NL9401052A

NL9401052A - Freely pivotable trailing wheels for agricultural implements, in particular circular haying machines.

Info

Publication number: NL9401052A
Application number: NL9401052A
Authority: NL
Original assignee: Claas Saulgau Gmbh
Priority date: 1993-06-25
Filing date: 1994-06-24
Publication date: 1995-01-16
Also published as: HU9401712D0; DE59404866D1; DE4321128C2; EP0630554B1; HU217009B; EP0630554B2; EP0630554A1; HUT69853A; FR2706731B1; DE9320479U1; ATE161386T1; DE4321128A1; DK0630554T4; FR2706731A1

Abstract

In freely pivotable castor wheels (16) for agricultural working machines, in view of the restricted installation space the object to be achieved is to design the wheel suspension in such a way that it does not project beyond the outside diameter of the running wheel (16). For this purpose, it is proposed to arrange the axis of rotation (12) of the castor wheel (16) at an inclination to the ground in such a way that its imaginary prolongation pierces the ground approximately in the mid-plane of the running wheel (16) and, as seen in the direction of travel, in front of the contact point of the running wheel (16). <IMAGE>

Description

Titel: Vrij zwenkbare naloopwielen voor landbouwwerktuigen, in het bijzonder cirkelhooimachines.Title: Freely pivotable trailing wheels for agricultural machines, in particular circular haying machines.

De uitvinding heeft betrekking op vrij zwenkbare naloopwielen voor landbouwwerktuigen, in het bijzonder cirkelhooimachines, met een ten opzichte van de aardbodem loodrechte of gekantelde zwenkas en een ongeveer horizontale wielas.The invention relates to freely pivotable trailing wheels for agricultural implements, in particular circular haymaking machines, with a pivot axis which is perpendicular to the ground or tilted relative to the earth and an approximately horizontal wheel axis.

Dergelijke naloopwielen zijn bijvoorbeeld uit EP-B 0 332 835 (fign. 3 en 4) bekend. Deze worden toegepast om de werktuigen bij het nemen van de bocht een kinematisch vrije loop toe te staan, achter de trekker welke deze werktuigen voortrekt. Het nadeel hiervan bestaat echter daarin, dat de zwenkas van de naloopwielen in de hoogte aanzienlijk boven de diameter van het wiel uitsteekt, zodat in de, onder het rondlopende werktuig, beschikbare bouwruimte slechts in verhouding wielen met een kleine diameter kunnen worden ondergebracht. Om dit nadeel op te heffen is reeds voorgesteld als naloopwielen, dubbele wielen toe te passen, zoals bijv. getoond in het DE-C 40.13.789.Such trailing wheels are known, for example, from EP-B 0 332 835 (Figs. 3 and 4). These are used to allow the implements to run kinematically when cornering, behind the tractor that pulls them. The disadvantage of this, however, consists in that the pivot axis of the trailing wheels protrudes considerably above the diameter of the wheel in height, so that in the construction space available under the rotating tool, only relatively small diameter wheels can be accommodated. To overcome this drawback, it has already been proposed to use double wheels as idler wheels, as shown, for example, in DE-C 40.13.789.

De uitvinding beoogt het beschreven nadeel eenvoudig, voor het funktioneren doelmatig en goedkoop op te heffen. Dit doel wordt bereikt door naloopwielen, waarvan de materiële zwenkas op geen enkele plaats uitsteekt boven de buitendiameter van de naloopwielen.The object of the invention is to eliminate the described drawback simply, efficiently and inexpensively for its operation. This objective is achieved by trailing wheels, the material pivot axis of which does not protrude above the outer diameter of the trailing wheels at any point.

Het is bijzonder voordelig indien de materiële zwenkas niet uitsteekt boven de wielvelgen. Dit kan bijzonder voordelig worden bereikt doordat de zwenkassen ten opzichte van de aardbodem zijn gekanteld, en dat de virtuele verlenging van de zwenkas de aardbodem doorboort ongeveer in het middenvlak van de naloopwielen en, in de rijrichting gezien, voor het steunpunt van de naloopwielen. Bij de opstelling is het onvermijdelijk dat de zwenkassen bij het verzwenken van de naloopwielen zich iets opheffen, resp. neerlaten. Om dit te compenseren wordt volgens de uitvinding voorgesteld dat twee naloopwielen, in de rijrichting op afstand van elkaar, aan een twee-armige schommelas zijn aangebracht, waarbij de hellingen van de zwenkassen van de beide naloopwielen, in de rijrichting gezien, eikaars spiegelbeeld zijn.It is particularly advantageous if the material pivot axis does not protrude above the wheel rims. This can be achieved particularly advantageously in that the pivot axes are tilted relative to the ground, and that the virtual extension of the pivot axis pierces the ground approximately in the middle plane of the trailing wheels and, viewed in the direction of travel, in front of the support point of the trailing wheels. During installation, it is inevitable that the pivot axes will lift slightly when the trailing wheels are pivoted. lower. To compensate for this, it is proposed according to the invention that two trailing wheels, spaced in the direction of travel, are arranged on a two-arm rocking shaft, the slopes of the pivot axes of the two trailing wheels, seen in the direction of travel, being each other in mirror image.

Gebleken is dat het voor het gebruik van de ruimte en de rustige loop voordelig is, indien de helling van de zwenkassen tot de middenvlakken van de naloopwielen ongeveer 15° bedraagt.It has been found that it is advantageous for the use of the space and the smooth running if the inclination of the pivot axes to the center surfaces of the trailing wheels is approximately 15 °.

De uitvinding wordt aan de hand van acht tekeningen als voorbeeld toegelicht.The invention is illustrated by way of example on the basis of eight drawings.

Fig. 1 toont een cirkelschudder met vier naloopwielen in zijaanzicht; fig. 2 toont het onderstel van dezelfde machine in bovenaanzicht; fig. 3 toont een naloopwiel in achteraanzicht; fig. 4 toont hetzelfde voorwerp in zijaanzicht; fig. 5 toont hetzelfde voorwerp in bovenaanzicht; fig. 6 tot 8 tonen een anders gelagerd naloopwiel in de overeenkomstige aanzichten.Fig. 1 shows a circular shaker with four trailing wheels in side view; Fig. 2 shows a top view of the chassis of the same machine; Fig. 3 shows a trailing wheel in rear view; Fig. 4 shows the same object in side view; Fig. 5 shows the same object in top view; FIGS. 6 to 8 show a differently mounted idler wheel in the corresponding views.

Een cirkelschudder met een machinegestel (1) is om een loodrechte zwenkas (2) zwenkbaar met een aanbouwgestel (3) verbonden, dat van zijn kant aan een niet weergegeven trekker is gekoppeld. Aan het machinegestel (1) is om een loodrechte as (5) een cirkelzwader (4) draaibaar en aandrijfbaar gelagerd. Asdragers (6) zijn vast verbonden met het machinegestel (1). Aan de asdragers (6) zijn in de hoogte beweegbare wielschommels (7) gelagerd. Aan deze wielschommels (7) zijn twee-armige schommelassen (8) om een horizontale draaias (9) zwenkbaar gelagerd. De twee-armige schommelassen (8) dragen aan hun vrije uiteinden ieder een asvuist (10), waarvan de middenas (11) van achter gezien zodanig is gekanteld, dat deze naar beneden toe zijn gespreid (fign. 3 tot 5). In de boring van de asvuist (10) wordt met een pen (12) gestoken. Deze wordt door een lagerhuis (13) omsloten. De lagerhuis (13) is vast met een wielas (15) verbonden door middel van een verbindingsstuk (14). Op de wielas (15) is een loopwiel (16) met een velg (17) draaibaar gelagerd. De middenas (11) is, vanaf de zijkant gezien, ook nog zodanig gekanteld dat deze, in de rijrichting gezien, op afstand a van het wielmidden de aardbodem raakt (fig. 4).A rotary tedder with a machine frame (1) is pivotally connected about a perpendicular pivot axis (2) to a mounting frame (3), which for its part is coupled to a tractor (not shown). The rotary frame (4) is rotatable and drivable on the machine frame (1) about a perpendicular axis (5). Axle carriers (6) are firmly connected to the machine frame (1). Height-adjustable wheel swings (7) are mounted on the axle carriers (6). Two-arm swing axles (8) are pivotally mounted on a horizontal pivot axis (9) on these wheel swings (7). The two-armed rocking shafts (8) each bear an axial fist (10) at their free ends, the center axis (11) of which is tilted from the rear such that they are spread downwards (Figs. 3 to 5). Insert a pin (12) into the bore of the shaft fist (10). This is enclosed by a bearing housing (13). The bearing housing (13) is fixedly connected to a wheel axle (15) by means of a connecting piece (14). A running wheel (16) with a rim (17) is rotatably mounted on the wheel axle (15). Viewed from the side, the center axis (11) is also tilted in such a way that, viewed in the direction of travel, it touches the ground at distance a from the wheel center (fig. 4).

De spreidhoek γ is zo gekozen (fig. 3), dat de middenas (11), welke tegelijkertijd de zwenkas voor het naloopwiel (16) is, de aardbodem in het middenvlak van het loopwiel (16) doorboort.The spreading angle γ is chosen (fig. 3) so that the center axis (11), which is at the same time the pivot axis for the trailing wheel (16), pierces the ground in the center plane of the running wheel (16).

Bij een andere uitvoeringsvorm (fign. 6 tot 8) is de asvuist (10') slechts in een dwars op de rijrichting liggend verticaal vlak onder een spreidhoek γ* ten opzichte van het loopwielvlak gekanteld. De asvuist (10') wordt door een tweevoudig omgebogen wielas (18) doorgestoken, op de horizontale astap daarvan is wederom een loopwiel (16) met een velg (17) draaibaar gelagerd. Bij deze opstelling ontstaat een naloop verplaatsing b.In another embodiment (Figs. 6 to 8), the axle fist (10 ') is tilted only in a vertical plane transverse to the direction of travel at a spreading angle γ * relative to the running wheel plane. The axle fist (10 ') is passed through a double bent wheel axle (18), on the horizontal axis of which a running wheel (16) with a rim (17) is again rotatably mounted. This arrangement creates a trailing displacement b.

Aan de twee-armige schommelassen (8) zijn, in de rijrichting gezien, een voorste naloopwiel (16) aan de binnenkant en een achterste naloopwiel (16) aan de buitenzijde aangebracht (fig. 2). Daar bij het nemen van een bocht de beide naloopwielen zich in dezelfde richting verzwenken, heeft dat, vanwege de spiegelbeeldige spreiding van de zwenkassen (11), tot gevolg dat de zwenkas van het ene wiel wordt opgetild en die van het andere wiel wordt neergelaten. Het gevolg is dat de draaias (9) in de hoogte nagenoeg niet verandert en daarmee ook de afstand van het werktuig ten opzichte van de aardbodem.When viewed in the direction of travel, the two-armed rocker shafts (8) have a front idler wheel (16) on the inside and a rear idler wheel (16) on the outside (fig. 2). Since, when taking a bend, the two trailing wheels pivot in the same direction, due to the mirror-like distribution of the pivot axes (11), this results in the pivot axis of one wheel being lifted and that of the other wheel being lowered. The result is that the axis of rotation (9) hardly changes in height, and thus also the distance of the tool from the ground.

Claims

1. Freely pivotable trailing wheels for agricultural implements, in particular rotary tedders, with a pivot axis which is perpendicular or tilted to the ground and an approximately horizontal wheel axis, characterized in that the material pivot axis (10, 12, 13, 14, 15, 10 ', 18) does not protrude above the outer diameter of the idler wheels (16) in any place.

Trailing wheels according to claim 1, characterized in that the material pivot axis (10, 12, 13, 14, 15) does not protrude above the rims (17).

Trailing wheels according to claim 1 or 2, characterized in that the virtual extension of the pivot axis (11) pierces the ground approximately in the median plane of the trailing wheels (16) and, viewed in the direction of travel, in front of the support point of the trailing wheels ( 16).

Trailing wheels according to any one of claims 1 to 3, characterized in that two trailing wheels (16) are arranged on a two-armed rocking shaft (8), spaced apart in the direction of travel, the slopes γ, γ 'of the pivot axes (11) of the two trailing wheels (16), seen in the direction of travel, are each other's mirror image.

Trailing wheels according to any one of claims 1 to 4, characterized in that the inclination γ, γ 'of the pivot axes (11) relative to the center plane of the trailing wheels is approximately 15 °.