze volgens conclusie 22, waarbij ten minste een gedeelte van elk snijmes (38) voor het snijden van de grenslijn (13. 33. 66. 89) tussen twee aangrenzende elastieken ten opzichte van de overige snijmessen een geringere snijdiepte heeft, zodanig dat het vel (9) ter plaatse van het snijmes met geringere snijdiepte niet geheel wordt doorsneden.
25· Werkwijze volgens één der conclusies 18-24, waarbij het vel elastisch materiaal door middel van een extrusie-inrichting wordt gevormd en na te zijn gevormd vanaf de extrusie-inrichting wordt toegevoerd aan de snij-inrichting.
26. Werkwijze volgens de voorgaande conclusie, waarbij het bij het uitsnijden vrijkomende afval opnieuw aan de extrusie-inrichting wordt toegevoerd.
27. Werkwijze volgens één der conclusies 18-26, waarbij de gevormde elastiekketen door middel van een transportband aan een oprolinrichting wordt toegevoerd, en door de oprolinrichting tot een rol wordt opgewikkeld.
28. Inrichting voor het toepassen van de werkwijze volgens één der conclusies 18-27.
29. Werkwijze voor het aan een behandelinrichting toevoeren van uit een elastiekketen volgens één der conclusies 1-17 afkomstige elastieken, omvattende de volgende stappen: - het vanaf een rol afrollen van de elastiekketen; - het met een transportband (72) aan een afscheidingsinrichting (73) toevoeren van het afgerolde deel van de elastiekketen; - het vastklemmen van een stroomopwaarts van de voorste elastiek gelegen deel van de elastiekketen; - het door een afscheidingsinrichting vastgrijpen van de voorste elastiek (78) en het vervolgens van de elastiekketen (70) afscheiden hiervan; - het overbrengen van de afgescheiden elastiek vanaf de afscheidingsinrichting (73) naar de behandelinrichting (85)·
30. Werkwijze volgens conclusie 29. waarbij het afrollen en met de transportband (72) transporteren stapsgewijs plaatsvindt, zodanig dat de elastiekketen in langsrichting hiervan gezien telkens wordt verplaatst over een afstand overeenkomend met de in langsrichting van de elastiekketen gezien door een elastiek ingenomen ruimte.
31. Werkwijze volgens conclusie 30, waarbij na een stapsgewijze verplaatsing de op één na voorste elastiek (8l) van de elastiekketen wordt vastgeklemd, waarna de afscheidingsinrichting de voorste elastiek (78) van de elastiekketen afscheidt.
32. Werkwijze volgens één der conclusies 29-31, waarbij de voorste elastiek bij het afscheiden in de richting (pijlen 82) in hoofdzaak dwars op de lengterichting van de elastiekketen (70) wordt gespannen.
33· Werkwijze volgens één der conclusies 29-32, waarbij de voorste (78) elastiek bij het afscheiden van de vastgeklemde elastiekketen wordt weggetrokken (pijlen 83). 3^· Werkwijze volgens één der conclusies 29~33» waarbij de transportband een veelheid evenwijdige, de elastiekketen gezamenlijk transporterende eindloze transportbanden (7*1. 75. 76) omvat, waarvan de buitenste transportbanden (74. 76) bij het stroomafwaarts gelegen eind korter zijn dan de binnenste transportbanden (75)·
35· Werkwijze volgens één der conclusies 29-3**, waarbij de afschei-dingsinrichting twee door de voorste elastiek te steken, op een grijper aangebrachte, ten opzichte van elkaar beweegbare pennen (73) omvat.
36. Werkwijze volgens conclusie 3** en conclusie 35. waarbij de pennen aan weerszijden van de binnenste transportbanden door de voorste elastiek worden gestoken.
37· Inrichting voor toepassing van de werkwijze volgens één der conclusies 29_36.
38. Gebruik van een elastiekketen volgens één der conclusies 1-17 bij een verpakkingsinrichting, zoals een bundelinrichting.
NL9401561A 1994-09-26 1994-09-26 Elastiekketen, werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een elastiekketen, en werkwijze en inrichting voor het aan een behandelinrichting toevoeren van uit de elastiekketen afkomstige elastieken. NL9401561A (nl)

Priority Applications (9)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9401561A NL9401561A (nl) 1994-09-26 1994-09-26 Elastiekketen, werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een elastiekketen, en werkwijze en inrichting voor het aan een behandelinrichting toevoeren van uit de elastiekketen afkomstige elastieken.
AT95934334T ATE187918T1 (de) 1994-09-26 1995-09-26 Gummibandkette, verfahren und vorrichtung zu deren herstellung, sowie verfahren und vorrichtung für die zufuhr der gummibänder zu einer behandlungsvorrichtung
AU36882/95A AU3688295A (en) 1994-09-26 1995-09-26 Chain of elastic bands, method and installation for the production of a chain of elastic bands and method and installation for feeding elastic bands from the chain of elastic bands to a handling installation
CA002201151A CA2201151C (en) 1994-09-26 1995-09-26 Chain of elastic bands, method and installation for the production of a chain of elastic bands and method and installation for feeding elastic bands from the chain of elastic bands to a handling installation
PCT/NL1995/000324 WO1996009920A1 (en) 1994-09-26 1995-09-26 Chain of elastic bands, method and installation for the production of a chain of elastic bands and method and installation for feeding elastic bands from the chain of elastic bands to a handling installation
US08/776,640 US6024225A (en) 1994-09-26 1995-09-26 Chain of elastic bands, method and installation for the production of a chain of elastic bands and method and installation for feeding elastic bands from the chain of elastic bands to a handling installation
ES95934334T ES2141965T3 (es) 1994-09-26 1995-09-26 Cadena de bandas elasticas, metodo e instalacion para la produccion de una cadena de bandas elasticas y metodo e instalacion para suministrar bandas elasticas de la cadena de bandas elasticas a una instalacion de manipulacion.
EP95934334A EP0783401B1 (en) 1994-09-26 1995-09-26 Chain of elastic bands, method and installation for the production of a chain of elastic bands and method and installation for feeding elastic bands from the chain of elastic bands to a handling installation
DE69514112T DE69514112T2 (de) 1994-09-26 1995-09-26 Gummibandkette, verfahren und vorrichtung zu deren herstellung, sowie verfahren und vorrichtung für die zufuhr der gummibänder zu einer behandlungsvorrichtung

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9401561A NL9401561A (nl) 1994-09-26 1994-09-26 Elastiekketen, werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een elastiekketen, en werkwijze en inrichting voor het aan een behandelinrichting toevoeren van uit de elastiekketen afkomstige elastieken.
NL9401561 1994-09-26

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9401561A true NL9401561A (nl) 1996-05-01

Family

ID=19864697

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9401561A NL9401561A (nl) 1994-09-26 1994-09-26 Elastiekketen, werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een elastiekketen, en werkwijze en inrichting voor het aan een behandelinrichting toevoeren van uit de elastiekketen afkomstige elastieken.

Country Status (9)

Country Link
US (1) US6024225A (nl)
EP (1) EP0783401B1 (nl)
AT (1) ATE187918T1 (nl)
AU (1) AU3688295A (nl)
CA (1) CA2201151C (nl)
DE (1) DE69514112T2 (nl)
ES (1) ES2141965T3 (nl)
NL (1) NL9401561A (nl)
WO (1) WO1996009920A1 (nl)

Families Citing this family (23)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP3283414B2 (ja) * 1995-12-22 2002-05-20 松下電器産業株式会社 型抜き装置
TW415377U (en) * 1996-12-24 2000-12-11 Kazunosuke Makino Character wheel, character wheel band and character wheel ring
JP4330420B2 (ja) * 2003-10-10 2009-09-16 株式会社三井ハイテック 鉄心の製造方法及び鉄心の製造装置
US7281345B2 (en) 2004-02-04 2007-10-16 Bedford Industries, Inc. Merchandise labeling
DE102005055518A1 (de) * 2005-11-18 2007-05-24 Strauß, Jörn Verfahren und Vorrichtung zum Bündeln von Gegenständen
CA2637049C (en) * 2006-01-17 2014-01-07 Bedford Industries, Inc. Separable composite labeling articles in sheet or roll form
US7836622B1 (en) 2006-09-28 2010-11-23 Bedford Industries, Inc. Foldable tag with expandable loop
US7763135B1 (en) * 2006-10-25 2010-07-27 Bedford Industries, Inc. Method for forming an elastic labeling band
DE102009048921B4 (de) * 2009-10-10 2018-07-05 Jörn Strauß Bündelungsvorrichtung und Verfahren zum Bündeln von Gegenständen
AU2010326056B2 (en) 2009-12-02 2015-12-24 Bedford Industries, Inc. Labeling article and manufacturing methods
DE102011087729A1 (de) * 2011-12-05 2013-06-06 Krones Ag Vorrichtung und Verfahren zum Etikettieren von Behältern mit elastischen Etikettenhülsen
USD723621S1 (en) 2012-11-09 2015-03-03 Bedford Industries, Inc. Elastomeric loop assembly
USD712154S1 (en) 2012-11-21 2014-09-02 Bedford Industries, Inc. Tag-loop carrier assembly
US9355577B1 (en) 2015-05-01 2016-05-31 Alliance Rubber Company Unitary flexible tag article
CN105014710A (zh) * 2015-07-24 2015-11-04 西南交通大学 一种去除半环表面多余橡胶的切割装置
USD838780S1 (en) * 2016-06-13 2019-01-22 Bedford Industries, Inc. Elastic loop
US10388192B2 (en) 2016-06-24 2019-08-20 Bedford Industries, Inc. Flat elastic labeling article
US10189588B2 (en) 2016-07-07 2019-01-29 Bedford Industries, Inc. Bundling article with elastic loop and cooperating tag
US10723532B2 (en) * 2017-05-22 2020-07-28 Bedford Insutries, Inc. Elastic band package
US11021339B2 (en) 2017-05-22 2021-06-01 Bedford Industries, Inc. Elastic band dispenser
US10607510B2 (en) 2017-06-05 2020-03-31 Bedford Industries, Inc. Elastic band with embedded label
EP3768602A1 (en) 2018-03-20 2021-01-27 Bedford Industries, Inc. Closure article with auxiliary fastener
CN110978134B (zh) * 2019-12-11 2021-08-27 卓高泰(广州)材料科技有限公司 一种挂点冲切刀具结构

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2748425A (en) * 1951-07-12 1956-06-05 Carter Carburetor Corp Method for forming check valves and the like
US3572396A (en) * 1968-09-17 1971-03-23 Kett Tool Co Rubber band stack and method and apparatus for its manufacture
FR2169022A1 (en) * 1972-01-27 1973-09-07 Mori Takashi Chains of elastic hoops - cut from tubing and dispensed to be torn off singly or in groups
NL7613349A (nl) * 1975-12-05 1977-06-07 Schiesser Ag Strook-snijinrichting voor gewalste vellen van rubber.
US4060015A (en) * 1973-12-29 1977-11-29 Chajim Gros Apparatus and method for manufacturing resilient bands
EP0401769A1 (de) * 1989-06-06 1990-12-12 Gerhardt, Jorgen Vorrichtung zum Abführen von aus einem blattförmigen Material ausgestanzten Materialbereichen

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3164250A (en) * 1963-11-22 1965-01-05 Kwik Lok Polystyrene multi-closure strip adapted for separation into individual closures
US3579955A (en) * 1969-02-27 1971-05-25 Hybrid Turkeys Ltd Applicator for bag closures

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2748425A (en) * 1951-07-12 1956-06-05 Carter Carburetor Corp Method for forming check valves and the like
US3572396A (en) * 1968-09-17 1971-03-23 Kett Tool Co Rubber band stack and method and apparatus for its manufacture
FR2169022A1 (en) * 1972-01-27 1973-09-07 Mori Takashi Chains of elastic hoops - cut from tubing and dispensed to be torn off singly or in groups
US4060015A (en) * 1973-12-29 1977-11-29 Chajim Gros Apparatus and method for manufacturing resilient bands
NL7613349A (nl) * 1975-12-05 1977-06-07 Schiesser Ag Strook-snijinrichting voor gewalste vellen van rubber.
EP0401769A1 (de) * 1989-06-06 1990-12-12 Gerhardt, Jorgen Vorrichtung zum Abführen von aus einem blattförmigen Material ausgestanzten Materialbereichen

Also Published As

Publication number Publication date
US6024225A (en) 2000-02-15
AU3688295A (en) 1996-04-19
CA2201151C (en) 2005-07-26
ATE187918T1 (de) 2000-01-15
DE69514112T2 (de) 2000-05-31
EP0783401A1 (en) 1997-07-16
WO1996009920A1 (en) 1996-04-04
ES2141965T3 (es) 2000-04-01
CA2201151A1 (en) 1996-04-04
DE69514112D1 (de) 2000-01-27
EP0783401B1 (en) 1999-12-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9401561A (nl) Elastiekketen, werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een elastiekketen, en werkwijze en inrichting voor het aan een behandelinrichting toevoeren van uit de elastiekketen afkomstige elastieken.
DE3213561C2 (nl)
JP3619228B2 (ja) 製袋機
US6119439A (en) Non-contact rotary knife perforator
EP0341739A2 (en) Perforated material
US7398630B2 (en) Infeed assembly for a continuous motion wrapping assembly
US20020000400A1 (en) Device for removal of trimmings in the production of rolls of web material
EP2636496B1 (en) Web product cutting and screening machine and method
US3727814A (en) Tear-off apparatus for successively tearing off a length from the leading end of a moving flattened tubular web of material
DE4135786A1 (de) Beutelherstellmaschine
DE69725768T2 (de) Verfahren zum Umhüllen von Paketen
US3964655A (en) Apparatus for continuous pushing out of sheet product from blank
AU742429B2 (en) Stacking machine and method
CN1285295C (zh) 卷曲装置
NL2016534B1 (en) Apparatus and method for converting a sheet into a continuous strip.
ITFI20110102A1 (it) "dispositivo e metodo per rimuovere rifili da una serie di prodotti ottenuti dal taglio di semilavorati allungati"
JP3943371B2 (ja) 紙おむつの製品カッターユニット、及び紙おむつの切断方法
EP0794125A1 (en) Method and apparatus for obtaining a tear strip in packages of heat-shrink fail
WO1983004011A1 (en) Method and apparatus for continuous formation of reclosable article wrappers
CN112601645B (zh) 橡胶材料供给方法以及橡胶材料供给装置
NL8304020A (nl) Werkwijze en inrichting voor het verpakken van een voorwerp.
EP0537435A1 (en) Method and apparatus for severing shirred tubular food casing
JP3015845U (ja) 紙製クッションの成形装置
DE102006033998A1 (de) Maschine zum Verpacken von Gegenständen
CA2082339A1 (en) Two roll web cutter and method

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed